Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 november 2016, nr. MBO-1061341, houdende wijziging van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 in verband met de regeling van de specifieke uitkering in 2017 aan RMC-contactgemeenten voor het uitvoeren van maatregelen uit het regionaal programma voortijdig schoolverlaten van de RMC-regio

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet,

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na hoofdstuk 2 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2A. SPECIFIEKE UITKERING VOOR RMC-CONTACTGEMEENTEN TEN BEHOEVE VAN DE UITVOERING VAN MAATREGELEN UIT HET REGIONAAL PROGRAMMA VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

Artikel 2.12. Doel specifieke uitkering

De minister verstrekt voor 2017 op grond van dit hoofdstuk een specifieke uitkering aan de RMC-contactgemeenten voor het uitvoeren van maatregelen uit het regionaal programma, bedoeld in artikel 2.2.

Artikel 2.13. Bepalen hoogte specifieke uitkering

De verdeling van de specifieke uitkering over de RMC-contactgemeenten is opgenomen in bijlage D bij deze regeling.

Artikel 2.14. Betaling specifieke uitkering

De specifieke uitkering wordt aan de RMC-contactgemeenten betaald in december 2016.

Artikel 2.15. Besteding van de specifieke uitkering

Indien de uitkering niet of niet geheel is besteed in het jaar 2017 aan het doel waarvoor deze is bestemd mag het resterende bedrag worden besteed in een volgend jaar, maar uiterlijk in 2020. De minister vordert bedragen die blijkens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet, alsdan niet zijn besteed aan het doel waar zij voor waren bestemd, terug.

Artikel 2.16. Monitoring en evaluatie

De RMC-contactgemeente draagt er zorg voor dat de gemeenten in de RMC-regio meewerken aan het onderzoek naar de effecten van het regionaal programma, bedoeld in artikel 2.11.

B

Na Bijlage C wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

BIJLAGE D. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2.13 VAN DE REGELING REGIONALE AANPAK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN 2017

Verdeling specifieke uitkering over de RMC-contactgemeenten

RMC-regio

Naam regio

RMC-contactgemeente

Bedrag per regio

1

Oost-Groningen

Veendam

138.446

2

Noord-Groningen-Eemsmond

Delfzijl

138.446

3

Centraal en Westelijk Groningen

Groningen

316.449

4

Friesland Noord

Leeuwarden

316.449

5

Zuid-West Friesland

Sneek

138.446

6

De Friese Wouden

Smallingerland

316.449

7

Noord- en Midden Drenthe

Assen

237.337

8

Zuid-Oost Drenthe

Emmen

237.337

9

Zuid-West Drenthe

Hoogeveen

138.446

10

IJssel-Vecht

Zwolle

632.898

11

Stedendriehoek

Apeldoorn

553.786

12

Twente

Enschede

791.123

13

Achterhoek

Doetinchem

395.561

14

Arnhem/Nijmegen

Nijmegen

791.123

15

Rivierenland

Tiel

316.449

16

Eem en Vallei

Amersfoort

791.123

17

Noordwest-Veluwe

Harderwijk

237.337

18

Flevoland

Almere

553.786

19

Utrecht

Utrecht

1.300.000

20

Gooi en Vechtstreek

Hilversum

316.449

21

Agglomeratie Amsterdam

Amsterdam

1.800.000

22

West-Friesland

Hoorn

237.337

23

Kop van Noord-Holland

Den Helder

237.337

24

Noord-Kennemerland

Alkmaar

316.449

25

West-Kennnemerland

Haarlem

395.561

26

Zuid-Holland-Noord

Leiden

553.786

27

Zuid-Holland-Oost

Gouda

553.786

28

Haaglanden

Den Haag

1.300.000

29

Rijnmond

Rotterdam

2.300.000

30

Zuid-Holland-Zuid

Dordrecht

632.898

31

Oosterschelde regio

Goes

237.337

32

Walcheren

Middelburg

138.446

33

Zeeuwsch-Vlaanderen

Terneuzen

138.446

34

West-Brabant

Breda

791.123

35

Midden-Brabant

Tilburg

553.786

36

Noord-Oost-Brabant

Den Bosch

791.123

37

Zuidoost-Brabant

Eindhoven

791.123

38

Gewest Limburg-Noord

Venlo

632.898

39

Gewest Zuid-Limburg

Heerlen

791.123

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Algemeen

In de Kamerbrief over het vervolg van de succesvolle aanpak van het voortijdig schoolverlaten (Kamerstukken II 26 695, nr. 109) zijn de maatregelen van het kabinet aangekondigd voor de komende vier jaar (2017–2020). De Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 beoogt gemeenten, scholen en onderwijsinstellingen te ondersteunen bij de vormgeving en uitvoering van hun regionale vervolgaanpak voortijdig schoolverlaten (vsv). Het kabinet faciliteert de regionale aanpak door financiële middelen beschikbaar te stellen aan onderwijsinstellingen en gemeenten. In de RMC-regio’s kunnen dan maatregelen worden gefinancierd die tot doel hebben om vsv te bestrijden en jongeren in een kwetsbare positie te ondersteunen. Omdat de regionale aanpak een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de onderwijsinstellingen (vertegenwoordigd door de contactschool) en de regiogemeenten (vertegenwoordigd door de RMC-contactgemeente), is het passend om met ingang van 2017 een deel van de middelen ten behoeve van het regionaal programma aan de contactschool en een deel aan de contactgemeente toe te kennen. Dat zorgt ervoor dat het regionaal programma van maatregelen breed gedragen is en dat bovendien alle doelgroepen die onder de aanpak vallen kunnen worden bediend. Het deel van de middelen voor de onderwijsinstellingen wordt in de vorm van een subsidie aan de contactschool toegekend. Dit is reeds geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017. Met de onderhavige regeling wordt aan de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 een hoofdstuk toegevoegd. Op grond van dat hoofdstuk ontvangen de contactgemeenten hun deel van de middelen in de vorm van een specifieke uitkering (hoofdstuk 2a). Naast de specifieke uitkering op grond van artikel 8.3.2, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs aan RMC-contactgemeenten wordt aldus ook een specifieke uitkering toegekend voor de regionale maatregelen.

Financiële middelen

Op grond van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 (Stcrt. 2016, 51119) wordt € 30.400.000 beschikbaar gesteld aan de contactscholen in de RMC-regio. Door middel van de onderhavige regeling wordt in totaal € 21.850.000 in de vorm van een specifieke uitkering toegekend aan de RMC-contactgemeenten.

Administratieve lasten

Met deze regeling wordt een specifieke uitkering verstrekt aan RMC-contactgemeenten. Deze regeling heeft derhalve geen gevolgen voor de administratieve lasten van burgers, bedrijven en/of instellingen. Wel leggen de RMC-contactgemeenten verantwoording af in de SiSa-bijlage bij de jaarrekening over de besteding van de specifieke uitkering. SiSa betekent Single Information Single Audit en is de methodiek via welke de verantwoording over specifieke uitkeringen en in sommige gevallen provinciale middelen worden verantwoord. Meer informatie hierover kunt u vinden via www.rijksoverheid.nl/sisa

Vast verander moment

In deze regeling wordt afgeweken van de geldende vaste verander momenten voor OCW. De reden hiervoor is dat de doelgroep gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding waardoor de specifieke uitkering nog uiterlijk in december aan de RMC-contactgemeenten kan worden betaald. Dat zou niet mogelijk zijn indien de regeling op één van de vaste verandermomenten in werking treedt. De RMC-contactgemeenten zijn hiervan door de accountmanagers vsv op de hoogte gesteld.

Artikelsgewijs

Artikel 2.12 Doel

Het doel van de specifieke uitkering is het uitvoeren van het regionaal programma, genoemd in artikel 2.2. De onderwijsinstellingen en de RMC-contactgemeente in de RMC-regio werken samen om dit regionaal programma vorm te geven.

Artikel 2.13 Bepalen hoogte specifieke uitkering

In voorgaande jaren ontvingen de G4-contactgemeenten reeds vsv-programmamiddelen terwijl in de overige 35 RMC-regio’s de programmamiddelen aan de betreffende contactscholen werd toegekend. Met ingang van 2017 ontvangen alle RMC-contactgemeenten programmamiddelen. Voor het jaar 2017 is de hoogte van de specifieke uitkering voor de RMC opgenomen in een bijlage die bij de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 wordt gevoegd (artikel I, onderdeel B).

Artikel 2.15 Besteding van de specifieke uitkering

De besteding van de uitkering mag worden doorgeschoven naar een volgend jaar. Het bedrag behoort echter, evenals de subsidie op grond van hoofdstuk 2, uiterlijk in 2020 te zijn besteed; een eventueel overschot wordt teruggevorderd. Controle op de besteding van de bedragen vindt plaats volgens de methode van de single audit.

Artikel 2.16 Monitoring en evaluatie

Dit artikel betreft de medewerking van gemeenten in de RMC-regio aan het onderzoek naar de effecten van het regionaal programma en is daarmee de pendant van artikel 2.11.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven