Ontheffing medegebruik militair luchtvaartterrein Twenthe ten behoeve van ASL Group

8 november 2016

Nr. MLA/155/2016

De Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelezen het verzoek van ASL Group van 6 oktober 2016;

Gelet op artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet;

Besluiten:

Artikel 1

  • 1. Aan ASL Group wordt ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de Luchtvaartwet met betrekking tot het medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe.

  • 2. De ontheffing geldt voor vliegtuigbewegingen met vliegtuigen met schroef- dan wel straalaandrijving van de types Cessna Mustang, Beechcraft King Air 200/350, Piaggio Avanti 2, Cessna CJ1, 2 en 3, Citation VI en VII, Citation Sovereign+, Dassault Falcon 2000 en Bombardier Challenger 605, mits de vluchten een zakelijk karakter hebben.

Artikel 2

Het medegebruik, bedoeld in artikel 1, is toegestaan op werkdagen en op zaterdagen en zondagen binnen de uniforme daglichtperiode, waarbij op zaterdagen en zondagen het medegebruik bovendien slechts is toegestaan binnen die periode tussen 09:00 uur en 21:00 uur lokale tijd.

Artikel 3

  • 1. De ontheffing geldt voor maximaal 300 vliegtuigbewegingen op jaarbasis, waarbij in beginsel maximaal 25 vliegtuigbewegingen per maand worden uitgevoerd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid mogen, voor zover het aantal van 25 vliegtuigbewegingen in enige maand niet wordt benut, de overgebleven vliegtuigbewegingen behorende bij die maand, worden uitgevoerd in de daaropvolgende maand, waarbij nooit meer dan 50 vliegtuigbewegingen in een maand kunnen worden uitgevoerd.

  • 3. Met betrekking tot het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt dat nooit meer vliegtuigbewegingen kunnen worden uitgevoerd dan op dat moment cumulatief beschikbaar zijn.

  • 4. Onverminderd het in het eerste en tweede lid bepaalde worden op zaterdagen en zondagen maximaal vier vliegtuigbewegingen per dag uitgevoerd.

Artikel 4

Alle vliegtuigbewegingen worden afgestemd met Area Development Twente. ASL Group wijst hiervoor een verantwoordelijke functionaris aan.

Artikel 5

  • 1. Gezagvoerders houden zich aan Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2012, L296/1) en de amendementen daarop.

  • 2. Gezagvoerders houden zich voorts te allen tijde aan zowel de obstakel- als weerminima, die zijn vermeld in de door Luchtverkeersleiding Nederland uitgegeven luchtvaartgids, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Besluit luchtverkeer 2014.

  • 3. Gezagvoerders houden zich te allen tijde aan de door de Minister van Infrastructuur en Milieu of de Minister van Defensie gestelde minima, indien deze minima strenger zijn dan de minima gesteld in de verordening, bedoeld in het eerste lid, of de minima gesteld in de luchtvaartgids, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 6

  • 1. ASL Group registreert per kalendermaand de volgende gegevens omtrent het feitelijk gebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe:

    • a. datum waarop de vliegtuigbeweging heeft plaatsgevonden;

    • b. tijdstip (lokale tijd) waarop de vliegtuigbeweging heeft plaatsgevonden;

    • c. vluchtsoort;

    • d. type luchtvaartuig; en

    • e. registratienummer van het luchtvaartuig.

  • 2. ASL Group verstrekt per kalendermaand de in het eerste lid bedoelde gegevens binnen twee weken na afloop van die kalendermaand aan de Directeur van de Militaire Luchtvaart Autoriteit door tussenkomst van Area Development Twente.

Artikel 7

De Directeur van de Militaire Luchtvaart Autoriteit, Directeur van Area Development Twente en de havenmeester van Area Development Twente kunnen nadere aanwijzingen geven voor het betreden en het gebruik van het militaire luchtvaartterrein.

Artikel 8

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 november 2017 of zoveel eerder als de aanwijzing van het militaire luchtvaartterrein Twenthe is ingetrokken.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Hoofddorp, 8 november 2016

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, S.H.P.M. Pellemans, Kolonel-vlieger

Hoofddorp, 8 november 2016

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, namens deze: De Senior Inspecteur ILT/Luchtvaart, G. Kruiswijk

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Aanvraag

ASL Group, een luchtvaartbedrijf gespecialiseerd in zakelijk luchtvervoer, genoot van 15 april 2016 tot 1 november 2016 een ontheffing voor medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe op basis van een ontheffing overeenkomstig artikel 34 van de Luchtvaartwet (beschikking nr. MLA/050/2016 van 13 april 2016, Stcrt. 2016, 19875). Op

6 oktober 2016 heeft ASL Group opnieuw een verzoek ingediend voor medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe op basis van een ontheffing overeenkomstig artikel 34 van de Luchtvaartwet. Hoewel het militaire luchtvaartterrein Twenthe sinds 2007 niet meer in gebruik is als vliegbasis, is de aanwijzing van het militaire luchtvaartterrein, en daarmee het ontheffingenregime op basis van de Luchtvaartwet, zolang er nog geen luchthavenbesluit voor de luchthaven is vastgesteld, nog steeds van kracht.

Burgermedegebruik

Ingevolge de Regelgeving militaire luchthavens en burgerluchthavens (RBML, Stb. 2008, 561) wordt het onder de Luchtvaartwet geldende regime van aanwijzing van luchtvaartterreinen gaandeweg vervangen door het in de Wet luchtvaart neergelegde systeem waarin luchthavens gestalte krijgen door middel van een luchthavenbesluit. De definitieve overgang op dit nieuwe regime is voorzien per 1 november 2018 of zoveel eerder als de aanwijzing van een militair luchtvaartterrein wordt ingetrokken. Deze overgangsregeling is eveneens van toepassing op de aanwijzing van het militaire luchtvaartterrein Twenthe.

Sinds het Commando Luchtstrijdkrachten de vliegbasis Twenthe niet meer gebruikt als operationele basis voor de jachtvliegtuigen en plannen werden gemaakt voor een doorstart als civiele luchthaven heeft Defensie geen maatregelen genomen die de continuïteit van de luchthaven kunnen doorkruisen. Daarom is de aanwijzing militair luchtvaartterrein tot nu toe niet ingetrokken.

Decentralisatie

Bij koninklijk besluit van 6 juli 2015 (Stb. 2015, 297) is geregeld dat de luchthaven Twente na beëindiging van het militaire gebruik, niet de status van luchthaven van nationale betekenis krijgt, maar die van luchthaven van regionale betekenis in de zin van artikel 8.1, tweede lid, van de Wet luchtvaart. Een gevolg hiervan is dat provinciale staten van Overijssel het bevoegd gezag zijn geworden voor het vaststellen van een luchthavenbesluit in plaats van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Inmiddels hebben gedeputeerde staten van Overijssel de wettelijke procedure voor het vaststellen van een luchthavenbesluit voor de nieuwe civiele luchthaven opgestart. De verwachting was dat het besluit op 1 november 2016 in werking zou treden. De besluitvorming over het luchthavenbesluit en de intrekking van de aanwijzing militair luchtvaartterrein hebben enigszins vertraging opgelopen en zullen nu naar verwachting in het vroege voorjaar van 2017 (februari – april) plaatsvinden. Uit oogpunt van continuïteit van de luchthaven zal de aanwijzing militair luchtvaartterrein tot dat moment van kracht blijven.

Vooruitlopend op de nieuwe situatie en de instelling van een luchthavenexploitatie-maatschappij heeft de Directeur van Area Development Twente (ADT) bedrijven geïnteresseerd om van de (toekomstige) luchthaven Twente gebruik te maken. De nieuwe aanvraag van ASL Group moet dan ook nog altijd in dat licht worden bezien. De Minister van Defensie is in samenwerking met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu verzocht om daaraan haar medewerking te blijven verlenen tot de inwerkingtreding van het luchthavenbesluit. Omdat er geen defensiebelang is dat zich tegen inwilliging van het verzoek verzet, heeft de Minister van Defensie in samenwerking met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu in bijgaande beschikking ook voor de periode tot en met 31 oktober 2017 aan ASL Group ontheffing voor burgermedegebruik verleend onder de nader aangegeven voorwaarden.

Voorbereiding

De eerder verleende ontheffing is, rechtens onverplicht, overeenkomstig de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voorbereid, om zodoende te komen tot een zo breed mogelijk gedragen besluit. Naar aanleiding van de ter inzage gelegen hebbende ontwerpontheffing is toentertijd een groot aantal zienswijzen ingediend. In een aparte Reactienota (‘Reactie op zienswijzen over voornemen tot verlenen van ontheffingen voor burgermedegebruik Luchthaven Twente’, van 12 april 2016; vindplaats: www.rijksoverheid.nl) is uitgebreid op deze zienswijzen ingegaan. Aangezien in de onderhavige aanvraag slechts sprake is van een zeer beperkte wijziging van het aantal vliegtuigbewegingen ten opzichte van de eerder verleende ontheffing en de in het geding zijnde belangen reeds voldoende in kaart zijn gebracht, alsmede omwille van een voorspoedige besluitvorming, is thans bij afwezigheid van een wettelijke verplichting afgezien van publieksparticipatie. Waar niet expliciet van de Reactienota wordt afgeweken, is die onverkort van toepassing op de onderhavige ontheffing.

Beoordeling van de aanvraag

De Luchtvaartwet bevat voor een verzoek om ontheffing op grond van artikel 34 van de Luchtvaartwet geen bijzondere bepalingen. Aangezien met het verlenen van deze ontheffing wordt vooruitgelopen op de ontwikkeling van een burgerluchthaven vormt het door het bevoegd gezag gevoerde beleid ten aanzien van de luchthaven Twente het uitgangspunt. Voorts is de aanvraag beoordeeld op de toetspunten geluidsbelasting, externe veiligheid en luchtkwaliteit.

Beleid

Bij brief van 27 mei 2015 van Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2014/15, 31 936, nr. 267) is aangegeven: ‘het Rijk is bereid om een procedure te starten om [dit] beperkt extra gebruik mogelijk te maken op de luchthaven Twente, voordat een luchthavenbesluit door de provincie is vastgesteld. Dit vanwege de economische kansen van dit extra verkeer voor de regio (werkgelegenheid)’. In dezelfde brief wordt als voorwaarde gesteld dat het zal worden gemaximeerd, zodanig dat de contouren voor geluid (56 Lden) en externe veiligheid (PR 10-6) niet buiten de grenzen van het toekomstige luchthavengebied komen te liggen. Daarnaast dient er zekerheid te bestaan over de aan/uitvliegroutes, over luchtverkeersdienstverlening en over het waarborgen van de veiligheid op de luchthaven.

Geluidsbelasting en externe veiligheid

In verband met de in de brief van 27 mei 2015 gestelde voorwaarde ten aanzien van geluid en externe veiligheid is in opdracht van ADT door Adecs Airinfra onderzocht hoeveel vlieg-tuigbewegingen er op de luchthaven Twente kunnen worden geaccommodeerd zodanig dat de 56 Lden-contour en de 10-6 PR-risicocontour voor externe veiligheid binnen de grenzen van het luchthavengebied blijven. Uit het onderzoek van Adecs Airinfra (Notitie ‘Ruimte binnen het luchthavengebied Twente’, kenmerk adt150210.not/iA/kd, d.d. 18 februari 2016, Adecs Airinfra, berekening geluid en externe veiligheid) blijkt dat, uitgaande van de door Adecs Airinfra gehanteerde vlootmix, 2.776 vliegtuigbewegingen, waaronder 2.500 bewegingen met klein verkeer (dit is het jaarlijkse aantal vliegtuigbewegingen dat gemiddeld genomen de laatste jaren heeft plaatsgevonden op basis van eerder verleende ontheffingen), kunnen worden geaccommodeerd, zonder dat de genoemde geluids- en externe risicocontouren buiten de grenzen van het toekomstige luchthavengebied komen te liggen.

Heden is tevens een andere ontheffing verleend voor beperkt commercieel burgermedegebruik. Naast de (maximaal) 300 vliegtuigbewegingen die met de onderhavige ontheffing mogelijk worden gemaakt gedurende de periode tot uiterlijk 1 november 2017, worden met de voornoemde andere ontheffing aanvullend in totaal maximaal 350 vliegtuig-bewegingen mogelijk gemaakt. Het totaal aantal vliegtuigbewegingen op jaarbasis, inclusief het aantal van 2.500 vliegtuigbewegingen met klein verkeer dat op basis van de reeds bestaande ontheffingen gemiddeld jaarlijks wordt gevlogen, komt dan uit op ongeveer het aantal van 2.850 vliegtuigbewegingen.

Gelet op deze kleine toename in het aantal vliegtuigbewegingen is in opdracht van ADT opnieuw door Adecs Airinfra onderzocht of hiermee de 56 Lden-contour en de 10-6 PR-risicocontour voor externe veiligheid binnen de grenzen van het luchthavengebied blijven. Uit dit onderzoek (Notitie ‘Verlenging van de ontheffingen medegebruik militair luchtvaartterrein Twenthe’, kenmerk adt160910.not/mB/kd, d.d. 27 september 2016), uitgaande van de door Adecs Airinfra gehanteerde vlootmix, blijkt dat 2.917 vliegtuigbewegingen, waaronder 2.500 bewegingen met klein verkeer, kunnen worden geaccommodeerd, zonder dat de genoemde geluids- en externe risicocontouren buiten de grenzen van het toekomstige luchthavengebied komen te liggen. Met het verlenen van de gevraagde ontheffing vallen derhalve zowel de externe veiligheidscontour als de geluidscontour binnen de grenzen van het toekomstige luchthavengebied. Daarmee is ook nu aan de gestelde voorwaarde voldaan.

Luchtkwaliteit

Zoals in voorgaande paragraaf is aangegeven, wordt met voorliggende ontheffing in aanvulling op de twee (andere) heden te verlenen ontheffingen slechts een beperkt aantal vliegtuigbewegingen meer toegestaan dan voorheen. Gelet hierop zullen ook thans de effecten op de luchtkwaliteit als gevolg van de verleende ontheffing verwaarloosbaar zijn. Adecs Airinfra constateert in haar voornoemde aanvullende onderzoek dat de additionele stikstofdepositie bij de thans verleende ontheffingen onder de 0,05 mol/ha/jaar blijft.

Overige overwegingen

Milieueffecten/natuur/flora en fauna

Voor de milieueffecten van de voorliggende ontheffing en de effecten op natuur en flora en fauna geldt dat deze als gevolg van het beperkt aantal vliegtuigbewegingen dat nu meer is toegestaan, nog altijd gering zijn.

Luchtruim – tijdelijk gebied met beperkingen

Het gebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe door grotere en snellere luchtvaartuigen dan tot nu toe gebruikelijk is, vraagt om maatregelen die de veiligheid van het luchthavenverkeer bevorderen. Om die reden is bij besluit van 24 oktober 2016, nr. MLA/148/2016 (Stcrt. 2016, 57520), opnieuw door het bevoegd gezag op grond van artikel 9 van het Besluit luchtverkeer 2014 een zogenaamd tijdelijk gebied met beperkingen (TGB) aangewezen, waarbinnen gedurende activatie geen ander luchtverkeer dan luchthavenverkeer is toegestaan. Het gebied kan door middel van een notice to airmen (NOTAM) worden geactiveerd. Om overig luchtverkeer tijdig te kunnen informeren zal een NOTAM uiterlijk 24 uur voorafgaand aan het moment van daadwerkelijke activatie worden gepubliceerd. Met het nemen van deze verkeersmaatregel wordt voldaan aan het gewenste veiligheidsniveau voor het gebruik van het luchtruim boven en in de onmiddellijke omgeving van het militaire luchtvaartterrein Twenthe.

Veiligheid op het luchtvaartterrein

Voor burgerluchthavens met een luchthavenbesluit is certificering verplicht zodra het luchthavenbesluit wordt vastgesteld conform de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (RVGLT). Deze certificering is noodzakelijk om te borgen dat de veiligheid op en rond de luchthaven op een acceptabel niveau ligt. Bij deze beoordeling worden werkwijze en processen getoetst, evenals de kwaliteit van producten en diensten die de luchthaven levert. De exploitant dient bij deze beoordeling aan te tonen dat hij beschikt over een veiligheidsmanagementsysteem, dat hij de vliegveiligheidsrisico's op het terrein beheerst en dat hij streeft naar continue verbetering van de veiligheid. Daarnaast is gekeken naar de eisen voor inrichting en gebruik zoals die normaliter voor burgerluchthavens gelden, waaronder die voor de brandweer. De RVGLT geldt echter niet voor het militaire luchtvaartterrein Twenthe waar nog het stelsel van de Luchtvaartwet op van toepassing is. Om desalniettemin de veiligheid op de luchthaven op een verantwoorde manier te kunnen borgen is een aantal voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden zijn afgeleid van de voorwaarden (regelgeving) die gelden ten aanzien van civiele luchthavens met gelijkwaardige luchtvaartactiviteiten.

Door de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) is daartoe in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) overeenkomstig de RVGLT een veiligheidsanalyse uitgevoerd in verband met het beperkte gebruik dat met deze ontheffing mogelijk wordt gemaakt. Deze analyse heeft geresulteerd in de constatering dat de Directeur van ADT, vooruitlopend op de nieuwe situatie en de instelling van een luchthavenexploitatiemaatschappij, in de plaats tredend voor de Directeur van de MLA, heeft voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld om de veiligheid te borgen. Gelet op de uitgestelde besluitvorming ter zake de luchthaven Twente is geformaliseerd dat de Directeur van ADT namens de Minister van Defensie nadere aanwijzingen kan geven voor het betreden en het gebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe, in het kader van het dagelijkse toezicht aldaar en in het bijzonder het toezicht op de orde en veiligheid in het luchtvaartgebied, met betrekking tot activiteiten die worden ontplooid op grond van ontheffingen strekkende tot burgermedegebruik overeenkomstig artikel 34 van de Luchtvaartwet. Hiertoe is een mandaatbesluit afgegeven. Voorgaande laat onverlet de bevoegdheid van de Directeur van de MLA om zijn bevoegdheden ten aanzien van het militaire luchtvaartterrein Twenthe uit te oefenen.

VFR-vliegprocedures

Het luchtruim boven en in de onmiddellijke omgeving van het militaire luchtvaartterrein Twenthe betreft luchtruim met kwalificatie klasse G overeenkomstig paragraaf SERA.6001, onderdeel (g), van Verordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L 281/1), waarin van luchtverkeersleiding geen sprake is (ongecontroleerd luchtruim). Gelet op deze omstandigheid zijn ter verzekering van een ordelijk en veilig verloop van het luchthavenverkeer Visual Flight Rules (VFR) vliegprocedures ontworpen en vastgesteld die door het zakelijke vliegverkeer moeten worden gevlogen na de start of voorafgaand aan de landing. Deze procedures zijn in opdracht van ADT gevalideerd door het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum en goedgekeurd door de MLA en de ILT.

Luchtverkeersleiding

Ten aanzien van luchtverkeersleiding zijn afspraken gemaakt tussen ADT en het Commando Luchtstrijdkrachten in de vorm van een service level agreement (SLA). In de SLA is overeengekomen dat het Air Operations Control Station Nieuw Milligen – voor zover van toepassing – de radarbegeleiding verzorgt van en naar het militaire luchtvaartterrein Twenthe. Voorgaande betekent overigens niet dat het luchtruim in de directe omgeving van het luchtvaartterrein ‘gecontroleerd’ is.

Openstellingstijden

De openstellingstijden voor business aviation, zoals in het geval van ASL Group, zijn beperkt tot de uniforme daglichtperiode (UDP; zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Besluit luchtverkeer 2014 onder GEN 2.7: SUNRISE/SUNSET). Op zaterdagen en zondagen is het bovendien binnen de UDP slechts toegestaan om van 09:00 uur tot 21:00 uur lokale tijd vliegtuigbewegingen uit te voeren, om zodoende de openstellingstijden in de zomermaanden nader te beperken. Voorts zijn op zaterdagen en zondagen per dag slechts vier vliegtuigbewegingen toegestaan.

Vliegtuigbewegingen

Aangezien de duur van onderhavige ontheffing, afgezien van een uiterste geldigheid, afhankelijk is van de besluitvorming omtrent de toekomstige burgerluchthaven Twente, is gekozen voor een constructie waarbij op jaarbasis een aantal vliegtuigbewegingen wordt toegekend, met een (nadere) maximering op maandbasis. Voor zover het aantal van 25 vliegtuigbewegingen in enige maand niet wordt benut, mogen de overgebleven vliegtuigbewegingen behorende bij die maand, worden uitgevoerd in de daaropvolgende maand. Indien bijvoorbeeld in de maand november slechts 10 vliegtuigbewegingen worden uitgevoerd, beschikt

ASL Group in december over de 25 vliegtuigbewegingen voor die maand en daarbij opgeteld de 15 vliegtuigbewegingen (te weten 25 minus 10) die zij in de maand november niet heeft gebruikt. Om een stuwmeer van vliegtuigbewegingen te voorkomen, kan het overschot niet verder dan een maand worden meegenomen waardoor een maximum van 50 vliegtuigbewegingen op maandbasis mogelijk is. Er mag voorts onder geen beding een voorschot worden genomen op de daarop volgende maand, met dien verstande dat bijvoorbeeld in november 30 vliegtuigbewegingen worden uitgevoerd en vervolgens in december slechts 20.

Registratie en verstrekking gegevens

Om de beperking van het aantal vliegtuigbewegingen te kunnen handhaven is ervoor gekozen om een registratiesysteem op te nemen in de ontheffing. Door maandelijks een overzicht te verlangen van het feitelijke gebruik kan de MLA actief toezicht houden op de in de ontheffing opgenomen gebruiksbeperkingen en handhavend optreden indien het maximum aantal toegestane vliegtuigbewegingen wordt overschreden.

Algemene en Bijzondere Voorwaarden

In de ontheffing worden (delen van) de Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden niet langer van overeenkomstige toepassing verklaard. Door het opnemen van gebruiksbeperkingen in de vorm van – restrictievere – openstellingstijden en het opleggen van verplichtingen ten aanzien van de registratie en verstrekking van gegevens is een verwijzing naar voornoemde voorwaarden – die bovendien uitgaan van de aanwezigheid van een militaire commandostructuur – niet langer noodzakelijk.

Naar boven