Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 2 november 2016, nr. IENM/BSK-2016/215406, tot wijziging van de Waterregeling (kaarten 2017.1)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 3.1, eerste en tweede lid, in samenhang met artikel 3.3 en artikel 6.16, tweede lid, van het Waterbesluit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in onderdeel a ‘met uitzondering van de aanleginrichting voor de veerdienst van Terschelling naar Harlingen’ vervangen door: het openbare deel van het veerhaventerrein.

2. In het vierde lid komt onderdeel a te luiden:

  • a. het openbare deel van de veerdam bij Nes Ameland;.

B

In bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage A, behorend bij deze regeling:

Kaart:

Kaartnummer:

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

185

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

190

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

191

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

192

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

193

C

In bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage B, behorend bij deze regeling:

Kaart:

Kaartnummer:

Beheer waterkwantiteit

185

Beheer waterkwantiteit

190

Beheer waterkwantiteit

191

Beheer waterkwantiteit

192

Beheer waterkwantiteit

193

D

In bijlage IV. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterstaatkundig beheer voert en van rijkswateren waar een niet tot het Rijk behorend overheidslichaam het waterstaatkundig beheer voert (bijlage bij de artikelen 3.2, derde lid, 3.2a en 6.7 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage C, behorend bij deze regeling:

Kaart:

Kaartnummer:

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

022

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

130

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

153

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

176

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

177

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

184

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

185

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

190

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

191

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

192

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

193

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

194

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

268

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

269

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken

273

ARTIKEL II

1. Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende regels of voorschriften en daarvoor als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling van bijlage II, III of IV bij de Waterregeling een watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht buiten toepassing, totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt waarvoor een watervergunning vereist is.

2. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet wordt, wordt een met betrekking tot dat werk of die handeling op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, van kracht zijnde watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet, aangemerkt als een watervergunning van dat andere bestuursorgaan.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en tevens raadpleegbaar zijn op en te downloaden van www.waterwet.nl.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen

BIJLAGE A, BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL B, VAN DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE WATERREGELING (KAARTEN 2017.1)

Deze bijlage ligt ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en is tevens raadpleegbaar op en te downloaden van www.waterwet.nl.

BIJLAGE B, BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C, VAN DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE WATERREGELING (KAARTEN 2017.1)

Deze bijlage ligt ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en is tevens raadpleegbaar op en te downloaden van www.waterwet.nl

BIJLAGE C, BEHOREND BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL D, VAN DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE WATERREGELING (KAARTEN 2017.1)

Deze bijlage ligt ter inzage op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, en is tevens raadpleegbaar op en te downloaden van www.waterwet.nl

TOELICHTING

1. Inleiding

De onderhavige regeling vervangt in totaal 25 kaarten in de bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling. Deze bijlagen bevatten kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer voert en van drogere oevergebieden.

2. Wijzigingen per onderdeel

De aangepaste kaarten binnen de bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling (onder nummers 022, 130, 153, 176, 177, 184, 185, 190, 191, 192, 193, 194, 268, 269 en 273) bevatten gewijzigde grenzen voor het beheer.1 De wijzigingen van de grenzen betreffen:

  • verbeteringen van de eerdere versies van de kaarten,

  • wijzigingen die samenhangen met en voortvloeien uit het Besluit van 20 september 2016 tot wijziging van het Waterbesluit in verband met actualisering van de aanwijzing van gebieden waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is (aanpassingen kaarten 2017) (Stb. 2016, 345) (hierna: Besluit aanpassingen kaarten 2017), en

  • de vastlegging van de met andere betrokken bestuursorganen afgesproken aanpassingen van de beheergrenzen.

Hieronder worden per regionaal onderdeel van Rijkswaterstaat de wijzigingen toegelicht.

Zuid-Nederland (kaart onder nummer 022)

Bij Gennep is een bedrijfsterrein deels gelegen achter een primaire waterkering langs de Maas. Het terrein is in de loop van de jaren volledig volgebouwd en is deels stroomvoerend. Gezien de bedrijfsvoering is het voor het bedrijf noodzakelijk dat er in een deel van het gebied achter de primaire waterkering nieuwe activiteiten kunnen plaatsvinden. Daartoe is in het Besluit aanpassingen kaarten 2017 een gebied aangewezen waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is.2 Het betreffende gebied is volledig volgebouwd en voor het Rijk niet meer relevant voor afvoer- of bergingscapaciteit van de Maas. Ook zijn activiteiten of bouwwerken op deze locatie geen feitelijke belemmering voor het vergroten van de afvoercapaciteit. Gezien de aanwijzing in het Waterbesluit is dezelfde aanwijzing overgenomen in bijlage IV bij de Waterregeling.

Oost-Nederland (kaarten onder nummers 130, 153, 184, 185 en 190 tot en met 194)

In de kaarten ten aanzien van het beheergebied van Rijkswaterstaat Oost-Nederland zijn verschillende wijzigingen doorgevoerd. Daarvoor zijn zeven verschillende aanleidingen te noemen.

Allereerst is kaart 130 gewijzigd in verband met de aanwijzing van het hoogwatervrije schiereiland Veur Lent in het Besluit aanpassingen kaarten 2017 als gebied waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is.3 De reden voor die wijziging is beschreven in de nota van toelichting bij het Besluit aanpassingen kaarten 2017.4 Die aanwijzing is op dezelfde wijze verwerkt in de Waterregeling.

Een tweede wijziging betreft de beheergrens bij Fort Everdingen. De grens liep daar op de kaart in bijlage IV bij de Waterregeling zoals die luidde voor inwerkingtreding van deze regeling over de verkeerde kant van het fort. Dat was een misslag uit het bronbestand van 2009 dat is gebruikt voor het maken van de kaarten bij de Waterregeling. Deze misslag is pas recentelijk ontdekt.

Ten derde vloeit de wijziging van de kaart onder nummer 184 voort uit de realisatie van een maatregel in het kader van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier.5 Door de voltooiing van de Ruimte voor de Riviermaatregel Dijkverlegging Cortenoever is een rioolwaterzuiveringsinstallatie bij Brummen buitendijks komen te liggen. Het gebied is omringd door een kade, zodat de rioolwaterzuiveringsinstallatie kan blijven functioneren en het overstrominggevaar beperkt is. De bestaande en toekomstige bedrijfsvoering van de binnen het omkade gebied gelegen rioolwaterzuiveringsinstallatie behoeven niet om waterstaatkundige redenen te worden beperkt. Het omkade gebied is waterstaatkundig van ondergeschikt belang en is daarom aangewezen in het Besluit aanpassingen kaarten 2017 als gebied waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is.6 Diezelfde aanwijzing is nu verwerkt in bijlage IV bij de Waterregeling.

De vierde wijziging in het beheergebied van Rijkswaterstaat Oost-Nederland betreft de Noorderhaven van Zutphen (kaart 185). Dat is een binnendijks aangelegde haven die recent gerealiseerd is en in open verbinding staat met de IJssel. Vanwege die open verbinding worden het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer bij de Rijk neergelegd.

De nieuwe Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is de aanleiding voor de vijfde wijziging, die is verwerkt in de kaarten onder nummers 190, 191 en 192. De Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is een gerealiseerde Ruimte voor de Riviermaatregel. De hoogwatergeul is een nieuw oppervlaktewaterlichaam dat in beheer is bij het Rijk.

In de kaarten onder nummers 192 en 193 wordt, ten zesde, een beheeroverdracht van het Rijk naar het waterschap (destijds Waterschap Veluwe) in het kader van doelmatig waterbeheer verwerkt. Het betreft het zesde pand van het Apeldoorns Kanaal. Die overdracht is in 2013 geregeld, maar is per abuis toen niet correct in de kaarten bij de Waterregeling verwerkt. Bij de onderhavige regeling gebeurt dat alsnog.

Tot slot zijn in de kaarten in bijlage IV onder nummers 193 en 194, betreffende het Zwolle-IJsselkanaal, enkele fouten in de beheergrenzen hersteld. Bij een controle van de kaarten bleek dat de grenzen van het gebied waar het Rijk het waterstaatkundig beheer voert deels door het water, deels door havens en deels over grondlichamen liepen. Dat zou in de praktijk beheerproblemen kunnen opleveren. Bovendien werd en wordt de afbakening van het beheer tussen Rijk en waterschap feitelijk anders ingevuld dan op de kaarten is weergegeven. De grenzen zijn daarom gewijzigd en lopen nu parallel aan de grens van de primaire waterkeringen van het Waterschap Drents Overijsselse Delta.

Midden-Nederland (kaarten onder nummers 176 en 177)

De wijziging van de kaarten onder nummers 176 en 177 betreft het aanwijzen van een gedeelte van het ‘Centrumeiland’ te IJburg (gemeente Amsterdam) als gebied waar het Rijk geen waterstaatkundig beheer meer voert. Het Centrumeiland van IJburg is dusdanig gerealiseerd dat de definitieve contouren zichtbaar zijn. Vanaf begin 2017 gaat hier woningbouw plaatsvinden. Door de gemeente Amsterdam is de referentiekruinlijn van de toekomstige dijk aangeleverd. Over de overdracht van beheergebied en de primaire waterkering lopen gesprekken tussen de gemeente Amsterdam, Waternet, Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Vooruitlopend op deze overdracht, die nog enkele jaren op zich kan laten wachten, is het wenselijk dat het gebied binnen de referentiekruinlijn een gebied wordt waarop paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is. Het gebied is door de toekomstige bestemming namelijk waterstaatkundig van ondergeschikt belang geworden. Daarom kan een dergelijke aanwijzing plaatsvinden. Door de uitzondering van de regels van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit hoeven voor de woningbouw op het Centrumeiland geen watervergunningen te worden verleend.

Noord-Nederland (artikel 3.5 en kaarten onder nummers 268, 269 en 273)

In juli 2016 zijn er door het Rijk overeenkomsten gesloten met de gemeenten Terschelling en Ameland inzake de (retour)overdracht door de gemeenten naar het Rijk van een deel van het waterstaatkundig beheer van het veerhaventerrein respectievelijk de veerdam. Aanleiding hiertoe vormde het op 18 april 2014 onherroepelijk worden van de concessies voor de rederijen B.V. Terschellinger Stoomboot Maatschappij en Wagenborg Passagiersdiensten B.V. (Stcrt. 2014, 13970).

Beheeroverdracht van de genoemde gronden plus opstallen door het Rijk naar de desbetreffende gemeenten heeft in 2006 plaatsgevonden bij koninklijke besluiten op basis van de Waterstaatswet 1900.7 Dit naar aanleiding van een afgesproken herverdeling van natte waterstaatswerken tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen (in de Stuurgroep Decentralisatie Beheer van Natte Waterstaatswerken (Brokx-nat)). In het kort kwamen de beginselen en uitgangspunten van de Stuurgroep Brokx-nat erop neer dat in het kader van de decentralisatie van waterstaatszorg het Rijk slechts die zorg uitoefent die ook uitsluitend adequaat door het Rijk kan worden behartigd. Het Rijksbeheer beperkt zich in beginsel tot die waterstaatswerken die behoren tot de hoofdsystemen en die bovendien van een zodanige schaal zijn en dynamiek hebben, dat alleen het Rijk deze doelmatig kan beheren. Op basis van het rapport van de stuurgroep is destijds vanuit Rijkswaterstaat Noord-Nederland het initiatief genomen tot het overdragen van waterstaatswerken in eigendom, beheer en onderhoud aan medeoverheden, zo ook aan Terschelling en Ameland.

Het onherroepelijk worden van de concessies van eerdergenoemde rederijen in 2014 vormde de aanleiding om de beheeroverdrachten van 2006 te heroverwegen. De kernvragen of het hier een hoofdsysteem betreft en of sprake is van een zodanige schaal en dynamiek, dat alleen het Rijk het waterstaatswerk doelmatig kan beheren, werden bevestigend beantwoord. De betreffende objecten en terreinen vormen namelijk een onmisbare schakel in de afhandeling van het personenvervoer. Redeneerlijn is dan ook geworden: al hetgeen concessiegerelateerd is of daarvan logischerwijs of functioneel deel uitmaakt (bijvoorbeeld aanleginrichtingen, damwanden, veerhaventerreinen) behoort in eigendom, beheer en onderhoud van het Rijk te zijn.

Bovenstaande heeft ertoe geleid dat in het eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, onderdeel a, van artikel 3.5 van de Waterregeling nog slechts een uitzondering op het beheer van het Rijk op de inliggende kunstwerken binnen het oppervlaktewaterlichaam Waddenzee te Terschelling en Ameland gemaakt wordt voor het openbare (niet-concessiegerelateerde) deel van het veerhaventerrein respectievelijk de veerdam. Voorheen waren enkel de aanleginrichtingen nog in beheer bij het Rijk, nu wordt dat Rijksbeheer uitgebreid tot het concessiegerelateerde deel. De overige onderdelen vallen nog steeds niet binnen het beheergebied van het Rijk. De betreffende kaarten behorende bij de Waterregeling zijn dienovereenkomstig aangepast.

Alle betreffende gewijzigde kaarten liggen ter inzage bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en zijn digitaal te raadplegen op en te downloaden van www.waterwet.nl.

3. Gevolgen van deze regeling

De onderhavige wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven noch voor de bestuurlijke en uitvoeringslasten van de Waterregeling. De onderhavige wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken openbare lichamen. Voor burgers en bedrijven zijn er als gevolg van deze regeling ook geen andere ingrijpende gevolgen. Om deze redenen is afgezien van internetconsultatie, in lijn met het beleid ten aanzien daarvan.8

4. Overgangsrecht

De regeling bevat de gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning vereist was, na inwerkingtreding van de onderhavige regeling niet enkel door de wijziging van beheergrenzen een watervergunning vereist is. Voorwaarde is wel dat de werken en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals vergunningseisen en -voorschriften, zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften en meldings- en informatieplichten). Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door de wijzigingsregeling – moeten aanvragen van nieuwe vergunningen of ontheffingen of door het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften, voorkomen.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 in verband met wijzigingen van de beheergrenzen die per die datum noodzakelijk zijn. Van de invoeringstermijn van drie maanden uit het systeem van vaste verandermomenten van regelgeving, die is vereist wegens de gevolgen voor andere overheden, wordt afgeweken. Dat is niet bezwaarlijk, omdat de wijzigingen al zijn afgestemd met de betrokken overheden. Bovendien is latere inwerkingtreding dan 1 januari 2017 niet gewenst, omdat de voorheen aangegeven beheergrenzen op de genoemde kaarten bij de Waterregeling niet actueel zijn. Spoedige wijziging is dus noodzakelijk en een later vast verandermoment, in dit geval 1 april 2017, kan om die reden niet worden afgewacht. Dit is in overeenstemming met de uitzonderingsgrond van aanwijzing 174, vierde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen


X Noot
1

Zie artikel I, onderdelen B, C en D, van de onderhavige regeling.

X Noot
2

Als een wijziging van kaartblad 022 in bijlage IV bij het Waterbesluit.

X Noot
3

Als een wijziging van kaartblad 051 in bijlage IV bij het Waterbesluit.

X Noot
4

Stb. 2016, 345, p. 11–12.

X Noot
5

Kamerstukken II 2006/07, 30 080, nr. 23.

X Noot
6

Als een wijziging van kaartblad 088 in bijlage IV bij het Waterbesluit.

X Noot
7

Voor Terschelling bij Besluit van 20 oktober 2006, nr. 06.003786, houdende de overbrenging in beheer en onderhoud van het Rijk bij de gemeente Terschelling van de rijkshaven te West-Terschelling en zeven strandovergangen, met bijbehorende werken en voorzieningen, gelegen in de gemeente Terschelling. Voor Ameland bij Besluit van 27 oktober 2006, nr. 06.003896, houdende de overbrenging in beheer en onderhoud van het Rijk bij de gemeente Ameland van de veerdam bij Nes, de losstoep in de Ballumerbocht, het fietspad door de duinen lopend vanaf de zuidzijde van het Hollumer bos tot de Oerderduinen en 36 strandovergangen, met bijbehorende werken en voorzieningen, gelegen in de gemeente Ameland.

X Noot
8

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven