ARTIKEL I
De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt in onderdeel a ‘met uitzondering van de aanleginrichting
voor de veerdienst van Terschelling naar Harlingen’ vervangen door: het openbare deel
van het veerhaventerrein.
2. In het vierde lid komt onderdeel a te luiden:
B
In bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het
Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage
bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande
nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen
in bijlage A, behorend bij deze regeling:
Kaart:
|
Kaartnummer:
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
185
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
190
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
191
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
192
|
Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden
|
193
|
C
In bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar
het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van
de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder
genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage B, behorend bij deze regeling:
Kaart:
|
Kaartnummer:
|
Beheer waterkwantiteit
|
185
|
Beheer waterkwantiteit
|
190
|
Beheer waterkwantiteit
|
191
|
Beheer waterkwantiteit
|
192
|
Beheer waterkwantiteit
|
193
|
D
In bijlage IV. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het
Rijk het waterstaatkundig beheer voert en van rijkswateren waar een niet tot het Rijk
behorend overheidslichaam het waterstaatkundig beheer voert (bijlage bij de artikelen
3.2, derde lid, 3.2a en 6.7 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande
nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen
in bijlage C, behorend bij deze regeling:
Kaart:
|
Kaartnummer:
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
022
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
130
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
153
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
176
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
177
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
184
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
185
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
190
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
191
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
192
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
193
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
194
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
268
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
269
|
Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht waterstaatswerken
|
273
|
ARTIKEL II
1. Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding
van deze regeling, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende
regels of voorschriften en daarvoor als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling
van bijlage II, III of IV bij de Waterregeling een watervergunning als bedoeld in
artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht
buiten toepassing, totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt
waarvoor een watervergunning vereist is.
2. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet wordt, wordt
een met betrekking tot dat werk of die handeling op het tijdstip, bedoeld in het eerste
lid, van kracht zijnde watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van
de Waterwet, aangemerkt als een watervergunning van dat andere bestuursorgaan.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
TOELICHTING
1. Inleiding
De onderhavige regeling vervangt in totaal 25 kaarten in de bijlagen II, III en IV
bij de Waterregeling. Deze bijlagen bevatten kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen
en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig
beheer voert en van drogere oevergebieden.
2. Wijzigingen per onderdeel
De aangepaste kaarten binnen de bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling (onder
nummers 022, 130, 153, 176, 177, 184, 185, 190, 191, 192, 193, 194, 268, 269 en 273)
bevatten gewijzigde grenzen voor het beheer.1 De wijzigingen van de grenzen betreffen:
-
– verbeteringen van de eerdere versies van de kaarten,
-
– wijzigingen die samenhangen met en voortvloeien uit het Besluit van 20 september 2016
tot wijziging van het Waterbesluit in verband met actualisering van de aanwijzing
van gebieden waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing
is (aanpassingen kaarten 2017) (Stb. 2016, 345) (hierna: Besluit aanpassingen kaarten 2017), en
-
– de vastlegging van de met andere betrokken bestuursorganen afgesproken aanpassingen
van de beheergrenzen.
Hieronder worden per regionaal onderdeel van Rijkswaterstaat de wijzigingen toegelicht.
Zuid-Nederland (kaart onder nummer 022)
Bij Gennep is een bedrijfsterrein deels gelegen achter een primaire waterkering langs
de Maas. Het terrein is in de loop van de jaren volledig volgebouwd en is deels stroomvoerend.
Gezien de bedrijfsvoering is het voor het bedrijf noodzakelijk dat er in een deel
van het gebied achter de primaire waterkering nieuwe activiteiten kunnen plaatsvinden.
Daartoe is in het Besluit aanpassingen kaarten 2017 een gebied aangewezen waar paragraaf
6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is.2 Het betreffende gebied is volledig volgebouwd en voor het Rijk niet meer relevant
voor afvoer- of bergingscapaciteit van de Maas. Ook zijn activiteiten of bouwwerken
op deze locatie geen feitelijke belemmering voor het vergroten van de afvoercapaciteit.
Gezien de aanwijzing in het Waterbesluit is dezelfde aanwijzing overgenomen in bijlage
IV bij de Waterregeling.
Oost-Nederland (kaarten onder nummers 130, 153, 184, 185 en 190 tot en met 194)
In de kaarten ten aanzien van het beheergebied van Rijkswaterstaat Oost-Nederland
zijn verschillende wijzigingen doorgevoerd. Daarvoor zijn zeven verschillende aanleidingen
te noemen.
Allereerst is kaart 130 gewijzigd in verband met de aanwijzing van het hoogwatervrije
schiereiland Veur Lent in het Besluit aanpassingen kaarten 2017 als gebied waar paragraaf
6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is.3 De reden voor die wijziging is beschreven in de nota van toelichting bij het Besluit
aanpassingen kaarten 2017.4 Die aanwijzing is op dezelfde wijze verwerkt in de Waterregeling.
Een tweede wijziging betreft de beheergrens bij Fort Everdingen. De grens liep daar
op de kaart in bijlage IV bij de Waterregeling zoals die luidde voor inwerkingtreding
van deze regeling over de verkeerde kant van het fort. Dat was een misslag uit het
bronbestand van 2009 dat is gebruikt voor het maken van de kaarten bij de Waterregeling.
Deze misslag is pas recentelijk ontdekt.
Ten derde vloeit de wijziging van de kaart onder nummer 184 voort uit de realisatie
van een maatregel in het kader van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de
Rivier.5 Door de voltooiing van de Ruimte voor de Riviermaatregel Dijkverlegging Cortenoever
is een rioolwaterzuiveringsinstallatie bij Brummen buitendijks komen te liggen. Het
gebied is omringd door een kade, zodat de rioolwaterzuiveringsinstallatie kan blijven
functioneren en het overstrominggevaar beperkt is. De bestaande en toekomstige bedrijfsvoering
van de binnen het omkade gebied gelegen rioolwaterzuiveringsinstallatie behoeven niet
om waterstaatkundige redenen te worden beperkt. Het omkade gebied is waterstaatkundig
van ondergeschikt belang en is daarom aangewezen in het Besluit aanpassingen kaarten
2017 als gebied waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing
is.6 Diezelfde aanwijzing is nu verwerkt in bijlage IV bij de Waterregeling.
De vierde wijziging in het beheergebied van Rijkswaterstaat Oost-Nederland betreft
de Noorderhaven van Zutphen (kaart 185). Dat is een binnendijks aangelegde haven die
recent gerealiseerd is en in open verbinding staat met de IJssel. Vanwege die open
verbinding worden het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer
bij de Rijk neergelegd.
De nieuwe Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is de aanleiding voor de vijfde wijziging,
die is verwerkt in de kaarten onder nummers 190, 191 en 192. De Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld
is een gerealiseerde Ruimte voor de Riviermaatregel. De hoogwatergeul is een nieuw
oppervlaktewaterlichaam dat in beheer is bij het Rijk.
In de kaarten onder nummers 192 en 193 wordt, ten zesde, een beheeroverdracht van
het Rijk naar het waterschap (destijds Waterschap Veluwe) in het kader van doelmatig
waterbeheer verwerkt. Het betreft het zesde pand van het Apeldoorns Kanaal. Die overdracht
is in 2013 geregeld, maar is per abuis toen niet correct in de kaarten bij de Waterregeling
verwerkt. Bij de onderhavige regeling gebeurt dat alsnog.
Tot slot zijn in de kaarten in bijlage IV onder nummers 193 en 194, betreffende het
Zwolle-IJsselkanaal, enkele fouten in de beheergrenzen hersteld. Bij een controle
van de kaarten bleek dat de grenzen van het gebied waar het Rijk het waterstaatkundig
beheer voert deels door het water, deels door havens en deels over grondlichamen liepen.
Dat zou in de praktijk beheerproblemen kunnen opleveren. Bovendien werd en wordt de
afbakening van het beheer tussen Rijk en waterschap feitelijk anders ingevuld dan
op de kaarten is weergegeven. De grenzen zijn daarom gewijzigd en lopen nu parallel
aan de grens van de primaire waterkeringen van het Waterschap Drents Overijsselse
Delta.
Midden-Nederland (kaarten onder nummers 176 en 177)
De wijziging van de kaarten onder nummers 176 en 177 betreft het aanwijzen van een
gedeelte van het ‘Centrumeiland’ te IJburg (gemeente Amsterdam) als gebied waar het
Rijk geen waterstaatkundig beheer meer voert. Het Centrumeiland van IJburg is dusdanig
gerealiseerd dat de definitieve contouren zichtbaar zijn. Vanaf begin 2017 gaat hier
woningbouw plaatsvinden. Door de gemeente Amsterdam is de referentiekruinlijn van
de toekomstige dijk aangeleverd. Over de overdracht van beheergebied en de primaire
waterkering lopen gesprekken tussen de gemeente Amsterdam, Waternet, Rijkswaterstaat
en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Vooruitlopend op deze overdracht,
die nog enkele jaren op zich kan laten wachten, is het wenselijk dat het gebied binnen
de referentiekruinlijn een gebied wordt waarop paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het
Waterbesluit niet van toepassing is. Het gebied is door de toekomstige bestemming
namelijk waterstaatkundig van ondergeschikt belang geworden. Daarom kan een dergelijke
aanwijzing plaatsvinden. Door de uitzondering van de regels van paragraaf 6 van hoofdstuk
6 van het Waterbesluit hoeven voor de woningbouw op het Centrumeiland geen watervergunningen
te worden verleend.
Noord-Nederland (artikel 3.5 en kaarten onder nummers 268, 269 en 273)
In juli 2016 zijn er door het Rijk overeenkomsten gesloten met de gemeenten Terschelling
en Ameland inzake de (retour)overdracht door de gemeenten naar het Rijk van een deel
van het waterstaatkundig beheer van het veerhaventerrein respectievelijk de veerdam.
Aanleiding hiertoe vormde het op 18 april 2014 onherroepelijk worden van de concessies
voor de rederijen B.V. Terschellinger Stoomboot Maatschappij en Wagenborg Passagiersdiensten
B.V. (Stcrt. 2014, 13970).
Beheeroverdracht van de genoemde gronden plus opstallen door het Rijk naar de desbetreffende
gemeenten heeft in 2006 plaatsgevonden bij koninklijke besluiten op basis van de Waterstaatswet
1900.7 Dit naar aanleiding van een afgesproken herverdeling van natte waterstaatswerken
tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen (in de Stuurgroep Decentralisatie
Beheer van Natte Waterstaatswerken (Brokx-nat)). In het kort kwamen de beginselen
en uitgangspunten van de Stuurgroep Brokx-nat erop neer dat in het kader van de decentralisatie
van waterstaatszorg het Rijk slechts die zorg uitoefent die ook uitsluitend adequaat
door het Rijk kan worden behartigd. Het Rijksbeheer beperkt zich in beginsel tot die
waterstaatswerken die behoren tot de hoofdsystemen en die bovendien van een zodanige
schaal zijn en dynamiek hebben, dat alleen het Rijk deze doelmatig kan beheren. Op
basis van het rapport van de stuurgroep is destijds vanuit Rijkswaterstaat Noord-Nederland
het initiatief genomen tot het overdragen van waterstaatswerken in eigendom, beheer
en onderhoud aan medeoverheden, zo ook aan Terschelling en Ameland.
Het onherroepelijk worden van de concessies van eerdergenoemde rederijen in 2014 vormde
de aanleiding om de beheeroverdrachten van 2006 te heroverwegen. De kernvragen of
het hier een hoofdsysteem betreft en of sprake is van een zodanige schaal en dynamiek,
dat alleen het Rijk het waterstaatswerk doelmatig kan beheren, werden bevestigend
beantwoord. De betreffende objecten en terreinen vormen namelijk een onmisbare schakel
in de afhandeling van het personenvervoer. Redeneerlijn is dan ook geworden: al hetgeen
concessiegerelateerd is of daarvan logischerwijs of functioneel deel uitmaakt (bijvoorbeeld
aanleginrichtingen, damwanden, veerhaventerreinen) behoort in eigendom, beheer en
onderhoud van het Rijk te zijn.
Bovenstaande heeft ertoe geleid dat in het eerste lid, onderdeel a, en vierde lid,
onderdeel a, van artikel 3.5 van de Waterregeling nog slechts een uitzondering op
het beheer van het Rijk op de inliggende kunstwerken binnen het oppervlaktewaterlichaam
Waddenzee te Terschelling en Ameland gemaakt wordt voor het openbare (niet-concessiegerelateerde)
deel van het veerhaventerrein respectievelijk de veerdam. Voorheen waren enkel de
aanleginrichtingen nog in beheer bij het Rijk, nu wordt dat Rijksbeheer uitgebreid
tot het concessiegerelateerde deel. De overige onderdelen vallen nog steeds niet binnen
het beheergebied van het Rijk. De betreffende kaarten behorende bij de Waterregeling
zijn dienovereenkomstig aangepast.
Alle betreffende gewijzigde kaarten liggen ter inzage bij het Ministerie van Infrastructuur
en Milieu en zijn digitaal te raadplegen op en te downloaden van www.waterwet.nl.
3. Gevolgen van deze regeling
De onderhavige wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor
burgers en bedrijven noch voor de bestuurlijke en uitvoeringslasten van de Waterregeling.
De onderhavige wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken openbare lichamen. Voor
burgers en bedrijven zijn er als gevolg van deze regeling ook geen andere ingrijpende
gevolgen. Om deze redenen is afgezien van internetconsultatie, in lijn met het beleid
ten aanzien daarvan.8
4. Overgangsrecht
De regeling bevat de gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor
bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning
vereist was, na inwerkingtreding van de onderhavige regeling niet enkel door de wijziging
van beheergrenzen een watervergunning vereist is. Voorwaarde is wel dat de werken
en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen
aan de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals
vergunningseisen en -voorschriften, zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften
en meldings- en informatieplichten). Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit
van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten,
die zouden ontstaan door het – enkel door de wijzigingsregeling – moeten aanvragen
van nieuwe vergunningen of ontheffingen of door het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften,
voorkomen.
5. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 in verband met wijzigingen
van de beheergrenzen die per die datum noodzakelijk zijn. Van de invoeringstermijn
van drie maanden uit het systeem van vaste verandermomenten van regelgeving, die is
vereist wegens de gevolgen voor andere overheden, wordt afgeweken. Dat is niet bezwaarlijk,
omdat de wijzigingen al zijn afgestemd met de betrokken overheden. Bovendien is latere
inwerkingtreding dan 1 januari 2017 niet gewenst, omdat de voorheen aangegeven beheergrenzen
op de genoemde kaarten bij de Waterregeling niet actueel zijn. Spoedige wijziging
is dus noodzakelijk en een later vast verandermoment, in dit geval 1 april 2017, kan
om die reden niet worden afgewacht. Dit is in overeenstemming met de uitzonderingsgrond
van aanwijzing 174, vierde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen