Besluit van 20 september 2016 tot wijziging van het Waterbesluit in verband met actualisering van de aanwijzing van gebieden waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is (aanpassingen kaarten 2017)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 5 juli 2016, nr. IenM/BSK-2016/123302, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 6.6, eerste lid, en 6.7 van de Waterwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 juli 2016, nr. W14.16.0175/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 15 september 2016, nr. IenM/BSK-2016/163300, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Bijlage IV bij het Waterbesluit wordt als volgt gewijzigd:

1. De kaarten met onderstaande nummers en namen worden vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers en namen, opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage:

Kaart:

Kaartnummer:

   

Kaartbladen Bijlage IV bij het Waterbesluit

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

022 Maas 22

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

051 Waal 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

099 IJssel 15

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

102 Zwartewater 3

2. De kaarten met de hieronder genoemde nummers en namen, opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage, worden toegevoegd:

Kaart:

Kaartnummer:

   

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

088 IJssel 4

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

103 Zwarte Water 4

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

104 Zwarte Meer

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 20 september 2016

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de vierde oktober 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Bijlage behorend bij artikel I van het Besluit tot wijziging van het Waterbesluit in verband met actualisering van de aanwijzing van gebieden waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is (aanpassingen kaarten 2017)

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit wijzigt bijlage IV bij het Waterbesluit, waarin gebieden worden aangewezen waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit (met het opschrift «Gebruik van rijkswaterstaatswerken») niet van toepassing is. In beginsel gelden op grond van die paragraaf voor het gebruik van rijkswaterstaatwerken (waaronder het rivierbed) een vergunningplicht op grond van artikel 6.12 van het Waterbesluit of algemene regels op grond van artikel 6.15 van het Waterbesluit. In het Waterbesluit, specifiek in artikel 6.16, eerste lid, in combinatie met bijlage IV bij het Waterbesluit, is ten aanzien van sommige gebieden bepaald dat de eerdergenoemde vergunningplicht en algemene regels voor het gebruik van rijkswaterstaatswerken niet nodig zijn. De reden daarvoor is over het algemeen dat de betreffende gebieden van ondergeschikt waterstaatkundig belang zijn, waardoor daar geen strakke regie door middel van een vergunningplicht of algemene regels nodig is.

Door de aanwijzing van gebieden in bijlage IV bij het Waterbesluit gelden de vergunningplicht en algemene regels dus niet. In het onderhavige besluit zijn wijzigingen doorgevoerd in de aanwijzing van gebieden bij Gennep, Nijmegen, Brummen en de Kampereilanden. Ook daar is een ondergeschikt waterstaatkundig belang geconstateerd. Daartoe zijn vier kaartbladen uit bijlage IV bij het Waterbesluit gewijzigd en zijn drie kaarten toegevoegd. Vanwege de toevoeging van de nieuwe kaarten is de overzichtskaart in bijlage IV eveneens aangepast. Specifiek gaat het om een deel van een bedrijfsterrein bij Gennep, om een gebied (een schiereiland) in het rivierbed bij de plaats Lent in de gemeente Nijmegen, om een omkaad gebied rond een rioolwaterzuiveringsinstallatie bij Brummen en om een gebied betreffende de buitenpolders van de Kampereilanden.

Bedrijfsterrein bij Gennep (kaartblad 022)

Bij Gennep is een bedrijfsterrein deels gelegen achter een primaire waterkering langs de Maas. Het terrein is in de loop van de jaren volledig volgebouwd en is deels stroomvoerend. Gezien de bedrijfsvoering is het voor het bedrijf noodzakelijk dat er in een deel van het gebied achter de primaire waterkering nieuwe activiteiten kunnen plaatsvinden. Daartoe is een gebied aangewezen waarop paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is. Het betreffende gebied is volledig volgebouwd en voor het Rijk niet meer relevant voor afvoer- of bergingscapaciteit van de Maas. Ook zijn activiteiten of bouwwerken op deze locatie geen feitelijke belemmering voor het vergroten van de afvoercapaciteit. Om die reden kan op kaartblad 022 het gebied waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is, worden uitgebreid.

Schiereiland Veur Lent bij Nijmegen-Lent (kaartblad 051)

De primaire waterkering is bij Lent landinwaarts verlegd in het kader van de maatregel Dijkteruglegging Lent, die is voortgevloeid uit de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier1. Door de uiterwaarden bij Lent is een nevengeul parallel aan de Waal aangelegd. Het nieuwe buitendijkse gebied dat daardoor is ontstaan, maakt onderdeel uit van het oppervlaktewaterlichaam Waal. Het Rijk voert het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer van het oppervlaktewaterlichaam Waal. De beheergrenzen zijn op de door de Dijkteruglegging Lent gewijzigde situatie aangepast bij de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 20 april 2015 tot wijziging van de Waterregeling (reparatie; kaarten 2015.2) (Stcrt. 2015, 10593).

Buitendijks is een schiereiland ontstaan dat gedeeltelijk hoogwatervrij is en door een overstroombare drempel met het achterland is verbonden. Bij hoogwater is het schiereiland bereikbaar via twee bruggen. Het gedeelte van dat schiereiland dat gelegen is op een hoogte van 16 meter boven Normaal Amsterdams Peil is als hoogwatervrij aan te merken en is daarom op kaartblad 051 van bijlage IV bij het Waterbesluit aangewezen als gebied waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is. In de projectbeslissing SNIP-3 is opgenomen dat het hoogwatervrije deel van het schiereiland als zodanig zal worden aangewezen.

Met deze aanwijzing blijft de afvoercapaciteit van de Waal voor nu en in de toekomst in stand en is het buiten toepassing laten van de vergunningplicht en van de algemene regels voor het gebruik van rijkswaterstaatswerken in dit aangewezen gebied niet bezwaarlijk.

Rioolwaterzuiveringsinstallatie bij Brummen (kaartblad 088)

Door de voltooiing van de Ruimte voor de Riviermaatregel Dijkverlegging Cortenoever is een rioolwaterzuiveringsinstallatie bij Brummen buitendijks komen te liggen. Het gebied is omringd door een kade, zodat de rioolwaterzuiveringsinstallatie kan blijven functioneren en het overstrominggevaar beperkt is. De bestaande en toekomstige bedrijfsvoering van de binnen het omkade gebied gelegen rioolwaterzuiveringsinstallatie behoeven niet om waterstaatkundige redenen te worden beperkt. Het omkade gebied is waterstaatkundig van ondergeschikt belang en is daarom aangewezen als gebied waarop paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is.

Buitenpolders van de Kampereilanden (kaartbladen 099, 102, 103 en 104)

Ten derde zijn er wijzigingen die betrekking hebben op een gebied gelegen ten noorden van Kampen. Deze wijziging is reeds aangekondigd bij het Besluit van 18 mei 2016 tot wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (grote rivieren, elektriciteitsvoorzieningen, ecologische hoofdstructuur, IJsselmeergebied en enige technische wijzigingen) (Stb. 2016, 202). Concreet betreft het gebied de polders langs de oostoever van de IJssel ten noorden van Kampen en de polders langs de zuidoever van het Zwarte Meer, de zogenaamde buitenpolders van de Kampereilanden (tussen het Zwarte Meer en de oude Zuiderzeedijken). Dit gebied was op grond van artikel 6.16, tweede lid, van het Waterbesluit in (en via artikel 6.7 van) de Waterregeling aangewezen als een gebied waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is. Echter, aangezien het gebied behoort tot het rivierbed dient de aanwijzing op basis van artikel 6.16, eerste lid, van het Waterbesluit in bijlage IV bij het Waterbesluit plaats te vinden in plaats van op basis van het tweede lid van artikel 6.16 van het Waterbesluit. Het tweede lid geeft enkel de bevoegdheid om gebieden van andere waterstaatswerken dan de rivieren aan te wijzen, terwijl de buitenpolders van de Kampereilanden nu juist binnen de begrenzing van de rivieren liggen. Dit besluit zorgt zodoende voor een formeel juiste aanwijzing.

De gewijzigde kaarten bij het Waterbesluit kunnen ook digitaal worden geraadpleegd op en gedownload van www.waterwet.nl.

Dit besluit heeft als zodanig geen financiële gevolgen of gevolgen voor de administratieve lastendruk of de bestuurslasten van overheden. Het brengt enkel bijlage IV bij het Waterbesluit in overeenstemming met de (toekomstige) feitelijke situatie van de genoemde gebieden.

Voor burgers, bedrijven, provincies en gemeenten zijn er als gevolg van dit besluit geen (verdere) gevolgen. Om deze redenen is afgezien van internetconsultatie. Dat is in lijn met het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie.2

Aangezien alleen extra gebieden worden aangewezen waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is, is er geen behoefte aan overgangsrecht. De wijziging zorgt er immers voor dat geen vergunning op grond van artikel 6.12 van het Waterbesluit nodig is en dat geen algemene regels op grond van artikel 6.15 van het Waterbesluit van toepassing zijn. Het juridisch regime is dus versoepeld en vasthouden aan een strikter regime is niet noodzakelijk.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017, in overeenstemming met het systeem van vaste verandermomenten van regelgeving uit de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Kamerstukken II 2006/07, 30 080, nr. 23.

X Noot
2

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven