ARTIKEL I
Bijlage 1 bij de Regeling geurhinder en veehouderij wordt als volgt gewijzigd:
1. De rijen onder A 4 diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden komen te luiden:
–
|
emissiearme en overige huisvesting
|
35,6
|
–
|
chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie
|
24,9
|
–
|
biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie
(BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL
2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13.V4; BWL 2009.20.V3;
BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL
2013.02.V2; BWL 2015.04.V2)
|
19,6
|
–
|
biologisch luchtwassysteem 70% geurreductie (BWL 2012.07.V3)
|
10,7
|
–
|
gecombineerd luchtwassysteem 70% geurreductie (BWL 2006.14.V4)
|
10,7
|
–
|
gecombineerd luchtwassysteem 75% geurreductie (BWL 2007.01.V5; BWL 2007.02.V4; BWL 2010.02.V4; BWL 2011.07.V3; BWL 2011.08.V3)
|
8,9
|
–
|
gecombineerd luchtwassysteem 80% geurreductie (BWL 2006.15.V5)
|
7,1
|
–
|
gecombineerd luchtwassysteem 85% geurreductie (BWL 2009.12.V2)
|
5,3
|
2. Hoofdcategorie D: VARKENS wordt als volgt gewijzigd:
a. de laatste rij onder D 2 diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder komt te luiden:
–
|
gecombineerd luchtwassysteem 85% geurreductie (BWL 2009.12.V2)
|
2,8
|
1°. de derde rij onder D 1.1 diercategorie biggenopfok (gespeende biggen),
2° de twaalfde rij onder D 1.1 diercategorie biggenopfok (gespeende biggen),
3° de derde rij onder D 1.2 diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen),
4° de derde rij onder D 1.3 diercategorie guste en dragende zeugen,
5° de derde rij onder D 2 diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder,
6° de derde rij onder D 3 diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot
7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking en
7° de twaalfde rij onder D 3 diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg
tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking;
komt te luiden:
biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie
(BWL 2004.01.V5; BWL 2006.02.V4; BWL 2007.03.V6; BWL 2008.01.V4; BWL 2008.02.V4; BWL
2008.03.V4; BWL 2008.04.V4; BWL 2008.05.V4; BWL 2008.12.V4; BWL 2009.13.V4; BWL 2009.20.V3;
BWL 2009.21.V2; BWL 2010.27.V4; BWL 2010.28.V4; BWL 2011.11.V3; BWL 2011.12.V3; BWL
2013.02.V2; BWL 2015.04.V2)
|
1°. de vierde rij onder D 1.1 diercategorie biggenopfok (gespeende biggen),
2° de dertiende rij onder D 1.1 diercategorie biggenopfok (gespeende biggen),
3° de vierde rij onder D 1.2 diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen),
4° de vierde rij onder D 1.3 diercategorie guste en dragende zeugen,
5° de vierde rij onder D 2 diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder,
6° de vierde rij onder D 3 diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot
maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking en
7° de dertiende rij onder D 3 diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg
tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking;
komt te luiden:
biologisch luchtwassysteem 70% geurreductie (BWL 2012.07.V3)
|
1°. de zesde rij onder D 1.1 diercategorie biggenopfok (gespeende biggen),
2° de vijftiende rij onder D 1.1 diercategorie biggenopfok (gespeende biggen),
3° de zesde rij onder D 1.2 diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen),
4° de zesde de rij onder D 1.3 diercategorie guste en dragende zeugen,
5° de zesde rij onder D 2 diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder,
6° de zesde rij onder D 3 diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot
7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking en
7° de vijftiende rij onder D 3 diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg
tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking;
komt te luiden:
gecombineerd luchtwassysteem 75% geurreductie (BWL 2007.01.V5; BWL 2007.02.V4; BWL
2010.02.V4; BWL 2011.07.V3; BWL 2011.08.V3)
|
3. De rijen onder E 5 diercategorie vleeskuikens komen te luiden:
|
emissiearme en overige huisvesting
|
0,33
|
–
|
uitbroeden en opfokken tot 13 dagen en vervolghuisvesting
|
0,30
|
–
|
uitbroeden en opfokken tot 19 dagen en vervolghuisvesting
|
0,26
|
–
|
chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie
|
0,23
|
–
|
chemisch luchtwassysteem 40% geurreductie (BWL 2007.05.V5)
|
0,20
|
–
|
biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie
|
0,18
|
–
|
biofilter 45% geurreductie
|
0,18
|
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016.
TOELICHTING
Algemeen deel
1. De wijziging
De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij
(hierna: Rgv), de uitvoeringsregeling bij de Wet geurhinder en veehouderij. De wijziging
brengt de inhoud van bijlage 1 van de Rgv in overeenstemming met bijlage 1 van de
Regeling ammoniak en veehouderij (hierna: Rav), die bij afzonderlijke wijzigingsregeling
ook is aangepast. In Bijlage 1 van de Rav is per huisvestingssysteem een bijbehorende
emissiefactor voor ammoniak opgenomen. In de Rgv zijn deze huisvestingssystemen per
diercategorie opgenomen en gebundeld op basis van diercategorieën met dezelfde geuremissiefactor.
Veel huisvestingssystemen reduceren de emissie van zowel ammoniak als geur.
De wijzigingen in bijlage 1 zijn voor het merendeel het gevolg van het herzien van
de systeembeschrijvingen van een aantal biologische en gecombineerde luchtwassystemen.
In deze systeembeschrijvingen is de waarde voor het waswaterdebiet vervallen. In verband
daarmee hebben deze systeembeschrijvingen een nieuw versienummer gekregen. De emissiefactoren
voor geur en ammoniak zijn niet gewijzigd.
De geuremissiefactor voor huisvestingssystemen van vleeskuikens is voor het laatst
in 2005 vastgesteld. Na 2005 zijn nieuwe meetseries uitgevoerd in vleeskuikenstallen.
Deze meetgegevens zijn gebruikt voor het bijstellen van de geuremissiefactoren en
wijzen uit dat het niveau van de geuremissies voor huisvestingssystemen van vleeskuiken
hoger is dan de vorige emissiefactoren aangeven. De emissiefactoren zijn daaraan aangepast.
Daarnaast is de regeling gewijzigd in verband met het redactioneel verbeteren van
enkele onvolkomenheden die onbedoeld zijn opgetreden bij de wijziging van de Rgv van
24 juni 2015, nr. IENM/BSK-2015/115905 (Stcrt. 2015, 16865) en de wijziging van de Rgv van 23 maart 2016, nr. IENM/BSK-2016/43874 (Stcrt. 2016, 15586).
2. Gevolgen
Bijlage 1 van de Rgv bevat een lijst met (groepen van) huisvestingssystemen met bijbehorende
emissiefactoren aan de hand waarvan de geuremissie en geurbelasting vanuit dierenverblijven
kan worden berekend.
Administratieve lasten
Deze wijzigingsregeling bevat geen extra registratie- of onderzoeksverplichtingen
en brengt dan ook geen administratieve lasten met zich mee.
Nalevingskosten
Bedrijven met een huisvestingssysteem voor vleeskuikens (eventueel in combinatie met
een luchtwassysteem of biofilter) krijgen te maken met een hogere geuremissiefactor
voor hun bestaande stal. Het rekenen met een hogere factor heeft voor bestaande situaties
geen gevolgen. Wel zijn er negatieve gevolgen voor de maximale uitbreidingsruimte
die op die locatie beschikbaar is. Daarnaast geldt de hogere geuremissiefactor ook
voor nieuwe locaties waar vleeskuikens gehouden gaan worden. Omdat er geen overgangsrecht
is geformuleerd, is het moment van het definitieve besluit bepalend voor het hanteren
van de emissiefactor. Voor meldingsplichtige bedrijven geldt het moment van melding.
Lasten voor de overheid
De wijzigingen leiden niet tot extra lasten voor de overheid.
Effecten voor het milieu
De gevolgen voor het milieu zijn in beginsel neutraal en op termijn positief. Door
het naar boven bijstellen van geuremissiefactor voor huisvestingssystemen van vleeskuikens
kan lokaal geurhinder voorkomen worden.
3. Consultatie
In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben deskundigen onderzoek
gedaan naar de geuremissiefactor voor huisvestingssystemen van vleeskuikens. Zij hebben
advies uitgebracht over de te hanteren geuremissiefactor. Dit advies is verwerkt in
bijlage 1 en wordt nader toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.
4. Inwerkingtreding
Omdat een snelle invoering van het bijstellen van de geuremissiefactor voor de huisvestingssystemen
van vleeskuikens van groot belang is voor het milieu, is afgezien van een minimuminvoeringstermijn
van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling op grond van
de afwijkingsmogelijkheid die is vermeld in aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor
de regelgeving.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
-
1. Onbedoeld is bij meergenoemde wijziging van de Rgv van 24 juni 2015 onder A 4 diercategorie
vleeskalveren tot circa 8 maanden twee keer dezelfde rij opgenomen (gecombineerd luchtwassysteem
70% geurreductie (BLW 2006.14.V4), met geuremissiefactor 10,7). Deze onvolkomenheid
wordt hierbij hersteld.
Daarnaast zijn onder dezelfde diercategorie de systeemnummers van de biologische luchtwassystemen
met 45% en 70% geurreductie aangepast, met uitzondering van systeemnummer BWL 2009.21.V2.
Verder zijn drie systeemnummers van de gecombineerde luchtwassystemen met 75% geurreductie
aangepast, namelijk BWL 2010.02.V3 (nieuw BWL 2010.02.V4), BWL 2011.07.V2 (nieuw BWL
2011.07.V3) en BWL 2011.08.V3 (nieuw BWL 2011.08.V4). Reden van de wijziging van de
systeemnummers is het vervallen van de waarde voor het waswaterdebiet in de systeembeschrijving.
Bij een vorige wijziging van deze systeembeschrijvingen was een waarde van het waswaterdebiet
opgenomen. Een onbedoeld effect van het opnemen van deze waarde was, dat er een relatie
werd gelegd met een exacte meting van het waswaterdebiet. De waarde van het waswaterdebiet
is echter geen parameter waarvan de waarde elektronisch moet worden gemeten en geregistreerd
op basis van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Een luchtwasser hoeft uitsluitend
voorzien te zijn van een laagdebietalarmering. De waarden voor het waswaterdebiet
in de systeembeschrijvingen zijn geen ‘harde’ waarden waaraan moet worden voldaan
om een luchtwasser goed te laten werken en kunnen daarom vervallen.
-
2. Onbedoeld zijn bij meergenoemde wijziging van de Rgv van 23 maart 2016 in de laatste
rij onder D 2 diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder in de tweede kolom een haakje
openen en een haakje sluiten vervallen. Deze onvolkomenheid wordt hierbij hersteld
door ‘BLW 2009.12.V2’ te vervangen door (BWL 2009.12.V2).
Voor een nadere toelichting op de herziening van de systeemnummers van de biologische
en gecombineerde luchtwassystemen wordt verwezen naar paragraaf 1 van de artikelsgewijze
toelichting.
-
3. De geuremissiefactor voor huisvestingssystemen van vleeskuikens is voor het laatst
in 2005 vastgesteld met toen beschikbare emissiegegevens volgens een methode die is
gedocumenteerd in het Wageningen UR Livestock Research rapport 391 (2010). Na 2005
zijn nieuwe meetseries uitgevoerd in vleeskuikenstallen. Deze meetgegevens zijn gebruikt
voor het bijstellen van de geuremissiefactoren en wijzen uit dat het niveau van de
geuremissies voor huisvestingssystemen van vleeskuiken hoger is dan de vorige emissiefactoren
aangeven. De emissiefactoren zijn daarom aangepast. De wijziging van deze factoren
is gebaseerd op het rapport ‘Actualisering geuremissiefactor vleeskuikens’ van Wageningen
UR Livestock Research (rapport 960, 2016). Aanleiding voor de actualisatie van de
geuremissiefactoren is het tussentijds advies van de bestuurlijke werkgroep evaluatie
geurregelgeving veehouderij1 (hierna: de werkgroep) van 16 juli 2015. In dit advies stelt de werkgroep dat er
behoefte is aan het herijken van emissiefactoren, reductiepercentages en berekeningsmethoden
van bepaalde diercategorieën. Met name bij vleeskuikens leek er volgens de werkgroep
een groot verschil te zijn tussen de berekende geurbelasting en de daadwerkelijke
geurbelasting en geurbeleving. De werkgroep heeft daarom aan mij gevraagd onderzoek
naar de geuremissie van vleeskuikens uit te laten voeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma