Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 september 2016, 2016-0000193110, tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 en de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016 tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (Stcrt. 2016, 34026)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget, en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2a wordt ‘op artikel 2, twaalfde lid, van de Wet op het kindgebondenbudget’ vervangen door: op de artikelen 2, twaalfde lid, van de Wet op het kindgebondenbudget, 18, vierde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet.

B

In de bijlage komt voetnoot 9 te luiden:

9 Met betrekking tot Marokko geldt de toepassing van het woonlandbeginsel, bedoeld in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag.

ARTIKEL II

In de bijlage bij de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000146472, tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (Stcrt. 2016, 34026), komt voetnoot 9 te luiden:

9 Met betrekking tot Marokko geldt de toepassing van het woonlandbeginsel, bedoeld in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 september 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt de bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (hierna: de regeling) en de bijlage bij de regeling van 23 juni 2016 tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (Stcrt. 2016, 34026) gewijzigd (hierna: de regeling van 23 juni 2016). Voorts voorziet deze wijzigingsregeling in het aanpassen van de grondslag van de regeling.

De voetnoot bij Marokko wordt gewijzigd in verband met het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (hierna: het protocol).1 In het protocol wordt de toepassing van het woonlandbeginsel per 1 oktober 2016 geregeld. Derhalve treedt de onderhavige wijzigingsregeling per 1 oktober 2016 in werking.

De voetnoot bij Marokko wordt tevens in de regeling van 23 juni 2016 gewijzigd. Deze wijziging is noodzakelijk om te voorkomen dat de nieuw geformuleerde voetnoot door de inwerkingtreding per 1 januari 2017 van de regeling van 23 juni 2016 wordt overschreven.

In de aanhef van de regeling wordt een aantal artikelleden van de Algemene nabestaandenwet (ANW) als wettelijke grondslag genoemd. Een drietal van die artikelleden is in de Wet vereenvoudiging regelingen SVB vernummerd, zodat de aanhef van de regeling niet meer naar de juiste grondslagen verwijst. Nu er eenmaal voor gekozen is een wijziging van de grondslag in de Wet op het kindgebonden budget in artikel 2a te verduidelijken dient ook de wijziging van de grondslagen in de ANW in dat artikel te worden verduidelijkt. Artikel 2a is daarom aangepast.

Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk van burgers, bedrijven, overheid en milieu.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Trb. 2016, 67 / Nederlandse vertaling Trb. 2016, 101.

Naar boven