Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 juni 2016, nr. 769903, houdende toekenning van een vaste vergoeding per maand aan de leden van Adviescollege Verloftoetsing tbs (Vergoedingenbesluit Adviescollege Verloftoetsing tbs)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. BBRA 1984:

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

b. Avt:

Adviescollege Verloftoetsing tbs.

Artikel 2

  • 1. De voorzitter van het Avt ontvangt een vergoeding per maand op basis van een arbeidsduurfactor van 0,4 en het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het BBRA 1984.

  • 2. De overige leden van het Avt ontvangen een vergoeding per maand op basis van een arbeidsduurfactor van 0,3 en het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het BBRA 1984.

  • 3. De leden van het Avt die op grond van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies zijn uitgesloten van een vergoeding, ontvangen geen vergoeding.

  • 4. Plaatsvervangende leden van het Avt ontvangen een vergoeding per vergadering van 3% van het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het BBRA 1984.

Artikel 3

Het vergoedingsbesluit voorzitter Adviescollege Verloftoetsing tbs (Stcrt. 2014, 33969) wordt ingetrokken.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Vergoedingenbesluit Adviescollege Verloftoetsing tbs.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Het Adviescollege Verloftoetsing tbs (Avt) is bij besluit van 27 september 2007 formeel ingesteld (Stcrt. 1 oktober 2007, nr. 189) om alle verlofaanvragen van ter beschikking gestelden inhoudelijk, of anderszins verpleegden die in inrichtingen waar tbs met verpleging ten uitvoer wordt gelegd verblijven, te beoordelen en daarover gemotiveerd advies uit te brengen. De vergoedingen voor de leden van het Avt waren sinds de instelling van het Avt nog niet in overeenstemming met de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. Dit besluit voorziet alsnog in de nodige conformiteit.

Bij de inschaling van de werkzaamheden is nadrukkelijk rekening gehouden met het takenpakket, de complexiteit van de verlofaanvragen en de mediagevoeligheid van sommige van de zaken die ter advisering worden voorgelegd aan het Avt. De voorzitter en overige leden van het Avt ontvangen een vergoeding per maand conform het maximum van respectievelijk salarisschaal 18 en 17 van bijlage B van het BBRA 1984. Een vergoeding per vergadering is niet toereikend, aangezien de werkzaamheden van het Avt zich niet uitsluitend beperken tot vergaderingen, maar deze zich ook uitstrekken tot de voorbereiding van vergaderingen waaronder de beoordeling van omvangrijke (persoons)dossiers. Daarbij betrekt het Avt alle (recente) beschikbare informatie op het gebied van risicotaxatie en levert het Avt een inhoudelijke bijdrage aan de lerende verlofpraktijk.

Voor de leden van het Avt wordt uitgegaan van een arbeidsduurfactor van 0,3. Voor de voorzitter wordt uitgegaan van een arbeidsduurfactor van 0,4.

Plaatsvervangende leden worden incidenteel ingezet. Deze plaatsvervangende leden ontvangen een vergoeding per vergadering van 3% van het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het BBRA 1984.

Naast de vergoeding kunnen de voorzitter en de overige leden van de commissie op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies in aanmerking komen voor vergoeding van reis- en verblijfskosten overeenkomstig het Reisbesluit Binnenland en het Reisbesluit Buitenland.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven