Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 mei 2016, nr. MBO/856494, houdende wijziging van de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009, de Regeling modeldiploma mbo, de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012, de Subsidieregeling praktijkleren en de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs in verband met de herziening van de kwalificatiestructuur mbo vanaf 1 augustus 2016

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 2.5.5a, derde lid, 2.7, 7.2.3, 7.4.4, en 7.4.6, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 17c van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB en de artikelen 4 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012 wordt vervangen door de in bijlage A bij deze ministeriële regeling opgenomen bijlage.

ARTIKEL II

De Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel C van de bijlage behorende bij artikel 2 worden na het gegeven ‘Eindwaardering Engels mbo-4’ de volgende specificaties van de inschrijvings- en examengegevens beroepsonderwijs toegevoegd:

Gegeven

Definitie

Formaat

Lengte

Mutatiestop

Keuzedeel

De Crebo-code van het geëxamineerde keuzedeel

Alfanumeriek

5

 

Examenresultaat keuzedeel

Behaald of niet behaald

Waardelijst

12

 

Datum examenresultaat keuzedeel

De datum van de vaststelling van het examenresultaat door de examencommissie

Datum

8

 

Certificaat voor behaald keuzedeel

Certificaat wel of niet uitgereikt

Boolean

1

 

Onderdeel van kwalificatie

De Crebo-code van het behaalde onderdeel van de kwalificatie

Alfanumeriek

5

 

Datum examenresultaat behaald onderdeel van kwalificatie

De datum van de vaststelling van het examenresultaat door de examencommissie

Datum

8

 

Certificaat voor behaald onderdeel van kwalificatie

Certificaat wel of niet uitgereikt

Boolean

1

 

Het deel van de opleiding waarop de beroepspraktijkvormings-

overeenkomst (bpvo) betrekking heeft

De Crebo-code van het opleidingsdomein, het kwalificatiedossier, de kwalificatie of het keuzedeel waarop de bpvo betrekking heeft

Alfanumeriek

5

 

B

In onderdeel C van de bijlage wordt aan het eind toegevoegd:

Keuzedelen

Het resultaat op alle geëxamineerde keuzedelen wordt aan BRON geleverd op het moment van de aanlevering van de diplomagegevens of bij uitschrijving zonder dat een diploma is behaald. Dit geldt voor alle keuzedelen die onder de keuzedeelverplichting vallen en voor de eventuele extra keuzedelen. Bij vrijstelling voor een eerder behaald keuzedeel wordt het eerder verkregen examenresultaat aan BRON geleverd. Informatie over de vrijstelling wordt niet aan BRON geleverd.

Als ‘datum behaald’ geldt de einddatum van de opleiding. Dat is óf de datum van diplomering óf de datum van de uitschrijving bij ongediplomeerde uitstroom.

Keuzedelen waaraan een certificaat is verbonden

Op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB kunnen door de minister certificaten worden verbonden aan een keuzedeel of keuzedelen. Deze certificaten mogen alleen worden uitgereikt bij uitschrijving van de student zonder dat een diploma is behaald. In dat geval wordt naast de gegevens over de keuzedelen ook aan BRON geleverd dat er een certificaat is uitgereikt. Als een keuzedeel wordt behaald als onderdeel van een opleiding waarvoor wel een diploma wordt uitgereikt, dan wordt dit behaalde keuzedeel vermeld op het diploma en wordt er geen certificaat uitgereikt voor het keuzedeel.

Onderdelen van kwalificaties waaraan een certificaat is verbonden

Op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB kunnen er door de minister certificaten worden verbonden aan onderdelen van een kwalificatie of kwalificaties. In het geval de kwalificatie onderdelen bevat waaraan op basis van dit artikel een certificaat is verbonden worden gegevens over deze onderdelen aan BRON geleverd bij de examengegevens. Het kan hierbij gaan om behaalde onderdelen van een kwalificatie als deel van zowel een opleiding die met een diploma is afgesloten, als een opleiding die niet met een diploma is afgesloten. Bij het behalen van het diploma wordt op het moment van aanlevering van de diplomagegevens gelijktijdig aan BRON geleverd dat de onderdelen van de kwalificatie zijn behaald waaraan een certificaat is verbonden. Hierbij wordt dan tevens aangeleverd dat er geen certificaat is uitgereikt (aangezien er immers een diploma is uitgereikt. In het geval het diploma niet wordt behaald, maar wel het betreffende onderdeel van de kwalificatie, wordt informatie over dit onderdeel van de kwalificatie aangeleverd aan BRON, waaronder dat het certificaat daadwerkelijk is uitgereikt.

Als datum behaald geldt de einddatum van de opleiding. Dat is óf de datum van diplomering óf de datum van de uitschrijving zonder diploma.

Beroepspraktijkvorming (bpv)

Bij de bpv-gegevens wordt vanaf 1 augustus 2016 ook de Crebo-code van het opleidingsdomein, het kwalificatiedossier, de kwalificatie, het keuzedeel of de keuzedelen waarop de beroepspraktijkvormingovereenkomst (bpvo) betrekking heeft, aan BRON geleverd. Deze codes zijn gelijk aan de codes die vermeld staan op de bpvo (of het addendum daarop).

ARTIKEL III

De Regeling modeldiploma mbo wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a. Reikwijdte

Deze regeling berust op artikel 7.4.6, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het model voor diploma’s van beroepsopleidingen die worden uitgereikt in het kader van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar is gestart voor 1 augustus 2016, wordt vastgesteld volgens bijlage 1 bij deze regeling.

3. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het model voor de diploma’s van beroepsopleidingen die worden uitgereikt in het kader van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016, wordt vastgesteld volgens bijlage 1A bij deze regeling.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het model voor de resultatenlijsten van beroepsopleidingen die worden uitgereikt in het kader van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar is gestart voor 1 augustus 2016, wordt vastgesteld volgens de bijlagen 2 en 3 bij deze regeling.

3. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het model voor de resultatenlijsten van beroepsopleidingen die worden uitgereikt in het kader van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016, wordt vastgesteld volgens de bijlagen 2A en 3A bij deze regeling.

D

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a. Modelcertificaat

  • 1. Het model voor certificaten verbonden aan een onderdeel van een kwalificatie wordt vastgesteld volgens bijlage 6 bij deze regeling.

  • 2. Het model voor certificaten verbonden aan een keuzedeel wordt vastgesteld volgens bijlage 7 bij deze regeling.

  • 3. Regels voor het invullen van het certificaat, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn vastgesteld in bijlage 8 bij deze regeling.

E

Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a. Vervallen van artikelen

1. Artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste lid en de bijlagen 1 tot en met 3 bij deze regeling vervallen met ingang van 1 augustus 2022.

F

De bijlagen worden toegevoegd:

1. Na bijlage 3 worden de in bijlage B bij deze regeling opgenomen bijlagen 1A, 2A en 3A ingevoegd.

2. Na bijlage 5 worden de in bijlage C bij deze regeling opgenomen bijlagen 6, 7 en 8 ingevoegd.

G

In Bijlage 4 wordt na het onderdeel ‘Niveau’ en de bijbehorende toelichting de volgende tekst toegevoegd:

Naam keuzedeel

De te vermelden naam van een keuzedeel is de naam zoals vermeld in het Crebo.

Crebo-code keuzedeel

Als code dient te worden vermeld de in het Crebo opgenomen (identificatie)code van het betreffende keuzedeel.

H

In bijlage 5 wordt het onderdeel ‘Regels voor het invullen van de modelresultatenlijst voor de mbo-niveaus 1 tot en met 3 en van de modelresultatenlijst voor mbo-niveau 4 vervangen door:

Regels voor het invullen van de modelresultatenlijst voor de mbo-niveaus 1 tot en met 3 en van de modelresultatenlijst voor mbo-niveau 4

De kwalificatie, het kwalificatiedossier, de Crebo-code voor zowel de kwalificatie als het kwalificatiedossier, het niveau van de kwalificatie, de naam en code van een keuzedeel of keuzedelen, de naam van de examenkandidaat, de geboortedatum en -plaats, de naam van de instelling, eventuele wettelijke beroepsvereisten en de ondertekening moeten worden ingevuld conform de regels voor het invullen van modeldiploma’s mbo, zoals opgenomen in bijlage 4.

Examenresultaat keuzedeel

Het examenresultaat van het keuzedeel in een cijfer en/of woorden. In het geval van het overnemen van het examenresultaat van een keuzedeel uit een eerdere opleiding (behaald of geëxamineerd maar niet behaald) dient eveneens het examenresultaat in een cijfer en/of woorden te worden opgenomen op de resultatenlijst.

I

In bijlage 5 komt het onderdeel ‘Pilotfase Nederlandse taal en rekenen’ te vervallen.

J

In bijlage 5 komt het onderdeel ‘Resultatenlijst bij Nederlandse taal en rekenen bij hoger mbo-niveau en/of vrijstelling’ als volgt te luiden:

Resultatenlijst bij Nederlandse taal en rekenen bij hoger mbo-niveau en/of vrijstelling

Op grond van de artikelen 3a en 3b van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB kunnen examenkandidaten de examens van de examenonderdelen Nederlandse taal en/of rekenen afleggen die behoren bij een hoger mbo-niveau dan het mbo-niveau van de beroepsopleiding waarin hij examen doet. Op de resultatenlijst wordt achter de naam van het betreffende examenonderdeel vermeld op welk niveau het examen is afgelegd.

K

In bijlage 5 wordt ‘Generieke kwalificatie-eisen Engels’ vervangen door: Engels.

L

In bijlage 5 komt het onderdeel ‘Eventuele wettelijke beroepsvereisten’ als volgt te luiden:

Eventuele wettelijke beroepsvereisten

Indien bij een opleiding ook sprake is van wettelijke beroepsvereisten, zoals bedoeld in artikel 7.2.6 van de WEB, die door de student is behaald, dan dient dit te worden vermeld op het diploma en de resultatenlijst die aan hem of haar wordt uitgereikt.

De tekstpassage over de behaalde wettelijke beroepsvereisten wordt op het diploma vermeld direct voor de regel met de plaats en datum. Op de resultatenlijst worden deze vermeld direct na de tabel ‘Examenonderdelen behorend bij kwalificatie’ en (indien van toepassing) voor de tabel ‘Examen van extra onderdelen’. Tenzij anders is bepaald in een andere (wettelijke) regeling dan de WEB luidt de te vermelden tekstpassage als volgt: ‘De kandidaat heeft voldaan aan de wettelijke beroepsvereisten vermeld in…’. Achter ‘vermeld in’ moet worden vermeld de (wettelijke) regeling waarin de wettelijke beroepsvereisten is bepaald.

ARTIKEL IV

De Subsidieregeling praktijkleren wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Op grond van deze regeling wordt geen subsidie verstrekt voor een gerealiseerde praktijkleerplaats voor een deelnemer in het kader van een beroepsopleiding, bedoeld in het eerste lid, indien de beroepspraktijkvormingsovereenkomst uitsluitend betrekking heeft op één of meer keuzedelen.

ARTIKEL V

De Regeling certificaten groen beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a. Reikwijdte

Deze regeling berust op artikel 7.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 17c van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het model voor certificaten als bedoeld in artikel 7.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs die worden uitgereikt in het kader van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar is gestart voor 1 augustus 2016, wordt vastgesteld volgens bijlage 1 bij deze regeling.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Artikel 2 en bijlage 1 van de regeling vervallen met ingang van 1 augustus 2022.

ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

BIJLAGE A

Bijlage behorende bij artikel 1 van de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012

Inleiding

Hieronder worden drie standaarden voor de examenkwaliteit gegeven. Per standaard zijn meerdere indicatoren opgenomen. Bij elke afzonderlijke indicator is een portret gevoegd. De examenkwaliteit voldoet aan de indicator indien de situatie voor het grootste deel voldoet aan de beschrijving in het portret.

Standaard 1: Het exameninstrumentarium sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen

Indicator

Portret

1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering

De instelling heeft een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de opleiding – en daarin opgenomen ontwikkelgerichte toetsen – en de examinering. Deze overgang is gemarkeerd. De examencommissie heeft geëxpliciteerd op grond van welk examen en overige eisen het diploma wordt verstrekt. De studenten weten welke beoordeling meetelt voor het behalen van het diploma.

1.2 Dekking van de kwalificatie-eisen en keuzedeeleisen

Bij de inrichting van examens is sprake van volledigheid en passende complexiteit, om de beroepsuitoefening op het vereiste beheersingsniveau zoals omschreven in het kwalificatiedossier te examineren. – Voor opleidingen gericht op de herziene kwalificatiestructuur dekt het exameninstrumentarium de kwalificatie-eisen die zijn aangegeven in het bijbehorende kwalificatiedossier en voor opleidingen waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016 ook de keuzedeeleisen van de keuzedelen van de opleiding van de betreffende examenkandidaat. Het instrumentarium maakt een evenwichtige beoordeling mogelijk en de examenvorm is afgestemd op de exameninhoud.

– Voor opleidingen gericht op de beroepsgerichte kwalificatiestructuur zijn de kwalificatie-eisen opgenomen in de examens, waarbij meer dan driekwart van de werkprocessen per kerntaak – de essentie van het beroep inbegrepen – wordt geëxamineerd. Hierbij zijn de inhoud en toetsvorm zodanig afgestemd op de vereisten, dat kennis, vaardigheden en houding in een goede balans passend worden beoordeeld;

–Voor eindtermgerichte opleidingen zijn de kwalificatie-eisen opgenomen in de examens, waarbij meer dan driekwart van de eindtermen per deelkwalificatie – de essentie van het beroep inbegrepen – wordt geëxamineerd. Hierbij zijn de inhoud en toetsvorm zodanig afgestemd op de vereisten dat deze passend worden beoordeeld.

Voor alle opleidingen geldt daarbij dat:

– wettelijke beroepsvereisten – indien van toepassing – volledig zijn geëxamineerd met examens die qua inhoud en toetsvorm passend zijn;

– de exameninstrumenten de kwalificatie-eisen voor de generieke examenonderdelen Nederlandse taal en rekenen en, voor mbo-niveau 4 opleidingen, Engels zodanig afdekken dat recht wordt gedaan aan het bijbehorende CEF-niveau dan wel het referentieniveau.

1.3 Cesuur

Er is een verantwoorde procedure gevolgd voor het bepalen van de cesuur, zowel voor de onderscheiden examenonderdelen (te weten de beroepsspecifieke, de generieke en – wat betreft de opleidingen waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016 – de keuzedelen) als voor het examen voor de opleiding als geheel. De cesuur van het exameninstrumentarium ligt op het niveau waarop de student voldoet aan de onderscheiden vereisten. De cesuur is zodanig opgesteld dat de beoordeling (en daarmee de waardering van de kennis, vaardigheden en houding van de student) in totaal niet lager uitpakt dan voor de vakbekwaamheid voor het beroep, voor de generieke onderdelen taal en rekenen en voor onderscheiden keuzedelen noodzakelijk is. Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de kwalificatie-eisen en bij opleidingen waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016 betreft dat ook de keuzedeeleisen. Er is sprake van een weging van de examenopdrachten/-toetsen onderling, die geen afbreuk doet aan de genoemde cesuur.

1.4 Beoordelingswijze

Het exameninstrumentarium is voorzien van een beoordelingsvoorschrift dat een zo objectief mogelijke beoordeling waarborgt. Dit betekent dat:

– het beoordelingsvoorschrift is voorzien van richtlijnen die leiden tot een onafhankelijke beoordeling;

– de prestatie-indicatoren of vergelijkbare beoordelingscriteria herleidbaar in het beoordelingsvoorschrift zijn opgenomen en een correct antwoordmodel of beoordelingsschema beschikbaar is;

– de beoordelaar eruit kan opmaken welke (deel)waardering aan een prestatie van een student toegekend moet worden;

– de beoordelaar eruit kan opmaken welke eindwaardering gegeven moet worden;

– de beoordelaar de gegeven waarderingen conform het beoordelingsvoorschrift herleidbaar kan onderbouwen. Uit de beoordelingsrichtlijnen blijkt dat de beoordeling in elk geval plaatsvindt:

– per deelkwalificatie bij eindtermgerichte opleidingen;

– per kerntaak bij opleidingen gericht op de beroepsgerichte kwalificatiestructuur of op de herziene kwalificatiestructuur, en

– per keuzedeel van de opleiding van de examenkandidaat bij opleidingen waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016.

De beoordeling wordt gebaseerd op de prestatie-indicatoren of vergelijkbare beoordelingscriteria uit het kwalificatiedossier en (bij opleidingen waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016) ook uit het keuzedeeldocument. Als een examen(onderdeel) niet is behaald, wordt op het niveau van de prestatie-indicator of vergelijkbare beoordelingscriteria verantwoord wat de oorzaak daarvan is.

1.5 Transparantie

Alle betrokkenen hebben een helder beeld van hoe het examen eruit ziet en hoe het wordt uitgevoerd en beoordeeld. Studenten en beoordelaars zijn geïnformeerd over de beoordelingscriteria en de wijze waarop het examen zal plaatsvinden en over de beoordeling. Het exameninstrumentarium is voorzien van afnamecondities en aanwijzingen voor de beoordelaars en de studenten voor de uitvoering van het examen.

Standaard 2: De examenprocessen van afname en beoordeling zijn deugdelijk

Indicator

Portret

2.1 Authentieke afname

Het examen bevat tenminste activiteiten die de student als beginnend beroepsbeoefenaar in het toekomstige beroep uitvoert, afgestemd op het kwalificatiedossier (of eindtermendocument). De werkomstandigheden en de sociale context tijdens de beoordeling van het examen komen zoveel mogelijk overeen met die in het toekomstige beroep; onderdelen van het examen vinden in de reële beroepspraktijk plaats. Het beroepenveld is betrokken bij de examinering en beoordeelt de afname en beoordeling als realistisch.

2.2 Betrouwbaarheid

De afname en beoordeling zijn deugdelijk en verlopen zoals beoogd. In gelijke gevallen wordt gelijk geoordeeld. De beoordeling is zo objectief mogelijk. Voorzieningen die zijn getroffen om dat te bereiken worden adequaat toegepast. Examenopdrachten, afnamecondities en beoordelingen zijn voor alle studenten zodanig opgezet en toegepast dat geen afbreuk wordt gedaan aan de betrouwbaarheid van de uitkomsten van de examenopdracht of het examenprogramma als geheel, noch aan het niveau daarvan. Er is sprake van een deskundige beoordeling van studenten gericht op het vakinhoudelijk correct beoordelen van de vereiste kennis, houding en vaardigheden van de student.

Standaard 3: De diplomering is deugdelijk

Indicator

Portret

3.1 Besluitvorming diplomering

De examencommissie neemt deugdelijke besluiten over het verstrekken van diploma’s of (indien van toepassing) certificaten en (indien van toepassing) over het verlenen van vrijstellingen voor delen van het examen als de student aan de vereiste voorwaarden heeft voldaan. De examencommissie legt op basis van registratie van de besluitvorming verantwoording af.

3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie

De examencommissie vergewist zich met gepaste grondigheid en frequentie van de kwaliteit van het exameninstrumentarium, de afname, de beoordeling, de besluitvorming betreffende de diplomering en van de deskundigheid van bij de examinering betrokken personen. Om vast te stellen of de beoordeling adequaat verloopt, wordt gebruik gemaakt van bijvoorbeeld resultatenanalyses, deelnemerevaluaties en gegevens uit (steekproefsgewijze) dubbele beoordelingen. De examencommissie legt vast wanneer beoordelingsresultaten worden aangepast en tot welke verbeteracties deze correcties leiden of hebben geleid. De examencommissie analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als de beoordelingen niet naar wens verlopen.

De normering

Een oordeel over de examenkwaliteit van een opleiding komt als volgt tot stand.

De normering bestaat uit twee stappen:

  • 1. een normering per standaard;

  • 2. een normering voor het eindoordeel over de examenkwaliteit van de opleiding.

De focus van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de examinering en diplomering richt zich op de standaarden. Per standaard wordt een oordeel uitgesproken op een tweepuntschaal (onvoldoende – voldoende). Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend.

Voor de examenkwaliteit van een opleiding wordt een oordeel uitgesproken op een vierpuntschaal (goed – voldoende – onvoldoende – slecht).

Goed

  • Aan alle standaarden is voldaan;

  • De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.

Voldoende

  • Aan alle standaarden is voldaan;

  • Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.

Onvoldoende

  • Aan één of twee standaarden is niet voldaan.

Slecht

  • Aan geen van de drie standaarden is voldaan.

Zoals hierboven is weergegeven is de examenkwaliteit van een opleiding voldoende wanneer aan alle drie de standaarden is voldaan en voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten wordt voldaan, waaronder aan de essentiële onderdelen. Een voorbeeld van een essentieel onderdeel is het examineren van de wettelijke beroepsvereisten (bij indicator 1.2).

Voor eindtermgerichte opleidingen dient elke onderzochte deelkwalificatie aan de standaarden te voldoen.

In het studiejaar 2016-2017 maken de in de portretten bij standaard 1 genoemde bepalingen betreffende keuzedelen nog geen onderdeel uit van de normering van standaard 1 (exameninstrumentarium). Worden de keuzedelen van een opleiding niet geëxamineerd of de resultaten van de keuzedelen niet meegenomen in de diplomering, dan leidt dat tot een onvoldoende voor standaard 3 (diplomering).

BIJLAGE B

Bijlage 1A behorende bij artikel 2 van de Regeling modeldiploma mbo

Model voor de diploma’s van beroepsopleidingen

Model voor de diploma’s van beroepsopleidingen

Bijlage 2A behorende bij artikel 3 van de Regeling modeldiploma mbo

Model resultatenlijst voor de mbo-niveaus 1 tot en met 3

Model resultatenlijst voor de mbo-niveaus 1 tot en met 3

Bijlage 3A behorende bij artikel 3 van de Regeling modeldiploma mbo

Model resultatenlijst voor mbo-niveau 4

Model resultatenlijst voor mbo-niveau 4

BIJLAGE C

Bijlage 6 behorende bij artikel 3a, eerste lid, van de Regeling modeldiploma mbo

Model certificaat verbonden aan een onderdeel van een kwalificatie

Model certificaat verbonden aan een onderdeel van een kwalificatie

Bijlage 7 behorende bij artikel 3a, tweede lid, van de Regeling modeldiploma mbo

Model certificaat verbonden aan een keuzedeel

Model certificaat verbonden aan een keuzedeel

Bijlage 8 behorende bij artikel 3a, derde lid, van de Regeling modeldiploma mbo

Regels bij het invullen van de modelcertificaten

De kwalificatie, het kwalificatiedossier, het niveau, de Crebo-code, de naam van de examenkandidaat, de geboortedatum en -plaats, de naam van de instelling, de naam van het keuzedeel, eventuele wettelijke beroepsvereisten en de ondertekening moeten, indien van toepassing, worden ingevuld conform de regels voor het invullen van modeldiploma’s mbo, zoals opgenomen in bijlage 4.

Onderdeel

De te vermelden naam van een onderdeel van een kwalificatie is de naam zoals vermeld in het Crebo.

Extra informatie

Instellingen hebben de mogelijkheid om extra informatie op het certificaat te plaatsen. Hierbij kan worden gedacht aan het resultaat voor het onderdeel van de kwalificatie of het keuzedeel, de vermelding van bijvoorbeeld de leerweg en de naam van het leerbedrijf. Omwille van de herkenbaarheid van certificaten is het van belang terughoudend te zijn bij het opnemen van extra informatie.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling worden de volgende vijf ministeriële regelingen gewijzigd:

  • de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012;

  • de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009;

  • de Regeling modeldiploma mbo;

  • de Subsidieregeling praktijkleren; en

  • de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs.

Deze wijzigingsregeling wordt in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken ondertekend.

Met de wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd (hierna: wet herziening kwalificatiestructuur met keuzedelen) (Staatsblad 2015, 390) wordt de kwalificatiestructuur in het middelbaar beroepsonderwijs (hierna: mbo) herzien met het oog op een betere, inhoudelijke aansluiting van beroepsopleidingen op de arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs. Met de invoering van de herziene kwalificatiestructuur is elke kwalificatie opgebouwd uit één basis- en profieldeel en worden keuzedelen geïntroduceerd. Keuzedelen vormen een verdieping of verbreding ten opzichte van de kwalificatie of dragen bij aan een betere voorbereiding voor vervolgonderwijs.

Mbo-instellingen moeten opleidingen voor studenten die instromen vanaf 1 augustus 2016 baseren op de herziene kwalificatiestructuur. Dit betekent dat elke opleiding is gebaseerd op een herziene kwalificatie uit een herzien kwalificatiedossier en op één of meer keuzedelen. Dit heeft gevolgen voor de hierboven genoemde ministeriële regelingen. Hierna volgt een toelichting op de wijziging van elke ministeriële regeling afzonderlijk.

De verplichte invoering van opleidingen gebaseerd op de herziene kwalificatiestructuur met keuzedelen heeft geen gevolgen voor de studenten die een beroepsopleiding volgen waarvan het eerste studiejaar is gestart vóór 1 augustus 2016. Zij worden door het bevoegd gezag in de gelegenheid gesteld deze beroepsopleiding te voltooien, gedurende een periode van de desbetreffende studieduur vermeerderd met twee jaar (artikel 7.2.4, zevende lid, tweede volzin, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) en artikel V van de wet herziening kwalificatiestructuur met keuzedelen).

Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012

Met deze wijzigingsregeling wordt de bijlage bij artikel 1 van de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012 gewijzigd. De bijlage bevat de landelijke standaarden voor de kwaliteit van examens, als bedoeld in artikel 7.4.4 van de WEB, inclusief de bijbehorende normering.

De examinering en diplomering van beroepsopleidingen moeten voldoen aan landelijke standaarden voor de examenkwaliteit, als bedoeld in artikel 7.4.4 van de WEB, inclusief de bijbehorende normering. De mbo-instelling moet daar bij alle door haar aangeboden opleidingen voor zorgen en moet dat ook zelf bewaken en waar nodig tijdig de kwaliteit verbeteren. Bovendien dient de mbo-instelling jaarlijks publieke verantwoording af te leggen over de uitkomsten van de zelfevaluatie van de examenkwaliteit (op grond van artikel 1.3.6 van de WEB). Het externe toezicht op de kwaliteit van de examinering en diplomering door de Inspectie van het Onderwijs vindt ook plaats aan de hand van de standaarden en de bijbehorende normering. De standaarden geven de vereiste (basis-)examenkwaliteit aan en hebben betrekking op de examinering en diplomering van de gehele opleiding.

Ten opzichte van de voorafgaande bijlage van de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012 zijn in deze nieuwe bijlage tekstpassages gewijzigd betreffende:

  • indicator 1.2 en bijbehorend portret;

  • het portret van indicator 1.3 Cesuur;

  • het portret van indicator 1.4 Beoordelingswijze;

  • het portret van indicator 2.3.1 Besluitvorming diplomering;

  • de normering.

De overige teksten zijn ongewijzigd gebleven. Voor de leesbaarheid van de standaarden is ervoor gekozen om de bijlage in z’n geheel te vervangen.

Deze regeling is van toepassing op alle categorieën opleidingen (te weten de eindtermgerichte opleidingen, de opleidingen gebaseerd op de bestaande beroepsgerichte kwalificatiestructuur en de opleidingen waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016), met dien verstande dat in bepaalde portretten onderscheid wordt gemaakt naar de categorie opleiding.

De standaarden voor de examenkwaliteit hebben betrekking op de examinering en diplomering betreffende de gehele opleiding, dus ook – bij opleidingen waarvan het eerste studiejaar is gestart op of na 1 augustus 2016 – op keuzedelen (artikel 7.4.4 van de gewijzigde WEB).

De Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012 zal overigens opnieuw worden gewijzigd met ingang van 1 augustus 2017. Op die datum treden namelijk de op elkaar afgestemde nieuwe onderzoekskaders voor het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs van de Inspectie van het Onderwijs in werking, waaronder het Onderzoekskader mbo 2017 met het nieuwe waarderingskader mbo 2017.

Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009

De regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 beschrijft de gegevens die door de mbo-instelling over de student moeten worden geleverd aan BRON. Aangezien vanaf 1 augustus 2016 ook keuzedelen onderdeel uitmaken van de opleiding, is het belangrijk dat ook hierover informatie wordt vastgelegd in BRON en, waar relevant, getoond in het diplomaregister.

De mbo-instellingen moeten bij diplomering per keuzedeel het resultaat van de student aangeven: behaald of niet-behaald. Een keuzedeel is behaald als hiervoor ten minste een 6 of voldoende is behaald. Ook de datum van het resultaat dient te worden aangegeven. Hierbij zijn twee mogelijkheden: dit is de datum van diplomering (indien het diploma is behaald), of de datum van uitschrijving bij de opleiding (indien geen diploma is behaald). Dit moet in ieder geval worden gedaan voor de keuzedelen die onderdeel uitmaken van de keuzedeelverplichting. Of dit ook wordt gedaan voor extra keuzedelen, is afhankelijk van het besluit dat de school en de student nemen over de vermelding van de resultaten van extra keuzedelen op het diploma en de resultatenlijst. Als er wordt besloten deze extra keuzedelen te vermelden op het diploma en de resultatenlijst, dan dienen deze ook te worden doorgegeven aan DUO, zodat de gegevens in BRON en het diplomaregister zoveel mogelijk overeenkomen met die op het diploma en de resultatenlijst.

Indien het mogelijk is om voor het keuzedeel een certificaat uit te reiken op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB, dient de mbo-instelling ook aan te geven of het behaalde onderdeel van een kwalificatie deel uitmaakt van het diploma, of dat hiervoor, wanneer geen diploma is behaald, een certificaat is uitgereikt. Daarnaast wordt met deze wijzigingsregeling geregeld dat gegevens over behaalde onderdelen van een kwalificatie als bedoeld in artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB, door de instelling moeten worden geleverd aan DUO. De instelling levert deze gegevens alleen aan als de betreffende kwalificatie onderdelen bevat waaraan certificaten zijn verbonden. Dat geldt voor zowel de situatie waarin het diploma is uitgereikt, als voor de situatie waarin uitsluitend een onderdeel van een kwalificatie is behaald waaraan een certificaat is verbonden. Daarbij geldt dat met het behalen van het diploma de student automatisch de betreffende onderdelen van de kwalificatie heeft behaald waaraan een certificaat is verbonden. Dit betekent dat de instelling bij levering van diplomagegevens altijd meldt dat de betreffende onderdelen van de kwalificatie waaraan certificaten zijn verbonden, ook zijn behaald. Met de registratie in BRON kan in het diplomaregister hiermee voor beide situaties getoond worden welke onderdelen van een kwalificatie waaraan een certificaat is verbonden, zijn behaald

Registratie van beroepspraktijkvorming van een keuzedeel.

Indien een student zijn keuzedeel geheel of gedeeltelijk volgt in de beroepspraktijk bij een erkend leerbedrijf worden de gegevens van beroepspraktijkvormingsovereenkomst (bpvo) vastgelegd met de Crebo-code van het keuzedeel. In het geval de bpvo zowel betrekking heeft op een kwalificatiedossier of een kwalificatie als op een keuzedeel, moeten de bpvo-gegevens met de Crebo-code van het kwalificatiedossier of de kwalificatie en de Crebo-code van het keuzedeel worden vastgelegd. Indien de student de opleiding in de beroepsopleidende leerweg volgt, kan de deelnemer ook ingeschreven staan in een opleidingsdomein. In dat geval dienen de bpvo-gegevens vastgelegd te worden met de Crebo-code van het opleidingsdomein. Voor de bekostiging is het van belang dat uit de registratie duidelijk wordt dat de bbl-student op 31 december niet uitsluitend beroepspraktijkvorming voor een keuzedeel volgt, maar ook daadwerkelijk het bpv-deel van de kwalificatie of van het kwalificatiedossier volgt bij een daarvoor erkend leerbedrijf.

Regeling modeldiploma mbo

In de Regeling modeldiploma mbo is een model vastgelegd voor de diploma’s en de resultatenlijsten die worden uitgereikt in het mbo.

Met de wet herziening kwalificatiestructuur met keuzedelen wordt bepaald dat vanaf 1 augustus 2016 studenten die starten met een mbo-opleiding ook een of meer keuzedelen moeten volgen binnen hun opleiding. Vanwege de waarde van keuzedelen voor de arbeidsmarkt en de vervolgopleiding is het belangrijk dat de resultaten van keuzedelen ook inzichtelijk worden gemaakt op het diploma en de resultatenlijst van de student. Daartoe moeten de modellen voor het diploma en de resultatenlijst worden aangepast. Er worden nieuwe modellen voor het diploma en de resultatenlijsten aan de regeling toegevoegd, te weten bijlage 1A, 2A en 3A. Deze modellen zijn voor het eerst van toepassing op diploma’s en resultatenlijsten die worden uitgereikt aan examenkandidaten op basis van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar op of na 1 augustus 2016 start.

Studenten die een beroepsopleiding volgen waarvan het eerste studiejaar is gestart vóór 1 augustus 2016 (voor de verplichte invoering van de herziene kwalificatiestructuur), mogen deze opleiding afronden gedurende een periode die overeenkomt met de studieduur van de desbetreffende beroepsopleiding, vermeerderd met twee jaren. Voor deze studenten dienen de huidige modellen in de bijlagen 1 tot en met 3 van de Regeling modeldiploma mbo te worden gebruikt.

Door de student behaalde keuzedelen, dat wil zeggen keuzedelen waarvoor ten minste een 6 of voldoende is behaald, worden vermeld op het diploma. Het gaat hierbij in ieder geval om de keuzedelen waarmee invulling wordt gegeven aan de keuzedeelverplichting. Of ook informatie over extra keuzedelen wordt opgenomen op het diploma wordt besloten door de school en de student samen. Het examenresultaat voor zowel behaalde als niet-behaalde keuzedelen wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Ook hierbij gaat het in ieder geval om de keuzedelen waarmee invulling wordt gegeven aan de keuzedeelverplichting; of de resultaten van extra keuzedelen worden vermeld, wordt besloten door de school en de student samen. Er hoeft daarbij geen onderscheid gemaakt te worden tussen keuzedelen waarmee invulling wordt gegeven aan de keuzedeelverplichting en extra keuzedelen. Om ervoor te zorgen dat de gegevens in BRON en het diplomaregister zoveel mogelijk overeen komen met wat er is opgenomen op het diploma en de resultatenlijst, is het zaak dat de gegevens over keuzedelen die worden vermeld op het diploma en de resultatenlijst, ook worden aangeleverd aan DUO.

Modellen voor certificaten

In het kader van leven lang leren, maar ook ter verbetering van de kansen van kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt, worden de mogelijkheden vergroot voor het uitreiken van erkende mbo-certificaten. Naast de mogelijkheid die er al was voor het verbinden van certificaten aan onderdelen van kwalificaties, op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB, is met de wet herziening kwalificatiestructuur met keuzedelen ook de mogelijkheid geïntroduceerd voor het verbinden van certificaten aan een keuzedeel of keuzedelen. Beide soorten certificaten kunnen alleen worden uitgereikt als er geen diploma voor de betreffende opleiding waarvan ze deel uitmaken is behaald.

Op grond van artikel 17c van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB is de bovengenoemde bevoegdheid om certificaten te verbinden bij algemene maatregel van bestuur te regelen, gedelegeerd aan de minister. In de loop van 2016 zal worden bepaald aan welke onderdelen van kwalificaties en keuzedelen een certificaat wordt verbonden.

In deze wijzigingsregeling zijn, op basis van artikel 7.2.3, tweede lid, van de WEB, twee modellen toegevoegd, namelijk het model voor een certificaat verbonden aan een onderdeel van een kwalificatie en het model voor een certificaat verbonden aan een keuzedeel. In de bijlagen 6 en 7 van deze regeling zijn de modellen vastgesteld. In bijlage 8 van deze regeling zijn de regels voor het invullen van het certificaat vastgesteld. Deze modellen moeten worden gehanteerd voor certificaten die worden uitgereikt aan studenten die zijn gestart met een opleiding op of na 1 augustus 2016.

Deze modellen mogen alleen worden gebruikt voor certificaten die worden uitgereikt voor behaalde onderdelen van kwalificaties en keuzedelen waarvan op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB, is bepaald dat er mbo-certificaten voor kunnen worden uitgereikt. Gegevens over behaalde onderdelen van kwalificaties en keuzedelen worden geregistreerd in BRON. Indien ze zijn behaald bij een bekostigde instelling, kan hiervan door de persoon waaraan het certificaat is uitgereikt, een uittreksel worden verkregen via het diplomaregister van DUO. De modellen zoals opgenomen in de Regeling modeldiploma mbo gelden voor mbo-certificaten. Partijen die certificaten uitreiken voor onderdelen die niet op basis van artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB, zijn vastgesteld, mogen de modellen van deze regeling niet hanteren.

Mbo-instellingen kunnen aan studenten die niet in staat zijn om een gehele opleiding en daarmee een diploma te behalen, een instellingsverklaring verstrekken, waar de onderdelen van de opleiding zijn opgenomen die de student wel heeft behaald. Als een student naast een onderdeel van een kwalificatie of een keuzedeel waarvoor een mbo-certificaat kan worden uitgereikt, nog andere onderdelen van de opleiding behaalt, kan de instelling hem naast het certificaat ook een instellingsverklaring uitreiken.

Subsidieregeling praktijkleren

De Subsidieregeling praktijkleren heeft tot doel het stimuleren van werkgevers tot het bieden van praktijkleerplaatsen voor werkleerplaatsen. De subsidieregeling is bedoeld voor studenten die gericht zijn op het behalen van de totale kwalificatie, zie ook artikel 5, onderdeel a, van de regeling. De subsidie is een compensatie voor de kosten die en werkgever maakt voor begeleiding in de praktijk.

De Subsidieregeling praktijkleren wordt aangepast, omdat vanaf 1 augustus 2016 een mbo- beroepsopleiding niet alleen gebaseerd is op een kwalificatie, maar ook op één of meer keuzedelen.

Met de Subsidieregeling praktijkleren kan subsidie worden verstrekt voor een gerealiseerde praktijkleerplaats voor een student in het kader van een mbo-beroepsopleiding in de beroepsbegeleidende leerweg. In artikel 5, onderdeel a, van de regeling, wordt verwezen naar de kwalificatie behorend bij de beroepsopleiding. Dit blijft zo.

Met de wijziging van de Subsidieregeling praktijkleren wordt in artikel 4, vierde lid, van de regeling, uitgesloten dat aan een werkgever een subsidie kan worden verstrekt voor de beroepspraktijkvorming op basis van uitsluitend één of meer keuzedelen.

De verkregen subsidie voor een gerealiseerde praktijkleerplaats kan overigens behalve voor de beroepspraktijkvorming betreffende een kwalificatie ook worden ingezet voor de beroep spraktijkvorming betreffende één of meer keuzedelen van de opleiding van de student.

Subsidieverstrekking uitsluitend op basis van één of meer keuzedelen wordt uitgesloten om de volgende redenen:

  • De kwalificatie en het behalen van het desbetreffende diploma staan voorop in de beroepsopleiding, welke opleidt tot een startende beroepsbeoefenaar in het werkveld van de opleiding/kwalificatie; een keuzedeel is een verrijking bovenop de kwalificatie.

    De Subsidieregeling praktijkleren is een verdeelmodel. Subsidies voor de beroepspraktijkvorming voor keuzedelen zou ten koste gaan van de subsidie voor de kwalificatie.

  • Keuzedelen zijn klein in omvang (240 klokuren studiebelasting) en de beroepspraktijkvorming bij een keuzedelen kan nog kleiner zijn, bijvoorbeeld 40 uur binnen een keuzedeel van 240 klokuren studiebelasting. Subsidie voor de beroepspraktijkvorming bij keuzedelen zou de regeling compliceren en de uitvoering en handhaving bemoeilijken.

  • Voor keuzedelen ontvangen de mbo-instellingen geen extra bekostiging. Werkgevers ontvangen via de Subsidieregeling praktijkleren dus ook niet extra subsidie voor keuzedelen.

Uitvoering en handhaafbaarheid

Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd aan Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Inspectie van het Onderwijs en de ADR. Deze wijzigingsregeling is uitvoerbaar geacht.

Administratieve lasten

Bij de voorbereiding van deze wijzigingsregeling is nagegaan of sprake is van administratieve lasten. Onder administratieve lasten wordt verstaan: de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen aan de overheid, voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat niet om kosten die zijn gemoeid met de uitvoering van de wetgeving. De kosten zijn berekend volgens het standaardkostenmodel (SKM) dat is opgesteld door het Ministerie van Financiën. Bij de voorbereiding van de wijzigingsregeling is nagegaan of sprake is van administratieve lasten voor instellingen, bedrijfsleven of burgers. Daarbij is de wijzigingsregeling intern ter beoordeling voorgelegd voor toetsing op administratieve lasten.

In de wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden gebaseerd (wet herziening kwalificatiestructuur met keuzedelen) (Stb. 2015, 390) zijn de administratieve lasten geraamd (Kamerstukken II 2014–2015, 34 160, nr. 3, p. 32–33).

Vaste verandermomenten

Er wordt in de wijzigingsregeling niet afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden.

Artikelsgewijs

Artikel I

De bijlage bij de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012 wordt gewijzigd in verband met de invoering van de herziene kwalificatiestructuur met keuzedelen. In de algemene toelichting wordt daar nader op ingegaan.

Artikel II

Met deze wijziging worden in de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 gegevens over onder meer keuzedelen en BPV-gegevens ook vastgelegd in BRON. Met deze wijziging wordt vastgesteld welke gegevens over behaalde onderdelen van een kwalificatie als bedoeld in artikel 7.2.3, eerste lid, van de WEB, aan DUO geleverd dienen te worden.

Artikel III

Onderdeel A

Met het opnemen van deze bepaling in de regeling wordt de grondslag voor de Regeling modeldiploma mbo geregeld. Met de wet herziening kwalificatiestructuur met keuzedelen is artikel 7.4.6, tweede lid, van de WEB, vernummerd tot een derde lid. Om die reden is het reikwijdteartikel opgenomen.

Onderdelen B, C en F

Met deze wijziging van de Regeling modeldiploma mbo worden de bijlagen 1A tot en met 3A toegevoegd aan de regeling. Met de verplichte invoering van de herziene kwalificatiestructuur met keuzedelen moeten studenten die starten met hun opleiding op of na 1 augustus 2016 ook keuzedelen volgen binnen hun opleiding. Daar zijn de bijlagen op aangepast. De modellen in de bijlagen 1A tot en met 3A worden enkel gebruikt voor diploma’s en resultatenlijsten die worden uitgereikt op basis van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar op of na 1 augustus 2016 start.

De huidige modellen in de bestaande bijlagen 1 tot en 3 blijven ongewijzigd en worden gebruikt voor diploma’s en resultatenlijsten die worden uitgereikt aan examenkandidaten die beroepsopleidingen volgen waarvan het eerste studiejaar vóór 1 augustus 2016 is gestart.

Onderdeel D

In artikel 3a van de Regeling modeldiploma mbo zijn het model voor certificaten verbonden aan een kwalificatie (bijlage 6 van de regeling) en het model voor certificaten verbonden aan een keuzedeel (bijlage 7 van de regeling) vastgesteld, op grond van artikel 7.2.3, van de WEB en artikel 17c van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB.

Onderdeel E

Met deze toevoeging wordt bepaald dat de artikelen 2, eerste lid, en 3, eerste lid, en de modellen in de bijlagen 1 tot en met 3 per 1 augustus 2022 vervallen. De reden hiervoor is dat vanaf dat moment geen studenten meer zullen zijn die beroepsopleidingen kunnen afronden waarvan het eerste studiejaar voor 1 augustus 2016 is gestart.

Onderdeel G en H

Met de onderdelen G en H wordt bepaald welke gegevens moeten worden vermeld op het diploma en de resultatenlijst van een student. Onderdeel G doet dit voor het diploma, onderdeel H voor de resultatenlijst.

Onderdeel I

De passage over de pilotfase Nederlandse taal en rekenen vervalt in de Regeling modeldiploma mbo aangezien deze pilotfase inmiddels is afgerond.

Onderdeel J

De passage over vermelding van resultaten op de resultatenlijst wanneer een hoger niveau voor Nederlandse taal en rekenen of vrijstelling werd behaald zorgde voor onduidelijkheid. Daarom wordt deze passage verwijderd uit bijlage 5 van de Regeling modeldiploma mbo.

Onderdeel K

Dit betreft een technische aanpassing om de titel van de passage over het generieke examenonderdeel Engels in lijn te brengen met de rest van bijlage 5 van de Regeling modeldiploma mbo.

Onderdeel L

De passage in de Regeling modeldiploma mbo over de vermelding van de wettelijke beroepsvereisten op het diploma en/of de resultatenlijst leverde soms onduidelijkheid op. Met deze aanpassing wordt deze passage verduidelijkt.

Artikel IV

In artikel 4, eerste lid, van de Subsidieregeling praktijkleren is bepaald dat de minister subsidie kan verstrekken voor een gerealiseerde praktijkleerplaats voor een student in het kader van een beroepsopleiding voor zover het betreft de beroepsbegeleidende leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, onder b, van de WEB. Met deze wijzigingsregeling is in artikel 4, vierde lid, van de Subsidieregeling praktijkleren, geregeld dat geen subsidie wordt verstrekt voor de beroepspraktijkvorming (bpv) die uitsluitend betrekking heeft op één of meer keuzedelen. Als de bpv behalve op één of meer keuzedelen tevens betrekking heeft op de kwalificatie, kan het leerbedrijf in principe wel subsidie krijgen. Deze kan dan ook gedeeltelijk worden benut voor het deel van de bpv dat betrekking heeft op een keuzedeel.

Artikel V

Onderdeel A

Met het opnemen van deze bepaling in de regeling wordt de grondslag voor de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs geregeld. Voornoemde regeling is op dit moment mede gebaseerd op het Besluit certificaten groen beroepsonderwijs. Voornoemd besluit wordt met het Besluit tot wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de invoering van keuzedelen ingetrokken per 1 augustus 2016. Na laatstgenoemde datum is de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs gebaseerd op artikel 7.2.3 van de WEB en artikel 17c van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB.

Onderdeel B

Op grond van het eerste lid wordt het in deze regeling opgenomen modelcertificaat enkel gebruikt voor het uitreiken van certificaten die worden uitgereikt op basis van een beroepsopleiding waarvan het eerste studiejaar is gestart vóór 1 augustus 2016 (datum verplichte invoering herziene kwalificatiestructuur met keuzedelen). Bij beroepsopleidingen waarvan het eerste studiejaar op of na 1 augustus 2016 start, dienen voor de het uitreiken van certificaten de certificaatmodellen te worden gebruikt, zoals opgenomen in bijlage 6 en 7 van de Regeling modeldiploma mbo.

Artikel 2 en bijlage 1 van de regeling vervallen per 1 augustus 2022, omdat vanaf dat moment er geen studenten meer zullen zijn die beroepsopleidingen kunnen afronden waarvan het eerste studiejaar vóór 1 augustus 2016 is gestart.

Artikel VI

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2016. Voornoemde datum is gelijk aan de verplichte invoering van de wet herziene kwalificatiestructuur met keuzedelen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven