Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april 2016, nr. VO/851491, houdende wijziging van de Regeling examenprogramma's voortgezet onderwijs in verband met de invoering van de examenprogramma’s Chinese taal en cultuur vwo en Chinese taal en cultuur vwo (elementair)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit VO;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA’S VOORTGEZET ONDERWIJS

Bijlage 1 bij de Regeling examenprogramma’s voorgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

1. In de inhoudsopgave wordt, onder vernummering van de onderdelen 4 tot en met 7 tot onderdelen 5 tot en met 8, na onderdeel 3 ingevoegd:

  • 4. Chinese taal en cultuur vwo.

2. In de inhoudsopgave wordt ‘35.bewegen, sport en maatschappij’ vervangen door:

  • 35. Chinese taal en cultuur vwo (elementair)

  • 36. bewegen, sport en maatschappij.

3. Na het examenprogramma ‘Latijnse taal en cultuur (LTC)’ wordt ingevoegd het examenprogramma ‘Chinese taal en cultuur vwo’, luidende overeenkomstig bijlage I bij deze regeling.

4. Na het examenprogramma ‘Examenprogramma moderne vreemde talen en literatuur (elementair) havo/vwo’ wordt ingevoegd het examenprogramma ‘Chinese taal en cultuur vwo (elementair)’, luidende overeenkomstig bijlage II bij deze regeling.

ARTIKEL II. OVERGANGSBEPALING

In het schooljaar 2017–2018 wordt voor de eerste maal gelegenheid geboden tot het afleggen van het examen Chinese taal en cultuur vwo of Chinese taal en cultuur vwo (elementair).

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

BIJLAGE I

Examenprogramma Chinese Taal en Cultuur – vwo

Het eindexamen

Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen.

Het eindexamenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:

Domein A Leesvaardigheid

Domein B Kijk- en luistervaardigheid

Domein C Gespreksvaardigheid

Domein D Schrijfvaardigheid

Domein E Chinese cultuur

Domein F Oriëntatie op studie en beroep

Het schoolexamen

Het schoolexamen heeft betrekking op:

  • ten minste alle domeinen van het eindexamen;

  • indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen verschillen.

De examenstof

Domein A: Leesvaardigheid
  • 1. De kandidaat kan:

    • aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    • de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;

    • de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    • relaties tussen delen van een tekst aangeven;

    • conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.

Domein B: Kijk- en luistervaardigheid
  • 2. De kandidaat kan:

    • aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    • de hoofdgedachte van een tekst aangeven;

    • de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    • conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de spreker(s);

    • anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek;

    • aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken.

Domein C: Gespreksvaardigheid
Subdomein C1: Gesprekken voeren
  • 3. De kandidaat kan:

    • adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers;

    • informatie vragen en verstrekken;

    • uitdrukking geven aan gevoelens;

    • zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden;

    • strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden.

Subdomein C2: Spreken
  • 4. De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

Domein D: Schrijfvaardigheid
Subdomein D1: Handmatig
  • 5. De kandidaat kan met gebruik van handmatig geschreven karakters:

    • adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    • informatie vragen en verstrekken;

    • verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden.

Subdomein D2: Digitaal
  • 6. De kandidaat kan met behulp van een Chinese elektronische tekstverwerker en (elektronisch) naslagmateriaal:

    • adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    • informatie vragen en verstrekken;

    • verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden.

Domein E: Chinese cultuur
Subdomein E1: Chinese literatuur
  • 7. De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken.

Subdomein E2: Chinese cultuur
  • 8. De kandidaat kan:

    • (door middel van voorbeelden) een overzicht geven van uiteenlopende Chinese cultuuruitingen;

    • beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn ervaringen met enkele Chinese cultuuruitingen.

Domein F: Oriëntatie op studie en beroep

BIJLAGE II

Examenprogramma Chinese Taal en Cultuur (elementair) vwo

Het eindexamen

Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen.

Het eindexamenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:

Domein A Leesvaardigheid

Domein B Kijk- en luistervaardigheid

Domein C Gespreksvaardigheid

Domein D Schrijfvaardigheid

Domein E Chinese cultuur

Domein F Oriëntatie op studie en beroep

Het schoolexamen

Het schoolexamen heeft betrekking op:

  • ten minste alle domeinen van het eindexamen;

  • indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen verschillen.

De examenstof

Domein A: Leesvaardigheid
  • 1. De kandidaat kan:

  • aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

  • de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;

  • de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

  • relaties tussen delen van een tekst aangeven;

  • conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.

Domein B: Kijk- en luistervaardigheid
  • 2. De kandidaat kan:

  • aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

  • de hoofdgedachte van een tekst aangeven;

  • de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

  • aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken.

Domein C: Gespreksvaardigheid
Subdomein C1: Gesprekken voeren
  • 3. De kandidaat kan:

    • adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers;

    • informatie vragen en verstrekken;

    • uitdrukking geven aan gevoelens;

    • zaken of personen beschrijven;

    • enkele strategieën toepassen om een gesprek gaande te houden.

Subdomein C2: Spreken
  • 4. De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten verwoorden.

Domein D: Schrijfvaardigheid
Subdomein D1: Handmatig
  • 5. De kandidaat kan met gebruik van handmatig geschreven karakters:

    • adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    • informatie vragen en verstrekken;

    • verworven informatie presenteren, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens.

Subdomein D2: Digitaal
  • 6. De kandidaat kan met behulp van een Chinese elektronische tekstverwerker en (elektronisch) naslagmateriaal:

    • adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    • informatie vragen en verstrekken;

    • verworven informatie presenteren, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens.

Domein E: Chinese cultuur
Subdomein E1: Chinese literatuur
  • 7. De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken.

Subdomein E2: Chinese cultuur
  • 8. De kandidaat kan:

    • (door middel van voorbeelden) een overzicht geven van uiteenlopende Chinese cultuuruitingen;

    • beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn ervaringen met enkele Chinese cultuuruitingen.

Domein F: Oriëntatie op studie en beroep

TOELICHTING

Bij besluit van 24 augustus 2015 werd het Inrichtingsbesluit WVO gewijzigd in verband met het opnemen van het vak Chinese taal en cultuur (Stb. 2015, 340). Bij besluit van 12 november 2015 werd het tijdstip van inwerkingtreding van eerdergenoemd besluit met terugwerkende kracht bepaald op 1 augustus 2015 (Stb. 2015, 423).

Met deze regeling worden de bijbehorende examenprogramma’s Chinese taal en cultuur vwo en Chinese taal en cultuur vwo (elementair) vastgesteld. Ook deze regeling werkt terug tot en met 1 augustus 2015. Zij betreft het cohort dat in schooljaar 2015–2016 in leerjaar 4 vwo zit en heeft pas gevolgen voor de examens vanaf schooljaar 2017–2018.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven