De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mede namens de Minister van Veiligheid
en Justitie,
Gelet op artikel 5.3, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel
4.4, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht en artikel 49, tweede lid, van de
Wet vervoer gevaarlijke stoffen;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4.13, derde lid, onderdeel d, aanhef, wordt ‘Richtlijn 2012/18/EU van het
Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren
van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging
en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PbEU 2012, L 197)’ vervangen
door: de richtlijn, genoemd in het tweede lid.
B
In het opschrift van artikel 4.18 wordt ‘BRZO 1999’ vervangen door: BRZO 2015.
C
In paragraaf 10.1 wordt na artikel 10.6 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10.7 Kringen van gemeenten
De gemeenten in de volgende onderdelen die deelnemen aan de in die onderdelen genoemde
omgevingsdienst worden aangewezen als een kring van gemeenten als bedoeld in artikel
5.3, eerste lid, van de wet:
-
a. Noord-Veluwe: Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten;
-
b. Veluwe IJssel: Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst;
-
c. Achterhoek: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost
Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen;
-
d. de Vallei: Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen;
-
e. Regio Arnhem: Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden,
Rozendaal, Westervoort en Zevenaar;
-
f. Rivierenland: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel;
-
g. Regio Nijmegen: Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen en Wijchen;
-
h. Regio Utrecht: Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen,
Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden,
IJsselstein en Zeist;
-
i. RUD Utrecht: Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein,
Soest, Utrecht en Woudenberg;
-
j. IJmond: Beemster, Beverwijk, Haarlem, Heemskerk en Purmerend;
-
k. Noordzeekanaalgebied: Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel,
Uithoorn en Zaanstad;
-
l. Midden-Holland: Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Zuidplas
en Waddinxveen;
-
m. West-Holland: Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop,
Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, en Zoeterwoude;
-
n. Midden-West Brabant: Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda,
Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze-Rijen, Goirle, Halderberge,
Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal,
Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert.
ARTIKEL II
In artikel 2a van de Tariefregeling vervoer gevaarlijke stoffen wordt ‘€ 4.708’ vervangen
door: € 7.642,– aan de Minister.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 5.3, eerste lid, van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, als gewijzigd door de wet van 9 december
2015 tot wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening,
toezicht en handhaving) in werking treedt.
TOELICHTING
Algemeen
In deze wijzigingsregeling worden ter uitvoering van artikel 5.3, eerste lid, van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, als gewijzigd door de wet van 9 december
20151 (hierna: wet VTH) gemeenten aangewezen die behoren tot een kring van gemeenten.
Het doel van die bepaling is dat de schaal waarop en het werkgebied waarbinnen gemeenten
en provincies regionaal moeten samenwerken bij de uitvoering van het basistakenpakket
congruent zijn met die van de veiligheidsregio’s. Congruentie van schaal en werkgebied
komt de afstemming tussen de VTH-taken2 van de omgevingsdienst en de taken van de veiligheidsregio ten goede. Het werkgebied
van een omgevingsdienst mag ook samenvallen met meer veiligheidsregio’s.
Met deze wijzigingsregeling wordt de in een aantal gevallen bestaande afwijkende praktijk
geformaliseerd. De in deze regeling genoemde gemeenten nemen deel aan een omgevingsdienst,
waarvan het werkterrein niet overeenkomt met dat van een of meer veiligheidsregio’s.
Het gaat in deze wijzigingsregeling dus om het formaliseren van een in beginsel niet
wenselijke situatie. Deze uitzonderingssituatie zal dan ook tijdelijk zijn. Er zullen
ook geen nieuwe kringen worden toegestaan.
Gemeenten die taken aan een omgevingsdienst hebben opgedragen via een contract nemen
niet deel aan een omgevingsdienst en zijn in deze regeling niet aangewezen in een
kring van gemeenten. Zij moeten deelnemen aan de omgevingsdienst waarvan het werkgebied
overeenkomt met dat van de veiligheidsregio waarin zij gelegen zijn, dan wel, indien
dat niet mogelijk is, aan de omgevingsdienst van een aangewezen kring van gemeenten
binnen die veiligheidsregio. De verplichting om deel te nemen aan een omgevingsdienst
vloeit voort uit artikel 5.3, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
als gewijzigd door de wet VTH.
De bestaande praktijk kent verschillende varianten van afwijkende situaties, die met
deze wijzigingsregeling tijdelijk worden geformaliseerd. Bij beëindiging van de uitzonderingssituatie
zal aanpassing van de Regeling omgevingsrecht plaatsvinden om de gewenste situatie,
congruentie tussen de werkgebieden van de omgevingsdiensten en die van de veiligheidsregio’s,
te realiseren. Het tijdstip van beëindiging wordt op een later moment bepaald.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdelen A en B
De wijzigingen in deze onderdelen betreffen wetstechnische correcties in verband met
de inwerkingtreding van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015.
Onderdeel C
In dit onderdeel (artikel 10.7 (nieuw)) worden kringen van gemeenten aangewezen die
samen een omgevingsdienst hebben ingesteld, waarvan het werkgebied afwijkt van dat
van een of meer veiligheidsregio’s. De omgevingsdiensten, die zijn ingesteld door
de aangewezen kringen van gemeenten, zijn ook in dit artikel genoemd omdat het bestaande
omgevingsdiensten zijn, die een relatie hebben met de veiligheidsregio waarin die
gemeenten zijn gelegen, hoewel die relatie afwijkend is.
In een aantal gevallen is sprake van meerdere omgevingsdiensten binnen één veiligheidsregio.
Zo zijn in de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland drie omgevingsdiensten actief.
Dat zal in de toekomst teruggebracht moeten worden tot één omgevingsdienst. De betreffende
gemeenten die tot de kringen behoren zijn aangewezen in onderdelen a tot en met c.
In de veiligheidsregio’s Gelderland Midden, Gelderland Zuid, Utrecht en Hollands Midden
zijn per veiligheidsregio twee omgevingsdiensten actief. Ook hier is het de bedoeling
dat er uiteindelijk één omgevingsdienst per veiligheidsregio zal zijn. De deelnemende
gemeenten zijn aangewezen in de onderdelen d en e, onderscheidenlijk f en g, onderscheidenlijk
h en i, onderscheidenlijk l en m.
In drie andere gevallen is de omgevingsdienst samengesteld uit een aantal gemeenten
afkomstig uit meerdere veiligheidsregio’s, maar niet uit alle gemeenten in die veiligheidsregio’s.
Daarmee komt het werkgebied van die omgevingsdiensten niet overeen met het werkgebied
van een of meer veiligheidsregio’s.
Deze situatie doet zich onder andere voor bij de omgevingsdienst IJmond. Hier maken
gemeenten van twee veiligheidsregio’s deel uit van de omgevingsdienst. Deze kring
van gemeenten is aangewezen in onderdeel j.
Een gelijksoortige situatie doet zich voor bij de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
(NZKG). Hier beslaat het werkgebied van de omgevingsdienst het werkgebied van de veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland en daarnaast gemeenten uit twee verschillende andere veiligheidsregio’s.
Deze kring van gemeenten is aangewezen in onderdeel k.
De omgevingsdiensten NZKG en IJmond bedienen gezamenlijk gemeenten uit drie veiligheidsregio’s.
Tot slot komt het werkgebied van de omgevingsdienst Midden-West Brabant niet volledig
overeen met de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Omdat de gemeente Heusden
ook in die omgevingsdienst deelneemt maar is gelegen in de veiligheidsregio Brabant-Noord,
wijkt het werkgebied van de omgevingsdienst Midden-West Brabant af van dat van de
veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Deze kring van gemeenten is aangewezen in
onderdeel n.
Artikel II
Het tarief voor een aanvraag tot erkenning als bedoeld in artikel 10a van de Wet vervoer
gevaarlijke stoffen is met een eerdere wijzigingsregeling3 abusievelijk op € 4.708,– vastgesteld. Voor de berekening van het tarief is het benodigde
aantal uren voor de verschillende werkzaamheden bij de verlening van een erkenning
vermenigvuldigd met het door de ILT gehanteerde uurtarief. Dat resulteerde in een
tarief van € 7.642,–. Met de onderhavige wijziging wordt alsnog een voor de ILT kostendekkend
tarief voor de te verrichten werkzaamheden opgenomen.
Artikel III
Deze regeling treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de wet VTH in werking
treedt. De wet VTH treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het koninklijk besluit tot vaststelling van het tijdstip
van inwerkingtreding van die wet wordt geplaatst. Het tijdstip van inwerkingtreding
van deze regeling zal, evenals dat van de wet, afwijken van de vaste verandermomenten
en van de geldende invoeringstermijn. Deze afwijking is gerechtvaardigd omdat dit,
gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen voorkomt (aanwijzing
174, onder 4, onder a, van de aanwijzingen voor de regelgeving). Het is van belang
dat de bestaande kringen van gemeenten die een omgevingsdienst vormen waarvan het
werkgebied niet congruent is met dat van een of meer veiligheidsregio’s tijdelijk
worden geformaliseerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma