Besluit van de algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 22 februari 2016, nr. 2016-154, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de algemeen directeur ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit DT&V Ministerie van Veiligheid en Justitie 2016)

De algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011;

BESLUIT:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit DGVZ Ministerie van Veiligheid en Justitie 2015 aan de algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie of hun afdeling betreffen ondermandaat verleend aan:

  • a. de directeur Internationale aangelegenheden;

  • b. de directeur Ondersteuning en Voorbereiden Terugkeer;

  • c. de directeur Toezicht en Maatregelen;

  • d. het hoofd van de afdeling Strategisch advies;

  • e. het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering.

Artikel 2

Als bevoegd gezag als bedoeld in het Algemeen Rijksambtenarenreglement, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Als bevoegd om besluiten te nemen op het terrein van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap, alsmede daaraan gerelateerde besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens, verzoeken om schadevergoeding en de behandeling van klachten, worden aangewezen de ambtenaren genoemd in kolom 1 van bijlage 3 bij dit besluit voor zover het betreft de rechtshandelingen, genoemd in de overige kolommen van die bijlage.

Voor het nemen van besluiten over de toekenning van subsidies in het kader van de REAN regeling en Ondersteuning Zelfstandig Vertrek (OZV), worden aangewezen de ambtenaren genoemd in kolom 1 van bijlage 3 bij dit besluit voor zover het betreft de rechtshandelingen, genoemd in de overige kolommen van die bijlage.

Artikel 5

Aan de algemeen directeur blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid tot het vaststellen van de kwalitatieve formatie;

  • b. de bevoegdheid tot het nemen van niet-individuele personeelsbeslissingen;

  • c. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake buitenlandse dienstreizen;

  • d. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op basis van artikel 69 ARAR voor zover de schade betrekking heeft op materiële schade;

  • e. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

  • f. de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen voor het huren van panden of het aanschaffen van ICT-apparatuur en/of software;

  • g. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto;

  • h. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van artikel 93 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Artikel 6

  • a. Bij verhindering of afwezigheid van de algemeen directeur is de directeur Internationale Aangelegenheden aangewezen als plaatsvervangend algemeen directeur.

  • b. De in artikel 1 genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in artikel 1 genoemde bevoegdheden.

Artikel 7

Het Mandaatbesluit DT&V Ministerie van Veiligheid en Justitie 2015 (Stcrt. 2015, 21463) van 17 juni 2015, nr. 2015-264a, wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit DT&V Ministerie van Veiligheid en Justitie 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Bijlage 1, 2 en 3 bij dit besluit liggen bij het ministerie ter inzage.

De algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, R. Maas.

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2016 heeft er een herindeling van de organisatiestructuur van de Dienst Terugkeer en Vertrek plaatsgevonden. Dit heeft gevolgen voor de mandaatverlening door de algemeen directeur. Dit mandaatbesluit strekt ertoe de mandaatverlening aan te laten sluiten op de nieuwe organisatiestructuur.

In dit besluit wordt door de algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de directeuren en de hoofden van de staf de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen voor aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen.

De mandaatverlening is nader uitgewerkt in bijlage 1 en 2 van het mandaatbesluit dat ter inzage ligt bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze bijlagen geven aan, aan welke ambtenaren een P-mandaat of een F-mandaat is toegekend. Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het P-mandaat en F-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 (Stcrt. 2011, nr. 22850). Tevens is in bijlage 3 aangegeven welke ambtenaren bevoegd zijn om besluiten te nemen en andere rechtshandelingen te verrichten bij of krachtens de Vreemdelingenwet, de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet toelating en uitzetting BES, alsmede daaraan gerelateerde besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens, verzoeken om schadevergoeding, en de behandeling van klachten. De algemeen directeur kan nadere instructies geven waaraan een gemandateerde zich moet houden in de uitoefening van de bevoegdheden.

Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

De REAN-regeling betreft het programma ‘Return and Emigration of Aliens from the Netherlands’. Dit programma wordt uitgevoerd door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en biedt ondersteuning aan migranten die vrijwillig willen vertrekken uit Nederland. Het IOM is een intergouvernementele organisatie met een hoofdkantoor in Genève. In Nederland is IOM voortgekomen uit de Nederlandse Emigratiedienst, een aantal niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en het ministerie van Sociale Zaken, als onderdeel van de privatisering van overheidstaken in 1991. De REAN-regeling is neergelegd in de Rijksbegroting, onder het hoofdstuk Begroting Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De regeling Ondersteuning Zelfstandig Vertrek (OZV) vindt zijn grondslag in de Subsidieregeling ondersteuning zelfstandig vertrek van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 5 maart 2014 (Stcrt. 2014, 7154).

Ingevolge artikel 4 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012, worden besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger ter instemming voorgelegd aan het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, R. Maas.

Naar boven