Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 februari 2016, nr. VO/786543, houdende wijziging van de Regeling modellen diploma’s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. in verband met de invoering van een aangepaste rekentoets bij ernstige rekenproblemen en het judicium cum laude

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 29, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 30, vijfde lid, van het Staatsexamenbesluit VO;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE REGELING MODELLEN DIPLOMA’S V.W.O.-H.A.V.O.-V.M.B.O.

A

In artikel 1 worden onderdeel b en c geschrapt. De onderdelen d tot en met k worden verletterd tot b tot en met i.

B

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3. Modellen diploma’s vwo, havo en vmbo

  • 1. Als modellen voor de diploma’s eindexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 2a, 2b respectievelijk 2c.

  • 2. Indien op grond van de artikelen 52a en 64 van het Eindexamenbesluit recht bestaat op vermelding van het judicium cum laude op het diploma worden in afwijking van het eerste lid voor de diploma’s eindexamen vwo, havo en vmbo de bijlagen 2a1, 2b1 respectievelijk 2c1 gehanteerd.

C

Artikel 4 komt als volgt te luiden:

Artikel 4. Modellen cijferlijsten vwo, havo en vmbo

De modellen voor de cijferlijsten (en de bijlagen behorend bij de cijferlijsten) eindexamen vwo, havo en vmbo worden vastgesteld volgens de bijlagen 3a voor vwo, 3b voor havo, respectievelijk 3c, 3c1 en 3c2 voor het vmbo.

D

Artikel 5 komt als volgt te luiden:

Artikel 5. Modellen voorlopige cijferlijsten vwo, havo en vmbo

De modellen voor de voorlopige cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de voorlopige cijferlijsten eindexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs worden vastgesteld volgens respectievelijk de bijlagen 4a, 4b, 4c, 4c1 en 4c2 bij deze regeling.

E

Artikel 9, onderdeel a, komt als volgt te luiden:

  • a. de cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de cijferlijsten deeleindexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (theoretische leerweg) worden vastgesteld volgens respectievelijk de bijlagen 8a voor vwo, 8b voor havo en 8c voor vmbo;

F

Artikel 10 komt als volgt te luiden:

Artikel 10. Modellen staatsexamen diploma’s, certificaten en cijferlijsten vwo, havo en vmbo

Als modellen voor:

  • a. de diploma’s staatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 10a, 10b respectievelijk 10c of, indien op grond van de artikelen 30a en 43d van het Staatsexamenbesluit recht bestaat op vermelding van het judicium cum laude op het diploma, de bijlagen 10a1 voor vwo, 10b1 voor havo respectievelijk 10c1 voor vmbo;

  • b. de cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de cijferlijsten staatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 11a voor vwo, 11b voor havo, respectievelijk 11c, 11c1 en 11c2 voor vmbo;

  • c. de cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de cijferlijsten deelstaatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 12a voor vwo, 12b voor havo, respectievelijk 12c, 12c1 en 12c2 voor vmbo;

  • d. de certificaten staatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 13a voor vwo, 13b voor havo, respectievelijk 13c voor vmbo.

G

Na artikel 12 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a. Aanvullende grondslag

Deze regeling is mede gebaseerd op artikel 52c van het Eindexamenbesluit VO.

H

De bijlagen 1, 3a, 3b, 3c, 3c1, 4a, 4b, 4c, 4c1, 8a, 8b, 8c, 11a, 11b, 11c1, 12a, 12b, 12c en 12c1 worden vervangen door bijlagen 1, 3a, 3b, 3c, 3c1, 4a, 4b, 4c, 4c1, 8a, 8b, 8c, 11a, 11b, 11c1, 12a, 12b, 12c en 12c1.

I

Aan de bijlagen worden ingevoegd de bijlagen 2a1, 2b1, 2c1, 3c2, 4c2, 10a1, 10b1, 10c1, 11c, 11c2 en 12c2.

J

De bijlagen 3a1, 3b1, 4a1, 4b1, 8a1, 8b1, 8c1, 11a1, 11b1, 12a1 en 12b1 komen te vervallen.

K

1. In de bijlagen 14a en 14b wordt ‘Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.’ vervangen door ‘Eindexamenbesluit VO’ en wordt ‘Besluit staatsexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. 2000’ vervangen door ‘Staatsexamenbesluit VO’.

2. In de bijlagen 10a, 10b, 10c, 13a, 13b, 13c, 14a en 14b wordt ‘College voor examens’ vervangen door ‘College voor toetsen en examens’ en wordt ‘Wet College voor examens’ vervangen door ‘Wet College voor toetsen en examens’.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ DE REGELING MODELLEN DIPLOMA’S V.W.O.-H.A.V.O.-V.M.B.O.

Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier

ALGEMEEN

Veiligheidseisen papier waardedocumenten

Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en vervalsing tegengaat. Het papier dient daarom te voldoen aan: een uniek watermerk, UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag die verkleurt bij mechanische of chemische aantasting. Dit papier moet zorgvuldig uit handen van onbevoegden worden gehouden.

Gebruik van de modellen

Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken op de cijferlijst:

  • of ongeldig gemaakt voor zover ze niet worden gebruikt;

  • of hun aantal wordt aangepast aan het aantal vakken van de kandidaat.

Op grond van artikel 53, tweede lid, van het Eindexamenbesluit wordt de rekentoets niet op de certificaten vermeld, indien de toets niet is afgelegd of indien voor de toets een eindcijfer lager dan een 6 is behaald. In die gevallen wordt de regel op het certificaat voor de vermelding van de rekentoets ongeldig gemaakt.

Naamvermelding van de school

Op de examendocumenten wordt steeds – voor zover van toepassing – achter het woord ‘aan’ vermeld: de naam van de school voor voortgezet onderwijs of instelling voor educatie en beroepsonderwijs (ROC). Betreft het een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, dan komt er na ‘aan’ te staan: de opleiding v.a.v.o. van .... De naam van de school of de instelling is de naam zoals geregistreerd in de basisregistratie instellingen (BRIN). Een ‘andere’ locatienaam mag hieraan worden toegevoegd, mits deze als zodanig is geregistreerd in BRIN. Na de naam van de school/instelling volgt in dat geval een komma en het woord ‘locatie’ gevolgd door de naam van de locatie.

Ondertekening

Ingevolge artikel 52 van het Eindexamenbesluit tekenen de directeur en de secretaris van het eindexamen de diploma’s en de cijferlijsten. De functionarissen die de examendocumenten moeten tekenen zijn en blijven onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de ondertekening. Tenzij anders bepaald door het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd gezag hen die bevoegdheid heeft gegeven, een andere functionaris, die door hen daartoe schriftelijk gemandateerd is, laten tekenen, doch slechts met vermelding van ‘namens deze’ gevolgd door de handtekening, de naam en de functie van de ondertekenaar. De handtekening moet feitelijk (met pen) geschreven worden. Een gescande of gekopieerde handtekening is niet toegestaan.

Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale directie. Op het diploma dient dan voor directeur te worden gelezen de centrale directie. De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen van de diploma’s. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid overdraagt.

Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de school wordt vermeld om kandidaten en ouders hiervan op de hoogte te stellen.

Vaknamen

De te hanteren wettelijke benamingen van de vakken staan opgenomen in een bijlage bij de jaarlijks te publiceren Regeling elementcodetabel voortgezet onderwijs (VO), opleidingentabel volwasseneneducatie en vakcodetabel VO en volwasseneneducatie.

Voor de rekentoets zullen verschillende aanduidingen worden gehanteerd. Dit is afhankelijk van de aard en het niveau van de rekentoets. De volgende varianten kunnen worden onderscheiden: 2F, 3F, 2ER, 3ER. Het hoogst behaalde resultaat mag op de cijferlijst worden geplaatst. Wanneer de leerling heeft gekozen voor herkansing op een hoger niveau of voor de rekentoets ER, kiezen de directeur en leerling (conform artikel 47, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit dan wel artikel 24, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit) samen of ‘hoogst behaald’ het resultaat voor de reguliere rekentoets, de rekentoets ER, of de rekentoets op het hogere niveau is.

Cijferlijsten algemeen

De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft door die instellingen verzorgde opleidingen v.a.v.o., geregeld in artikel 52, eerste lid, van het Eindexamenbesluit en voor staatsexamens in artikel 30, eerste en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit.

Op de cijferlijst voor het (deel)eindexamen/staatsexamen wordt/worden in de cijfer-/beoordelingstabel voor zover van toepassing vermeld:

  • de cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen en het centraal examen (op één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers (zonder decimalen): artikel 35 van het Eindexamenbesluit/artikel 15 van het Staatsexamenbesluit, artikel 42 van het Eindexamenbesluit/artikel 20 van het Staatsexamenbesluit, artikel 47 van het Eindexamenbesluit en artikel 24 van het Staatsexamenbesluit,

  • het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen’ welk cijfer herhaald wordt bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met alleen een schoolexamen respectievelijk college-examen: artikel 35, eerste lid en artikel 47, derde lid, van het Eindexamenbesluit/artikel 15, eerste lid en artikel 24, derde lid, van het Staatsexamenbesluit,

  • de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,

  • het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk (zie profielen vwo en havo),

  • het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk in het vmbo,

  • de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding in het vwo en havo,

  • de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg in het vmbo,

  • volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO is geëxamineerd in het vmbo,

  • de eindcijfers voor de examenvakken met inbegrip -voor zover het vwo en havo betreft- van de vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer en het eindcijfer bepaald voor het combinatiecijfer (inclusief het profielwerkstuk),

  • de beoordeling van de maatschappelijke stage, en

  • de uitslag van het eindexamen (zie voor de uitslagbepaling de artikelen 49 en 50 van het Eindexamenbesluit/de artikelen 26 en 26a van het Staatsexamenbesluit).

Vanaf het schooljaar 2015–2016 wordt het resultaat van de rekentoets vermeld op de cijferlijst. Dit geldt nog niet voor het vmbo-bb, waar de rekentoets pas later meetelt voor het diploma. Voor het vmbo-bb wordt tot die tijd nog gebruik gemaakt van de oude cijferlijst met de ‘rekentoetsbijlage’ bij de cijferlijst. Zie verderop.

Extra vakken

Indien in meer examenvakken examen is afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden die vakken vermeld in het vrije deel. Extra vakken die niet bij de vaststelling van de uitslag zijn betrokken worden (op grond van artikel 52, derde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit) in het vrije deel op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit.

Vak aan andere school

Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 8 van het Eindexamenbesluit, dan wordt achter het betreffende vak tussen haakjes vermeld: (de naam van de andere school), zoals opgenomen in BRIN.

Vrijstelling of ontheffing

Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit, regelt de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling heeft of ontheffing is verleend bij het eind/staatsexamen. In alle gevallen waarbij er sprake is van ontheffing of vrijstelling en de vakken zonder vermelding van een cijfer op de cijferlijst worden vermeld, wordt op de plaats voor het cijfer ‘Vr’ vermeld. (Zie ook profielen vwo en havo). Het is ook toegestaan op de plaats voor het cijfer in plaats van ‘Vr’ het woord ‘Vrijstelling’ of ‘Ontheffing’ voluit te vermelden.

Vrijstelling of ontheffing van de rekentoets

Bij een vrijstelling of ontheffing van de rekentoets wordt het eerder behaalde cijfer vermeld op de cijferlijst (artikel 52, zevende lid, van het Eindexamenbesluit). Vrijstelling of ontheffing is geregeld in de artikelen 9 tot en met 13, 22, 24 of 25 van het Eindexamenbesluit en artikel 10 van het Staatsexamenbesluit. Kandidaten die in het jaar voorafgaand aan het jaar van invoering van de rekentoets een pilotrekentoets hebben afgelegd en daarvoor ten minste het cijfer 5 hebben behaald, zijn op grond van het overgangsrecht in artikel VII, derde lid, van het Besluit van 23 april 2012 tot wijziging van het Eindexamenbesluit VO en het Staatsexamenbesluit VO (Stb. 2012, 217) vrijgesteld van de rekentoets.

Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden

Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’ of ‘goed’ is gegeven, wordt deze beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in de kolom ‘in letters’).

Niet afgeronde onderdelen

Voor de onderdelen die niet naar behoren zijn afgerond en waarvoor geen cijfer, voldoende, onvoldoende of goed kan worden ingevuld, wordt de vermelding ‘n.a.’ (niet afgerond) ingevuld.

Vermelding van vakken of de rekentoets die op een hoger niveau zijn afgelegd

Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst vermeld met de naam van het vak uit het betreffende niveau met de toevoeging van dat niveau tussen haakjes. Bij de schoolsoort vmbo kan de rekentoets op een hoger niveau worden afgelegd. Dit blijkt uit de aanduiding 3F of 3ER in plaats van 2F of 2ER op de cijferlijst, of – in geval van vmbo-bb – de aanduiding ‘havo’ in plaats van vmbo op de bijlage bij de cijferlijst. Een nadere uitwerking wordt gegeven onder de schoolsoorten.

Uitslag

Bij ‘uitslag’ voor het eindexamen of staatsexamen wordt ingevuld (zie artikel 48, tweede lid, van het Eindexamenbesluit/artikel 25, vijfde lid, van het Staatsexamenbesluit):

  • ‘geslaagd’ als de kandidaat geslaagd is en een diploma ontvangt,

  • ‘afgewezen’, in het geval een kandidaat is afgewezen.

Bijlage bij de cijferlijst in verband met de rekentoets

Op de bijlage bij de cijferlijst – die alleen voor vmbo-bb nog wordt gehanteerd – wordt over de rekentoets vermeld:

  • in het vakje ‘niveau’: tussen haakjes de schoolsoort (vmbo);

  • in het vakje ‘schooltype’: tussen haakjes de leerweg (bb);

  • in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen)als bedoeld in artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, van het Staatsexamenbesluit.

Voorlopige cijferlijst

Indien de kandidaat een centraal examen, een afsluitend schoolexamen in een of meer vakken of de rekentoets heeft afgelegd in het voorlaatste leerjaar en vervolgens de school verlaat zonder het eindexamen te voltooien, ontvangt hij een ‘voorlopige cijferlijst’. De resultaten van die vakken of de rekentoets moeten zijn aangeleverd in BRON.

Een voorlopige cijferlijst wordt dus uitgereikt voordat de uitslag van het betreffende eindexamen definitief kan worden vastgesteld (artikel 52c van het Eindexamenbesluit). Op basis van de voorlopige cijferlijst kan de nieuwe school het onderwijsprogramma van de kandidaat vaststellen.

De resultaten op de voorlopige cijferlijst worden betrokken bij de vaststelling van de uitslag van het betreffende eindexamen en overgenomen op de cijferlijst die op grond van de definitieve uitslag wordt uitgereikt. De voorlopige cijferlijst komt dan te vervallen.

Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van toepassing vermeld:

  • de afgesloten vakken met de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen (op één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers zonder decimalen,

  • het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen’ welk cijfer herhaald wordt bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met een schoolexamen,

  • de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,

  • het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk,

  • het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk,

  • de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding in vwo en havo,

  • de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg in vmbo,

  • volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit is geëxamineerd in het vmbo, en

  • het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd (waarbij het cijfer voor het schoolexamen wordt herhaald en het nieuwe cijfer voor het centraal examen en nieuwe eindcijfer wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste leerjaar geen herkansing heeft plaatsgevonden, wordt op de voorlopige cijferlijst achter ‘opnieuw centraal examen is afgelegd in’ niet van toepassing vermeld, als volgt: n.v.t.

Op de voorlopige cijferlijst wordt geen sector of profiel vermeld.

Bijlage bij de voorlopige cijferlijst in verband met de rekentoets

Indien de rekentoets is afgelegd, wordt op de bijlage – die alleen voor vmbo-bb nog wordt gehanteerd – bij de voorlopige cijferlijst over de rekentoets vermeld:

  • in het vakje ‘niveau’: tussen haakjes de schoolsoort (vmbo);

  • in het vakje ‘schooltype’: tussen haakjes de leerweg (bb);

  • in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen). Zie artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, van het Staatsexamenbesluit.

Cijferlijst deeleindexamen vavo en deelstaatsexamen

Op de cijferlijst van de kandidaat die deeleindexamen of deelstaatsexamen heeft afgelegd, wordt vermeld:

  • de cijfers van alle vakken waarin deeleindexamen/deelstaatsexamen is afgelegd,

  • de eindcijfers voor de examenvakken,

  • de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,

  • voor zover van toepassing: het profiel- of sectorwerkstuk.

De eisen aan de cijferlijst voor het deeleindexamen zijn geregeld in artikel 53, eerste en tweede lid, van het Eindexamenbesluit; voor het deelstaatsexamen is dat gebeurd in artikel 31, eerste lid en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit.

Bijlage bij de cijferlijst deelstaatsexamen

Op de bijlage – die alleen voor vmbo-bb nog wordt gehanteerd – bij de cijferlijst staatsexamen wordt over de rekentoets vermeld:

  • in het vakje ‘niveau’: tussen haakjes de schoolsoort (vmbo);

  • in het vakje ‘schooltype’: tussen haakjes de leerweg (bbl);

  • in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen). Zie artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, van het Staatsexamenbesluit.

Certificaat

De kandidaat die definitief voor het eindexamen vmbo, vavo of staatsexamen is afgewezen, ontvangt een certificaat (artikel 53, tweede en derde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 31, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit).

Op het certificaat wordt voor zover van toepassing vermeld:

  • het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald; de school kan wanneer nodig meer regels toevoegen,

  • het vak of de vakken, het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk of het thema of titel van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met ‘goed’ of voldoende’,

  • de rekentoets waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald.

Getuigschrift

Op het getuigschrift basisberoepsgerichte leerweg wordt vermeld:

  • het met goed gevolg afgesloten gedeelte van het examenpakket,

  • voor zover van toepassing: de rekentoets (artikel 23, zevende lid, van het Eindexamenbesluit).

Op het getuigschrift praktijkonderwijs worden vermeld:

  • de in dit onderwijs gevolgde vakken.

Bewijs van ontheffing

Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij het verwerven van het diploma’, de schoolsoort voluit te worden vermeld met indien van toepassing: de leerweg.

Afwijkende/bijzondere vermeldingen:

  • 1. n.a. = niet afgerond

  • 2. (naam van een andere school)

  • 3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing1

  • 4. (afkorting leerweg of schoolsoort): toevoeging bij een vak of – bij vmbo-bb – de rekentoets op hoger niveau

    kaderberoepsgerichte leerweg: kb

    gemengde leerweg: gl

    theoretische leerweg: tl

    hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo

    voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo

  • 5. n.v.t. indien:

    • a. geen gebruik is gemaakt van het recht op herkansen (voorlopige cijferlijst)

    • b. meer cijferlijsten worden uitgereikt en het profielwerkstuk maar op één cijferlijst past

  • 6. toegestane afkortingen vaknamen: ckv en kcv

PROFIELEN VWO EN HAVO

Diploma vwo en havo

Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’, dan wordt de naam van de betreffende profielen vermeld op het diploma ingevolge artikel 52, tweede lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30, derde lid, van het Staatsexamenbesluit.

Op het diploma eindexamen vwo wordt achter eindexamen vermeld: gymnasium of atheneum.

Indien een kandidaat ingevolge artikel 52a, eerste lid, van het Eindexamenbesluit of artikel 30a, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit, is geslaagd met toekenning van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op het diploma van deze kandidaat. Voor havo en vmbo worden daarbij ook de tijdelijke bepalingen van artikel 64 van het Eindexamenbesluit dan wel artikel 43d van het Staatsexamenbesluit in acht genomen.

Cijferlijsten vwo en havo

Voor:

  • de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-, profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,

  • welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen vwo/havo en vermeld op de cijferlijst,

  • de vermelding van de maatschappelijke stage,

  • de vermelding van de rekentoets,

wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:

  • artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),

  • artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),

  • artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.

Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.

Profielvermelding

Op de cijferlijst voor het eindexamen wordt in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform het profiel’, de officiële benaming van het profiel vermeld (zoals genoemd in het derde lid van artikel 12 van de WVO).

In het geval een kandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.

Aangepaste vakbenamingen

De volgende vakken uit de ‘nieuwe’ profielen die overeenkomen met vakken uit de ‘oude’ profielen, hebben een andere naam gekregen:

oud

nieuw

maatschappijleer (profieldeel of vrij deel)

maatschappijwetenschappen

lichamelijk opvoeding 2

bewegen, sport en maatschappij

ckv2

kunst (algemeen)

de ckv2,3-varianten komen overeen met:

kunst (beeldende vormgeving),

kunst (muziek),

kunst (dans),

kunst (drama)

ckv1 (gemeenschappelijk deel)

ckv

handenarbeid en textiele werkvormen

handvaardigheid en textiele vormgeving

letterkunde

literatuur

Combinatiecijfer

Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt overeenkomstig de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5): artikel 50, vierde lid, van het Eindexamenbesluit. Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk deel) is een asterisk *) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer (zie artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit), welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’ worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters). Inclusief het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt in de daarvoor bestemde kolom met vermelding van de titel of het onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking heeft.

Naast de relatief kleine (becijferde) vakken maakt ook het profielwerkstuk onderdeel uit van het combinatiecijfer.

De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen van alle lager zijn dan een 4: artikel 50, eerste lid, onder d. In de uitslagregel wordt het combinatiecijfer beschouwd als het eindcijfer van één vak.

Vakken die in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn:

In het havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk;

In het vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.

Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer (zie voorwaarde: artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit):

  • Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of dat dit onderdeel in het cijfer voor de talen wordt meegenomen. Als het apart wordt becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval dienen de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.

  • Kcv. Scholen kunnen ervoor kiezen om klassieke culturele vorming (kcv) onderdeel te laten uitmaken van het combinatiecijfer. Hier wordt dan ‘klassieke culturele vorming’, vermeld, met dien verstande dat deze vakbenaming mag worden afgekort tot kcv. Wordt hier niet voor gekozen, dan dient kcv onderdeel te zijn van het schoolexamen van de klassieke talen en wordt de klassieke taal en literatuur met kcv, vermeld.

  • Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen worden toegevoegd aan het combinatiecijfer. Het gaat hier om één vak, maar de school kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen vak dat de school alleen met toestemming van de minister als examenvak kan aanbieden.

  • Algemene natuurwetenschappen, dat bij het havo niet meer voorkomt in het gemeenschappelijke deel, kan bij die schoolsoort wel deel uitmaken van het vrije deel. De school kan dit ter keuze laten aan de leerling, maar kan ook besluiten om het vak verplicht te stellen voor alle leerlingen of voor leerlingen met een bepaald profiel. Het cijfer voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer (volgens artikel 49 van het Eindexamenbesluit).

Vrijstelling of ontheffing
Ontheffing van een taal

Indien in het atheneum ontheffing is verleend voor het volgen van een taal (op grond van artikel 26e, lid 4, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.), waarbij de taal moet worden vervangen door een ander examenvak (als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel), dan wordt dat examenvak vermeld op de cijferlijst in plaats van de vervangen taal (dus in het gemeenschappelijke deel).

Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk oud naar nieuw

Indien reeds eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op een of meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende tot het profiel van de kandidaat en waarvoor een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald, kan de kandidaat daar op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit/artikel 10 van het Staatsexamenbesluit voor worden vrijgesteld.

Vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van deze artikelen worden op de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder behaalde cijfer (zie artikel 52, lid 5, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, lid 6, van het Staatsexamenbesluit). Hierop bestaat een uitzondering indien de kandidaat zijn profielwerkstuk volgens de ‘oude profielen’ heeft gedaan, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ en vervolgens het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen wil behalen. Het volgende is dan mogelijk:

  • in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk: ‘vr’ vermeld,

  • het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd, of

  • de kandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw profielwerkstuk in.

Combinatiecijfer aan het vavo/staatsexamen

Indien achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld en de vakken anw en maatschappijleer hoeven geen deel uit te maken van het eindexamen en er zijn geen andere onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer, dan wordt ook achter ‘het combinatiecijfer’: ‘vr’ vermeld.

Vermelding van vwo-vak in plaats van havo-vak

Op het havo kunnen een of meer vakken worden vervangen door de overeenkomstige vakken op vwo-niveau. Bij toepassing van deze mogelijkheid wordt achter het afgesloten overeenkomstige vwo-vak op de havo-cijferlijst tussen haakjes opgenomen: (vwo). Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit, regelt dat de vakken waarvoor de kandidaat (met diploma) in het havo of vwo is vrijgesteld op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld op de cijferlijst met overname van de eerder behaalde resultaten.

Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)

Indien de kandidaat met het profiel cultuur en maatschappij het eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving, muziek, drama of dans) in het vrije deel om te voldoen aan de verplichting dat in dat vrije deel het eindexamen tenminste één vak omvat met een normatieve studielast van tenminste 320 (havo, of 440 bij vwo) studielasturen en hij ook als onderdeel van het profieldeel reeds eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (een andere variant), wordt het onderdeel kunst (algemeen) in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende verdiepende en/of verbredende onderdelen op het gebied van kunst in het schoolexamen met een normatieve studielast van tenminste 120 (havo, of 160 in vwo) studielasten, door het bevoegd gezag te bepalen. Er is dan dus geen centraal examen. Op de cijferlijst wordt dan ook alleen het cijfer voor het schoolexamen vermeld.

LEERWEGEN VMBO

Diploma

Op het diploma wordt niet alleen de leerweg, maar ook de sector(en) vermeld. Dit houdt in dat op de regel die volgt na ‘aan het eindexamen’ de officiële naam van de betreffende leerweg wordt ingevuld met daar achter ‘conform de sector’ met vermelding van de officiële naam van de gevolgde sector, zoals genoemd in:

  • artikel 10b van de WVO (basisberoepsgerichte leerweg),

  • artikel 10b van de WVO (kaderberoepsgerichte leerweg),

  • artikel 10d van de WVO (gemengde leerweg),

  • artikel 10 van de WVO (theoretische leerweg).

Indien de kandidaat kan slagen voor meer dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) vermeld.

Een leerling die de gemengde leerweg met een extra algemeen vak heeft afgerond ontvangt op zijn verzoek een diploma vmbo theoretische leerweg en een bijbehorende cijferlijst; zie artikel 52, lid 8, van het Eindexamenbesluit. Het eindexamen van de theoretische leerweg kan, door wijziging van artikel 22 van het Eindexamenbesluit, een extra vak omvatten dat behoort tot het eindexamen van de gemengde leerweg. Hierdoor kan het door de kandidaat afgelegde beroepsgerichte programma vermelding krijgen op de cijferlijst van de theoretische leerweg.

Op het diploma van een kandidaat die is geslaagd, wordt – indien van toepassing – ingevolge artikel 52a, tweede of derde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30a, tweede of derde lid, van het Staatsexamenbesluit, het judicium cum laude vermeld.

Indien een kandidaat ingevolge artikel 52a, tweede of derde lid, van het Eindexamenbesluit of artikel 30a, tweede of derde lid, van het Staatsexamenbesluit, is geslaagd met toekenning van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op het diploma van deze kandidaat. Voor havo en vmbo worden daarbij ook de tijdelijke bepalingen van artikel 64 van het Eindexamenbesluit dan wel artikel 43d van het Staatsexamenbesluit in acht genomen.

Cijferlijsten

Voor:

  • de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk, sector- en (het minimum aantal van het) vrije deel,

  • welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen vmbo en vermeld op de cijferlijst,

  • de vermelding van de maatschappelijke stage,

  • de vermelding (voor vmbo-bb: op de bijlage bij de cijferlijst) van de rekentoets,

wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:

  • artikel 22 voor zover het betreft het eindexamen vmbo theoretische leerweg,

  • artikel 23 voor zover het betreft het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg,

  • artikel 24 voor zover het betreft het eindexamen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg,

  • artikel 25 voor zover het betreft het eindexamen vmbo gemengde leerweg.

Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.

Vermelding leerweg én sector(en)

Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’ de leerweg conform de sector(en) vermeld. Indien de kandidaat kan slagen voor meer dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) op de cijferlijst vermeld. De cijferlijst wordt bij de verdeling van de vakken over het sector- en het vrije deel, overeenkomstig de eerstgenoemde sector ingevuld.

Sectorwerkstuk

De vermelding van ‘thema of titel van sectorwerkstuk’ is alleen voor de theoretische en de gemengde leerweg van toepassing en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg weggelaten te worden.

Sector landbouw

Binnen het examenprogramma voor de afdeling Landbouw en natuurlijke omgeving leggen leerlingen examen af in combinaties van exameneenheden van twee vakrichtingen en – bij de kaderberoepsgerichte leerweg – ondersteunende vakken. Daarbij is de combinatie van twee beroepsondersteunende vakken niet mogelijk. Deze combinaties dienen volledig te worden uitgeschreven op de cijferlijst. Per combinatie wordt op de cijferlijst één cijfer beroepsgericht programma Landbouw en natuurlijke omgeving vermeld.

Voorgaande geldt niet voor het intrasectoraal programma landbouw-breed.

Vak of rekentoets op hoger niveau

Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau af te sluiten, dan wordt achter de desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen haakjes de leerweg (kb, gl of tl) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld op de cijferlijst.

Indien bij de schoolsoort voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, basisberoepsgerichte leerweg, toepassing is gegeven aan de mogelijkheid om de rekentoets op een hoger niveau af te leggen, wordt op de bijlage bij de cijferlijst in het vakje ‘niveau’ tussen haakjes de hogere schoolsoort (havo) vermeld. In de overige gevallen volgt het hogere niveau uit de aanduiding op de cijferlijst van de rekentoets zelf (‘rekentoets 3F’ of ‘rekentoets 3ER’).

Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit regelt dat vakken waarvoor de kandidaat met diploma basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd examen in vakken van de theoretische leerweg of vwo/havo, op de cijferlijst worden vermeld met overname van de eerder behaalde resultaten.

Leer-werktraject

Indien het een leer-werktraject-basisberoepsgerichte leerweg betreft, dan worden minimaal de cijfers van het vak Nederlandse taal (gemeenschappelijk deel), het beroepsgerichte programma (vrije deel) en de rekentoets vermeld (zie artikel 10b1 van de WVO).

BIJLAGE 2A1

BIJLAGE 2B1

BIJLAGE 2C1

BIJLAGE 3A

BIJLAGE 3B

BIJLAGE 3C

BIJLAGE 3C1

BIJLAGE 3C2

BIJLAGE 4A

BIJLAGE 4B

BIJLAGE 4C

BIJLAGE 4C1

BIJLAGE 4C2

BIJLAGE 8A

BIJLAGE 8B

BIJLAGE 8C

BIJLAGE 10A1

BIJLAGE 10B1

BIJLAGE 10C1

BIJLAGE 11A

BIJLAGE 11B

BIJLAGE 11C

BIJLAGE 11C1

BIJLAGE 11C2

BIJLAGE 12A

BIJLAGE 12B

BIJLAGE 12C

BIJLAGE 12C1

BIJLAGE 12C2

TOELICHTING

In verband met de invoering van de rekentoets voor leerlingen met ernstige rekenproblemen (rekentoets ER; Stb. 2015, 424), alsmede de invoering van het judicium cum laude op het diploma (Stb. 2015, 340), is wijziging van de Regeling modellen diploma’s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. noodzakelijk.

De maatregel om het judicium cum laude toe te kennen op het diploma bij een eindexamencijfer van gemiddeld 8,0 of hoger is een van de maatregelen uit het Plan van Aanpak Toptalenten 2014–2018 (Kamerstukken II 2013/2014, 33 750 VIII, nr. 99). In het Eindexamenbesluit VO, het Staatsexamenbesluit VO, het Eindexamenbesluit VO BES en het Staatsexamenbesluit VO BES zijn de uitslagregelingen aangevuld met criteria om te bepalen wanneer aan een eindexamenresultaat het judicium cum laude kan worden verleend.

De beoordeling van de rekentoets wordt uitgedrukt in een cijfer. In de schooljaren 2013–2014 en 2014–2015 werd het resultaat van de rekentoets voor alle schoolsoorten en leerwegen op een bijlage bij de cijferlijst vermeld. Vanaf het schooljaar 2015–2016 wordt het resultaat van de rekentoets vermeld op de cijferlijst onder ‘vakken van het gemeenschappelijke deel / rekentoets’. Voor de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo (vmbo-bb) wordt tijdelijk nog gebruik gemaakt van de oude cijferlijst met de ‘rekentoetsbijlage’ bij de cijferlijst. Daarom is er ook voorzien in aparte modellen voor vmbo-bb.

Voor de rekentoets zullen verschillende vaknamen worden gehanteerd. Dit is afhankelijk van de aard en het niveau van de rekentoets. De volgende varianten kunnen worden onderscheiden: 2F, 3F, 2ER, 3ER. Het hoogst behaalde resultaat mag op de cijferlijst worden geplaatst. Wanneer de leerling voor één of meerdere van zijn kansen heeft gekozen voor een hoger niveau of voor de rekentoets ER, kiezen de directeur en leerling samen of ‘hoogst behaald’ het resultaat voor het reguliere rekentoets, rekentoets ER, of de rekentoets op het hogere niveau is.

Artikel 52c van het Eindexamenbesluit VO is toegevoegd aan de grondslagen van de regeling. Dit artikel betreft het oude artikel 52a, dat bij besluit van 24 augustus 2015 (Stb. 2015, 340) is vernummerd.

Administratieve lasten

De wijzigingen leiden niet tot een toename of afname van de administratieve lasten. Wel nemen de uitvoeringslasten af, doordat alleen voor vmbo-bb leerlingen nog een ‘rekentoetsbijlage’ bij de cijferlijst hoeft te worden gevoegd.

Inwerkingtreding en vaste verandermomenten

Conform de afspraken voor vaste verandermomenten, treden de wijzigingen in werking op 1 april 2016. Indien de standaard termijn zou worden aangehouden om de wijziging van de regeling ten minste twee maanden voor inwerkingtreding te publiceren, zou de inwerkingtredingsdatum 1 juli 2016 moeten worden. Die datum is voor scholen te laat in verband met de diplomering. Om die reden wordt van deze termijn afgeweken.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Het is ook toegestaan om i.p.v. een afkorting ‘vrijstelling’ of ‘ontheffing’ voluit te vermelden.

Naar boven