BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ DE REGELING MODELLEN DIPLOMA’S V.W.O.-H.A.V.O.-V.M.B.O.
Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier
ALGEMEEN
Veiligheidseisen papier waardedocumenten
Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en
vervalsing tegengaat. Het papier dient daarom te voldoen aan: een uniek watermerk,
UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag die verkleurt
bij mechanische of chemische aantasting. Dit papier moet zorgvuldig uit handen van
onbevoegden worden gehouden.
Gebruik van de modellen
Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken
op de cijferlijst:
Op grond van artikel 53, tweede lid, van het Eindexamenbesluit wordt de rekentoets
niet op de certificaten vermeld, indien de toets niet is afgelegd of indien voor de
toets een eindcijfer lager dan een 6 is behaald. In die gevallen wordt de regel op
het certificaat voor de vermelding van de rekentoets ongeldig gemaakt.
Naamvermelding van de school
Op de examendocumenten wordt steeds – voor zover van toepassing – achter het woord
‘aan’ vermeld: de naam van de school voor voortgezet onderwijs of instelling voor
educatie en beroepsonderwijs (ROC). Betreft het een instelling voor educatie en beroepsonderwijs,
dan komt er na ‘aan’ te staan: de opleiding v.a.v.o. van .... De naam van de school
of de instelling is de naam zoals geregistreerd in de basisregistratie instellingen
(BRIN). Een ‘andere’ locatienaam mag hieraan worden toegevoegd, mits deze als zodanig
is geregistreerd in BRIN. Na de naam van de school/instelling volgt in dat geval een
komma en het woord ‘locatie’ gevolgd door de naam van de locatie.
Ondertekening
Ingevolge artikel 52 van het Eindexamenbesluit tekenen de directeur en de secretaris
van het eindexamen de diploma’s en de cijferlijsten. De functionarissen die de examendocumenten
moeten tekenen zijn en blijven onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de
ondertekening. Tenzij anders bepaald door het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd
gezag hen die bevoegdheid heeft gegeven, een andere functionaris, die door hen daartoe
schriftelijk gemandateerd is, laten tekenen, doch slechts met vermelding van ‘namens
deze’ gevolgd door de handtekening, de naam en de functie van de ondertekenaar. De
handtekening moet feitelijk (met pen) geschreven worden. Een gescande of gekopieerde
handtekening is niet toegestaan.
Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale
directie. Op het diploma dient dan voor directeur te worden gelezen de centrale directie.
De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen van de
diploma’s. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid
overdraagt.
Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de school wordt
vermeld om kandidaten en ouders hiervan op de hoogte te stellen.
Vaknamen
De te hanteren wettelijke benamingen van de vakken staan opgenomen in een bijlage
bij de jaarlijks te publiceren Regeling elementcodetabel voortgezet onderwijs (VO),
opleidingentabel volwasseneneducatie en vakcodetabel VO en volwasseneneducatie.
Voor de rekentoets zullen verschillende aanduidingen worden gehanteerd. Dit is afhankelijk
van de aard en het niveau van de rekentoets. De volgende varianten kunnen worden onderscheiden:
2F, 3F, 2ER, 3ER. Het hoogst behaalde resultaat mag op de cijferlijst worden geplaatst.
Wanneer de leerling heeft gekozen voor herkansing op een hoger niveau of voor de rekentoets
ER, kiezen de directeur en leerling (conform artikel 47, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit
dan wel artikel 24, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit) samen of ‘hoogst behaald’
het resultaat voor de reguliere rekentoets, de rekentoets ER, of de rekentoets op
het hogere niveau is.
Cijferlijsten algemeen
De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen
voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft door die instellingen verzorgde
opleidingen v.a.v.o., geregeld in artikel 52, eerste lid, van het Eindexamenbesluit
en voor staatsexamens in artikel 30, eerste en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit.
Op de cijferlijst voor het (deel)eindexamen/staatsexamen wordt/worden in de cijfer-/beoordelingstabel
voor zover van toepassing vermeld:
-
• de cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen en het centraal examen
(op één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers (zonder decimalen): artikel 35 van
het Eindexamenbesluit/artikel 15 van het Staatsexamenbesluit, artikel 42 van het Eindexamenbesluit/artikel
20 van het Staatsexamenbesluit, artikel 47 van het Eindexamenbesluit en artikel 24
van het Staatsexamenbesluit,
-
• het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen’
welk cijfer herhaald wordt bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak
geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met alleen een schoolexamen respectievelijk
college-examen: artikel 35, eerste lid en artikel 47, derde lid, van het Eindexamenbesluit/artikel
15, eerste lid en artikel 24, derde lid, van het Staatsexamenbesluit,
-
• de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,
-
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk (zie profielen
vwo en havo),
-
• het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk
in het vmbo,
-
• de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding
in het vwo en havo,
-
• de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk
deel van de leerweg in het vmbo,
-
• volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit
VO is geëxamineerd in het vmbo,
-
• de eindcijfers voor de examenvakken met inbegrip -voor zover het vwo en havo betreft-
van de vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer en het eindcijfer bepaald
voor het combinatiecijfer (inclusief het profielwerkstuk),
-
• de beoordeling van de maatschappelijke stage, en
-
• de uitslag van het eindexamen (zie voor de uitslagbepaling de artikelen 49 en 50 van
het Eindexamenbesluit/de artikelen 26 en 26a van het Staatsexamenbesluit).
Vanaf het schooljaar 2015–2016 wordt het resultaat van de rekentoets vermeld op de
cijferlijst. Dit geldt nog niet voor het vmbo-bb, waar de rekentoets pas later meetelt
voor het diploma. Voor het vmbo-bb wordt tot die tijd nog gebruik gemaakt van de oude
cijferlijst met de ‘rekentoetsbijlage’ bij de cijferlijst. Zie verderop.
Extra vakken
Indien in meer examenvakken examen is afgelegd dan in de vakken die ten minste samen
een eindexamen vormen, worden die vakken vermeld in het vrije deel. Extra vakken die
niet bij de vaststelling van de uitslag zijn betrokken worden (op grond van artikel
52, derde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit)
in het vrije deel op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen
heeft geuit.
Vak aan andere school
Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 8 van het
Eindexamenbesluit, dan wordt achter het betreffende vak tussen haakjes vermeld: (de
naam van de andere school), zoals opgenomen in BRIN.
Vrijstelling of ontheffing
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit,
regelt de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling
heeft of ontheffing is verleend bij het eind/staatsexamen. In alle gevallen waarbij
er sprake is van ontheffing of vrijstelling en de vakken zonder vermelding van een
cijfer op de cijferlijst worden vermeld, wordt op de plaats voor het cijfer ‘Vr’ vermeld.
(Zie ook profielen vwo en havo). Het is ook toegestaan op de plaats voor het cijfer
in plaats van ‘Vr’ het woord ‘Vrijstelling’ of ‘Ontheffing’ voluit te vermelden.
Vrijstelling of ontheffing van de rekentoets
Bij een vrijstelling of ontheffing van de rekentoets wordt het eerder behaalde cijfer
vermeld op de cijferlijst (artikel 52, zevende lid, van het Eindexamenbesluit). Vrijstelling
of ontheffing is geregeld in de artikelen 9 tot en met 13, 22, 24 of 25 van het Eindexamenbesluit
en artikel 10 van het Staatsexamenbesluit. Kandidaten die in het jaar voorafgaand
aan het jaar van invoering van de rekentoets een pilotrekentoets hebben afgelegd en
daarvoor ten minste het cijfer 5 hebben behaald, zijn op grond van het overgangsrecht
in artikel VII, derde lid, van het Besluit van 23 april 2012 tot wijziging van het
Eindexamenbesluit VO en het Staatsexamenbesluit VO (Stb. 2012, 217) vrijgesteld van de rekentoets.
Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden
Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’
of ‘goed’ is gegeven, wordt deze beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in
de kolom ‘in letters’).
Niet afgeronde onderdelen
Voor de onderdelen die niet naar behoren zijn afgerond en waarvoor geen cijfer, voldoende,
onvoldoende of goed kan worden ingevuld, wordt de vermelding ‘n.a.’ (niet afgerond)
ingevuld.
Vermelding van vakken of de rekentoets die op een hoger niveau zijn afgelegd
Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst
vermeld met de naam van het vak uit het betreffende niveau met de toevoeging van dat
niveau tussen haakjes. Bij de schoolsoort vmbo kan de rekentoets op een hoger niveau
worden afgelegd. Dit blijkt uit de aanduiding 3F of 3ER in plaats van 2F of 2ER op
de cijferlijst, of – in geval van vmbo-bb – de aanduiding ‘havo’ in plaats van vmbo
op de bijlage bij de cijferlijst. Een nadere uitwerking wordt gegeven onder de schoolsoorten.
Uitslag
Bij ‘uitslag’ voor het eindexamen of staatsexamen wordt ingevuld (zie artikel 48,
tweede lid, van het Eindexamenbesluit/artikel 25, vijfde lid, van het Staatsexamenbesluit):
-
• ‘geslaagd’ als de kandidaat geslaagd is en een diploma ontvangt,
-
• ‘afgewezen’, in het geval een kandidaat is afgewezen.
Bijlage bij de cijferlijst in verband met de rekentoets
Op de bijlage bij de cijferlijst – die alleen voor vmbo-bb nog wordt gehanteerd –
wordt over de rekentoets vermeld:
-
• in het vakje ‘niveau’: tussen haakjes de schoolsoort (vmbo);
-
• in het vakje ‘schooltype’: tussen haakjes de leerweg (bb);
-
• in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen)als
bedoeld in artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit en
artikel 24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, van het Staatsexamenbesluit.
Voorlopige cijferlijst
Indien de kandidaat een centraal examen, een afsluitend schoolexamen in een of meer
vakken of de rekentoets heeft afgelegd in het voorlaatste leerjaar en vervolgens de
school verlaat zonder het eindexamen te voltooien, ontvangt hij een ‘voorlopige cijferlijst’.
De resultaten van die vakken of de rekentoets moeten zijn aangeleverd in BRON.
Een voorlopige cijferlijst wordt dus uitgereikt voordat de uitslag van het betreffende
eindexamen definitief kan worden vastgesteld (artikel 52c van het Eindexamenbesluit).
Op basis van de voorlopige cijferlijst kan de nieuwe school het onderwijsprogramma
van de kandidaat vaststellen.
De resultaten op de voorlopige cijferlijst worden betrokken bij de vaststelling van
de uitslag van het betreffende eindexamen en overgenomen op de cijferlijst die op
grond van de definitieve uitslag wordt uitgereikt. De voorlopige cijferlijst komt
dan te vervallen.
Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van
toepassing vermeld:
-
• de afgesloten vakken met de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen (op
één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers zonder decimalen,
-
• het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen’ welk cijfer herhaald wordt
bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak geen centraal examen kent,
maar wordt afgesloten met een schoolexamen,
-
• de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,
-
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk,
-
• het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk,
-
• de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding
in vwo en havo,
-
• de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk
deel van de leerweg in vmbo,
-
• volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit
is geëxamineerd in het vmbo, en
-
• het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd (waarbij het cijfer voor het schoolexamen
wordt herhaald en het nieuwe cijfer voor het centraal examen en nieuwe eindcijfer
wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste leerjaar geen herkansing heeft plaatsgevonden,
wordt op de voorlopige cijferlijst achter ‘opnieuw centraal examen is afgelegd in’
niet van toepassing vermeld, als volgt: n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen sector of profiel vermeld.
Bijlage bij de voorlopige cijferlijst in verband met de rekentoets
Indien de rekentoets is afgelegd, wordt op de bijlage – die alleen voor vmbo-bb nog
wordt gehanteerd – bij de voorlopige cijferlijst over de rekentoets vermeld:
-
• in het vakje ‘niveau’: tussen haakjes de schoolsoort (vmbo);
-
• in het vakje ‘schooltype’: tussen haakjes de leerweg (bb);
-
• in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen).
Zie artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel
24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, van het Staatsexamenbesluit.
Cijferlijst deeleindexamen vavo en deelstaatsexamen
Op de cijferlijst van de kandidaat die deeleindexamen of deelstaatsexamen heeft afgelegd,
wordt vermeld:
-
• de cijfers van alle vakken waarin deeleindexamen/deelstaatsexamen is afgelegd,
-
• de eindcijfers voor de examenvakken,
-
• de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,
-
• voor zover van toepassing: het profiel- of sectorwerkstuk.
De eisen aan de cijferlijst voor het deeleindexamen zijn geregeld in artikel 53, eerste
en tweede lid, van het Eindexamenbesluit; voor het deelstaatsexamen is dat gebeurd
in artikel 31, eerste lid en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit.
Bijlage bij de cijferlijst deelstaatsexamen
Op de bijlage – die alleen voor vmbo-bb nog wordt gehanteerd – bij de cijferlijst
staatsexamen wordt over de rekentoets vermeld:
-
• in het vakje ‘niveau’: tussen haakjes de schoolsoort (vmbo);
-
• in het vakje ‘schooltype’: tussen haakjes de leerweg (bbl);
-
• in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen).
Zie artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel
24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, van het Staatsexamenbesluit.
Certificaat
De kandidaat die definitief voor het eindexamen vmbo, vavo of staatsexamen is afgewezen,
ontvangt een certificaat (artikel 53, tweede en derde lid, van het Eindexamenbesluit
en artikel 31, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit).
Op het certificaat wordt voor zover van toepassing vermeld:
-
• het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald;
de school kan wanneer nodig meer regels toevoegen,
-
• het vak of de vakken, het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk of het thema
of titel van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met ‘goed’ of voldoende’,
-
• de rekentoets waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald.
Getuigschrift
Op het getuigschrift basisberoepsgerichte leerweg wordt vermeld:
-
• het met goed gevolg afgesloten gedeelte van het examenpakket,
-
• voor zover van toepassing: de rekentoets (artikel 23, zevende lid, van het Eindexamenbesluit).
Op het getuigschrift praktijkonderwijs worden vermeld:
Bewijs van ontheffing
Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij
het verwerven van het diploma’, de schoolsoort voluit te worden vermeld met indien
van toepassing: de leerweg.
Afwijkende/bijzondere vermeldingen:
-
1. n.a. = niet afgerond
-
2. (naam van een andere school)
-
3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing1
-
4. (afkorting leerweg of schoolsoort): toevoeging bij een vak of – bij vmbo-bb – de rekentoets
op hoger niveau
kaderberoepsgerichte leerweg: kb
gemengde leerweg: gl
theoretische leerweg: tl
hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo
-
5. n.v.t. indien:
-
6. toegestane afkortingen vaknamen: ckv en kcv
PROFIELEN VWO EN HAVO
Diploma vwo en havo
Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’,
dan wordt de naam van de betreffende profielen vermeld op het diploma ingevolge artikel
52, tweede lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30, derde lid, van het Staatsexamenbesluit.
Op het diploma eindexamen vwo wordt achter eindexamen vermeld: gymnasium of atheneum.
Indien een kandidaat ingevolge artikel 52a, eerste lid, van het Eindexamenbesluit
of artikel 30a, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit, is geslaagd met toekenning
van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op het diploma van
deze kandidaat. Voor havo en vmbo worden daarbij ook de tijdelijke bepalingen van
artikel 64 van het Eindexamenbesluit dan wel artikel 43d van het Staatsexamenbesluit
in acht genomen.
Cijferlijsten vwo en havo
Voor:
-
• de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-,
profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
• welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen vwo/havo
en vermeld op de cijferlijst,
-
• de vermelding van de maatschappelijke stage,
-
• de vermelding van de rekentoets,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:
-
• artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),
-
• artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),
-
• artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Profielvermelding
Op de cijferlijst voor het eindexamen wordt in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel
achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform het profiel’, de officiële
benaming van het profiel vermeld (zoals genoemd in het derde lid van artikel 12 van
de WVO).
In het geval een kandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor elk
profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee of meer
profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben
gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt het op
elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende
ruimte vermeld: n.v.t.
Aangepaste vakbenamingen
De volgende vakken uit de ‘nieuwe’ profielen die overeenkomen met vakken uit de ‘oude’
profielen, hebben een andere naam gekregen:
oud
|
nieuw
|
maatschappijleer (profieldeel of vrij deel)
|
maatschappijwetenschappen
|
lichamelijk opvoeding 2
|
bewegen, sport en maatschappij
|
ckv2
|
kunst (algemeen)
|
de ckv2,3-varianten komen overeen met:
|
kunst (beeldende vormgeving),
kunst (muziek),
kunst (dans),
kunst (drama)
|
ckv1 (gemeenschappelijk deel)
|
ckv
|
handenarbeid en textiele werkvormen
|
handvaardigheid en textiele vormgeving
|
letterkunde
|
literatuur
|
Combinatiecijfer
Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde
van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld
op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt overeenkomstig
de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma
naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer
een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5): artikel 50, vierde lid,
van het Eindexamenbesluit. Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk
deel) is een asterisk *) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel
uitmaken van het combinatiecijfer (zie artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit),
welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’
worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde
cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters). Inclusief
het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt in de daarvoor bestemde kolom
met vermelding van de titel of het onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking
heeft.
Naast de relatief kleine (becijferde) vakken maakt ook het profielwerkstuk onderdeel
uit van het combinatiecijfer.
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen
van alle lager zijn dan een 4: artikel 50, eerste lid, onder d. In de uitslagregel
wordt het combinatiecijfer beschouwd als het eindcijfer van één vak.
Vakken die in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn:
In het havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk;
In het vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.
Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer
(zie voorwaarde: artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit):
-
• Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of
dat dit onderdeel in het cijfer voor de talen wordt meegenomen. Als het apart wordt
becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval
dienen de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.
-
• Kcv. Scholen kunnen ervoor kiezen om klassieke culturele vorming (kcv) onderdeel te
laten uitmaken van het combinatiecijfer. Hier wordt dan ‘klassieke culturele vorming’,
vermeld, met dien verstande dat deze vakbenaming mag worden afgekort tot kcv. Wordt
hier niet voor gekozen, dan dient kcv onderdeel te zijn van het schoolexamen van de
klassieke talen en wordt de klassieke taal en literatuur met kcv, vermeld.
-
• Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen
worden toegevoegd aan het combinatiecijfer. Het gaat hier om één vak, maar de school
kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen
vak dat de school alleen met toestemming van de minister als examenvak kan aanbieden.
-
• Algemene natuurwetenschappen, dat bij het havo niet meer voorkomt in het gemeenschappelijke
deel, kan bij die schoolsoort wel deel uitmaken van het vrije deel. De school kan
dit ter keuze laten aan de leerling, maar kan ook besluiten om het vak verplicht te
stellen voor alle leerlingen of voor leerlingen met een bepaald profiel. Het cijfer
voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer (volgens artikel 49 van het Eindexamenbesluit).
Vrijstelling of ontheffing
Ontheffing van een taal
Indien in het atheneum ontheffing is verleend voor het volgen van een taal (op grond
van artikel 26e, lid 4, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.), waarbij de taal moet worden
vervangen door een ander examenvak (als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel),
dan wordt dat examenvak vermeld op de cijferlijst in plaats van de vervangen taal
(dus in het gemeenschappelijke deel).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk oud naar nieuw
Indien reeds eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op een of
meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende tot het profiel van de kandidaat en
waarvoor een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald,
kan de kandidaat daar op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit/artikel 10
van het Staatsexamenbesluit voor worden vrijgesteld.
Vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van deze artikelen worden op
de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder behaalde cijfer (zie artikel
52, lid 5, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, lid 6, van het Staatsexamenbesluit).
Hierop bestaat een uitzondering indien de kandidaat zijn profielwerkstuk volgens de
‘oude profielen’ heeft gedaan, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ en vervolgens
het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen wil
behalen. Het volgende is dan mogelijk:
-
• in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk:
‘vr’ vermeld,
-
• het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd, of
-
• de kandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw profielwerkstuk
in.
Combinatiecijfer aan het vavo/staatsexamen
Indien achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld en de vakken anw en maatschappijleer
hoeven geen deel uit te maken van het eindexamen en er zijn geen andere onderdelen
die deel uitmaken van het combinatiecijfer, dan wordt ook achter ‘het combinatiecijfer’:
‘vr’ vermeld.
Vermelding van vwo-vak in plaats van havo-vak
Op het havo kunnen een of meer vakken worden vervangen door de overeenkomstige vakken
op vwo-niveau. Bij toepassing van deze mogelijkheid wordt achter het afgesloten overeenkomstige
vwo-vak op de havo-cijferlijst tussen haakjes opgenomen: (vwo). Artikel 52, vijfde
lid, van het Eindexamenbesluit, regelt dat de vakken waarvoor de kandidaat (met diploma)
in het havo of vwo is vrijgesteld op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld
op de cijferlijst met overname van de eerder behaalde resultaten.
Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)
Indien de kandidaat met het profiel cultuur en maatschappij het eindexamen aflegt
in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving, muziek, drama of dans) in het vrije
deel om te voldoen aan de verplichting dat in dat vrije deel het eindexamen tenminste
één vak omvat met een normatieve studielast van tenminste 320 (havo, of 440 bij vwo)
studielasturen en hij ook als onderdeel van het profieldeel reeds eindexamen aflegt
in een van de vakken kunst (een andere variant), wordt het onderdeel kunst (algemeen)
in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende verdiepende
en/of verbredende onderdelen op het gebied van kunst in het schoolexamen met een normatieve
studielast van tenminste 120 (havo, of 160 in vwo) studielasten, door het bevoegd
gezag te bepalen. Er is dan dus geen centraal examen. Op de cijferlijst wordt dan
ook alleen het cijfer voor het schoolexamen vermeld.
LEERWEGEN VMBO
Diploma
Op het diploma wordt niet alleen de leerweg, maar ook de sector(en) vermeld. Dit houdt
in dat op de regel die volgt na ‘aan het eindexamen’ de officiële naam van de betreffende
leerweg wordt ingevuld met daar achter ‘conform de sector’ met vermelding van de officiële
naam van de gevolgde sector, zoals genoemd in:
-
• artikel 10b van de WVO (basisberoepsgerichte leerweg),
-
• artikel 10b van de WVO (kaderberoepsgerichte leerweg),
-
• artikel 10d van de WVO (gemengde leerweg),
-
• artikel 10 van de WVO (theoretische leerweg).
Indien de kandidaat kan slagen voor meer dan één sector, dan wordt ook de naam van
die sector(en) vermeld.
Een leerling die de gemengde leerweg met een extra algemeen vak heeft afgerond ontvangt
op zijn verzoek een diploma vmbo theoretische leerweg en een bijbehorende cijferlijst;
zie artikel 52, lid 8, van het Eindexamenbesluit. Het eindexamen van de theoretische
leerweg kan, door wijziging van artikel 22 van het Eindexamenbesluit, een extra vak
omvatten dat behoort tot het eindexamen van de gemengde leerweg. Hierdoor kan het
door de kandidaat afgelegde beroepsgerichte programma vermelding krijgen op de cijferlijst
van de theoretische leerweg.
Op het diploma van een kandidaat die is geslaagd, wordt – indien van toepassing –
ingevolge artikel 52a, tweede of derde lid, van het Eindexamenbesluit en artikel 30a,
tweede of derde lid, van het Staatsexamenbesluit, het judicium cum laude vermeld.
Indien een kandidaat ingevolge artikel 52a, tweede of derde lid, van het Eindexamenbesluit
of artikel 30a, tweede of derde lid, van het Staatsexamenbesluit, is geslaagd met
toekenning van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op het
diploma van deze kandidaat. Voor havo en vmbo worden daarbij ook de tijdelijke bepalingen
van artikel 64 van het Eindexamenbesluit dan wel artikel 43d van het Staatsexamenbesluit
in acht genomen.
Cijferlijsten
Voor:
-
• de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk,
sector- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
• welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen vmbo en vermeld op de cijferlijst,
-
• de vermelding van de maatschappelijke stage,
-
• de vermelding (voor vmbo-bb: op de bijlage bij de cijferlijst) van de rekentoets,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:
-
• artikel 22 voor zover het betreft het eindexamen vmbo theoretische leerweg,
-
• artikel 23 voor zover het betreft het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg,
-
• artikel 24 voor zover het betreft het eindexamen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg,
-
• artikel 25 voor zover het betreft het eindexamen vmbo gemengde leerweg.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Vermelding leerweg én sector(en)
Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel
achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’
de leerweg conform de sector(en) vermeld. Indien de kandidaat kan slagen voor meer
dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) op de cijferlijst vermeld.
De cijferlijst wordt bij de verdeling van de vakken over het sector- en het vrije
deel, overeenkomstig de eerstgenoemde sector ingevuld.
Sectorwerkstuk
De vermelding van ‘thema of titel van sectorwerkstuk’ is alleen voor de theoretische
en de gemengde leerweg van toepassing en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte
leerweg weggelaten te worden.
Sector landbouw
Binnen het examenprogramma voor de afdeling Landbouw en natuurlijke omgeving leggen
leerlingen examen af in combinaties van exameneenheden van twee vakrichtingen en –
bij de kaderberoepsgerichte leerweg – ondersteunende vakken. Daarbij is de combinatie
van twee beroepsondersteunende vakken niet mogelijk. Deze combinaties dienen volledig
te worden uitgeschreven op de cijferlijst. Per combinatie wordt op de cijferlijst
één cijfer beroepsgericht programma Landbouw en natuurlijke omgeving vermeld.
Voorgaande geldt niet voor het intrasectoraal programma landbouw-breed.
Vak of rekentoets op hoger niveau
Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau
af te sluiten, dan wordt achter de desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen
haakjes de leerweg (kb, gl of tl) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld op
de cijferlijst.
Indien bij de schoolsoort voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, basisberoepsgerichte
leerweg, toepassing is gegeven aan de mogelijkheid om de rekentoets op een hoger niveau
af te leggen, wordt op de bijlage bij de cijferlijst in het vakje ‘niveau’ tussen
haakjes de hogere schoolsoort (havo) vermeld. In de overige gevallen volgt het hogere
niveau uit de aanduiding op de cijferlijst van de rekentoets zelf (‘rekentoets 3F’
of ‘rekentoets 3ER’).
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit regelt dat vakken waarvoor de kandidaat
met diploma basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld
op grond van een eerder afgelegd examen in vakken van de theoretische leerweg of vwo/havo,
op de cijferlijst worden vermeld met overname van de eerder behaalde resultaten.
Leer-werktraject
Indien het een leer-werktraject-basisberoepsgerichte leerweg betreft, dan worden minimaal
de cijfers van het vak Nederlandse taal (gemeenschappelijk deel), het beroepsgerichte
programma (vrije deel) en de rekentoets vermeld (zie artikel 10b1 van de WVO).