Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 maart 2015, nr. IENM/BSK-2015/56402, tot wijziging van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 in verband met aanwijzing van hulpverleningsdiensten en technische verbeteringen

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Handelende na overleg met de Ministers van Defensie, van Veiligheid en Justitie, en van Volksgezondheid en Sport;

Gelet op de artikelen 29, eerste en derde lid, en 30, tweede lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling optische en geluidssignalen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

  • d.

    • 1°. de veiligheidsregio’s,

    • 2°. de operationele onderdelen van het Instituut Fysieke Veiligheid,

    • 3°. Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;.

2. In onderdeel i wordt ‘minister van Justitie’ vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie.

3. In onderdeel j wordt ‘de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’ vervangen door: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

4. In onderdeel l wordt ‘het wapen der Koninklijke Marechaussee’ vervangen door: de Koninklijke Marechaussee.

5. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een puntkomma worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • o.

    • 1°. de hoofdofficier van het landelijk parket van het Openbaar Ministerie,

    • 2°. het Nederlands Forensisch Instituut;

  • p. van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu:

    • 1°. de milieuongevallendienst,

    • 2°. de radiologische dienst straling,

    • 3°. de incidentcoördinator;

  • q.

    • 1°. de explosieven opruimingsdiensten van het Ministerie van Defensie

    • 2°. de brandweerdiensten van het Ministerie van Defensie,

    • 3°. het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid, ten behoeve van het verrichten van metingen bij stralingsincidenten,

    • 4°. het Advies en Assistentieteam en de Detectie, Identificatie en Monitoring groep van de Chemische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) Responscapaciteit.

B

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’ vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

b. Het tweede lid vervalt.

D

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De signalen op motorvoertuigen die op 1 maart 2009 waren voorzien van blauw zwaai- of knipperlicht en een twee- of drietonige hoorn of van geel zwaai- of knipperlicht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling optische en geluidssignalen, zoals die regeling luidde op 28 februari 2009, zijn in afwijking van artikel 5, eerste, tweede en vijfde lid, als volgt uitgevoerd:

  • a. het blauwe zwaai-, flits- of knipperlicht is rondom zichtbaar;

  • b. het geel zwaai-, flits- of knipperlicht is rondom zichtbaar;

  • c. de hoorn is tweetonig en geeft achtereenvolgens de tonen b en e aan, waarbij de geluidssterkte van elke toon bij dag ten minste 110 db(A) en ’s nachts ten minste 100 db(A) is, met een maximale geluidssterkte van 125 db(A); de meting van de geluidssterkte van de hoorn vindt plaats overeenkomstig hoofdstuk 11 van de Regeling toelatingseisen, zoals die regeling luidde op 30 april 2009, waarbij de geluidssterkte vanaf het wegdek wordt gemeten.

ARTIKEL II

De hieronder genoemde besluiten worden ingetrokken:

  • a. het Aanwijzingsbesluit hulpverleningsdiensten ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. het Aanwijzingsbesluit hulpverleningsdiensten ministerie van Defensie;

  • c. het besluit van de Minister van Justitie van 20 april 2010, kenmerk 5650915/10, houdende aanwijzing van het Nederlands Forensisch Instituut als hulpverleningsdienst van het Ministerie van Justitie (Stcrt. 2010, 6461);

  • d. het besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 februari 2014, kenmerk 197652-117228-PG, houdende aanwijzing van de hulpverleningsdiensten van het RIVM op grond van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 (Stcrt. 2014, 5357);

  • e. het besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 14 maart 2014, kenmerk 493819, houdende aanwijzing van de Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket als hulpverleningsdienst in de zin van de Regeling optische en geluidssignalen 2009.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Op grond van artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 kan de Minister van Infrastructuur en Milieu hulpverleningsdiensten aanwijzen die blauw zwaai,-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn mogen voeren.

In de Regeling optische en geluidssignalen 2009 is een aantal hulpverleningsdiensten aangewezen. Daarnaast was op grond van artikel 1, tweede lid, onderdeel d, van die regeling door de Ministers van Binnenlandse Zaken, van Defensie, van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aantal hulpverleningsdiensten aangewezen.

Met deze regeling zijn alle hulpverleningsdiensten aangewezen in de Regeling optische en geluidssignalen 2009. Dit is meer in overeenstemming met het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en komt de kenbaarheid van die aanwijzingen ten goede.

Deze regeling is afgestemd met de betrokken ministeries.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of inhoudelijke nalevingskosten.

Artikel I

Onderdeel A

De wijzigingen van artikel 1 betreffen enkele verbeterde aanduidingen en het opnemen in de Regeling optische en geluidssignalen 2009 van de hulpverleningsdiensten die waren opgenomen in afzonderlijke aanwijzingsbesluiten.

Daarnaast is besloten om de veiligheidsregio’s aan te wijzen als hulpverleningsdiensten (artikel 1, tweede lid, onderdeel d, onder 1°, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009). De reden van deze aanwijzing is dat operationele functionarissen van de veiligheidsregio’s op grond van het Besluit veiligheidsregio’s onder omstandigheden binnen korte tijd met hun werkzaamheden moeten kunnen beginnen. Omdat deze functionarissen niet altijd werkzaam zijn bij politie, brandweer of dienst voor geneeskundige hulpverlening kunnen ze niet altijd uit dien hoofde blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn voeren. Met deze aanwijzing is voorzien in die mogelijkheid.

Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 worden door het bestuur van de veiligheidsregio de functionarissen aangewezen die daadwerkelijk gebruik mogen maken van deze mogelijkheid.

Onderdeel B

Dit betreft een verbetering van een verwijzing.

Onderdeel C

Artikel 6, tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 bevatte een overgangsrechtelijke bepaling. Omdat die bepaling nu is uitgewerkt is deze geschrapt. Daardoor kan er geen verwarring meer ontstaan over de vraag of artikel 5, tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 nu wel of niet van toepassing is op de voertuigen, bedoeld in artikel 6 van die regeling.

Onderdeel D

De tekst van artikel 7 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 is nagenoeg gelijk aan de tekst van het oude artikel 7, tweede lid. Om de inzichtelijkheid van deze uitzondering te vergroten is deze opnieuw geformuleerd.

De uitzondering betreft voertuigen die reeds voor 1 maart 2009 waren voorzien van blauw of geel zwaai- flits- of knipperlicht en tweetonige of drietonige hoorn. Om een overbodige en kostbare vervangingsoperatie van de signalen voor al die voertuigen te voorkomen is bepaald dat de blauwe en gele zwaai-, flits of knipperlichten op die voertuigen moeten voldoen aan de eisen zoals die golden voor 1 maart 2009. Indien een dergelijk voertuig wordt vervangen door een nieuw voertuig moet dat nieuwe voertuig uiteraard volledig voldoen aan de eisen van artikel 5, eerste, tweede en vijfde lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009.

Artikel II

De genoemde aanwijzingsbesluiten zijn alle opgegaan in artikel 1, tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven