Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2015, 609 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) | Staatscourant 2015, 609 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Regeling naturalisatietoets Nederland (RnN);
Besluit:
De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 wordt als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf 1/8-1-d Toelichting ad artikel 8, eerste lid aanhef en onder d, HRWN komt te luiden:
Let op! Voor deze bepaling geldt overgangsrecht. Zie de toelichting bij artikel 7 RWN, onder ‘Overgangsrecht’.
Het begrip inburgering is tweeledig: enerzijds moet de verzoeker beschikken over kennis van de Nederlandse taal en anderzijds moet hij zich hebben doen opnemen in de Nederlandse samenleving.
Historie
Sinds 1 april 2003 geldt dat er een diploma moet worden overgelegd als bewijs dat de verzoeker als ingeburgerd kan worden beschouwd. Per die datum is de naturalisatietoets geïntroduceerd (zie de toen geldende handleiding voor een nadere uitleg van die bepaling). Sinds 1 april 2007 is geregeld dat de naturalisatietoets het inburgeringsexamen is.
Verzoekers die op of na 1 april 2007 een verzoek om naturalisatie hebben ingediend, moeten het in 2007 ingevoerde inburgeringsexamen hebben afgelegd. In sommige gevallen kan verzoeker in aanmerking komen voor een (gedeeltelijke) vrijstelling of ontheffing van het inburgeringsexamen. Op basis van een advies van de burgemeester stelt Onze Minister vast of verzoeker (gedeeltelijk) vrijgesteld is en beoordeelt hij of de verzoeker in aanmerking komt voor ontheffing.
Situatie na 1 januari 2013
Op 1 januari 2013 is de Wet inburgering gewijzigd. Kort komt het erop neer dat het Elektronisch Praktijkexamen (EPE) en het decentraal praktijkexamen zijn vervallen. Tot 1 januari 2015 was er een overgangstermijn waarin kandidaten gebruik konden maken van de oude examens. In plaats van deze twee examens zijn er drie nieuwe examenonderdelen bij gekomen. De vaardigheden lezen, luisteren en schrijven in de Nederlandse taal op niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen van de verzoeker worden getoetst. De onderdelen Toets Gesproken Nederlands (TGN) en Kennis Nederlandse Samenleving (KNS) blijven bestaan.
Verzoekers die op 1 januari 2013 al bezig waren met het inburgeringsexamen zoals dit luidde tot 1 januari 2013, krijgen 2 jaar de tijd om het inburgeringsexamen oude stijl af te maken. Deze verzoekers konden er ook voor kiezen om het inburgeringsexamen oude stijl niet af te maken, maar het inburgeringsexamen nieuwe stijl af te leggen. Zie voor uitgebreidere informatie over het examen zoals dat tussen april 2007 en tot 1 januari 2015 werd afgenomen in oudere teksten van de Handleiding.
Verzoekers die na 1 januari 2013 zijn begonnen met het afleggen van het inburgeringsexamen, zullen dus zowel het inburgeringsexamen oude stijl als nieuwe stijl kunnen doen.
Dit betekent dat in ieder geval vanaf 1 januari 2013 twee verschillende inburgeringsdiploma’s overgelegd kunnen worden.
De taken met betrekking tot de uitvoering van de Wet inburgering zijn op 1 januari 2013 overgegaan van de gemeente naar de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. De Dienst Uitvoering Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (DUO) voert deze taken in mandaat namens de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel uit. Het gaat hier om handhaving van de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtige vreemdelingen die op of na 1 januari 2013 rechtmatig verblijf krijgen in Nederland. De gemeente blijft de handhaving verzorgen van vreemdelingen die voor 1 januari 2013 al rechtmatig verblijf hadden in Nederland.
Situatie vanaf 1 januari 2015
Aan het inburgeringsexamen is aan het onderdeel kennis van de Nederlandse samenleving vanaf 1 januari 2015 het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt toegevoegd. Voor meer toelichting op het nieuwe examenonderdeel, zie de nota van Toelichting bij het Besluit van 16 oktober 2014 tot wijziging van het Besluit inburgering en het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de toevoeging van een praktijkexamen ten behoeve van de oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt aan het onderdeel kennis van de Nederlandse samenleving en enkele andere wijzigingen (Stb 2014, 404).
In het kader van de naturalisatietoets zijn twee categorieën vreemdelingen vrijgesteld van het afleggen van onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Zie hiervoor paragraaf 2.2.1 Gedeeltelijke vrijstelling.
B
Paragraaf 2.1.1/8-1-d Toelichting ad artikel 8, eerste lid aanhef en onder d, HRWN komt te luiden:
Aan de indiening van het verzoek om naturalisatie gaat een voorlichtingsfase vooraf, waarin de burgemeester de aspirant-verzoeker zal infomeren over het inburgeringsvereiste. In dit stadium behoeft deze laatste nog geen verzoek om naturalisatie in te dienen en dus ook geen naturalisatiegelden te voldoen. De burgemeester legt dan ook geen dossier aan, totdat door de verzoeker een verzoek om naturalisatie daadwerkelijk wordt ingediend. In de regel gebeurt dit pas nadat betrokkene het inburgeringsexamen heeft afgelegd en het bijbehorende inburgeringsdiploma kan overleggen.
De burgemeester verstrekt tijdens de voorlichtingsfase een brochure en informatie over het inburgeringsexamen en verwijst betrokkene naar DUO. De burgemeester wijst erop dat voor naturalisatie alle onderdelen van het examen moeten zijn behaald op niveau A2 van het Europese Raamwerk voor Moderne Vreemde talen.
Naturalisatietoets (het inburgeringsexamen) periode 1 januari 2013 – 1 januari 2015:
Dit is het inburgeringsexamen nieuwe stijl. Het examen op niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal:
a. leesvaardigheid;
b. luistervaardigheid;
c. schrijfvaardigheid;
d. spreekvaardigheid (Toets Gesproken Nederlands (TGN)); en
2. Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS):
a. kennis van de Nederlandse maatschappij.
Behalve het onderdeel schrijfvaardigheid worden alle andere onderdelen met de computer afgenomen.
Het examen wordt afgenomen door DUO namens de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. DUO verstrekt informatie over de inhoud van het examen. De tarieven voor de onderdelen van het examen zijn vastgesteld in artikel 3.1 van de Regeling inburgering. Deze staan ook op www.inburgeren.nl en www.ind.nl.
Naturalisatietoets (het inburgeringexamen) vanaf 1 januari 2015
Het inburgeringsexamen bestaat vanaf 1 januari 2015 uit de volgende onderdelen
1. Mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal:
a. leesvaardigheid;
b. luistervaardigheid;
c. schrijfvaardigheid;
d. spreekvaardigheid (Toets Gesproken Nederlands (TGN)); en
2. Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS):
a. kennis van de Nederlandse maatschappij;
b. oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
C
Paragraaf 2.2.1/8-1-d Toelichting ad artikel 8, eerste lid aanhef en onder d, HRWN komt te luiden:
De verzoeker kan een beroep doen op de gedeeltelijke vrijstellingsgronden als genoemd in artikel 4 van de Regeling naturalisatietoets Nederland. Als de verzoeker voor gedeeltelijke vrijstelling van het inburgeringsexamen in aanmerking wil komen moet hij het volgende overleggen:
1. Certificaat Oudkomers (vrijstelling van vier taalvaardigheden)
De verzoeker die een certificaat oudkomers overlegt met alle taalonderdelen ten minste op niveau 2 en de bijbehorende verklaring onderwijsinstelling, is vrijgesteld van:
• de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (Toets Gesproken Nederlands (verder: TGN)) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl; of
• de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl.
In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog wel het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS) met goed gevolg afleggen. Dit toont hij aan door het overleggen van de resultatenbrief ‘geslaagd’ voor het examenonderdeel KNS.
Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het volgende:
• certificaat oudkomers (alle taalonderdelen ten minste op niveau 2); en
• bijbehorende verklaring onderwijsinstelling; en
• resultatenbrief ‘geslaagd’ voor onderdeel KNS.
2. Certificaat Naturalisatietoets (deel I), zoals die luidde tot 1 april 2007)
De verzoeker is vrijgesteld van het onderdeel Kennis Nederlandse Samenleving (KNS) als hij de volgende documenten overlegt:
• certificaat Naturalisatietoets waaruit blijkt dat deel I is behaald;
In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog wel de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl of de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl met goed gevolg afleggen. Dit toont hij aan door het overleggen van de resultatenbrief ‘geslaagd’ voor de hiervoor genoemde examenonderdelen.
Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het volgende:
• certificaat Naturalisatietoets waaruit blijkt dat deel I is behaald; en
• resultaatbrief ‘geslaagd’ voor onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl; of
• de resultaatbrief ‘geslaagd’ voor de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl.
3. Certificaat Inburgering Nieuwkomers (WIN-certificaat), maatschappij oriëntatie
De verzoeker is vrijgesteld van het onderdeel Kennis Nederlandse Samenleving (KNS) als hij de volgende documenten overlegt:
• WIN-certificaat met voldoende niveau voor maatschappij oriëntatie KSE-niveau 2 (tot 1 september 2001 tenminste 85%, na 31 augustus 2001 80%) + bijbehorende verklaring onderwijsinstelling. De datum van deze verklaring is bepalend voor de vaststelling van het percentage.
In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog wel de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl, of de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl met goed gevolg afleggen. Dit toont hij aan door het overleggen van de resultaatbrief ‘geslaagd’ voor de hiervoor genoemde examenonderdelen.
Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het volgende:
• WIN-certificaat met voldoende voor maatschappij oriëntatie KSE-niveau 2; en
• resultaatbrief ‘geslaagd’ voor onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl; of
• de resultaatbrief ‘geslaagd’ voor de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl.
4. Certificaat Inburgering Nieuwkomers (WIN-certificaat), taalonderdelen
De verzoeker die een WIN-certificaat overlegt met alle taalonderdelen ten minste op niveau 2 en de bijbehorende verklaring van de onderwijsinstelling, is vrijgesteld van:
• de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl; of
• de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl.
In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog wel het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS) met goed gevolg afleggen. Dit toont hij aan door het overleggen van de resultaatbrief ‘geslaagd’ voor het examenonderdeel KNS.
Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het volgende:
• WIN-certificaat (alle taalonderdelen ten minste op niveau 2); en
• bijbehorende verklaring onderwijsinstelling; en
• resultaatbrief ‘geslaagd’ voor onderdeel KNS.
5. Verklaring Educatie van het ROC, taalonderdelen
De verzoeker die een Verklaring Educatie ROC met alle taalonderdelen ten minste op niveau 2 overlegt, is vrijgesteld van:
• de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl; of
• de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl.
In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog wel het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS) met goed gevolg afleggen. Dit toont hij aan door het overleggen van de resultaatbrief ‘geslaagd’ voor het examenonderdeel KNS.
Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het volgende:
• verklaring educatie ROC (alle taalonderdelen ten minste op niveau 2); en
• resultaatbrief ‘geslaagd’ voor onderdeel KNS.
Let op! Verklaringen die zijn afgegeven zonder dat de deelnemers zijn getoetst, bijvoorbeeld als een deelnemer (door ziekte) niet aanwezig is op het moment van toetsing, leiden niet tot vrijstelling van het afleggen van de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl of de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl. Deze verklaringen worden veelal ‘bewijzen van deelname’ genoemd.
De burgemeester beoordeelt of het door de verzoeker getoonde document voldoet aan de criteria. Bij twijfel of het document tot vrijstelling leidt, kan de burgemeester in eerste instantie de eventueel beschikbare eigen registratie van afgegeven Verklaringen educatie, of de DUO raadplegen. De DUO geeft een advies af aan de burgemeester, dan wel eventueel later aan de IND, op basis van de modelverklaringen die door de ROC’s aan de DUO zijn geleverd en die zijn opgenomen in het door de DUO beheerde modellenboek. De burgemeester verwijst een verzoeker die niet over een origineel document beschikt, of een document toont dat niet alle benodigde gegevens ter beoordeling bevat, naar het ROC dat de verklaring heeft afgegeven, ten einde een document te verkrijgen dat aan de gestelde eisen voldoet.
De verklaring moet ieder geval de volgende gegevens bevatten:
a. de naam van het document;
b. de naam en handtekening van de verantwoordelijke van het regionaal opleidingencentrum;
c. de echtheidskenmerken van het regionaal opleidingencentrum;
d. de naam en geboortedatum van de deelnemer aan het NT2-taaltraject die overeenkomen met de naam en geboortedatum zoals vermeld op zijn identiteitsdocument;
e. de behaalde taalniveaus uitgesplitst naar de vier taalvaardigheden Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken;
f. de datum waarop de toetsresultaten zijn behaald.
Ad a.
De meeste ROC’s noemen de Verklaring educatie een ‘schoolverklaring’, ‘certificaat’ of ‘diploma’. Daarnaast komen benamingen voor als ‘niveauoverzicht NT2’ of ‘scorelijst NT2’, ‘(toets)rapport’, ‘verklaring leerresultaten’, of ‘verklaring Trajecttoets/NIVOR-toets’.
Ad c.
Met echtheidskenmerken wordt een logo of een stempel van het ROC bedoeld. De naam en de handtekening van de verantwoordelijke van het ROC zijn relevant om de herkomst van het document te kunnen achterhalen en om bij twijfel over de echtheid van het document de toner te kunnen verwijzen naar het opleidingencentrum dat verantwoordelijk is geweest voor afgifte van het document. De verantwoordelijke kan de directeur of een mentor van een ROC zijn.
Ad f.
Alleen als alle toetsonderdelen voor 1 januari 2007 zijn behaald kan er vrijstelling worden verleend. Let op! Deze verklaring educatie kan nimmer vrijstelling verlenen voor het onderdeel KNS van het inburgeringsexamen.
6. Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT)
De verzoeker is vrijgesteld van het afleggen van de onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid (TGN) van het inburgeringsexamen nieuwe stijl of de onderdelen EPE, TGN en het praktijkexamen van het inburgeringsexamen oude stijl, als hij één van de volgende documenten overlegt:
1. Certificaat Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid (ERK-niveau A2);
2. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Praktische Beroepen (ERK-niveau A2);
3. Certificaat Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid (ERK-niveau B1);
4. Certificaat Profiel Professionele Taalvaardigheid (ERK-niveau B2);
5. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (ERK-niveau B2);
6. Certificaat Profiel Academische Taalvaardigheid (ERK-niveau C1).
In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog wel het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS) met goed gevolg afleggen. Dit toont hij aan door het overleggen van de resultatenbrief ‘geslaagd’ voor het examenonderdeel KNS.
Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het volgende:
• één van hiervoor genoemde certificaten Nederlands als Vreemde taal; en
• resultaatbrief ‘geslaagd’ voor onderdeel KNS.
7. Onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt (artikel 4, lid 8, Regeling naturalisatietoets Nederland)
Van het afleggen van het onderdeel van het inburgeringsexamen oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt zijn vrijgesteld:
a. de verzoeker die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt;
b. de verzoeker die zich voor 1 januari 2015 bij DUO heeft aangemeld voor de naturalisatietoets of een onderdeel van die toets en van wie DUO voor 1 februari 2015 het verschuldigde examengeld heeft ontvangen.
Ad a:
De leeftijd van de naturalisatieverzoeker op de datum van de beslissing op het naturalisatieverzoek is bepalend voor het zijn vrijgesteld of niet. Op het moment van indiening van het naturalisatieverzoek hoeft de verzoeker dus nog niet pensioengerechtigd te zijn.
Ad b:
Om in aanmerking te komen hiervoor moet de verzoeker:
1. zich voor 1 januari 2015 hebben aangemeld voor het hele examen of een onderdeel daarvan; en
2. moet DUO voor 1 februari 2015 het verschuldigde examengeld hebben ontvangen.
Voorbeeld van 2:
De Japanse Sonia woont sinds 2004 in Nederland en heeft sindsdien een reguliere verblijfsvergunning met de beperking ‘arbeid als zelfstandige’. Zij is niet inburgeringsplichtig en valt dus niet onder de Wet inburgering. Om te naturaliseren moet zij het inburgeringsexamen/naturalisatietoets halen. In 2008 heeft zij de toenmalige Toets Gesproken Nederlands gedaan. Die heeft zij toen niet gehaald. Als zij zich in 2015 weer aanmeldt voor het inburgeringsexamen, heeft zij niet de verplichting om het onderdeel ‘oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt’ af te leggen. Haar aanmelding in 2015 wordt gezien als voortzetting van het examen waaraan zij in 2008 is begonnen.
De verwachting bij 2 is dat het hier voornamelijk zal gaan om vreemdelingen die voor 1 januari 2015 al bezig zijn met (onderdelen van) het examen. Dit sluit natuurlijk niet uit dat ook vreemdelingen zich nog voor 1 januari 2015 voor het eerst zullen aanmelden voor het examen en tijdig een bedrag overmaken zodat zij het nieuwe examenonderdeel niet hoeven te doen.
Dit betekent ook dat vreemdelingen die voor 1 januari 2015 al in het bezit zijn van een inburgeringsdiploma met alle onderdelen op niveau A2, maar pas na 1 januari 2015 een verzoek om naturalisatie indienen, niet alsnog het examenonderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt hoeven te doen. Zij kunnen met hun ‘oude’ inburgeringsdiploma een naturalisatieverzoek indienen.
Ter informatie: vreemdelingen die vanaf 1 januari 2015 inburgeringsplichtig worden, zijn niet vrijgesteld van dit examenonderdeel.
Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 29 december 2014
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, J.C. Goet Directeur-generaal Vreemdelingenzaken
Aan het inburgeringsexamen in Nederland is als onderdeel van kennis van de Nederlandse samenleving vanaf 1 januari 2015 oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt toegevoegd.
Omdat in de naturalisatieregelgeving het krachtens de Wet inburgering vastgestelde inburgeringsexamen als naturalisatietoets is aangewezen, krijgt het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt doorwerking in de naturalisatieregelgeving en -praktijk. In verband hiermee zijn in artikel 4 van de Regeling naturalisatietoets Nederland twee vrijstellingen van het nieuwe examenonderdeel opgenomen. Deze vrijstellingen worden toegevoegd aan artikel 4, dat betrekking heeft op gedeeltelijke vrijstellingen van onderdelen van de naturalisatietoets (Stc. 2014, 36571). De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 wordt hierop aangepast.
Van het toetsonderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt wordt vrijgesteld:
1. de verzoeker tot naturalisatie die de pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt;
2. de verzoeker die zich voor 1 januari 2015 heeft aangemeld bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de naturalisatietoets of een onderdeel van die toets en van wie DUO voor 1 februari 2015 het verschuldigde examengeld heeft ontvangen.
Voorts is met het oog op het niet langer examineren van het inburgeringsexamen ‘oude stijl’ de tekst in de Handleiding hierop geactualiseerd.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, J.C. Goet Directeur-generaal Vreemdelingenzaken
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-609.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.