TOELICHTING
Algemeen
In deze regeling tot wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland worden
naar aanleiding van de toevoeging van oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt aan
de naturalisatietoets twee vrijstellingen van dat examenonderdeel opgenomen. Verder
wordt in deze regeling een aantal redactionele wijzigingen doorgevoerd.
Aan het inburgeringsexamen in Nederland is als onderdeel van kennis van de Nederlandse
samenleving vanaf 1 januari 2015 oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt toegevoegd.
Voor toelichting op het nieuwe examenonderdeel verwijs ik naar de Nota van Toelichting
bij het Besluit van 16 oktober 2014 tot wijziging van het Besluit inburgering en het
Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de toevoeging van een praktijkexamen ten
behoeve van de oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt aan het onderdeel kennis
van de Nederlandse samenleving en enkele andere wijzigingen (Stb. 2014, 404).
Omdat in de naturalisatieregelgeving het krachtens de Wet inburgering vastgestelde
inburgeringsexamen als naturalisatietoets is aangewezen, krijgt het onderdeel oriëntatie
op de Nederlandse arbeidsmarkt doorwerking in de naturalisatieregelgeving en -praktijk.
In verband hiermee worden in de Regeling naturalisatietoets Nederland twee vrijstellingen
van het nieuwe examenonderdeel opgenomen. Deze vrijstellingen worden toegevoegd aan
artikel 4, dat betrekking heeft op gedeeltelijke vrijstellingen van onderdelen van
de naturalisatietoets.
Van het toetsonderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt wordt vrijgesteld
de verzoeker tot naturalisatie die de pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in
de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt. Verder wordt vrijstelling gegund aan de verzoeker
tot naturalisatie die zich voor 1 januari 2015 heeft aangemeld bij de Dienst Uitvoering
Onderwijs (DUO) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor (een
onderdeel van de) naturalisatietoets en van wie deze dienst het verschuldigde examengeld
voor 1 februari 2015 heeft ontvangen. Zij hoeven vanuit het oogpunt van rechtszekerheid
het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt niet af te leggen.
De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Hiermee wordt
afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde
uitgangspunt. Deze afwijking is toegestaan nu de onderhavige regeling direct samenhangt
met bovengenoemd Besluit van 16 oktober 2014 dat op 31 oktober 2014 in het Staatsblad
is gepubliceerd en op grond waarvan de artikelen met betrekking tot het nieuwe examenonderdeel
oriëntatie op de arbeidsmarkt vanaf 1 januari 2015 betekenis krijgen (aanwijzing 174,
vierde lid, onder a, Aanwijzingen voor de regelgeving).
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A (artikel 2)
In de regeling tot wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland van 3 december
2012 is artikel 2 gewijzigd. In de publicatie in de Staatscourant van 18 december 2012, nr. 26085, is in artikel 2, vierde lid, abusievelijk verwezen naar artikel 8 van het Besluit
inburgering. Dat artikel bestaat niet. De geformuleerde rectificatie, namelijk verwijzing
naar artikel 3.8 van het Besluit inburgering zoals de tekst luidde voor 1 januari
2013, is niet doorgevoerd. Dat wordt nu hersteld.
Onderdeel B (artikel 4)
In artikel 4 worden de twee bovengenoemde vrijstellingen van het nieuwe onderdeel
oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt van de naturalisatietoets in een nieuw achtste
lid neergelegd. Met betrekking tot de vrijstelling in het achtste lid, onderdeel b,
wordt opgemerkt dat de aanmelding voor (een onderdeel van) de naturalisatietoets voor
1 januari 2015 moet zijn gedaan en dat DUO het verschuldigde examengeld voor 1 februari
2015 moet hebben ontvangen. Bij de laatste datum is er rekening mee gehouden dat,
blijkens het Reglement inburgeringsexamen (te raadplegen via www.inburgeren.nl) het examengeld niet alleen via iDEAL kan worden betaald maar ook door het voldoen
van een door DUO toegezonden factuur.
De overige wijzigingen in artikel 4 zijn van redactionele aard. Het betreft een aanpassing
in het derde en vierde lid als gevolg van het feit dat het examenonderdeel kennis
van de Nederlandse samenleving niet meer is opgenomen in artikel 3.9, eerste lid,
onder e, maar als kennis van de Nederlandse maatschappij in artikel 3.9, tweede lid,
onder a, van het Besluit inburgering. Verder wordt duidelijk gemaakt dat het in het
vierde en vijfde lid gaat om de Wet inburgering nieuwkomers zoals die luidde op 31 december
2006. Deze wet is immers per 1 januari 2007 vervallen.
Onderdeel C (artikel 5)
In artikel 5 heeft de Staatscourant destijds (Stcrt. 2012, 26085) abusievelijk een aan het vierde lid identiek lid 5 toegevoegd. Het vierde en het
eerste vijfde lid zijn daardoor identiek en er zijn twee verschillende leden 5. Deze
onvolkomenheden zijn rechtgezet door het eerste lid 5 te laten vervallen.
Artikel II
De wijziging van artikel 3.9 van het Besluit inburgering in bovengenoemd Besluit van
16 oktober 2014 tot wijziging van het Besluit inburgering en het Vreemdelingenbesluit
(Stb 2014, 404) is in werking getreden met ingang van 1 november 2014. Daarom treden ook de daarop
betrekking hebbende wijzigingen in de onderhavige regeling op die datum in werking.
Deze wijzigingen krijgen echter eerst vanaf 1 januari 2015 hun volle betekenis omdat
degenen die zich voor 1 januari 2015 hebben aangemeld voor (een onderdeel van) de
naturalisatietoets en van wie DUO de betaling van het examengeld voor 1 februari 2015
heeft ontvangen vrijgesteld zijn van het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Hiermee sluit de naturalisatieregelgeving aan bij de inburgeringsregelgeving waarin
personen die voor 1 januari 2015 inburgeringsplichtig zijn geworden zijn vrijgesteld
van het nieuwe onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven