Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 december 2015, nummer 711892, tot wijziging van de Regeling toelating en uitzetting BES (vijfde wijziging)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 7, derde lid, van de Wet toelating en uitzetting BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling toelating en uitzetting BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.1 wordt de tarieftabel vervangen door:

I. Verblijfsdoel

II. Verlening of wijziging

III. Verlenging

a. ‘gezinshereniging of gezinsvorming’

USD 588

USD 172

b. ‘verblijf ter adoptie of als pleegkind’

USD 40

USD 40

c. ‘het verrichten van arbeid in loondienst’

USD 413

USD 275

d. ‘het verrichten van arbeid als zelfstandige’

USD 957

USD 275

e. ‘voortgezet verblijf’

USD 172

USD 172

f. ‘verblijf als gepensioneerde of rentenier’

USD 651

USD 275

g. ‘wedertoelating’

USD 728

USD 275

h. ‘het volgen van studie’

USD 308

USD 116

i. ‘verblijf als stagiair’

USD 574

niet van toepassing

j. ‘verblijf als praktikant’

USD 574

niet van toepassing

k. ‘vervolging van mensenhandel’

USD 0

USD 0

l. ‘verblijf als investeerder’

USD 651

USD 275

m. ‘verblijf als vrijwilliger’

USD 651

USD 275

B

In artikel 4.5 wordt het bedrag van USD 345 vervangen door: USD 284.

C

In de artikelen 4.5 en 4.7 wordt het bedrag van USD 49 telkens vervangen door: USD 40.

D

In artikel 4.6 wordt het bedrag van USD 161 vervangen door: USD 132.

E

In artikel 4.7 wordt het bedrag van USD 145 vervangen door: USD 119.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 december 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van de Regeling toelating en uitzetting BES bevat de jaarlijkse indexering van de legestarieven.

Ingevolge artikel 7, derde lid, van de Wet is de vreemdeling in door de Minister van Veiligheid en Justitie te bepalen gevallen en volgens de door de Minister van Veiligheid en Justitie te bepalen regels, leges verschuldigd ter zake van de afdoening van een aanvraag tot het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur en wijzigen van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Daarnaast voorziet het artikel 7, derde lid, in de mogelijkheid tot legesheffing ter zake van de afgifte van een document waaruit de verblijfspositie blijkt, inbegrepen een verklaring inzake toelating van rechtswege.

De legesbedragen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd en volgen hiermee de hoogte van de indexatie van de leges in Europees Nederland. De leges zijn geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de cao-lonen zoals berekend door het CBS (1,3%), conform de handelwijze bij de indexering van de leges die geheven worden in het kader van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Voor een nadere toelichting over het indexeringscijfer wordt verwezen naar de toelichting bij de Beschikking wijzigingspercentage optie- en naturalisatiegelden 2016 (Stcrt. 2015, nr. 23843).

De legestarieven in Caribisch Nederland houden verband met de legestarieven in Europees Nederland (zie Stcrt. 2014, 33256). Dezelfde indexeringsmethodiek is ook toegepast op de recent gewijzigde legestarieven (zie Stcrt. 2015, 30101). De lagere dollarkoers (administratieve koers van 1 juli 2015) maakt dat de legestarieven per saldo zijn verlaagd.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven