Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 september 2015, nummer 679033, tot wijziging van de Regeling toelating en uitzetting BES (vierde wijziging)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 7, derde lid, van de Wet toelating en uitzetting BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling toelating en uitzetting BES als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van Hoofdstuk 4 komt te luiden:

HOOFDSTUK 4. TOELATING BIJ VERGUNNING VERLEEND OF VAN RECHTSWEGE TOEGEKEND.

B

In de tabel in artikel 4.1, tweede lid, komen de rijen a, c en h te luiden als volgt:

a. ‘gezinshereniging of gezinsvorming’

USD 712

USD 209

c. ‘het verrichten van arbeid in loondienst’

USD 500

USD 334

h. ‘het volgen van studie’

USD 372

USD 140

C

In artikel 4.5, eerste lid, wordt ‘een bedrag van USD 140’ vervangen door: een bedrag van USD 345.

D

In artikel 4.6 wordt ’een bedrag van USD 49’ vervangen door: een bedrag van USD 161.

E

Na artikel 4.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.7

  • 1. Ter zake van de afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet, is de vreemdeling dan wel Nederlander, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van de Wet een bedrag van USD 145 verschuldigd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is de vreemdeling een bedrag van USD 49 verschuldigd, ingeval sprake is van een verlenging van de termijn, bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder c, van het Besluit.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is de persoon, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet geen leges verschuldigd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 september 2015

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van de Regeling toelating en uitzetting BES bevat een aanpassing van de legestarieven. Bij brieven van 2 juli 2015 zijn de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken I 2014/15, 34 000 IV, V) en de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal geïnformeerd over nieuwe legestarieven.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen B, C en D (artikelen 4.1, tweede lid, 4.5, eerste lid en 4.6)

Met ingang van 10 oktober 2010 zijn de legestarieven in Caribisch Nederland voor het eerst vastgesteld. Uitgangspunt voor de legesheffing is dat de leges in een redelijke verhouding staan tot de gemaakte kosten, verbonden aan de afdoening van aanvragen en waarbij wordt gestreefd naar kostendekkendheid. Wegens de verschillen in koopkracht tussen Caribisch Nederland en Europees Nederland zijn de legestarieven in Caribisch Nederland in 2010 wat betreft hoogte vastgesteld op circa 66% van de daarmee corresponderende, in Europees Nederland geldende legestarieven, omgerekend in Amerikaanse dollars.

De legesbedragen in Europees Nederland zijn sindsdien enkele malen aangepast. De legestarieven in Caribisch Nederland daarentegen zijn na de introductie ervan in 2010 pas voor het eerst weer gelijkgeschakeld aan de Europees Nederlandse legestarieven met ingang van 1 januari 2015. Door middel van die aanpassing is de verhouding tussen de legestarieven van Caribisch Nederland en Europees Nederland opnieuw gesteld op 66%.

Als gevolg van die aanpassing was na verloop van vier jaren voor enkele tarieven sprake van een verhoging. Voor sommige tarieven was sprake van een daling. Tegen de koppeling van de legestarieven in Caribisch Nederland aan de legestarieven in Europees Nederland en met name ook de aanmerkelijke verhoging van het legestarief voor arbeid in loondienst zijn in Caribisch Nederland bezwaren gerezen.

Om op de korte termijn tegemoet te komen aan deze bezwaren, is besloten het legestarief voor een aanvraag om een verblijfsvergunning met als beperking ‘arbeid in loondienst’ te verlagen.

De openbare lichamen verwachten van de verlaging van de leges voor arbeid in loondienst positieve effecten voor de lokale economieën. Tegenover die verlaging staat echter dat enkele andere legestarieven, die waren verlaagd met ingang van 1 januari 2015, weer zijn verhoogd tot het niveau van 2014. Het betreft de legestarieven voor verblijfsvergunningen voor bepaalde tijd met beperking ‘gezinshereniging’ en ‘studie’ en de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.

Tevens staat tegenover die verlaging de invoering van een nieuw legestarief voor de verklaring van rechtswege van Nederlanders. Verwezen wordt naar de toelichting bij onderdeel D. Tenslotte staat tegenover de verlaging de invoering van een tarief ter zake van de aanvraag tot verlenging van de vrije termijn.

De wijzigingen betreffen samengevat:

Omschrijving

Tarief m.i.v. 1-1-2014 in USD

Tarief ‘onlangs gewijzigd’ (m.i.v. 1-1-2015) in USD

Tarief nieuw (m.i.v. 1-10-2015) in USD

Arbeid in loondienst

372

788

500

Gezinshereniging meerderjarigen

712

209

712

Gezinshereniging minderjarigen

161

49

161

Studie

372

279

372

onbepaalde tijd

345

140

345

van rechtswege toelating Nederlanders en Amerikanen

n.v.t.

n.v.t.

145

verlenging vrije termijn

n.v.t.

n.v.t.

49

Onderdeel E (artikel 4.7)

Met dit onderdeel is een legestarief ingevoerd voor de afdoening van de aanvraag van een verklaring inzake toelating van rechtswege. Een zodanige verklaring kan worden afgegeven aan Europese Nederlanders die voor langere duur in Caribisch Nederland willen verblijven. Aan deze aanvraag waren voorheen geen kosten verbonden. Er vindt voordat deze verklaring wordt afgegeven echter wel een toets plaats door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van Caribisch Nederland of aan de voorwaarden voor de van rechtswege toelating wordt voldaan. Het betreft: huisvesting, voldoende middelen van bestaan om in het onderhoud te voorzien en een recente verklaring van goed gedrag.

Sinds de uitspraak het Gemeenschappelijk Hof van Justitie inzake Grant (uitspraak van 15 december 2014 (ECLI:NL:OGHACMB:2014:92)) komen Amerikaanse staatsburgers op dezelfde voet als Europese Nederlanders voor toelating van rechtswege in aanmerking. Voor hen geldt met ingang van 1 oktober 2015 ook dit tarief.

De verplichting tot het betalen van leges voor de aanvraag om afgifte van de verklaring van rechtswege geldt niet voor diegenen die voor toelating van rechtswege in aanmerking komen uit hoofde van artikel 3, eerste lid, van de Wet. Het gaat hier om verschillende categorieën vreemdelingen. Er mag van worden uitgegaan dat ten aanzien van een deel van de vreemdelingen, in dat artikelonderdeel bedoeld, reeds door een buitenlandse en Nederlandse instantie voorafgaand aan de binnenkomst op voldoende betrouwbare wijze is vastgesteld dat zij van onbesproken gedrag zijn en over voldoende middelen van bestaan voor het levensonderhoud beschikken voor zich zelf en hun eventuele gezinsleden. Voor het overige betreft het vreemdelingen die al langere tijd legaal in Caribisch Nederland verblijven en uit dien hoofde daar al genoegzaam bekend zijn, zodat voor die categorieën slechts een beperkte toets aan de orde is.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven