Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 februari 2015, 2015-0000018912, tot wijziging van bijlage C van het Ontslagbesluit in verband met de toepassing op de branches geestelijke gezondheidszorg en welzijn en maatschappelijke dienstverlening

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 6, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen;

Besluit:

ARTIKEL I

In bijlage C van het Ontslagbesluit wordt in onderdeel 1 na ‘de jeugdgezondheidszorg,’ ingevoegd ‘de geestelijke gezondheidszorg, met inbegrip van de verslavingszorg,’ en na ‘of in de gehandicaptenzorg’ ingevoegd ‘, in de branche welzijn en maatschappelijke dienstverlening’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 februari 2015

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Met de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 november 2014, tot wijziging van het Ontslagbesluit in verband met het stellen van regels voor het bepalen van de ontslagvolgorde in de zorg (Stcrt. 2014, 31718) en de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 december 2014, tot wijziging van bijlage C van het Ontslagbesluit en het overgangsrecht in verband met bepalen van de ontslagvolgorde in de zorg (Stcrt. 2014, 36335), zijn aanpassingen in het Ontslagbesluit doorgevoerd met betrekking tot de regels voor het bepalen van de ontslagvolgorde bij het vervallen van arbeidsplaatsen binnen categorieën uitwisselbare functies die worden vervuld op het terrein van de zorg. De bijzondere regels (die zijn opgenomen in Bijlage C bij het Ontslagbesluit) houden in dat voor de toepassing van het afspiegelingsbeginsel niet wordt uitgegaan van de bedrijfsvestiging maar van de gemeente waar de werkzaamheden worden verricht. Tegelijkertijd wordt voorzien in een uitzondering op deze regeling indien een werkgever aannemelijk kan maken dat vanwege de wijze waarop de werkzaamheden zijn georganiseerd, toch moet worden uitgegaan van de bedrijfsvestiging. Het is aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen om te beoordelen, aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval, of een werkgever terecht gebruik maakt deze uitzonderingsmogelijkheid. Inmiddels is gebleken dat het toepassingsbereik van de regeling te beperkt is. Ook voor de geestelijke gezondheidszorg (inclusief de verslavingszorg) en de branche welzijn en maatschappelijke dienstverlening geldt dat onverkorte toepassing van het afspiegelingsbeginsel per bedrijfsvestiging voor werkgevers en werknemers om dezelfde redenen als genoemd in de toelichting bij de hiervoor genoemde regeling tot onredelijke uitkomsten kan leiden. Daarom is besloten de geestelijke gezondheidszorg (inclusief de verslavingszorg) en de branche welzijn en maatschappelijke dienstverlening onder het toepassingsbereik van Bijlage C te brengen. De onderhavige regeling strekt hiertoe.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven