De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 37, tweede lid, 52, derde lid, 58, tweede lid, 59, 60, eerste
lid, 61, eerste lid, en 62, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum, de artikelen
J 7, J 16, derde lid, K 4, vierde lid, L 11, tweede lid, en M 6, eerste en tweede
lid, van de Kieswet en artikel 47b, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit
stembiljetten en centrale stemopneming;
Besluit:
TOELICHTING
1. Introductie
Met de onderhavige regeling zijn wijzigingen aangebracht in de Kies- en referendumregeling
en in de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland.
De wijzigingen voorzien in de vaststelling van enkele modellen die benodigd zijn bij
de stemming voor een referendum dat plaatsvindt op grond van de Wet raadgevend referendum.
2. Wijziging van de Kies- en referendumregeling
2.1. Algemeen
Deze regeling voorziet in de vaststelling van de modellen voor de stempas, de kiezerspas,
het schriftelijk volmachtbewijs, het briefstembewijs, de kiezershandleiding en het
stembiljet voor het referendum. Hiermee zijn zes van de 27 modellen, bedoeld in de
Wet raadgevend referendum, vastgesteld. De overige 21 modellen waren reeds vastgesteld
met de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
12 mei 2015, nr. 2015-0000259658, houdende wijziging van de Kiesregeling in verband
met de uitvoering van de Wet raadgevend referendum en het Besluit raadgevend referendum.
Deze regeling voorziet tevens in vervanging van model J 7-1 inzake de technische eisen
van de stempas, de kiezerspas, het volmachtbewijs en het briefstembewijs, waardoor
het geschikt is voor toepassing bij zowel verkiezingen op grond van de Kieswet als
referenda op grond van de Wet raadgevend referendum. Tot slot is van de gelegenheid
gebruik gemaakt om de modellen Wrr 37 en Wrr 52 opnieuw vast te stellen, met als doel
enige wijzigingen van beperkte omvang tot stand te brengen.
2.2. Toelichting op de modellen
Model J 7 (Wrr 59), Model K 4 (Wrr 60), Model L 11 (Wrr 61) en Model M 6-2 (Wrr 62)
Deze modellen betreffen de modellen voor respectievelijk de stempas, de kiezerspas,
het schriftelijk volmachtbewijs en het briefstembewijs voor het referendum. Voor de
stempas, de kiezerspas en het schriftelijk volmachtbewijs zijn telkens twee modellen
vastgesteld: een voor de kiezers in het Europese deel van Nederland, en een voor de
kiezers op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor het briefstembewijs zijn eveneens
twee modellen vastgesteld: een voor kiezers buiten Nederland die wonen op Aruba, Curaçao
of Sint Maarten, en een voor kiezers buiten Nederland die elders woonachtig zijn.
De modellen voor de stempas en het schriftelijk volmachtbewijs ten behoeve van de
herindelingsverkiezingen op 18 november 2015, die zijn opgenomen in de modellen J
7 (Wrr 59) en L 11 (Wrr 61), zijn overigens ongewijzigd gebleven.
De modellen voor de voornoemde stembescheiden voor het referendum betreffen modellen
die niet voor elk referendum opnieuw behoeven te worden vastgesteld. Hiermee wordt
een nieuwe lijn ingezet ten opzichte van de wijze waarop de modellen voor de stembescheiden
van verkiezingen tot nu toe werden vastgesteld, waarbij telkens voor elke stemming
opnieuw het volledig ingevulde model door de minister werd vastgesteld. Deze nieuwe
werkwijze heeft als voordeel dat de vormgeving van de stembescheiden geruime tijd
voor de dag van stemming bekend is voor burgers, overheden en andere betrokkenen.
Voorts verdient deze werkwijze de voorkeur om redenen van bestendigheid en wetgevingsefficiency.
De vastgestelde modellen voor de stembescheiden voor het referendum volgen in grote
lijnen de ontwerpen van de modellen die in de afgelopen jaren zijn gemaakt voor de
stembescheiden voor reguliere verkiezingen. Opdat de stembescheiden voor het referendum
onderscheiden kunnen worden van die voor reguliere verkiezingen, wijkt het ontwerp
op sommige punten af. Dit is met name van belang in het geval dat de stemming voor
een referendum gelijktijdig plaatsvindt met de stemming voor een verkiezing. Hieronder
licht ik deze punten nader toe.
-
– De stembescheiden voor referenda hebben een andere ondergrondkleur (geel) dan die
voor reguliere verkiezingen (blauw).
-
– Op de voorzijde van de stembescheiden voor het referendum staat prominent genoemd
dat het gaat om de oproep voor een raadgevend referendum. Ook de wet of het verdrag
waarover het gaat wordt op de voorzijde van de stembescheiden aangeduid.
-
– Uit het stempasnummer – dat het stembureau moet controleren om vast te stellen of
de stempas geldig is – blijkt om welke stemming het gaat. Het nummer is uitgebreid
met een code die voor iedere stemming uniek is en die een specifieke toevoeging heeft
voor het raadgevend referendum. Dit nummer en deze code zijn opgenomen op de stempas,
de kiezerspas en het schriftelijk volmachtbewijs.
-
– In de stembescheiden voor het referendum zijn ten opzichte van de stembescheiden voor
verkiezingen kleine verschillen aangebracht in het patroon van de gekleurde achtergrond.
Van belang is daarnaast dat, in het geval er meerdere referenda op dezelfde dag worden
gehouden, de stembescheiden voor de verschillende referenda van elkaar kunnen worden
onderscheiden. De kiezer en het stembureau moeten in staat zijn te herkennen voor
welk referendum de kiezer zijn stembescheiden inlevert, en bovendien moeten de stempassen
eenvoudig kunnen worden gesorteerd. Daar is op de volgende manieren rekening mee gehouden.
-
– Zoals gebruikelijk wordt in de rand van de stempas gewerkt met een fluorkleur die
voor alle verkiezingen/referenda op dezelfde dag overeenkomstig is. Wanneer meerdere
referenda op een dag worden gehouden worden steunkleuren gebruikt. Indien slechts
een referendum plaatsvindt is de steunkleur rood. Bij meerdere referenda op dezelfde
dag wordt voor elk referendum in de stembescheiden de steunkleur rood vervangen door
een andere steunkleur (zie in dit verband ook het model J 7-1 (Wrr 59-62) voor de
technische eisen aan de stempas, de kiezerspas, het schriftelijk volmachtbewijs en
het briefstembewijs).
-
– Op de plaats waar bij stembescheiden voor verkiezingen een verkiezingscode is opgenomen,
komt een referendumcode. Deze aanduiding in hologramfolie is opgebouwd uit een jaartal
en de aanduiding “raadgevend referendum”. Daarnaast wordt per referendum een volgnummer
toegekend, waarbij telkens bij het eerste referendum van een kalenderjaar het nummer
1 wordt toegekend. Doel hiervan is bewerkstelligen dat de stembescheiden van verschillende
referenda van elkaar te onderscheiden zijn.
Hieronder is een voorbeeld opgenomen van de verschillende kleuren en nummering op
een stempas wanneer meerdere referenda op een dag worden georganiseerd:
Model J 7-1 (Wrr 59-62)
De technische eisen zijn op een beperkt aantal punten gewijzigd. Deze wijzigingen
betreffen verplaatsingen van enkele elementen (zoals tekstvelden) op de modellen.
Model J 16 (Wrr 59)
Aan dit model is een model voor de kiezershandleiding voor het referendum toegevoegd.
Op grond van artikel 59 van de Wet raadgevend referendum juncto artikel J 16, derde
lid, van de Kieswet wordt bij een referendum een kiezershandleiding ter beschikking
gesteld in het stemhokje. De kiezershandleiding is een grafisch vormgegeven instructie
die illustreert hoe de kiezer zijn stem moet uitbrengen. Deze instructie gaat, evenals
bij verkiezingen, vergezeld van een poster die de kiezer informeert over het stemgeheim
in relatie tot het maken van een foto van het ingevulde stembiljet.
De kiezershandleiding voor verkiezingen is ongewijzigd gebleven.
Model Wrr 58
Dit model betreft het stembiljet voor het referendum. Een aantal keuzes met betrekking
tot de vormgeving van het model licht ik hieronder toe.
Waar het stembiljet voor verkiezingen (model J 20) door zijn afmetingen moeilijk na
te maken of te kopiëren is, is het stembiljet voor het referendum aanzienlijk kleiner
(A4 formaat) en heeft het slechts twee keuzemogelijkheden. De eenvoud om een stembiljet
op A4 formaat te kopiëren of na te maken, maakt aanvullende beveiliging noodzakelijk.
Deze beveiliging dient tijdens het tellen van de stemmen visueel en zonder hulpmiddelen
gecontroleerd te kunnen worden. Om die reden is in het model opgenomen dat het stembiljet
wordt voorzien van een echtheidskenmerk dat voor de stemming wordt voorgeschreven
door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Omdat het voor kan komen dat meerdere referenda op dezelfde dag worden gehouden, is
het van belang dat goed zichtbaar is op welk referendum een stembiljet betrekking
heeft. Dit is bewerkstelligd door op het stembiljet duidelijk het volgnummer van het
referendum en het jaartal waarin het referendum plaatsvindt op te nemen. De aanduiding
van het volgnummer en jaartal worden zowel op de voor- als op de achterzijde van het
stembiljet aangebracht. De aanduidingen zijn ook leesbaar na het opvouwen van het
stembiljet.
In het geval dat meerdere stemmingen op dezelfde dag plaatsvinden, wordt op de voor-
en achterzijde van het stembiljet voorts een onderscheidend kenmerk aangebracht dat
een bepaalde verkiezing of referendum representeert. Het onderscheidende kenmerk betreft
één of meer kleurenbalken over de gehele breedte van de voor- en achterzijde van het
biljet. De kleurenbalk moet zichtbaar zijn als het biljet is open- en dichtgevouwen.
3. Wijziging van de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten
Nederland
Deze regeling strekt tot vaststelling van een model voor het stembiljet voor kiezers
buiten Nederland bij het referendum, alsmede tot wijziging van de modellen C en D
voor het verzoek om een vervangend briefstembewijs voor kiezers buiten Nederland,
onderscheidenlijk voor kiezers in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
De grondslag voor de vaststelling van het model voor het stembiljet voor kiezers buiten
Nederland is gelegen in artikel 47b, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit
stembiljetten en centrale stemopneming. Op grond van deze bepaling stelt de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor een experiment met een nieuw stembiljet
voor kiezers buiten Nederland bij een referendum als bedoeld in de Wet raadgevend
referendum, een stembiljet vast dat elektronisch naar de kiezer in het buitenland
kan worden verzonden. Het model voor het stembiljet voor de verkiezing van het Europees
Parlement, dat tevens is opgenomen in model A, is ongewijzigd gebleven.
De modellen C en D zijn zodanig ingericht dat zij zowel van toepassing zijn op verkiezingen
als op referenda als bedoeld in de Wet raadgevend referendum.
4. Administratieve lasten
Gelet op het gegeven dat niet te voorspellen valt hoeveel referenda plaats zullen
vinden op grond van de Wet raadgevend referendum, is het op dit moment niet mogelijk
om een inschatting te maken van de administratieve lasten die gepaard gaan met de
onderhavige regeling. Beoogd is om de modellen op dusdanige wijze vorm te geven dat
de handelingen die hiermee gemoeid zijn, op een zo eenvoudig mogelijke wijze verricht
kunnen worden.
5. Inwerkingtreding
De Wet raadgevend referendum is per 1 juli 2015 in werking getreden. Mede gelet op
het feit dat op 6 april 2016 een raadgevend referendum zal plaatsvinden, is het van
belang dat de stembescheiden en overige stukken die op basis van de met deze regeling
vastgestelde modellen worden gedrukt en verspreid, zo spoedig mogelijk gereed zijn.
Daarom treedt deze regeling in afwijking van de vaste verandermomenten in werking
met ingang van de dag na bekendmaking van de regeling in de Staatscourant.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk