Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2015, 27711 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2015, 27711 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Economische Zaken, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;
Gelet op artikel 64, tweede en derde lid, van de Wet bodembescherming en artikel 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Besluit gebruik meststoffen;
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit gebruik meststoffen;
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit gebruik meststoffen.
1. Van het in artikel 4, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen gestelde verbod wordt in de periode van 1 tot en met 15 september 2015 vrijstelling verleend voor het gebruik van vaste mest op grasland.
2. Van het in artikel 4, derde lid, van het Besluit gebruik meststoffen gestelde verbod wordt in de periode van 1 tot en met 15 september 2015 vrijstelling verleend voor het gebruik van drijfmest op grasland.
Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 2, zijn de volgende voorwaarden verbonden:
a. het grasland behoort tot een bedrijf waarvan ten minste 5% van de oppervlakte grasland die bij het bedrijf in gebruik was in 2014 ernstig is beschadigd als gevolg van vraat van dieren die in de graszode leven,
b. het grasland behoort tot een bedrijf waarvan de verwachte grasopbrengst van het beschadigde areaal ten minste 25% lager is dan wanneer geen vraat plaats zou hebben gevonden,
c. de schade, de oorzaak daarvan en de opbrengstderving zijn vastgesteld door het Faunafonds en vastgelegd in een rapport dat wordt bewaard in de administratie, bedoeld in artikel 32, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, van het bedrijf waartoe het grasland behoort en
d. het beschadigde areaal is opnieuw ingezaaid met gras.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 25 augustus 2015
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma
Het Besluit gebruik meststoffen (Bgm) heeft tot doel om de belasting van de bodem en het water door fosfaat- en stikstofverbindingen afkomstig uit dierlijke meststoffen en stikstofkunstmest terug te dringen. Tevens dient dit besluit om de geurhinder en de emissie van potentieel verzurende stoffen te beperken. Het besluit bevat daartoe voorschriften die, overeenkomstig de goede landbouwpraktijk, beperkingen stellen aan de periode waarin, de omstandigheden waaronder en de wijze waarop deze meststoffen kunnen worden aangewend. Ingevolge de Nitraatrichtlijn1, meer in het bijzonder bijlage III, onderdeel 1, punt 1, dienen er maatregelen te worden getroffen ten aanzien van de periodes waarin verschillende soorten meststoffen op de bodem mogen worden gebracht. Deze zogenaamde uitrijdperioden zijn opgenomen in paragraaf 3 van het Bgm.
Op twee momenten is de Tweede Kamer geïnformeerd over de maatregelen die werden uitgewerkt voor de agrarische bedrijven met ernstige muizenschade (Kamerstukken II 2013–2014, 27 858, nrs. 295 en 305).
Een aantal maatregelen zijn expliciet goedgekeurd door de Europese Commissie Het gaat daarbij om de volgende maatregelen:
1. Uitbreiding van de calamiteitenregeling van het vijfde Actieprogramma naar schade veroorzaakt door plaagdieren die schade toebrengen aan graswortels en/of grasbladeren dan wel aan de zode door deze te doorgraven. De huidige calamiteitenregeling ziet alleen op schade als gevolg van vraat door emelten en engerlingen. De calamiteitenregeling wordt uitgebreid naar vergelijkbare plagen.
2. Verlenging van de uitrijdperiode voor dierlijke mest tot 16 september 2015 op heringezaaide percelen voor bedrijven met ernstige muizenschade.
3. Vrijstelling in 2015 voor bedrijven met ernstige muizenschade van de eis dat 80% van het bouwplan (de landbouwgrond die bij het bedrijf behoort) van bedrijven die van de derogatie gebruik maken, uit grasland moet bestaan. De belangrijkste voorwaarden zijn dat ten minste 65% van het bouwplan grasland blijft en dat maximaal 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare mag worden gebruikt op het areaal aan andere gewassen dat uitgaat boven 20% van het bouwplan van het bedrijf.
Maatregel 1 wordt opgenomen in het Besluit gebruik meststoffen. Maatregel 2 betreft de vrijstelling in onderhavige regeling. Voor maatregel 3 is er een (tijdelijke) wijziging in de Uitvoeringsregeling meststoffenwet opgenomen.
Door de ernstige muizenschade en (daardoor) de noodzaak een perceel in het voorjaar opnieuw in te zaaien met gras (herinzaai) is de grasgroei op een dergelijk perceel later in het seizoen op gang gekomen. Mede omdat een dergelijk nieuw ingezaaid grasgewas het eerste jaar bij voldoende vocht en voedingsstoffen in de bodem en bij een goede bodemstructuur, een goede groeikracht heeft, kan de groei ook in de nazomer en de vroege herfst nog krachtig zijn. Daar het probleem van ernstige muizenschade zich vooral op klei-op-veengronden voordoet is de vochtvoorziening doorgaans geen probleem. De opnamecapaciteit van voedingsstoffen uit de bodem, waaronder nitraat, is daardoor groot en dat verklaart, in combinatie met het feit dat het in nagenoeg alle situaties om herinzaai op kleigronden gaat, waarom een latere gift van dierlijke mest in de nazomer geen direct gevaar is voor een verhoogde nitraatuitspoeling.
De bedrijven met ernstige muizenschade moeten de schade kunnen aantonen met een door het Faunafonds schaderapport, dat in het voorjaar van 2015 is opgesteld. Daaruit moet blijken dat minstens 5% van het graslandareaal op het bedrijf ernstig is aangetast, dat wil zeggen de verwachte opbrengst op deze percelen ten minste 25% lager is. Alle bedrijven die zich in dit voorjaar hebben aangemeld dat ze schade hadden, zijn bezocht en hebben een schaderapport van het Faunafonds. Dat rapport hebben ze gebruikt om, als ze voldoen aan de voorwaarden, zich voor 1 juli 2015 aan te melden voor de tijdelijke vrijstelling van de derogatie-eis van 80% grasland. Hetzelfde rapport kunnen zij gebruiken om aan te tonen dat ze voldoen aan de eisen om gebruik te kunnen maken van de onderhavige (eenmalige) vrijstellingsregeling.
De Technische commissie bodem (TCB) heeft op 23 juli 2015 advies uitgebracht (TCB A106(2015)). TCB geeft in lijn met voorgaande adviezen bij uitstel van de uitrijdperiode van drijfmest in de eerste twee weken van september aan dat zij geen voorstander is van een dergelijk uitstel. Zij acht de kans op meer uitspoelingsverliezen van nitraat groot. Hierboven is aangegeven dat in het gebied, op de grondsoort, waar de muizenschade zich voordoet, de kans groot is dat vanwege de doorgaans goede vochtvoorziening en de groeikracht van een nieuw jong grasgewas dat al eerder in het seizoen is gezaaid, er nog veel nitraat uit de bodem wordt opgenomen in de nazomer en vroege herfst.
Uit deze regeling vloeit geen extra regeldruk voort. Bedrijven hoeven zich niet aan te melden. Bedrijven dienen bij controle een schaderapport te kunnen overleggen. Zoals hierboven al beschreven dient een ondernemer die ernstige muizenschade op zijn bedrijf heeft, een dergelijk rapport van het Faunafonds reeds in zijn bezit te hebben.
Het eerstvolgende vaste verandermoment is 1 oktober 2015. Van deze datum wordt afgeweken. De regeling treedt op 1 september 2015 in werking zodat de regeling aansluit bij de in het Bgm opgenomen uitrijdperiode op grasland. Die periode eindigt op 31 augustus 2015.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma
Richtlijn van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (91/676/EEG)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-27711.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.