Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juli 2015, nr. PO/SenO/747922, houdende wijziging van de Regeling bekostiging personeel PO 2015–2016 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2015–2016 in verband met de vaststelling van het bedrag voor ondersteuning aan scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 120 van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING BEKOSTIGING PERSONEEL PO 2015–2016 EN VASTSTELLING BEDRAGEN VOOR ONDERSTEUNING VAN LEERLINGEN IN HET PO EN VO 2015–2016

De Regeling bekostiging personeel PO 2015–2016 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2015–2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 21 wordt ‘€ 310,59’ vervangen door: € 308,58.

B

In artikel 22 wordt ‘€ 498,48’ vervangen door: € 496,47.

C

Na artikel 39 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 39a. Bijzondere bekostiging voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder een leerling met een ernstige meervoudige beperking:

    een leerling met een combinatie van een (zeer) ernstige verstandelijke beperking (IQ tot 35), een lichamelijke beperking en bijkomende stoornissen, voor wie naast extra ondersteuning in het onderwijs ook extra zorg nodig is, die op 1 oktober 2014 ingeschreven stond op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs en voor wie het bevoegd gezag bekostiging categorie 3 (hoog) ontvangt.

  • 2. Het bevoegd gezag van een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs waar op 1 oktober 2014 leerlingen met een ernstige meervoudige beperking waren ingeschreven, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel.

  • 3. De aanvraag voor de bijzondere bekostiging wordt ingediend bij DUO door middel van het formulier, nummer DUO 60102, te downloaden via www.duo.nl, en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal op 1 oktober 2014 ingeschreven leerlingen met een ernstige meervoudige beperking als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, dient uiterlijk op 15 september 2015 ontvangen te zijn. Aanvragen die na die datum worden ontvangen, worden afgewezen.

  • 5. De in het tweede lid bedoelde bekostiging bedraagt per ingeschreven leerling met een ernstige meervoudige beperking maximaal € 4000,00.

  • 6. Voor de bijzondere bekostiging op grond van dit artikel is voor het schooljaar 2015–2016 een bedrag van maximaal € 5 miljoen beschikbaar.

  • 7. Indien het bekostigingsplafond, als bedoeld in het zesde lid, wordt overschreden, wordt het bedrag per leerling met een ernstige meervoudige beperking, als bedoeld in het vijfde lid, verlaagd naar rato van het aantal leerlingen met een ernstige meervoudige beperking waarvoor de bekostiging wordt toegekend.

  • 8. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beslist uiterlijk in november 2015 op de aanvraag.

D

In artikel 42 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De bijzondere bekostiging voor personeel, bedoeld in artikel 39a, wordt uitbetaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang. De eerste betaling vindt plaats in november 2015. Dan wordt ook de bekostiging voor de maanden augustus, september en oktober betaald.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Algemeen

Waar is deze regeling voor bedoeld?

Met deze regeling kunnen scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs cluster 3 een beroep doen op bijzondere bekostiging ten behoeve van het onderwijs en de zorg aan leerlingen met een ernstige meervoudige beperking.

Achtergrond en context

Een aantal kinderen met een ernstige meervoudige beperking is in staat om (voortgezet) speciaal onderwijs te volgen. Deze leerlingen hebben naast onderwijsondersteuning ook (medische) zorg nodig op school. Door de wijzigingen in onderwijs en zorg ervaren scholen en ouders knelpunten bij de organisatie en bekostiging van de onderwijszorgarrangementen.

In de brief die de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik op 20 maart 2015 naar de Tweede Kamer hebben verzonden over de combinatie van onderwijs en zorg aan leerlingen met een ernstige meervoudige beperking (Kamerstukken II 2014/15, 31 497, nr. 150), is toegezegd om een centrale regeling op te stellen om scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs de mogelijkheid te bieden om, aanvullend op de onderwijs- en ondersteuningsbekostiging en eventuele bekostiging vanuit de zorg, in aanmerking te komen voor bijzondere bekostiging uit een landelijke regeling. Deze toezegging is herhaald in het algemeen overleg in de Tweede Kamer van 25 maart 2015 (Kamerstuk 2014/15, 31 497, nr. 168). Met deze regeling wordt aan die toezegging uitvoering gegeven.

Definitie leerling met een ernstige meervoudige beperking

In deze regeling wordt onder een leerling met een ernstige meervoudige beperking het volgende verstaan: een leerling met een combinatie van een (zeer) ernstige verstandelijke beperking (een IQ tot 35), een lichamelijke beperking en bijkomende stoornissen, voor wie naast extra ondersteuning in het onderwijs ook extra (medische) zorg nodig is. Deze kinderen hebben vrijwel allemaal een zorgindicatie op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) en soms de Jeugdwet.

Het gaat verder om leerlingen die op 1 oktober 2014 ingeschreven stonden op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs met een toelaatbaarheidsverklaring voor categorie 3 (hoog), danwel een CvI-indicatie voor meervoudig gehandicapt cluster 3.

Aanvraagprocedure en voorwaarden

Er is gekozen voor een procedure die voor de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zo eenvoudig mogelijk is. De uitvoering van de regeling wordt ondergebracht bij DUO.

De aanvraagprocedure geschiedt via één formulier, waarmee een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs in één keer voor leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen, bijzondere bekostiging kan aanvragen. Voorwaarde is daarbij dat het bevoegd gezag voor de leerlingen voor wie bijzondere bekostiging wordt aangevraagd, categorie 3-bekostiging (hoog) ontvangen. Daarnaast moet uit de dossiers van de leerlingen die op de school aanwezig zijn blijken dat de leerlingen voldoen aan de in voorliggende regeling opgenomen definitie van ernstig meervoudig beperkt.

Een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs heeft altijd een Commissie voor de Begeleiding (CvB), bestaande uit een groep van deskundigen. Deze CvB heeft onder andere de verantwoordelijkheid, de beginsituatie in beeld te brengen, en het ontwikkelingsperspectief te formuleren. De CvB kan hierbij ook beoordelen of de leerling behoort tot de doelgroep van deze regeling.

Controle/doelmatigheid

De scholen die bijzondere bekostiging aanvragen, dienen zelf de bewijsstukken te bewaren en te registreren. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) kan toezien op de bijzondere bekostiging.

DUO informeert de inspectie over het aantal leerlingen met een ernstige meervoudige beperking voor wie bijzondere bekostiging is toegekend en op welke scholen deze leerlingen staan ingeschreven.

Bedrag

Voor de regeling is in totaal in het schooljaar 2015–2016 maximaal € 5 miljoen beschikbaar. Per leerling kan een bedrag van maximaal € 4.000,00 per schooljaar worden toegekend, tot het plafondbedrag is bereikt. Bij overschrijding van het beschikbare budget van € 5 miljoen, daalt het bedrag per leerling evenredig. Als er sprake is van onderuitputting van de bijzondere bekostiging, wordt het bedrag per leerling niet verhoogd.

Evaluatie

Deze regeling wordt geëvalueerd. Op basis van de evaluatie van de aanvragen en toekenningen voor 2015–2016 wordt bekeken of de procedure aangepast moet worden voor het schooljaar 2016–2017.

Uitvoering en handhaving

Het inrichten van een landelijke regeling bij DUO heeft tot gevolg dat schoolbesturen in het (voortgezet) speciaal onderwijs te maken krijgen met een aanvraagprocedure, registratie en verantwoording. Scholen die een beroep doen op deze regeling, dienen op verzoek van de inspectie van het onderwijs aan te tonen dat de leerlingen voor wie bijzondere bekostiging aangevraagd is, tot de doelgroep van de regeling behoren. Onrechtmatig aangevraagde bekostiging wordt teruggevorderd.

Voor samenwerkingsverbanden passend onderwijs heeft de regeling tot gevolg dat hun budget voor personele bekostiging 2015–2016 naar beneden wordt bijgesteld. De middelen voor de centrale regeling bijzondere bekostiging worden naar rato weggehaald bij de samenwerkingsverbanden. Het betreft een deel van de € 10 miljoen die voor de invoering van passend onderwijs gemoeid waren met de Regeling compensatie AWBZ. De omvang van het budget voor de regeling is bepaald op basis van het bedrag dat van de € 10 miljoen in eerdere jaren naar de ernstig meervoudig beperkte leerlingen ging. Op basis van onderzoek is geconcludeerd dat het naar schatting gaat om een bedrag van € 5 miljoen. De bekostiging van het samenwerkingsverband wordt vanaf 1 augustus 2015 bijgesteld.

Voor schoolbesturen in het (voortgezet) speciaal onderwijs zonder leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen en voor schoolbesturen in het regulier onderwijs heeft deze regeling geen consequenties.

Gevolgen voor de administratieve lasten

Bij de voorbereiding van dit voorstel is nagegaan of sprake is van administratieve lasten. Onder administratieve lasten wordt verstaan: de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen aan de overheid, voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om het verzamelen, bewerk en, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie. Het gaat niet om kosten die zijn gemoeid met de uitvoering van de wetgeving die voor de Rijksoverheid nodig zijn. De kosten zijn berekend volgens het standaardkostenmodel (SKM) dat is opgesteld door het Ministerie van Financiën. De regeling is intern ter beoordeling voorgelegd voor toetsing op administratieve lasten.

Een aanleiding voor deze regeling is om de lasten voor scholen te verminderen door de organisatie van de bekostiging van onderwijszorgarrangementen te vereenvoudigen. Met de invulling van deze landelijke regeling wordt hier in voorzien: scholen hoeven niet meer in discussie met verschillende samenwerkingsverbanden over nut en noodzaak om vanuit het samenwerkingsverband extra middelen in te zetten voor zorg in onderwijstijd voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking. Dit besluit brengt echter toch enige administratieve lasten met zich mee als het gaat om de handelingen die een bevoegd gezag van een school moet verrichten om een aanvraag te doen voor bijzondere bekostiging. Uitgaande van een schatting van 50 scholen die beroep zullen doen op deze regeling en een aantal van 2000 tot 2.500 leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen, worden de administratieve lasten geraamd op € 60.000 voor het schooljaar 2015–2016.

De extra informatieverplichtingen bestaan onder andere uit het indienen van de aanvraag door een school en het registreren en bewaren van bewijsstukken voor de controle door de inspectie. Uiteraard dienen de scholen deze bekostiging te verantwoorden in hun jaarverslag.

Om de noodzakelijke lasten zoveel mogelijk te beperken zijn bij de vormgeving alternatieven overwogen en is, gegeven de noodzaak om een informatieverplichting op te leggen, voor het minst belastende alternatief gekozen. Zo is er gekozen voor een beknopt aanvraagformulier. Het toezicht gaat uit van steekproefbevraging in plaats van bevraging van alle scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs die bijzondere bekostiging hebben aangevraagd. Verder kunnen scholen gebruik maken van gegevens die de CvB reeds verzameld heeft over de leerlingen.

Voor burgers, ofwel ouders van een leerling met een ernstige meervoudige beperking, is geen wijziging van de administratieve lasten voorzien.

Inwerkingtreding

Voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt aangesloten bij het moment van inwerkingtreding van de Regeling bekostiging personeel PO 2015–2016 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2015–2016. Hiermee wordt afgeweken van de implementatietermijn van twee maanden. Er is daarom voor gekozen om scholen tot 15 september de tijd te geven om hun aanvraag in te dienen bij DUO. Ook worden scholen tijdig geïnformeerd over de regeling.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven