Splitsing/overdracht opsporingsvergunningen aardwarmte De Lier, De Lier 3, Naaldwijk 2, Ministerie van Economische Zaken

DGETM/EM/15035903

Procesverloop:

  • Geothermie De Lier B.V. en De Bruijn Geothermie B.V. zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) van 8 december 2009, verleende opsporingsvergunning voor het gebied genaamd De Lier, met kenmerk ET/EM/ 9189510 (Staatscourant 2009, nr. 19190), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van EZ van 15 januari 2015 met kenmerk DGETM-EM/15003456 (Staatscourant 2015, nr. 2993);

  • Geothermie De Lier B.V. en De Bruijn Geothermie B.V. zijn eveneens houder van de bij beschikking van de Minister van EZ van 8 december 2009, verleende opsporingsvergunning voor het gebied genaamd De Lier 3, met kenmerk ET/EM/ 9194777 (Staatscourant 2009, nr. 19203), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van EZ van 15 januari 2015 met kenmerk DGETM-EM/15000865 (Staatscourant 2015, nr. 2994);

  • bij brief van 12 november 2014 hebben Geothermie De Lier B.V. en De Bruijn Geothermie B.V. verzocht om toestemming op grond van artikel 20, tweede lid in samenhang met artikel 19, aanhef en onder a van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) om splitsing van de opsporingsvergunningen aardwarmte De Lier en De Lier 3 en aansluitend om toestemming op grond van artikel 20, eerste lid Mbw tot overdracht van een gedeelte van de afgesplitste opsporingsvergunning aardwarmte De Lier en een gedeelte van de afgesplitste opsporingsvergunning aardwarmte De Lier 3 aan TomSelect B.V.;

  • Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. is houder van de bij beschikking van de Minister van EZ van 13 oktober 2009, verleende opsporingsvergunning voor het gebied genaamd Naaldwijk 2, met kenmerk ET/ 9172607 (Staatscourant 2009, nr. 15960), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van EZ van 30 oktober 2014 met kenmerk DGETM-EM/14168223 (Staatscourant 2014, nr. 32375);

  • Bij brief van 17 december 2014 heeft Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. verzocht om toestemming op grond van artikel 20, tweede lid in samenhang met artikel 19, aanhef en onder a van de Mbw om splitsing van de opsporingsvergunning aardwarmte Naaldwijk 2 en aansluitend om toestemming op grond van artikel 20, eerste lid Mbw tot overdracht van een gedeelte van de afgesplitste opsporingsvergunning aardwarmte Naaldwijk 2 aan TomSelect B.V.;

  • TomSelect B.V. vraagt per brief van 12 november 2014 en e-mail van 12 maart 2015, om in geval van honorering van de overdrachten van een deel van de opsporingsvergunningen aardwarmte De Lier, De Lier 3 en Naaldwijk 2, conform artikel 19, aanhef en onder b van de Mbw en artikel 137, eerste lid van het Mijnbouwbesluit, deze samen te voegen met de op 28 maart 2013 door de Minister van EZ verleende opsporingsvergunning aardwarmte voor het gebied genaamd Kwintsheul, met kenmerk DGETM-EM/13052657 (Staatscourant 2013, nr. 9330).

Gelet op de artikelen 19, onder a, 20, eerste en tweede lid van de Mijnbouwwet, en de artikelen 135, 136, 137, 138, 140, 141 en 142 van het Mijnbouwbesluit.

Besluit:

I Splitsing en overdracht van de opsporingsvergunningen aardwarmte De Lier, De Lier 3 en Naaldwijk 2. Samenvoeging van de opsporingsvergunning aardwarmte Kwintsheul

Artikel 1

De opsporingsvergunning aardwarmte De Lier wordt gesplitst, zodat twee opsporingsvergunningen aardwarmte ontstaan: De Lier II en De Lier III.

Artikel 2

De opsporingsvergunning De Lier 3 wordt gesplitst, zodat twee opsporingsvergunningen aardwarmte ontstaan: De Lier 3II en De Lier 3III.

Artikel 3

De opsporingsvergunning Naaldwijk 2 wordt gesplitst, zodat twee opsporingsvergunningen aardwarmte ontstaan: Naaldwijk 2II en Naaldwijk 2III.

Artikel 4

Aan de houders van de opsporingsvergunningen aardwarmte De Lier III, De Lier 3III en Naaldwijk 2III, wordt toestemming verleend tot overdracht aan TomSelect B.V.

Artikel 5

De opsporingsvergunningen aardwarmte De Lier III, De Lier 3III en Naaldwijk 2III dienen binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 6

De vergunninghouders doen van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken.

Artikel 7

De opsporingsvergunningen aardwarmte De Lier III, De Lier 3III, Naaldwijk 2III en Kwintsheul worden samengevoegd zodat een nieuwe opsporingsvergunning aardwarmte Kwintsheul II ontstaat.

Artikel 8

Het gebied De Lier II, dat door de in artikel 1 bedoelde splitsing ontstaat, ligt in de gemeenten Westland en Midden-Delfland en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen:

Punt

X

Y

1

82100,000

441550,000

2

78800,000

439900,000

3

76000,000

445400,000

4

78281,676

446540,838

5

78567,000

446353,000

6

79493,502

446669,906

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 22,39 km2.

Artikel 9

Het gebied De Lier 3II, dat door de in artikel 2 bedoelde splitsing ontstaat, ligt in de gemeente Midden-Delfland en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen:

Punt

X

Y

1

81745,000

445994,327

2

81745,000

442326,000

3

83612,511

442326,000

4

83938,100

441686,450

5

79117,580

439276,190

6

78800,000

439900,000

7

82100,000

441550,000

8

79493,502

446669,906

9

80123,000

446883,000

10

81285,373

446897,167

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 9,72 km2.

Artikel 10

Het gebied Naaldwijk 2II, dat door de in artikel 3 bedoelde splitsing ontstaat, ligt in de gemeente Westland en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen:

Punt

X

Y

1

77115,746

447404,071

2

77153,000

447446,000

3

77400,296

447726,760

4

78571,853

446685,927

5

78281,676

446540,838

6

75608,383

445204,192

7

74645,348

446059,771

8

75641,301

447183,953

9

76356,000

446549,000

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Het vergunninggebied dat is begrensd door de punten 1, 2, 3, 4 en 5 en de rechte lijnen daartussen is hierbij beperkt tot een gebied van 3.000 meter en dieper.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 4,36 km2.

Artikel 11

Het gebied Kwintsheul II, dat door de in artikel 7 bedoelde samenvoeging ontstaat, ligt in de gemeenten Westland en ’s-Gravenhage en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen:

Punt

X

Y

1

80795,585

447859,251

2

81285,373

446897,167

3

80123,000

446883,000

4

79493,502

446669,906

5

78567,000

446353,000

6

78281,676

446540,838

7

77115,746

447404,071

8

78764,000

449275,000

9

78764,000

449455,000

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, zoals vermeld in artikel 1.2.2, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is verticaal begrensd tot een diepte van 3.000 meter.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 6,67 km2.

II Opsporingsvergunning aardwarmte De Lier II

Artikel 1

Aan Geothermie De Lier B.V. en De Bruijn Geothermie B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd De Lier II, zoals beschreven in I, artikel 8.

Artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 28 oktober 2008 ontvangen aanvraag.

Artikel 3

De vergunninghouder draagt zorg voor zodanige putafwerking dat in elk geval sprake is van een goede bescherming van de bodem tot en met het derde watervoerend pakket.

Artikel 4

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder stelt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 5

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

Artikel 6

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, tot 20 januari 2017.

III Opsporingsvergunning aardwarmte De Lier 3II

Artikel 1

Aan Geothermie De Lier B.V. en De Bruijn Geothermie B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd De Lier 3II, zoals beschreven in I, artikel 9.

Artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 6 februari 2009 en 17 maart 2009 ontvangen aanvraag.

Artikel 3

De vergunninghouder draagt zorg voor een zodanige putafwerking dat in elk geval sprake is van een goede bescherming van de bodem tot en met het derde watervoerend pakket.

Artikel 4

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder stelt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 5

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

Artikel 6

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, tot 20 januari 2017.

IV Opsporingsvergunning aardwarmte Naaldwijk 2II

Artikel 1

Aan Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Naaldwijk 2II, zoals beschreven in I, artikel 10.

Artikel 2

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 20 mei 2009 ontvangen aanvraag.

Artikel 3

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

Artikel 5

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding tot 1 juli 2016.

V Opsporingsvergunning aardwarmte Kwintsheul II

Artikel 1

Aan TomSelect B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Kwintsheul II, zoals beschreven in I, artikel 11.

Artikel 2

De vergunninghouder geeft voor de voormalige vergunning met kenmerk DGETM-EM/13052657 uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 31 januari 2011 ontvangen en op 29 januari 2013, 26 februari 2013 en 13 maart 2013 aangevulde aanvraag.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft voor de voormalige vergunning met kenmerk ET/EM/9189510 uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 28 oktober 2008 ontvangen aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder geeft voor de voormalige vergunning met kenmerk ET/EM/9194777 uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 6 februari 2009 en 17 maart 2009.

Artikel 5

De vergunninghouder geeft voor de voormalige vergunning met kenmerk ET/9172607 uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 20 mei 2009.

Artikel 6

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het in artikel 2 genoemde werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • voor het einde van het tweede jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken, dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning;

  • ten aanzien van de horizontale begrenzing dient de vergunninghouder zich ervan te vergewissen dat de doubletconfiguratie zodanig wordt gerealiseerd dat het beïnvloedingsgebied van het doublet de vergunninggrens niet overschrijdt.

Artikel 7

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van de in de artikelen 3, 4 en 5 genoemde werkprogramma’s de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

Artikel 8

De vergunninghouder draagt zorg voor zodanige putafwerking dat in elk geval sprake is van een goede bescherming van de bodem tot en met het derde watervoerend pakket.

Artikel 9

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder stelt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 10

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop schriftelijk mededeling is gedaan van de overdracht zoals beschreven in I, artikel 6 tot 1 juli 2016.

VI

Artikel 1

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.H. Brouwer wnd. plv. directeur Energiemarkt

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken, na de dag waar op dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK 's-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven