Besluit opsporingsvergunning aardwarmte Kwintsheul

Procesverloop:

  • in de Staatscourant van 3 december 2010 (Staatscourant 2010 nr. 19285) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen voor een opsporingsvergunning aardwarmte voor het gebied ‘Den Haag 2’. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag is van TomSelect B.V. (hierna: Tomselect) een deels concurrerende aanvraag ontvangen;

  • Tomselect heeft per brief van 27 januari 2011, ontvangen op 31 januari 2011 en aangevuld op 29 januari 2013, 26 februari 2013 en 13 maart 2013, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd Kwintsheul, ligt in de gemeenten Westland en Den Haag. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 4,74 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vier jaar;

  • op 5 maart 2012 is aan Eneco Solar, Bio & Hydro B.V. een opsporingsvergunning voor het gebied Den Haag 2 verleend (kenmerk: ETM/EM/ 12022421) door de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waarvan het gebied Kwintsheul is uitgezonderd;

  • TNO adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, thans Minister van Economische Zaken (hierna: Minister van EZ) op 23 mei 2011, aangevuld op 6 september 2011 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 11-10.034 en AGE 11-10.068);

  • Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZ op 4 augustus 2011 (kenmerk: 11115955), 30 augustus 2011 (kenmerk: 11127646) en op 14 maart 2013 (kenmerk: 13045154) advies uitgebracht;

  • het College van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) van de provincie Zuid-Holland is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. GS heeft aangegeven geen advies te zullen geven over vergunningaanvragen voor aardwarmte, ingevolge de Mbw;

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 27 februari 2012 en 27 maart 2013, advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/12010622 en MIJR/13049856).

Overwegingen m.b.t. het besluit:

  • voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt verleend, geldt bij het inwerking treden ervan niet een door een ander gehouden opsporings- of winningsvergunning voor aardwarmte. Hiermee is voldaan aan artikel 7, eerste lid, Mbw;

  • voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt verleend, geldt bij het inwerking treden ervan niet een door een ander gehouden opslagvergunning. Hiermee is voldaan aan artikel 7, tweede lid, Mbw;

  • de technische en financiële mogelijkheden van de aanvrager geven geen aanleiding tot het weigeren van de gevraagde vergunning. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a Mbw;

  • de manier waarop de aanvrager voornemens is de activiteiten, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, te verrichten geeft geen aanleiding de vergunning te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b Mbw;

  • de aanvrager heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, en artikel 25, eerste lid, Mbw blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie of verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c, Mbw.

Overwegingen m.b.t. de ingediende adviezen:

  • SodM geeft in zijn advies aan dat Tomselect momenteel over voldoende technische mogelijkheden beschikt om de opsporing van aardwarmte ter hand te nemen. SodM adviseert daarom om een opsporingsvergunning te verlenen aan Tomselect voor het gebied Kwintsheul;

  • TNO beoordeelt de kwaliteit van de geologische onderbouwing van de aanvraag als voldoende voor het verkrijgen van een opsporingsvergunning. Het aangevraagde gebied ligt binnen het vergunning gebied Rijswijk voor de opsporing en winning van koolwaterstoffen. Onder het aangevraagde gebied Kwintsheul komen geen olie- en gasvelden voor. TNO wijst er verder op dat er een reële kans bestaat op het aantreffen van koolwaterstoffen bij het boren. Aanbevolen wordt om hiermee rekening te houden bij het ontwerpen van de doubletten en het boren.

    TNO adviseert om een opsporingsvergunning voor aardwarmte te verlenen aan Tomselect voor een periode van vier jaar. TNO acht het door de aanvrager voorgestelde werkprogramma passend bij de aangevraagde duur van de vergunning en de grootte van het aangevraagde gebied. Geadviseerd wordt om de vergunning aan de onderzijde te begrenzen door deze te beperken tot gesteente met een ouderdom van Laat Jura of Vroeg Krijt. TNO adviseert om als voorwaarde op te nemen dat voor het verstrijken van het tweede jaar een geactualiseerd werkprogramma met daarin een onvoorwaardelijke boring aan de Minister van EZ wordt overlegd;

  • de Mijnraad adviseert de aangevraagde opsporingsvergunning voor het gebied Kwintsheul in te willigen. Geadviseerd wordt een geldigheidsduur van de opsporingsvergunning van vier jaar. Voorts wordt geadviseerd het gebied verticaal te begrenzen tot maximaal 3000 meter. Ten aanzien van de horizontale begrenzing dient de vergunninghouder zich ervan te vergewissen dat de doubletconfiguratie zodanig wordt gerealiseerd dat het beïnvloedingsgebied van het doublet de vergunninggrens niet overschrijdt. In de vergunning wordt in elk geval opgenomen dat de vergunninghouder voor het einde van het tweede jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van EZ overlegt, dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning. Voor het overige verwijst de Mijnraad naar de algemene uitgangspunten, zoals beschreven in het advies van de Mijnraad van 20 mei 2009, kenmerk MIJR/9032045;

  • gelet op de Mbw, de aanvraag en de uitgebrachte adviezen kan verlening van de opsporingsvergunning voor aardwarmte voor de aangevraagde oppervlakte plaatsvinden waarbij de geldigheidsduur van de vergunning vier jaar is. De vergunning wordt verleend onder de nader omschreven voorschriften en beperkingen.

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mbw, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan TomSelect B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Kwintsheul.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied dat ligt in de gemeenten Westland en Den Haag en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen. De coördinaten van de punten zijn:

Punt

X

Y

1

80795.585

447859.251

2

79383.129

446886.710

3

79300.000

447050.000

4

78571.853

446685.927

5

77400.296

447726.760

6

78764.000

449275.000

7

78764.000

449455.000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is verticaal begrensd tot maximaal 3000 meter.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 4,74 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 31 januari 2011 ontvangen en op 29 januari 2013, 26 februari 2013 en 13 maart 2013 aangevulde aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • voor het einde van het tweede jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken, dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning;

  • ten aanzien van de horizontale begrenzing dient de vergunninghouder zich ervan te vergewissen dat de doubletconfiguratie zodanig wordt gerealiseerd dat het beïnvloedingsgebied van het doublet de vergunninggrens niet overschrijdt.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: Mr.Y. Peters MT-lid, directie Energiemarkt

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven