Besluit opsporingsvergunning aardwarmte De Lier

8 december 2009

Nr. ET/EM/9189510

Directoraat-generaal voor Energie en Telecom, Directie Energiemarkt

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

  • Harting Vollebregt Beheer B.V. (hierna genoemd Harting Vollebregt) heeft per schrijven van 28 oktober 2008, een aanvraag ingediend om een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet, voor een gebied gelegen in de gemeenten Westland en Midden-Delfland, genaamd De Lier, met een oppervlakte van 22,77 km2. De vergunning is aangevraagd voor een duur van vier jaar;

  • Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is in de Staatscourant van 1 december 2008, nr. 233 een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen;

  • Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovengenoemde uitnodiging in de Staatscourant zijn twee concurrerende aanvragen ingediend:

    • per schrijven van 17 december 2008 is een aanvraag ingediend door de gemeente Westland. Deze aanvraag is genaamd Westland en concurreert deels met de aanvraag De Lier;

    • per schrijven van 30 december 2008 is een aanvraag ingediend door Westland Energie Services B.V. (hierna genoemd Westland Energie). Deze aanvraag is genaamd De Lier 2 en concurreert grotendeels met de aanvraag De Lier. Ook concurreren de aanvragen Westland en De Lier 2 deels met elkaar;

  • TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ (TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 24 maart 2009 advies uitgebracht;

  • Staatstoezicht op de mijnen (Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 26 januari 2009 advies uitgebracht;

  • Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland is op grond van artikel 16 van de Mijnbouwwet om advies gevraagd. GS heeft per brief van 18 juni 2009 (kenmerk: PZH-2009-358823) advies uitgebracht;

  • De Mijnraad heeft op 16 november 2009 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/9189339) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Gelet op de artikelen 2, derde lid, 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, alsmede eerste volzin vierde lid, 12, 15, 16, 17, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1. van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan Harting Vollebregt Beheer B.V. (hierna te noemen de vergunninghouder), wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend.

Artikel 2

Het aangevraagde gebied ligt in de gemeenten Westland en Midden-Delfland en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen. De coördinaten van deze punten zijn:

Punt

X

Y

1

79300,00

447050,00

2

82100,00

441550,00

3

78800,00

439900,00

4

76000,00

445400,00

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 22,77 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 28 oktober 2008 ontvangen aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder draagt zorg voor zodanige putafwerking dat in elk geval sprake is van een goede bescherming van de bodem tot en met het derde watervoerend pakket.

Artikel 5

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder stelt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 6

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst.

Artikel 7

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak van 4 jaar.

Artikel 8

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

MT-lid directie Energiemarkt,

Y. Peters.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/L204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven