Beleidskader
voor de subsidiëring van
projecten en activiteiten
ten behoeve van de
participatie en emancipatie
van de
Sinti en Roma in Nederland
Inleiding
Het Ministerie van VWS is na de ontbinding van het Nederlands Instituut Sinti en Roma
(NISR) in gesprek gegaan met Sinti en Roma om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften
binnen die gemeenschap over het bestemmen van de hierna overgebleven middelen. Het
doel van VWS is om de middelen zo te beleggen dat zij ten goede komen aan de participatie
en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland.
Het is, mede gezien de geschiedenis van deze middelen, van belang dat de betrokkenheid
van Sinti en Roma in het gehele proces gewaarborgd werd. Voorkomen moet worden dat
er óver en niet mét Sinti en Roma wordt gesproken over beleid dat hen aangaat. Bij
brief van 30 oktober 2012 aan de Tweede Kamer over de nieuwe aanpak is aangeven dat
het vervolgtraject samen met Sinti en Roma wordt vormgegeven1. Ik ben er namelijk van overtuigd dat alleen mét Sinti en Roma acties ingezet kunnen
worden die daadwerkelijk zullen leiden tot een verbeterde maatschappelijke positie.
Mijn visie daarbij is dat activiteiten die gericht zijn op samenwerken, zoals tussen
Sinti en Roma en tussen Sinti, Roma en overheden op alle niveaus de grootste kans
van slagen hebben.
Een landelijke werkgroep van Sinti en Roma heeft begin 2013 een eerste inventarisatie
van wensen gedaan op basis waarvan VWS rond de zomer van 2013 gesprekken heeft gevoerd
met Sinti en Roma organisaties, zogenaamde ‘sleutelfiguren’, intermediairs en diverse
professionals die werkzaam zijn binnen de gemeenschappen.
Deze mensen waren bereid om hun eigen opvattingen, expertise en netwerk met mijn departement
te delen. Het Ministerie van VWS heeft dankbaar gebruik gemaakt van dit netwerk om
(focus-) groepsgesprekken te organiseren waarin de ideeën uit de individuele gesprekken
getoetst konden worden aan draagvlak binnen de gemeenschap en waar tevens nieuwe ideeën
ingebracht konden worden. Dit soort gesprekken zijn gevoerd tot het moment dat er
een verzadigingspunt was bereikt; er kwamen geen nieuwe visies of gezichtspunten meer
naar voren.
Een veelheid aan onderwerpen die Sinti en Roma dagelijks en persoonlijk raken is tijdens
die gesprekken aan de orde gekomen; zowel grote als kleine onderwerpen waarin de problemen
maar ook de kansen benoemd werden. Men wil met blijvend respect voor de oorsprong
van de middelen en de eigen cultuur, investeren in toekomst van de kinderen.
In een tweetal bijeenkomsten met Sinti en Roma zijn de ideeën besproken die vielen
binnen de kaders die ik uiteen heb gezet en welke terug zijn te vinden in dit beleidskader.
De onderwerpen zijn in een aantal thema’s geclusterd. Gezien het draagvlak dat er
onder de Sinti en Roma is voor deze thema’s, zijn deze door mij akkoord bevonden en
vormen dan ook de basis van dit beleidskader.
Het is de bedoeling om de Sinti en Roma met behulp van deze middelen, zelf in staat
te stellen om de komende jaren hun positie in de maatschappij te verstevigen. Mijn
standpunt daarbij is dat Sinti en Roma niet alleen in het voortraject maar ook bij
de beoordeling van voorstellen een stem moeten hebben. Ik heb dan ook een adviescommissie
samengesteld die mij zal adviseren bij het beoordelen van de subsidieaanvragen. De
criteria voor de beoordeling van de aanvragen zijn neergelegd in dit beleidskader.
Voorgeschiedenis
Op 21 maart 20002 heeft het kabinet, naar aanleiding van het verschijnen van een aantal onderzoeksrapporten,
besloten gelden ter beschikking te stellen aan bepaalde groepen vervolgingsslachtoffers.
Dit als erkenning van geconstateerde tekortkomingen in het naoorlogs rechtsherstel.
Het naoorlogs rechtsherstel is een instrument geweest om het materiële onrecht zoveel
mogelijk te herstellen.
Aan de Sinti en Roma gemeenschap is 30 miljoen gulden (13,61 miljoen euro) ter beschikking gesteld omdat zij na de Tweede Wereldoorlog grotendeels
buiten het rechtsherstel zijn gebleven en bovendien met grote kilte in de maatschappij
zijn bejegend.
In november 2000 is de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma (SRSR) opgericht om de
gelden te beheren en rechtmatig te verdelen. In overleg met het Ministerie van VWS
en met instemming van de Tweede Kamer is een uitkeringsreglement voor individuele
uitkeringen opgesteld. Vervolgens is een subsidiereglement voor collectieve doelen
opgesteld.
Het aantal aanvragen bleek al snel veel lager dan de verwachtingen. Het kabinet heeft
daarom in 2002 besloten om het bedrag dat na het uitkeren van de individuele uitkeringen
resteerde niet terug te laten vloeien in de staatskas maar toe te voegen aan de middelen
die al beschikbaar waren gesteld voor collectieve doeleinden en op deze wijze ten
goede te laten komen aan de gehele Sinti- en Roma-gemeenschap in Nederland3. Het beschikbaar houden van de resterende rechtsherstelmiddelen voor de gemeenschap
was gekoppeld aan deze brede insteek.
Met draagvlak van gemeenten, maatschappelijke organisaties en Sinti en Roma zelf is
gekozen voor een samenhangende, brede aanpak om de maatschappelijke positie van de
gehele Sinti- en Roma-gemeenschap in Nederland succesvol aan te kunnen pakken.
Ter uitvoering van deze doelstelling, is het eerder genoemde NISR door de Stichting
Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma (SARSR, opvolger SRSR) in 2010 opgericht
om een projectbureau te beheren vanwaar activiteiten gefinancierd zouden worden die
bijdragen aan het verbeteren van de maatschappelijke positie van de Sinti- en Roma-gemeenschap
in Nederland. Het NISR zou toezien op het ondersteunen en versterken van de participatie,
met aandacht en respect voor de eigen identiteit van de gemeenschap. Het NISR zou
tevens als landelijk steunpunt en expertisecentrum fungeren.
Op basis van de groeiende kritiek vanuit de Sinti- en Roma-gemeenschap (die veelal
te maken had met het ontbreken van inspraak vanuit de doelgroep zelf waardoor er onvoldoende
aansluiting was bij de vraag uit de doelgroep) en op basis van de conclusie van de
Raad van Toezicht dat het NISR haar doelstellingen in onvoldoende mate heeft behaald,
is in 2012 besloten tot ontbinding van het NISR.
In 2013 is het Ministerie van VWS, op basis van signalen uit verschillende rapporten4 en op verzoek van de gemeenschap zelf, in gesprek gegaan met Sinti en Roma om zicht
te krijgen op de bij hen levende wensen en behoeften om te komen tot een nieuwe aanpak
voor de besteding van de resterende middelen die van en voor Sinti en Roma zijn en
die door hen gedragen worden. Het is duidelijk geworden dat met het wegvallen van
het NISR het doel, om de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland
te verbeteren, niet is veranderd.
Doel van het beleidskader
Dit beleidskader bevat een uitwerking van het subsidiebeleid ten behoeve van de participatie
en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland. Het doel is de financiering van projecten
en activiteiten die volgens de Sinti en Roma direct of indirect zullen leiden tot
een betere maatschappelijke positie van de Sinti en Roma in Nederland. Hiermee wordt
vastgehouden aan het hiervoor genoemde besluit uit 2002.
Er zijn de afgelopen jaren diverse rapporten uitgekomen die de achtergestelde positie
van Sinti en Roma in kaart brengen. Echter, bij het formuleren van de doelen van dit
beleidskader is alleen rekening gehouden met de inbreng van Sinti en Roma die tijdens
de gesprekken met VWS naar voren is gekomen. Zij hebben aangegeven om de middelen
die zijn toegekend als gevolg van een verschrikkelijk verleden, in te willen zetten
voor een betere toekomst voor hun kinderen.
In bijeenkomsten met Sinti en Roma in december 2013 en februari 2014 is overeenstemming
bereikt over ‘De Boom’:
Ik heb deze thema’s en onderwerpen vervat in de volgende indeling:
-
• Herinnering Tweede Wereldoorlog;
-
• Tegengaan van discriminatie en vooroordelen;
-
• Versteviging van belangenbehartiging en vertegenwoordiging;
-
• Stimuleren van onderwijs;
-
• Creëren van werkgelegenheid;
-
• Respect voor cultuur en identiteit;
-
• Advies en begeleiding intermediairs.
Gezien de oorsprong van middelen hecht ik er toch zeer aan om bij de bestemming van
de gelden nadrukkelijk ook rekening te houden met de positie van de oorlogsgeneratie.
Subsidieplafond en wettelijke grondslag
In 2013 en 2014 is een aantal belangwekkende projecten met toestemming van VWS door
de Stichting Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma (SARSR) gecontinueerd.
Om voor continuering in aanmerking te komen, zullen de betrokken organisaties in 2015
opnieuw een aanvraag moeten indienen die zal moeten voldoen aan de eisen en procedures
zoals opgenomen in dit beleidskader.
Voor de verstrekking van subsidies ten behoeve van de participatie en emancipatie
van Sinti en Roma is op peildatum 19 maart 2015, 4.128.737,21 euro beschikbaar. Dit
bedrag, inclusief de te genereren rente5, zal zodanig verdeeld worden waardoor er per jaar een plafond van maximaal 500.000
euro beschikbaar is tot het budget is uitgeput. Wanneer in een jaar middelen over
zijn, blijven deze in volgende jaren beschikbaar voor vorengenoemde doelstellingen,
tot uiterlijk 2025.
De subsidies worden verstrekt op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies. Daarin
zijn de verplichtingen van de subsidieontvanger en de subsidiegever over en weer neergelegd.
In artikel 2 van deze regeling staat dat uitsluitend subsidies worden verstrekt voor
zover deze past binnen het beleid. In dit beleidskader is daartoe het beleid over
de subsidiëring van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie
van Sinti en Roma in Nederland uiteengezet. Op de verstrekking van subsidies zijn
dus zowel de Kaderregeling VWS-subsidies, als dit beleidskader van toepassing.
Op 1 mei van elk jaar eindigt de indieningtermijn voor dat jaar. In 2015 zullen er
twee subsidierondes zijn, eindigend op 1 juni en 1 september 2015. Ten aanzien van
de in thema 4 bedoelde studiebeurs kunnen er gedurende het hele jaar aanvragen worden
ingediend. In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de Kaderregeling VWS-subsidies
kunnen aanvragen uitsluitend worden ingediend voorafgaand aan de te subsidiëren projecten
en activiteiten.
Sinti en Roma hebben aangegeven een aantal structurele veranderingen door te willen
voeren die tot een verbetering van de kansen in onder andere het onderwijs en op de
werkvloer zullen leiden. Dit kost tijd. Er is daarom gekozen voor een looptermijn
van maximaal tien jaar om tot uiterlijk 2025 positieve initiatieven van Sinti en Roma
zelf, mogelijk te maken. Gezien de omvang van de groep Sinti en Roma is de verwachting
dat maximaal 500.000 euro per jaar voldoende is om zichtbare en inhoudelijk waardevolle
projecten mogelijk te maken. Voor wat betreft het jaar 2015 zal welwillend met het
subsidieplafond worden omgegaan, waarbij waar nodig artikel 4:84 Awb zal worden toegepast.
VWS zal in overleg met de adviescommissie en met de Sinti en Roma in 2017 onderzoeken
of de subsidieverlening op deze wijze gecontinueerd moet worden.
Inspraak Sinti en Roma
Voortraject
De middelen zijn geoormerkt ten behoeve van Sinti en Roma gemeenschappen in Nederland.
De ‘bottom-up’ benadering heeft veel tijd gekost maar had tot doel om te komen tot
uitvoerbare voorstellen van, voor en gedragen door Sinti en Roma.
Het is gezien de ervaringen van Sinti en Roma met het Nederlands Instituut Sinti en
Roma en gezien de algehele gevoelens dat er voornamelijk óver en niet mét hen wordt
gesproken, van cruciaal belang dat de betrokkenheid en inspraak van Sinti en Roma
bij de besteding van de resterende middelen, goed is georganiseerd.
Sinti en Roma dienen ook een stem en verantwoordelijkheid te dragen bij de indiening
en beoordeling van aanvragen.
Adviescommissie voor de participatie en emancipatie Sinti en Roma
Om de kans van slagen op kansrijke projecten en activiteiten voor Sinti en Roma te
vergroten, heb ik een Adviescommissie participatie en emancipatie Sinti en Roma (verder
adviescommissie) samengesteld om het advies van ervaringsdeskundigen mee te kunnen
nemen bij de beoordeling van de aanvragen. Deze adviescommissie bestaat uit Sinti
en Roma. Het instellen van een adviescommissie geeft de Sinti en Roma een stem in
de beoordeling van concrete voorstellen die directe gevolgen hebben voor de gemeenschap.
Juist bij dit beleidskader is het instellen van een adviescommissie erg belangrijk.
Immers, Sinti en Roma kunnen niet met documenten aantonen dat zij Sinti of Roma zijn.
Of aanvragers en betrokkenen onderdeel uitmaken van een Sinti of Roma gemeenschap,
zal onderdeel zijn van de adviserende taak van de ervaringsdeskundigen in de adviescommissie.
Behalve advisering hierover zal het vertrouwen dat de adviescommissie stelt in de
voorgelegde aanvragen, zwaar wegen.
Uitgangspunten bij indiening van aanvragen
Alleen projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van
Sinti en Roma in Nederland die een aantoonbaar resultaat opleveren komen in aanmerking
voor subsidie. Men moet naar verwachting, een bijdrage aan eerdergenoemde thema’s
kunnen leveren. Voor subsidiëring komen voorstellen in aanmerking die zijn ingediend
door:
-
– legaal in Nederland verblijvende leden van de Sinti en Roma gemeenschap;
-
– Sinti en Roma organisaties zonder winstoogmerk die zich inzetten voor de Sinti en
Roma gemeenschap in Nederland;
-
– derden die kunnen aantonen dat de aanvraag door meerdere leden van de Sinti en Roma
gemeenschappen in Nederland gedragen wordt.
Voorwaarde is dat leden van de Sinti en Roma gemeenschap in Nederland rechtstreeks
moeten kunnen profiteren van het project of daaraan deelnemen. Met dit beleidskader
wil ik allereerst initiatieven uit de doelgroep zelf stimuleren en tegelijkertijd
betrokken partijen tot samenwerking aanzetten, zowel onderling als met externe partijen.
Ervaringen hebben namelijk bewezen dat activiteiten waarin wordt samengewerkt, bijvoorbeeld
met en tussen Sinti, Roma en andere burgers, lokale overheden en welzijnsorganisaties,
een grotere kans van slagen hebben.
In de hierna volgende beoordelingscriteria zullen deze uitgangspunten verder worden
uitgewerkt.
Beoordelingscriteria
Belanghebbenden
Op grond van artikel 4 van de Kaderregeling VWS-subsidies komen natuurlijke en rechtspersonen
in aanmerking voor subsidies. De aanvrager dient in Nederland woonachtig of gevestigd
te zijn. Alleen aanvragen van de volgende belanghebbenden worden in behandeling genomen:
-
– legaal in Nederland verblijvende leden van de Sinti- en Roma-gemeenschap;
-
– Sinti- en Roma-organisaties zonder winstoogmerk die zich inzetten voor de Sinti en
Roma gemeenschap in Nederland;
-
– derden zonder winstoogmerk die kunnen aantonen dat de aanvraag door meerdere leden
van de Sinti en Roma gemeenschappen in Nederland, gedragen wordt.
Indien een natuurlijk persoon een aanvraag doet, geldt er een maximum van 1 aanvraag
per jaar van maximaal 5.000 euro. Een combinatie met een aanvraag voor een studiebeurs
als bedoeld in thema nummer 4 is wel toegestaan. Rechtspersonen kunnen meerdere keren
per jaar een aanvraag indienen van in totaal maximaal 50.000 euro per jaar.
Thematische indeling van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Uitsluitend projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie
van de Sinti en Roma in Nederland die een aantoonbaar resultaat opleveren komen in
aanmerking voor subsidie. De subsidieverstrekking vindt plaats door middel van een
beperkt aantal thema’s zoals overeengekomen in het voortraject. Zonder rangorde:
-
1. Herinnering Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn Sinti en Roma slachtoffers geweest van het nazi-regime.
Sinti en Roma werden systematisch vervolgd en vermoord om wie ze waren. Op 16 mei
1944 vond er in Nederland een grote razzia plaats. Nederlandse Sinti en Roma zijn
toen opgepakt en naar kamp Westerbork weggevoerd.
Op 19 mei 1944 werden 245 Sinti en Roma vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp
Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze zijn op 22 mei 1944 ondergebracht in een speciaal
‘Zigeunerlager’, een gedeelte van Birkenau waarin in die periode ruim 22.000 Sinti
en Roma gevangen zaten. Van de 245 uit kamp Westerbork weggevoerde Sinti en Roma overleefden
slechts 30 de oorlog.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten met als doel om te herdenken, herinneren en/of de bekendheid
van de genocide van Sinti en Roma ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland
te vergroten, kunnen in aanmerking komen voor subsidies.
Gewenst effect
De bedoeling is om, gezien het feit dat de Sinti en Roma een andere herdenkingscultuur
kennen, initiatieven uit de gemeenschappen zelf voor bijvoorbeeld educatieve en herinneringsprojecten
te stimuleren. Tevens wordt beoogd de betrokkenheid van de jongere generatie en de
samenwerking met partijen in het veld van oorlogsgetroffenen en herinnering WO II
te intensiveren.
-
2. Tegengaan van discriminatie en vooroordelen
Sinti en Roma zijn eeuwenlang slachtoffer van het ‘anti-ziganisme’ in Europa. Vandaag
de dag voelen veel Sinti en Roma zich nog uitgesloten en gediscrimineerd vanwege wie
ze zijn.
Met name Roma komen veelvuldig negatief in de media met betrekking tot bijvoorbeeld
integratie, kinderuitbuiting, minderjarige huwelijken en criminaliteit. Dit heeft
zijn weerslag op de gehele groep Sinti en Roma en heeft volgens velen negatieve invloed
op hoe zij door andere Nederlanders worden gezien in de maatschappij met als gevolg
negatieve ervaringen op onder andere de werkvloer en in het onderwijs. Zo zijn er
Sinti en Roma die er niet openlijk voor uit durven te komen dat ze Sinti of Roma zijn
uit angst voor vooroordelen.
Positieve voorbeelden zijn juist niet zichtbaar, wat de vooroordelen in stand houdt.
De reguliere klachteninstanties ontvangen weinig meldingen van Sinti en Roma.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die tot doel hebben de beeldvorming en erkenning van Sinti
en Roma in de maatschappij te verbeteren en te versterken, kunnen in aanmerking komen
voor subsidie.
Gewenst effect
De bedoeling is om de onbekendheid met Sinti en Roma bij vele Nederlanders weg te
nemen en ruimte te bieden aan positieve beelden van Sinti en Roma in Nederland, in
het bijzonder in de Nederlandse media. Projecten en activiteiten waarin de brede samenwerking
wordt gezocht, onderling of met organisaties actief op het terrein van mensenrechten,
discriminatie, media, veiligheid en justitie worden aangemoedigd.
-
3. Verstevigen van belangenbehartiging en vertegenwoordiging
Er zijn stichtingen, verenigingen en natuurlijke personen die zich inzetten voor de
bredere belangen van de Sinti en Roma. Zij hebben aangegeven de werkzaamheden landelijk
te willen coördineren nu zij veelal dezelfde belangen nastreven.
Voorwaarden voor toekenning
Uitsluitend projecten en activiteiten die een daadwerkelijke (netwerk)samenwerking
tussen Sinti en Roma ten behoeve van belangenbehartiging en vertegenwoordiging bewerkstelligen
kunnen in aanmerking komen voor subsidie. De adviescommissie zal bij dit thema, meer
dan bij de andere thema’s, een bestendige advieslijn moeten ontwikkelen en aanvragen
met betrekking tot dit thema indringend toetsen op de vraag of het verstevigen van
de belangenbehartiging en vertegenwoordiging werkelijk bereikt kan worden. Aanvragen
van organisaties die louter betrekking hebben op het vergoeden van kosten als huur
van vergaderruimte, ICT kosten en andere faciliteiten worden niet toegekend.
Gewenst effect
Het is wenselijk dat partijen gezamenlijk tot een plan voor landelijke coördinatie
van belangenbehartiging, vertegenwoordiging, verwerven van derde (Europese) geldstromen,
samenwerking in Europa enzovoorts kunnen komen. Participatie van jongeren wordt daarbij
bijzonder aangemoedigd.
-
4. Stimuleren van het onderwijs
Nederland kent één van de beste onderwijssystemen ter wereld. Ondanks de laagdrempelige
toegankelijkheid van het onderwijs, ervaren vele Sinti en Roma obstakels om de rechten
en plichten met betrekking tot onderwijs uit te oefenen. Deze obstakels kunnen liggen
voornamelijk in de culturele, sociale en financiële sfeer. De onderwijsinspectie ziet
er op toe dat door alle partijen (allereerst de ouders maar ook de kinderen, scholen,
gemeente etc.) aan de verplichtingen en kwaliteitseisen van het onderwijs worden voldaan.
In het primair onderwijs zijn de afgelopen jaren goede stappen gemaakt.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die bovengenoemde obstakels wegnemen die Sinti en Roma in
de weg staan om educatie en scholing in het primair, voortgezet, middelbaar beroepsonderwijs
en hoger onderwijs te volgen, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Tevens kunnen
bijdragen voor cursussen met betrekking tot taal en techniek die jongeren en volwassenen
helpen om vaardigheden te ontwikkelen die hen op de arbeidsmarkt ten goede komen,
in aanmerking komen voor subsidie. Voor een bijdrage voor een cursus wordt maximaal
50%, met een maximum van € 1.000,– per persoon per jaar vergoed.
Gewenst effect
De afgelopen jaren zijn goede resultaten geboekt in het primair onderwijs. De bedoeling
van dit thema is voornamelijk om deelname aan vroegschoolse educatie, middelbaar onderwijs
en hoger onderwijs te stimuleren.
Tevens wordt er ruimte geboden aan initiatieven die niet-leerplichtige Sinti en Roma
stimuleren om (weer) onderwijs te volgen. Projecten en activiteiten die aantoonbaar
succesvol zijn gebleken, worden aangemoedigd.
Studiebeurs
Verzoeken van natuurlijke personen om een tegemoetkoming voor een bijdrage voor schoolkosten,
studiekosten, praktische leermiddelen en reiskosten, ter ondersteuning van het middelbaar
beroepsonderwijs en hoger onderwijs worden beoordeeld aan de hand van onderstaande
criteria:
-
− De aanvraag wordt door de aanvrager (student/scholier) zelf ingediend. Is hij of zij
minderjarig dan tekent tenminste één van de ouders/verzorgers mee. De aanvraag dient
vergezeld te worden van legitimatiebewijzen.
-
− De aanvrager overlegt bij de aanvraag een bewijs van inschrijving bij de studie of
opleiding waarop de aanvraag betrekking heeft.
-
− De aanvrager overlegt tevens een korte motivering waarom hij of zij deze studie of
opleiding gekozen heeft.
-
− De adviescommissie toetst de aanvraag en kan daarbij besluiten de aanvrager in de
gelegenheid te stellen om te worden gehoord.
-
− Bij een positief advies kent de Staatssecretaris de aanvraag in beginsel toe. De aanspraak
op subsidie wordt in één keer toegekend en ambtshalve vastgesteld. Daarna wordt jaarlijks
een bedrag betaalbaar gesteld, voor de duur van de studie of opleiding, tot in totaal
een maximum van vier jaren.
-
− Op grond van artikel 41 van de Kaderregeling VWS-subsidies dienen veranderingen in
de voortgang en duur van de studie gemeld te worden.
De hoogte van de subsidie is gefixeerd op vaste bedragen, al naar gelang het niveau
van de opleiding:
-
• MBO-4 500,- euro per jaar
-
• HBO 1000,- euro per jaar
-
• WO 1500,- euro per jaar
-
5. Creëren van werkgelegenheid
Sinti en Roma hebben aangegeven de armoede en grote uitkeringsafhankelijkheid die
in een deel van de groep aan de orde is, een halt toe te willen roepen. Feit is dat
steeds meer jongeren als gevolg van een goede opleiding, in staat zijn om een baan
te vinden. Steeds meer Sinti- en Roma-vrouwen doen hun toetrede tot de arbeidsmarkt.
Maar het lukt niet iedereen om op eigen kracht een baan te vinden. Dit kan samenhangen
met culturele factoren, een te laag opleidingsniveau en vooroordelen op de werkvloer.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die bijdragen aan het creëren van werkgelegenheid voor Sinti
en Roma, voor zover beschikbare reguliere werkgelegenheidsprojecten vanuit bijvoorbeeld
de gemeenten niet toereikend zijn, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Financiële
bijdragen voor het starten van ondernemingen en verzoeken met betrekking tot ondersteuning
van de eigen onderneming (bijvoorbeeld ZZP’ers) zijn nadrukkelijk hiervan uitgesloten.
Gewenst effect
Werkende Sinti en Roma vormen een voorbeeld voor met name de jongere generatie. De
bedoeling is om Sinti en Roma die op eigen kracht niet aan een baan komen, in de breedste
vorm te ondersteunen. In het verleden zijn een aantal succesvolle werkgelegenheidsprojecten
voor Sinti en Roma opgezet. Initiatieven die aantoonbaar succesvol zijn gebleken om
de jeugdwerkloosheid aan te pakken en de aansluiting tussen school en werk weten te
maken, worden aangemoedigd.
-
6. Respect voor Cultuur en Identiteit
Sinti en Roma zijn trots op hun cultuur. Een cultuur die 70 jaar geleden nog bedreigd
werd in haar bestaan. Sinti en Roma staan in Nederland bekend om hun traditionele
levenswijze en muziek. Sinti en Roma willen hun cultuur beschermen en tegelijkertijd
breken met het stereotype beeld: niet iedereen woont in een woonwagen en maakt muziek.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die de cultuur van Sinti en Roma vieren, bekendmaken en
bijdragen tot het behoud ervan kunnen in aanmerking komen voor subsidie.
Gewenst effect
De bedoeling is om projecten en activiteiten te stimuleren die met de levenswijze
van de Sinti en Roma samenhangen, zoals taal en muziek, en deze te promoten bij de
jongere generatie Sinti en Roma en andere Nederlanders. Projecten en activiteiten
die Sinti en Roma op positieve wijze neerzetten door gebruik te maken van positieve
rolmodellen worden gestimuleerd. Initiatieven om de talenten van jongeren, in de breedste
zin, te helpen ontwikkelen worden gestimuleerd. Tevens komen initiatieven die leiden
tot een verbetering van de kwaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving in woonwagencentra,
in aanmerking. Het moet daarbij gaan om verbetering van het algemene leefklimaat:
initiatieven die louter bedoeld zijn om het persoonlijk woongenot te verbeteren worden
in beginsel afgewezen.
De ouderen nemen een belangrijke positie in de Sinti en Roma gemeenschappen; zij houden
de cultuur in stand. Initiatieven die de ouderen binnen de gemeenschappen hierbij
ondersteunen worden gestimuleerd.
-
7. Advies en begeleiding door intermediairs
Intermediairs spelen een belangrijke rol in de Sinti en Roma gemeenschap. Zowel intermediairs
van Sinti- en Roma komaf als ook andere intermediairs staan Sinti en Roma bij tal
van zaken bij en vormen een brug tussen Sinti, Roma en verschillende professionals
en instanties op tal van terreinen. Intermediairs worden vertrouwd en zijn essentieel
bij het opzetten van projecten.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die het werk van vrijwillige intermediairs ondersteunen
of betrekking hebben op het trainen of werven van intermediairs, kunnen in aanmerking
komen voor subsidie. De advisering en begeleiding door intermediairs kunnen in aanmerking
komen voor subsidie voor zover het projectplan past binnen de voorwaarden van toekenning
binnen in één van de andere thema’s. Advies en begeleiding staan dus altijd ten dienste
van één van de andere thema’s. De kosten die samenhangen met het adviseren en begeleiden
dienen expliciet in de aanvraag te worden opgenomen.
Gewenst effect
De bedoeling is dat intermediairs ‘actief’ op zoek gaan naar projecten en begeleiding
bieden in het opzetten, aanvragen en uitvoeren van projecten, zodat het beoogde doel
van de gehele regeling zo goed mogelijk wordt behaald.
Kwaliteitsborging in beslisproces
In de Kaderregeling VWS-subsidies gelden eisen ten aanzien van de aanvraag tot verlening
van de subsidie. Aanvragen worden eerst door VWS op compleetheid getoetst, vervolgens
doorgeleid naar de adviescommissie. De adviescommissie beoordeelt aan de hand van
de volgende aspecten:
-
– de hierboven per thema genoemde bijzondere toetsingscriteria;
-
– de kwaliteit van het project;
-
– de waarschijnlijkheid dat de doelstellingen van het project daadwerkelijk worden bereikt
en het aantal personen dat direct of indirect met het project wordt bereikt;
-
– het draagvlak binnen de Sinti en Roma gemeenschap;
-
– de hoogte van de subsidie in relatie tot het in de desbetreffende subsidieronde maximaal
uit te keren bedrag.
VWS beslist uiteindelijk op de aanvraag met inachtneming van het advies van de adviescommissie.
Verdeelregels voor subsidies
Er is geen rangorde binnen de thema’s. Ingeval van dreigende over inschrijving in
enig jaar worden de volgende projecten uitsluitend op de navolgende volgorde met voorkeur
toegekend:
-
1. projecten en activiteiten voor de oorlogsgeneratie;
-
2. projecten en activiteiten op het gebied van herinnering WO II;
-
3. projecten en activiteiten waarin de betrokkenheid van en/of samenwerking met de jongere
generatie centraal staan;
-
4. projecten en activiteiten die ten tijde van Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma,
Stichting Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma en het Nederlands Instituut
Sinti en Roma zijn uitgevoerd, hun werking bewezen hebben;
-
5. projecten en activiteiten waarin de samenwerking en aansluiting wordt gezocht met
gemeenten, provincies, welzijnsorganisaties, culturele instellingen, andere Nederlanders
en/of andere lokale partners;
-
6. overige projecten en activiteiten.
Geen subsidie kan worden verstrekt aan
-
– projecten die in strijd zijn met de Nederlandse wet- en regelgeving;
-
– projecten die voldoende draagvlak van Sinti en Roma ontberen;
-
– projecten die reeds betrekking hebben op een reguliere overheidstaak;
-
– projecten die slechts ten goede komen aan de aanvrager zelf, met uitzondering van
thema nr. 4;
-
– projecten en activiteiten die intern gericht zijn en alleen de organisatie van aanvrager
bereiken en niet de Sinti en Roma gemeenschap in brede zin;
-
– projecten die kredieten inhouden voor bijvoorbeeld onroerend goed of ondernemingen;
-
– projecten met een looptijd van langer dan vier jaar.
Een subsidieaanvraag wordt ingediend via een daarvoor speciaal opgesteld formulier.
U kunt dit formulier terugvinden op www.rijksoverheid.nl/Subsidieregeling-Sinti-Roma.
Beleidsevaluatie
Ter voorbereiding van de evaluatie in 2017, wordt aan aanvragers waarvan de aanvraag
is toegekend, gevraagd om een beknopt inhoudelijk verslag van de gesubsidieerde activiteiten
in te sturen.
Verantwoorden en handhaving
De Kaderregeling VWS-subsidies is zoals eerder aangegeven van toepassing. Naast de
reguliere verantwoordingsvereisten6 bij subsidies boven de € 25.000,– zullen kleinere subsidies ambtshalve worden vastgesteld,
zie artikel 8, aanhef en onder a ten tweede, van de Kaderregeling VWS-subsidies. Op
basis van steekproeven (of concrete aanwijzingen) kunnen individuele controles door
VWS worden uitgevoerd. De subsidieontvanger dient dan aan te tonen dat de gesubsidieerde
activiteiten zijn uitgevoerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
Voor toegekende studiebeurzen (zie thema nr. 4) kunnen dan bijvoorbeeld bewijzen van
inschrijving voor opvolgende jaren worden opgevraagd. In andere gevallen kan om bijvoorbeeld
facturen worden gevraagd.