Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 maart 2014, 2014-0000033986, tot vaststelling van nadere regels omtrent de uitvoering van de Remigratiewet en het Remigratiebesluit (Remigratieregeling)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 2a, vijfde lid, 2b, vijfde lid, 8a, tweede lid, en 8h, tweede lid van de Remigratiewet en de artikelen 2, eerste lid, en 5, eerste lid, van het Remigratiebesluit;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Remigratiebesluit.

Artikel 2

De verklaring, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de wet, wordt gedaan door indiening van een volledig ingevuld en ondertekend formulier dat daartoe door de Sociale verzekeringsbank beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 3

De jaarlijkse informatie over de voortgang van de behandeling van het verzoek van de remigrant tot verkrijging van de nationaliteit van het bestemmingsland als bedoeld in artikel 2a, derde lid, van de wet, wordt schriftelijk en ondertekend ingediend bij de Sociale verzekeringsbank.

Artikel 4

  • 1. Tot de categorie van vreemdelingen, bedoeld in artikel 2b, vijfde lid, van de wet, behoort:

    • 1°. de vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd is verleend als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 onder een beperking die samenhangt met:

      • a. uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag;

      • b. studie;

      • c. seizoenarbeid;

      • d. lerend werken;

      • e. arbeid in loondienst;

      • f. grensoverschrijdende dienstverlening;

      • g. arbeid als niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel;

      • h. arbeid als kennismigrant;

      • i. verblijf als houder van de Europese blauwe kaart in de zin van richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PbEU L 155);

      • j. wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (PbEU L 289);

      • k. arbeid als zelfstandige;

      • l. het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;

      • m. verblijf als familie- of gezinslid bij een persoon die voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft;

      • n. medische behandeling;

      • o. het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

      • p. tijdelijke humanitaire gronden;

      • q. het doorbrengen van verlof in Nederland;

      • r. het afwachten van herstel en hervatting van de arbeid in loondienst aan boord van een Nederlands zeeschip of op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat;

      • s. het afwachten van herstel van medische behandeling;

    • 2°. de vreemdeling van wie het verblijfsrecht op grond van artikel 3.4, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 tijdelijk is in de zin van artikel 2b, eerste lid, onder h, van de Remigratiewet, indien het als tijdelijk is aangemerkt met toepassing van artikel 3.5, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000.

  • 2. Tot de categorie vreemdelingen, bedoeld in artikel 2b, vijfde lid, van de wet, behoren tevens de partner van de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, en hun kinderen, die met de vreemdeling naar Nederland zijn gekomen of die naar Nederland zijn gekomen om zich bij de vreemdeling te voegen.

  • 3. Onder verblijf voor het verrichten van arbeid in loondienst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt het verblijf verstaan van de vreemdeling ten behoeve van wiens tewerkstelling over een geldige tewerkstellingsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen dient te worden beschikt.

  • 4. Onder verblijf voor het verrichten van arbeid als zelfstandige als bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, wordt het verblijf verstaan van de vreemdeling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Wet arbeid vreemdelingen.

Artikel 5

De hoogte van de bruto bedragen van de remigratie-uitkering, bedoeld in artikel 2 van het besluit, wordt vastgesteld op basis van de bedragen genoemd in bijlage 2, die afhankelijk zijn van de categorie van bestemmingslanden, vermeld in bijlage 1.

Artikel 6

De hoogte van de bruto bedragen van de tegemoetkoming in de kosten van de zelf af te sluiten verzekering tegen ziektekosten in het bestemmingsland, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het besluit, wordt vastgesteld op basis van de bedragen genoemd in bijlage 3, die afhankelijk zijn van de categorie van bestemmingslanden, vermeld in bijlage 1.

Artikel 7

  • 1. De uitvoering door de Sociale verzekeringbank van de wet, bedoeld in artikel 8a van de wet, omvat in elk geval:

    • a. het geven van beschikkingen en het verrichten van overige rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter uitvoering van de wet en de daarop berustende bepalingen;

    • b. het Rijk behulpzaam zijn bij het innen van de vergoedingen die het Algemeen Werkloosheidsfonds in geval van remigratie op grond van artikel 102 van de Wet financiering sociale verzekeringen aan het Rijk verschuldigd is, hetgeen in elk geval omvat het verschaffen van de informatie die noodzakelijk is voor het opstellen van de declaratie;

    • c. het uitbrengen van informatie en formulieren die verband houden met het aanvragen van de remigratievoorzieningen.

  • 2. Over de inhoud en de uitgave van informatie en formulieren, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, vindt periodiek overleg plaats tussen de Sociale verzekeringsbank, het Nederlands Migratie Instituut en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 8

Op verzoek van de minister verstrekt de Sociale verzekeringsbank overeenkomstig de door hem gestelde eisen en binnen de door hem gestelde termijn alle gevraagde inlichtingen, gegevens en bescheiden, die hij voor de uitoefening van zijn taak in verband met de wet nodig acht.

Artikel 9

  • 1. In dit artikel wordt onder basisvoorzieningen verstaan de vergoedingen, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, van de wet zoals dat luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2. De artikelen 2, 3, 4 en 5 van de Regeling vaststelling bedragen Remigratiewet, alsmede de bijlagen 1 en 2 bij die regeling, zoals die luidden op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, blijven van toepassing op personen die voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze regeling een ontvankelijke aanvraag tot toekenning van de basisvoorzieningen in de zin van de genoemde artikelen bij de Sociale verzekeringsbank hebben ingediend.

Artikel 10

De Regeling aanwijzing vreemdelingen wegens verblijf voor een tijdelijk doel, de Regeling vaststelling bedragen Remigratiewet en de Regeling uitvoering en informatieverstrekking Sociale verzekeringsbank worden ingetrokken.

Artikel 11

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van de Remigratiewet (heroverweging Remigratiewet) (Stb. 2013, 331) in werking treedt.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Remigratieregeling.

Deze regeling zal met toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 maart 2014

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.

BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ DE ARTIKELEN 5 EN 6

Indeling bestemmingslanden in categorieën

Bestemmingsland

Categorie

Afghanistan

D

Algerije

D

Angola

D

Argentinië

B

Armenië

B

Australië

F

Azerbeidzjan

B

België

C

Bolivia

D

Bosnië-Herzegovina

B

Brazilië

B

Bulgarije

A

Burundi

D

Cambodja

D

Canada

F

Chili

E

China

E

Colombia

D

Cuba

D

Denemarken

C

Duitsland

C

Egypte

A

El Salvador

E

Eritrea

D

Ethiopië

D

Filippijnen

D

Frankrijk

G

Georgië

A

Ghana

D

Griekenland

H

Groot-Brittannië

C

Hongarije

B

Hong Kong

F

Indonesië

A

Irak

D

Iran

E

Italië

I

Japan

C

Jemen

D

Jordanië

D

Kaapverdië

D

Koeweit

A

Kroatië

B

Laos

D

Libanon

D

Libië

E

Macau (SAR)

F

Macedonië (FYROM)

B

Malta

B

Marokko

B

Nepal

D

Nicaragua

E

Nieuw-Zeeland

F

Oekraïne

B

Oman

D

Oostenrijk

C

Pakistan

D

Papua Nieuw- Guinea

D

Paraguay

D

Peru

D

Polen

B

Portugal

L

Puerto Rico

F

Roemenië

A

Rusland (Rus. Federatie)

B

Rwanda

D

Federatie van Joegoslavische Republieken (Servië Montenegro)

B

Slovenië

K

Slowakije

B

Soedan

D

Spanje

E

Sri Lanka

D

Suriname

B

Syrië

D

Tanzania

D

Thailand

D

Togo

D

Tsjechië

J

Tunesië

B

Turkije

A

Uganda

A

Uruguay

D

USA

C

Vanuatu

D

Verenigde Arabische Emiraten (VAE)

B

Vietnam

A

Zuid-Afrika

A

Zweden

C

BIJLAGE 2 BEHOREND BIJ ARTIKEL 5

Vaststelling bedragen remigratie-uitkering per categorie van bestemmingslanden op basis van de indeling in bijlage 1 bij deze regeling

Bruto periodieke remigratie-uitkering per 1-7-2014

 

Remigratie vóór 1-april-2000

Remigratie op of na 1-april-2000

Geen verdragsrecht1

Verdragsrecht

Geen verdragsrecht

Verdragsrecht

Categorie

geen AOW

AOW

Geen AOW

AOW

Geen AOW

AOW

Geen AOW

AOW

SAMENWONEND

A

422,02

422,02

422,02

423,97

494,65

494,65

510,54

512,63

B

490,08

490,08

490,12

494,86

574,43

574,43

610,06

613,18

C

703,36

703,36

724,47

731,31

824,41

824,41

920,16

916,31

D

422,02

422,02

422,02

422,63

494,98

494,65

500,37

500,29

E

490,16

490,08

490,18

501,06

579,09

574,43

651,33

657,31

F

714,94

703,36

750,02

743,50

842,57

824,41

953,57

920,62

G

422,02

422,02

422,02

439,08

494,65

494,65

558,50

574,04

H

422,02

422,02

422,02

430,36

494,65

494,65

564,09

571,61

I

490,08

490,08

490,21

504,51

574,43

574,43

649,64

657,45

J

490,08

490,08

490,14

496,60

574,43

574,43

623,33

627,35

K

490,08

490,08

490,15

497,83

574,43

574,43

632,72

637,32

L

490,16

490,08

490,16

499,28

579,09

574,43

643,98

649,06

EEN-OUDER

A

381,18

381,18

381,18

382,94

446,79

446,79

454,61

456,71

B

444,70

444,70

444,70

449,03

521,24

521,24

538,81

542,89

C

630,75

630,75

645,02

655,81

739,31

739,31

792,85

795,66

D

381,18

381,18

381,18

381,73

446,79

446,79

449,25

449,90

E

444,70

444,70

444,70

454,66

523,15

521,24

556,06

564,86

F

638,41

630,75

661,49

666,75

752,89

739,31

817,72

802,38

G

381,18

381,18

381,18

396,59

446,79

446,79

471,83

490,91

H

381,18

381,18

381,18

388,71

446,79

446,79

479,73

489,21

I

444,70

444,70

444,70

457,79

521,24

521,24

554,52

566,04

J

444,70

444,70

444,70

450,62

521,24

521,24

545,44

550,82

K

444,70

444,70

444,70

451,73

521,24

521,24

550,10

556,39

L

444,70

444,70

444,70

453,05

523,15

521,24

555,58

562,95

ALLEENSTAAND

A

294,96

294,96

294,96

296,32

345,73

345,73

353,55

355,18

B

344,87

344,87

344,87

348,23

404,23

404,23

420,64

424,74

C

490,08

490,08

490,25

509,55

574,43

574,43

611,45

624,22

D

294,96

294,96

294,96

295,38

345,73

345,73

348,19

348,69

E

344,87

344,87

344,87

352,59

404,23

404,23

435,47

445,22

F

490,16

490,08

490,41

518,05

579,09

574,43

617,68

628,09

G

294,96

294,96

294,96

306,88

345,73

345,73

370,77

385,76

H

294,96

294,96

294,96

300,79

345,73

345,73

378,67

386,15

I

344,87

344,87

344,87

355,02

404,23

404,23

432,84

445,58

J

344,87

344,87

344,87

349,46

404,23

404,23

426,57

432,25

K

344,87

344,87

344,87

350,32

404,23

404,23

430,71

437,52

L

344,87

344,87

344,87

351,34

404,23

404,23

435,56

443,74

X Noot
1

het betreft remigranten die op grond van een bilateraal verdrag inzake sociale zekerheid in het remigratieland ten laste van Nederland recht hebben op verstrekkingen te verlenen door de verzekeringsinstelling die daartoe volgens het verdrag is aangewezen.

BIJLAGE 3 BEHOREND BIJ ARTIKEL 6

Bruto tegemoetkoming in de kosten van de zelf af te sluiten verzekering tegen ziektekosten in het bestemmingsland per categorie van bestemmingslanden op basis van de indeling in bijlage 1 bij deze regeling

 

Geen AOW

AOW

SAMENWONEND

A

102,09

102,09

B

108,73

108,73

C

129,56

129,56

D

104,00

102,09

E

110,93

108,73

F

132,59

132,22

G

102,09

102,09

H

102,09

102,09

I

108,73

108,73

J

108,73

108,73

K

108,73

108,73

L

110,93

108,73

EEN-OUDER

A

67,66

67,66

B

73,86

73,86

C

92,02

92,02

D

68,02

67,66

E

75,34

73,86

F

94,29

92,02

G

67,66

67,66

H

67,66

67,66

I

73,86

73,86

J

73,86

73,86

K

73,86

73,86

L

75,34

73,86

ALLEENSTAAND

A

59,24

59,24

B

64,11

64,11

C

78,29

78,29

D

59,24

59,24

E

64,11

64,11

F

80,03

78,29

G

59,24

59,24

H

59,24

59,24

I

64,11

64,11

J

64,11

64,11

K

64,11

64,11

L

64,11

64,11

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Aanleiding

In het jaar 2000 kwam de Remigratiewet tot stand. De uitgangspunten en doelstelling van de wet bleven gelijk aan die van de remigratieregelingen uit 1985 namelijk het bieden van voorzieningen aan personen van de doelgroep, die niet zelf hun wens tot remigratie kunnen realiseren.

Bij de begrotingsbehandeling op 4 december 2008 heeft de Tweede Kamer de motie Van Toorenburg1 aangenomen. In de motie is verzocht de Remigratiewet te heroverwegen en de op deze wet gebaseerde regelgeving tegen het licht te houden met name in verband met de leeftijdsvoorwaarde, de landen en de termijnen.

Op 13 november 2009 werd de voornoemde motie over de Remigratiewet in relatie gebracht met de investering in de inburgering en integratie alsook met het behoud van capaciteit voor de arbeidsmarkt.

Aan de Tweede Kamer werd per brief de visie op remigratie in het licht van inburgering en integratie uiteengezet en werden voorstellen gedaan tot aanpassing van de Remigratiewet en lagere regelgeving.2

Voorts is bij de begrotingsbehandeling in december 2010 de motie Dibi3 aangenomen waarin werd verzocht de doelgroep van de wet te beperken tot de eerste generatie migranten.

Tegen de achtergrond van de gewijzigde maatschappelijke context, de moties van de Tweede Kamer en de visie op inburgering en remigratie zijn de Remigratiewet en de onderliggende regelgeving herzien en vereenvoudigd.

Op 9 juli 2013 is het voorstel tot wijziging van de Remigratiewet (heroverweging) door de Eerste Kamer aangenomen. De inwerkingtreding van de wetswijziging is voorzien op 1 juli 2014.

Deze regeling vervangt de Regeling aanwijzing vreemdelingen wegens verblijf voor een tijdelijk doel, de Regeling vaststelling bedragen Remigratiewet en de Regeling uitvoering en informatieverstrekking Sociale verzekeringsbank. Dit heeft geleid tot een actuele, transparante regeling waarbij alle overbodige bepalingen geschrapt zijn.

2. Inhoud

In deze regeling worden de formulieren beschreven die moeten worden verstrekt aan de Sociale verzekeringsbank door personen met de Nederlandse nationaliteit die niet beschikken over de nationaliteit van het bestemmingsland waarnaar ze wensen te remigreren of al zijn geremigreerd.

Daarnaast worden de categorieën van vreemdelingen aangewezen die op basis van de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000 een tijdelijk verblijfsdoel hebben.

Voorts wordt in de artikelen 5 en 6 van deze regeling verwezen naar de bijlagen 1, 2 en 3, tot berekening van de bedragen van de remigratie-uitkering en kosten van de zelf af te sluiten verzekering tegen ziektekosten in het bestemmingsland.

Ook zijn de regels met betrekking tot de uitvoering van de Remigratiewet en de informatieverstrekking door de Sociale verzekeringsbank vastgesteld.

Tenslotte bevat deze regeling een aantal overgangs- en slotbepalingen.

2.1. Vreemdelingen met een tijdelijk verblijfsdoel

Volgens artikel 2b, eerste lid, onderdeel h, van de Remigratiewet, kunnen enkel vreemdelingen remigratievoorzieningen aanvragen, indien zij onmiddellijk voorafgaande aan de aanvraag ten minste acht jaren ononderbroken rechtmatig verblijf in Nederland hebben gehad als bedoeld in artikel 8, onderdelen a, b, d, e, dan wel l van de Vreemdelingenwet 2000, anders dan voor een verblijf voor een tijdelijk doel en aan de andere voorwaarden van dat artikel voldoen. De categorieën van vreemdelingen, bedoeld in artikel 4 van deze regeling kunnen dus geen aanvraag indienen voor remigratievoorzieningen.

2.2. Hoogte van de remigratievoorzieningen

Aan de Tweede Kamer is naar aanleiding van de motie Van Toorenburg4 toegezegd dat remigratie-uitkeringen bij de heroverweging van de Remigratiewet zullen worden bezien op mogelijke actualisering. Dit om de uitkeringsbedragen van de oudste remigratiebestemmingen beter aan te laten sluiten op de bestaanskosten in deze landen. Indien dit budgettair haalbaar is zal de herziening mogelijk op 1 januari 2016 plaatsvinden.

Categorie

Bedrag

Loonbelasting

A

Laag

Woonlandheffing1

B

Midden

Woonlandheffing

C

Hoog

Woonlandheffing

D

Laag

Bronlandheffing2

E

Midden

Bronlandheffing

F

Hoog

Bronlandheffing

X Noot
1

Op basis van belastingverdragen met het bestemmingsland betaalt de remigrant de belasting over zijn remigratievoorzieningen in het land waar hij woont.

X Noot
2

Op basis van belastingverdragen met het bestemmingsland betaalt de remigrant de belasting over zijn remigratievoorzieningen in Nederland (het land waaruit de inkomsten afkomstig zijn).

Om het beoogde netto bedrag in enkele landen te realiseren, zijn er op deze categorieën enkele uitzonderingen gemaakt (G, H, I, J, K en L) vanwege de hoogte van de woonlandfactor voor de Zorgverzekeringswet.

In bijlage 1 bij deze regeling zijn de landen in categorieën verdeeld overeenkomstig de levensstandaard in die landen. Naar deze landen zijn remigranten in het verleden geremigreerd. Indien in de toekomst remigranten, met name asielgerechtigden, wensen te remigreren naar een land dat nog niet voorkomt in de lijst, zal dat land alsnog worden ingedeeld in een categorie. Bijlage 1 kent aan ieder bestemmingsland een categorie toe.

Op basis van de categorieën die in bijlage 1 bij deze regeling zijn opgenomen, worden in bijlage 2 bij deze regeling de bruto bedragen, vastgesteld voor de remigratie-uitkering overeenkomstig de gegeven categorieën. De bruto bedragen voor de tegemoetkoming in de kosten van de zelf af te sluiten verzekering tegen ziektekosten in het bestemmingsland, genoemd in bijlage 3 bij deze regeling, worden ook gebaseerd op de categorieën die in bijlage 1 bij deze regeling zijn opgenomen.

Uitgangspunt bij de vaststelling van de bruto remigratie-uitkeringen zijn de netto vastgestelde periodieke remigratie-uitkeringen die afhankelijk zijn van de leefsituatie en van het bestemmingsland. In de leefsituatie is het volgende onderscheid gemaakt: alleenstaand, een-ouder met kind(eren) en samenwonend met of zonder kinderen. Op basis van bovenstaand onderscheid wordt een laag/midden/hoog bedrag voor de netto remigratie-uitkering vastgesteld al naargelang de verwachte bestaanskosten in het bestemmingsland. De remigratie-uitkering wordt in bruto bedragen vastgesteld. In het bruteringsysteem wordt onder andere rekening gehouden met het al dan niet van toepassing zijn van een regime van bronlandheffing en het al dan niet verdragsgerechtigd verzekerd zijn voor de Zorgverzekeringswet, voorts wordt ten aanzien van remigranten die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt rekening gehouden met de ouderenkorting en bij alleenstanden met de alleenstaande ouderkorting. Als gevolg hiervan worden voor remigranten die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt andere bruto bedragen vastgesteld dan voor remigranten die deze leeftijd nog niet hebben bereikt.

Bij wijzigingen in de inhoudingen, worden de bruto bedragen aangepast, zodanig dat de netto bedragen die de remigranten daadwerkelijk ontvangen ongewijzigd blijven. In het geval er sprake is van samenloop van een remigratie-uitkering met een andere uitkering, wordt het bedrag van de bruto remigratie-uitkering verminderd met het bedrag van de bruto samenlopende uitkering.

In bijlage 2 wordt onderscheid gemaakt naar datum van vertrek. Degenen die vóór het jaar 2000 remigreerden vertrokken met andere verwachtingen ten aanzien van de remigratie-uitkering dan degenen die ná het jaar 2000 remigreerden. Aan de eerstgenoemde groep zijn andere voorzieningen toegezegd. De remigratie-uitkeringen van remigranten die vertrokken zijn vóór 1 april 2000 kennen geen indexering van de uitkering, zoals die bij de totstandkoming van de Remigratiewet in april 2000 is ingevoerd.

Deze remigranten hebben ook geen recht op een tegemoetkoming in de ziektekosten. Voordat de Remigratiewet in werking trad in 2000 werd er geen rekening gehouden met de ziektekosten in het land waarnaar men migreert. Sinds de inwerkingtreding van de Remigratiewet in 2000 wordt er gekeken of men in het land waarnaar men migreert nog apart een zorgverzekering moet afsluiten, of dat men verdragsgerechtigd verzekerd is voor de Zorgverzekeringswet in Nederland.

De bruto bedragen van de tegemoetkoming in de kosten voor het zelf afsluiten van een verzekeringsovereenkomst tegen ziektekosten in het bestemmingsland zijn vastgesteld in bijlage 3 bij deze regeling.

De tabel in bijlage 3 is volgens dezelfde systematiek opgesteld als de tabel in bijlage 2. Ook hier wordt uitgegaan van drie leefsituaties (alleenstaand, ouder met kind(eren) en samenwonend met of zonder kinderen) en wordt rekening gehouden met het al dan niet van toepassing zijn van een regime van bronlandheffing.

De categorieën bestemmingslanden corresponderen met die in bijlage 1.

2.3. Uitvoering en informatieverstrekking Sociale verzekeringsbank

In hoofdstuk IIIa van de Remigratiewet zijn de uitvoeringstaken op het terrein van het remigratiebeleid bij de Sociale verzekeringsbank neergelegd.

Op grond van artikel 8a, eerste lid, van de Remigratiewet is de Sociale verzekeringsbank belast met de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet en de daarop berustende bepalingen, voor zover de uitvoering daarvan niet bij of krachtens die wet aan de minister is opgedragen. In het tweede lid van dat artikel is bepaald dat de minister regels kan stellen over bedoelde uitvoering door de Sociale verzekeringsbank. In de onderhavige regeling zijn deze regels gesteld in de artikelen 7 en 8.

Voorts dient de Sociale verzekeringbank, op grond van artikel 8h, eerste lid, van de Remigratiewet, desgevraagd aan de minister kosteloos de inlichtingen te verstrekken die de minister nodig acht voor de uitoefening van zijn taak in verband met deze wet. Op grond van artikel 8h, tweede lid, van de Remigratiewet worden bij ministeriële regeling regels gesteld omtrent inlichtingen, gegevens en bescheiden en omtrent de verstrekking daarvan. Hier wordt uitvoering aan gegeven door aan te sluiten bij de SUWI-regelgeving.

3. Administratieve lasten

Op basis van deze regeling zijn er geen extra administratieve lasten voor burgers en evenmin bestuurlijke lasten.

4. Uitvoeringstoets Sociale verzekeringsbank

Deze regeling is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan de Sociale verzekeringsbank. Naar aanleiding daarvan heeft de Sociale verzekeringsbank de volgende opmerkingen gemaakt:

  • Doordat de Remigratiewet wordt opgenomen in de Planning en Control cyclus onder de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SuWi) kunnen de bepalingen voor de toelevering van periodieke gegevens vervallen en kan worden volstaan met de bepaling dat de Sociale verzekeringsbank op verzoek van de minister aanvullend informatie zal verstrekken. Dit is overgenomen.

  • Imams en diplomaten verblijven tijdelijk hier en moeten als zodanig niet in aanmerking komen voor de wet. Dit is uitgesloten door de verwijzing in de Regeling bij artikel 4 naar de bepalingen in artikel 14 van de Vreemdelingenwet.

  • Verder is een aantal technische aanwijzingen gegeven, dat is overgenomen.

Met deze aanpassingen acht de Sociale verzekeringsbank de regeling uitvoerbaar.

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel 2 en 3

In artikel 2 wordt het formulier aangeduid waarmee een remigrant met de Nederlandse nationaliteit verklaart dat hij alles in het werk zal stellen om de nationaliteit van het bestemmingsland te verwerven.

In artikel 3 wordt aangegeven hoe de remigrant met de Nederlandse nationaliteit die nog niet de nationaliteit van het bestemmingsland heeft verworven jaarlijks de Sociale verzekeringsbank op de hoogte brengt van de vorderingen die gemaakt zijn met betrekking tot het verwerven van die nationaliteit.

Artikel 4

In artikel 2b, eerste lid, van de Remigratiewet zijn voorwaarden genoemd waaraan de remigrant moet voldoen om te kunnen remigreren met de remigratievoorzieningen. Een van deze voorwaarden is dat de remigrant met een vreemde nationaliteit rechtmatig verblijf moet hebben gehad als bedoeld in artikel 8, onder a, b, d, e dan wel l, van de Vreemdelingenwet 2000, anders dan voor een verblijf voor een tijdelijk doel. Wat onder verblijf voor een tijdelijk doel wordt verstaan, moet op grond van artikel 2b, vijfde lid, worden uitgewerkt bij ministeriële regeling. Deze regeling strekt daartoe.

Vreemdelingen die hier verblijven voor een tijdelijk doel dienen weer naar hun herkomstland terug te keren indien het doel op grond waarvan de vreemdeling toelating tot Nederland heeft verkregen, niet meer aanwezig is. Gelet hierop vallen deze categorieën vreemdelingen niet onder de werking van de Remigratiewet.

Bij de keuze voor de tijdelijke doelen op grond waarvan vreemdelingen in Nederland verblijven is zoveel mogelijk aangesloten bij de beperkingsgronden, op grond waarvan een vergunning tot verblijf onder beperking wordt verleend.

De gronden zijn afgeleid van artikel 2.1 van het Besluit inburgering.

Artikel 5 en 6

In artikel 5 wordt de bijlage aangewezen waarin de hoogte van de remigratie-uitkering wordt vastgesteld en artikel 6 wijst de bijlage van de tegemoetkoming in de kosten van het sluiten van een verzekering tegen ziektekosten in het bestemmingsland aan.

Artikel 7

In artikel 7 worden nadere regels gesteld omtrent de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Remigratiewet en de daarop berustende bepalingen. Daaronder valt ingevolge dit artikel in ieder geval het geven van beschikkingen ter uitvoering van de wet (eerste lid, onderdeel a), het Rijk behulpzaam zijn bij het innen van de vergoedingen die het Algemeen Werkloosheidsfonds in geval van remigratie (eerste lid, onderdeel b) bespaart en het uitbrengen van informatie en formulieren (eerste lid, onderdeel c) voor aanvragers.

Eerste lid, onderdeel a

Als voorbeelden van de in dit onderdeel genoemde rechtshandelingen en feitelijke handelingen kunnen de volgende worden genoemd:

  • het verrichten van betalingen op grond van de afgegeven beschikkingen op basis van de Remigratiewet;

  • het vaststellen, inhouden en afdragen van, loonheffing en bijdrage Zorgverzekeringswet, die eventueel over de remigratievoorzieningen verschuldigd zijn;

  • het opleggen van maatregelen of een bestuurlijke boete indien de bepalingen bij of krachtens de Remigratiewet niet worden nageleefd, alsmede het schorsen, intrekken en terugvorderen van remigratievoorzieningen die ten onrechte of op een te hoog bedrag zijn uitgekeerd;

  • het op machtiging van de rechthebbende op remigratievoorzieningen inhouden en afdragen van de bedragen, die deze op grond van een schuldaflossingsregeling verschuldigd is aan het Rijk;

  • het voeren van gerechtelijke procedures op basis van een beschikking op grond van de wet en het voeren van gerechtelijke procedures welke samenhangen met de uitvoering van de wet;

  • het bij ernstige vormen van fraude aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.

Eerste lid, onderdeel b

Volgens artikel 102 van de Wet financiering sociale verzekeringen vergoedt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds, aan het Rijk bijdragen, die vanwege het Rijk worden verleend aan uit het buitenland afkomstige werknemers, die geen Nederlander zijn en die terugkeren naar hun land van herkomst of emigreren naar een ander land en tot het tijdstip van vertrek een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvingen. Deze vergoedingen zijn ten hoogste gelijk aan de bedragen die de bedoelde werknemers op grond van de Werkloosheidswet zouden hebben kunnen ontvangen indien zij werkloos waren gebleven en niet naar hun land van herkomst of een ander land waren vertrokken.

Jaarlijks dient de Sociale verzekeringsbank hiertoe een declaratie in bij het UWV. Het UWV maakt dit bedrag aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over.

Eerste lid, onderdeel c en tweede lid

Het Nederlands Migratie Instituut (NMI) is belast met de voorlichting aan remigranten om een vrijwillige en persoonlijke beslissing tot remigratie te ondersteunen. Dit gebeurt via laagdrempelige spreekuren in een aantal steden, via groepsvoorlichting, telefonisch en online via een website. Hierbij is het NMI ook behulpzaam bij het invullen van de aanvraagformulieren van de Sociale verzekeringsbank. De behandeling van de aanvragen van de remigratievoorzieningen wordt door de Sociale verzekeringsbank verzorgd. Hiervoor stelt de Sociale verzekeringsbank de aanvraagformulieren op. Tevens verzorgt de Sociale verzekeringsbank de begeleidende informatie bij deze aanvraagformulieren en op de website. In voorkomend geval verstrekt de Sociale verzekeringsbank op verzoek ook mondeling informatie aan individuele aanvragers. Deze taakverdeling tussen de Sociale verzekeringsbank en het Nederlands Migratie Instituut is conform de huidige praktijk en de uitgangspunten van de Remigratiewet voor een niet-wervend remigratiebeleid.

Om te garanderen dat de verschillende vormen van informatieverstrekking naadloos op elkaar blijven aansluiten is er overleg en samenwerking tussen de Sociale verzekeringsbank, het NMI en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 8

Op basis van artikel 8 dient informatie, indien de minister daarom vraagt en binnen een door de minister gestelde termijn, te worden verstrekt. De minister kan op basis van dit artikel andere inlichtingen, gegevens of bescheiden vragen dan hetgeen wordt geleverd op grond van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Hierbij moet met name worden gedacht aan zaken die van beleidsmatig belang zijn.

Artikel 9

Dit artikel regelt het overgangsrecht met betrekking tot de basisvoorzieningen. Voor personen die een geldige aanvraag tot het verkrijgen van basisvoorzieningen hebben ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling of deze reeds hebben ontvangen, blijven de desbetreffende artikelen van de Regeling vaststelling bedragen Remigratiewet, zoals die luidden op het tijdstip voor de inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.

Artikel 10

Bij het inwerking treden van de wet, het besluit en deze ministeriële regeling zullen een aantal oude ministeriële regelingen komen te vervallen. Het is namelijk niet langer noodzakelijk dat al deze op zichzelf staande ministeriële regelingen blijven bestaan, aangezien zij vervangen worden de nieuwe bepalingen die in werking treden.

Artikel 11

Deze regeling, alsmede het Remigratiebesluit zullen op hetzelfde tijdstip inwerking treden als de Wijziging van de Remigratiewet (heroverweging Remigratiewet) (Stb. 2013, 331.). Dit tijdstip is voorzien per 1 juli 2014.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.


X Noot
1

Kamerstukken II 2008/09, 31 700 XVIII, nr. 20

X Noot
2

Kamerstukken II 2009/10, 32 123 XVIII, nr. 29

X Noot
3

Kamerstukken II 2010/11, 32 500 VII, nr. 39

X Noot
4

Kamerstukken II 2008/09, 31 700 XVIII, nr. 20

Naar boven