Vrijstelling op grond van artikel 46 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden inzake koolstofdioxide

IENM/BSK-2014/37400

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister Economische Zaken;

Gezien het verzoek van Duke Faunabeheer van 30 januari 2014, kenmerk 111108/CO2-300114 tot vrijstelling van het verbod op het gebruik van koolstofdioxide in verband met de bestrijding van ganzen rondom de luchthaven Schiphol;

Gelet op de artikelen 43, eerst lid, en 46, eerste en tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

BESLUIT:

Artikel 1

In verband met de bestrijding van ganzen rondom de luchthaven Schiphol wordt vrijstelling verleend van het verbod, bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, om in strijd te handelen met artikel 17, eerste, vijfde en zesde lid, van verordening (EU) Nr. 528/2012 ten behoeve van de bestrijding van ganzen rondom de luchthaven Schiphol.

Artikel 2

Toegestaan is uitsluitend het gebruik van de biocide koolstofdioxide, ten behoeve van de bestrijding van ganzen in een straal van 20 kilometer rondom de luchthaven Schiphol in het kader van het convenant ‘Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol’ van 16 april 2012.

Artikel 3

Aan de vrijstelling, bedoeld in artikel 1, zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen beperkingen en voorschriften verbonden.

Artikel 4

De vrijstelling wordt verleend voor de duur van 78 dagen.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling biocide koolstofdioxide Schiphol 2014.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 mei 2014 en vervalt 78 dagen na het tijdstip van inwerkingtreding.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

BIJLAGE

Voorschriften en beperkingen

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor het doden van vogels.

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Kooldioxide wordt toegepast om vogels, die overlast veroorzaken, te doden.

Het vervoer van levende vogels naar de container dient tot een minimum worden beperkt.

Algemene instructies bij de toepassing van kooldioxide bij het doden van vogels:

  • Controleer aan de druk van de gascilinder of er voldoende kooldioxide beschikbaar is.

  • Plaats de vogels in een afsluitbare container.

  • Sluit de container.

  • Voer met hiervoor geschikte doseer- en meetapparatuur kooldioxide toe, totdat de concentratie in deze ruimte minimaal 70% bedraagt. Hiervoor is een kooldioxide detector aan de buitenkant van de container geplaatst.

  • Sluit de toevoer van kooldioxide af en wacht minimaal 5 minuten.

  • Controleer of de dieren overleden zijn, via een observatieluik of -venster.

  • Indien de dieren overleden zijn, open dan de container in de buitenlucht of op een andere goed geventileerde plaats, zodat de kooldiode kan ontsnappen. Wacht tot de concentratie in de container gedaald is tot beneden 15.000 ppm (1,5%).

  • Voer de dode vogels af naar de eindbestemming.

Nadere instructies voor de veiligheid van de werknemer:

  • Wordt de container in een gesloten ruimte geopend, dan dient het volume van deze ruimte minimaal 50 maal het volume van de container te bedragen, zodat de 15 minuten grenswaarde voor kooldioxide niet wordt overschreden.

  • Indien de container of de ruimte waarin de container staat tijdens of korte tijd na beëindiging van de werkzaamheden betreden moet worden, dient een meting van de kooldioxideconcentratie uitgevoerd te worden met een persoonlijke kooldioxidedetector, die voor bedrijfsveiligheidsdoeleinden is bestemd. Indien de concentratie kooldioxide de 15 minuten grenswaarde overschrijdt dienen geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt te worden.

  • Als grenswaarde voor het betreden van de ruimte worden de beroepsmatige blootstellingslimieten voor kooldioxide gehanteerd (MAC-TGG 15 minuten: 15.000 ppm (27.000 mg/m3) en MAC-TGG 8 uur: 5.000 ppm (9.000 mg/m3).

TOELICHTING

Op 30 januari 2014 heeft Duke Faunabeheer verzocht om een vrijstelling van de werkzame stof koolstofdioxide voor het doden van ganzen rondom de luchthaven Schiphol in het belang van de luchtvaartveiligheid. Het doden van ganzen is een van de maatregelen die voortvloeien uit het convenant ‘Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol’ van 16 april 2012. Dit convenant heeft als doel om het risico op vogelaanvaringen rond de luchthaven Schiphol te reduceren. Het betreft maatregel 3.2: realiseren gewenste omvang van de populatie overzomerende ganzen.

Koolstofdioxide is thans niet toegelaten als biocide. Duke Faunabeheer heeft begin 2012 het traject in gang gezet om een toelating in Nederland te verkrijgen. Daartoe is een dossier aangeleverd bij het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Het is vanwege de tijd die het kost voor beoordeling door de instanties nog niet mogelijk om dit jaar te beschikken over een toelating.

Op dit moment is voor het doden van grote groepen ganzen in één keer de methode met het gebruik van koolstofdioxide in mobiele vergassingsruimten/containers de enig beschikbare methode omdat deze de minste welzijnsproblemen voor het individuele dier veroorzaakt, weinig verstorende effecten heeft voor de omgeving en selectief is. Deze methode vloeit direct voort uit de afspraken van het convenant ‘Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol’. Het doden van ganzen met koolstofdioxide is door de Wageningen UR (University & Research centre) onderzocht. De aanbevelingen om het stressveroorzakende vervoer tot een minimum te beperken worden toegepast. Op de vangplaats kan de bedwelming plaatsvinden. Verder is rekening gehouden met de zienswijze van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA), getiteld ‘Richtsnoer ganzendoden’. De RDA is door toenmalig staatssecretaris Bleker om advies gevraagd over dit onderwerp met het oog op de uitvoering van de moties Van Veldhoven (TK 2011–2012 32 372 nrs. 80 en 86), waarin de regering werd verzocht “een richtsnoer op te stellen voor het doden van ganzen uit oogpunt van dierenwelzijn”. In de zienswijze heeft de RDA een aantal dodingsmethoden getoetst aan welzijnsaspecten. Voor het doden van grote groepen ganzen in één keer wordt de methode met het gebruik van koolstofdioxide in mobiele vergassingsruimten/containers aangeraden. Er is ambtelijk overeenstemming dat het gebruik van koolstofdioxide vanuit dierenwelzijnoogpunt het meest geschikte middel voor het doden van ganzen is, vooral in het kader van populatiereducties en ten behoeve van doden van zieke ganzen in een stedelijke omgeving.

Over de noodzaak van een herhaling van de vang- en dodingacties in 2013 bestaat binnen de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen brede overeenstemming. De vangacties passen ook in het beleid zoals dat is opgenomen in het onlangs door Gedeputeerde Staten Noord-Holland vastgestelde Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol om het aantal baankruisingen met ganzen op de luchthaven Schiphol te laten dalen met het oog op de vergroting van de vliegveiligheid.

Artikel 55 van verordening (EU) Nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PbEU, L 167) biedt de mogelijkheid om ten hoogste 180 dagen vrijstelling te verlenen van het verbod op het gebruik van niet-toegelaten biociden wegens een niet op andere wijze te bestrijden gevaar voor de volksgezondheid, de gezondheid van dieren of het milieu. Deze mogelijkheid is geïmplementeerd in artikel 46, eerste en tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

In verband met het belang van de luchtvaartveiligheid en het ontbreken van een alternatief voor de bestrijding van grote groepen ganzen rondom Schiphol wordt gebruikgemaakt van de bovengenoemde mogelijkheid om vrijstelling te verlenen van het verbod op het gebruik van de niet toegelaten biocide koolstofdioxide.

Het Ctgb heeft de beoogde toepassing van koolstofdioxide beoordeeld ten aanzien van de aspecten humane toxiciteit, residuen, gedrag in het milieu en ecotoxiciteit. Het College komt tot de volgende constateringen:

Humane toxiciteit:

Vrijstelling voor dit middel is acceptabel.

Volksgezondheid:

Van koolstofdioxide worden geen relevante residuen via voedsel verwacht.

Gedrag in het milieu:

Vrijstelling voor dit middel is acceptabel.

Ecotoxiciteit:

Vrijstelling voor dit middel is acceptabel.

Het Ctgb acht het risico van een vrijstelling voor de biocide koolstofdioxide acceptabel, mits de in de vrijstelling voorgestelde risicoreducerende maatregelen in acht worden genomen.

De Faunabeheereenheden Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht zijn gevraagd voor Duke Faunabeheer een verzoek voor een aanwijzing in het kader van de Flora- en Faunawet (art. 67) in te dienen bij de provincie Noord Holland, respectievelijk Zuid-Holland en Utrecht.

Op grond van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende bij dit besluit daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een dergelijk bezwaarschrift dient u te adresseren aan de Staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven