Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 november 2014, nr. VO/689389, houdende de vaststelling van de vergoedingen van de voorzitter en overige leden van het College voor Toetsen en Examens (Vergoedingenregeling College voor toetsen en examens)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4 van de Wet College voor toetsen en examens;

Mede gelet op artikel 14 van de Kaderwet Zelfstandige Bestuursorganen;

Besluit:

Artikel 1

De voorzitter van het College voor Examens (sinds 1 augustus 2014: College voor toetsen en examens) ontvangt een bezoldiging overeenkomstig salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De arbeidsduurfactor wordt van 1 oktober 2009 tot 1 oktober 2014 vastgesteld op 0,3 en vanaf 1 oktober 2014 op 0,2.

Artikel 2

De overige leden van het College voor Examens (sinds 1 augustus 2014: College voor toetsen en examens) ontvangen een schadeloosstelling. De schadeloosstelling bestaat uit een bedrag per vergadering. Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag worden als één vergadering aangemerkt. De hoogte van de schadeloosstelling van de leden wordt vastgesteld op 3% van salarisschaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt daarbij terug tot en met 1 oktober 2009.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingenregeling College voor toetsen en examens.

Deze regeling zal met de bijbehorende toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Op 31 augustus 2009 heeft de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Vergoedingenregeling College voor Examens vastgesteld. Naar recent is gebleken is deze regeling (nr. VO/148388) niet in de Staatscourant gepubliceerd.

Met de voorliggende regeling wordt deze omissie hersteld en wordt deze Vergoedingenregeling voor het College voor Examens (sinds 1 augustus 2014 het College voor Toetsen en Examens) alsnog gepubliceerd. Met het oog op de rechtmatigheid van de op grond van deze regeling sedert 2009 reeds uitgekeerde gelden is daarbij voorzien in het toekennen van terugwerkende kracht tot en met 1 oktober 2009, de datum waarop de oorspronkelijke regeling beoogd was in werking te treden.

Inhoudelijk is de thans vastgestelde regeling gelijk aan de regeling van 31 augustus 2009, met dien verstande dat de twee navolgende wijzigingen die intussen op de regeling van toepassing zijn geworden (en overigens toentertijd wel in de Staatscourant zijn geplaatst) nu hierin zijn verwerkt:

  • Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 augustus 2011, nr. VO/315868, houdende verlenging van de benoemingsduur en wijziging arbeidsduurfactor van de voorzitter van het College voor Examens (Stcrt. 2011, 15821, van 2 september 2011);

  • Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 juli 2012, nr. VO/416128, houdende verlenging van de benoemingsduur en wijziging arbeidsduurfactor van de voorzitter van het College voor Examens (Stcrt. 2012, 18045, van 6 september 2012).

Ook de wijziging van de naam van het college tot ‘College voor toetsen en examens’ als gevolg van de invoering van de Wet centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs (Stb. 2014, 13, in werking getreden op 1 augustus 2014, zie Stb. 2014, 246) is in deze regeling verwerkt.

Hiermee is de nu voorliggende regeling dus volledig geconsolideerd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven