Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 2 juli 2014, nr. WJZ/14107124, tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies en van de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ subsidies en artikel 1:3, eerste lid, van de Regeling LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4a:3, tweede lid, aanhef, wordt na ‘De activiteiten, bedoeld in het eerste lid,’ ingevoegd: hebben een duur van ten hoogste vier jaar en.

B

In artikel 4a:4, onderdeel a, wordt ‘het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie’ vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.

C

In artikel 4a:7 wordt, onder vernummering van het tweede tot en met negende lid tot derde tot en met tiende lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De subsidieontvanger draagt zorg voor de deelname van minimaal één mbo-docent aan de kenniskring van het desbetreffende groene-plus lectoraat.

D

Artikel 4a:9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van artikel 1:15, vijfde lid, komen voor loonkosten uitsluitend kosten in aanmerking voor subsidie die als indicatief uurtarief vallen onder de categorie ‘kosten-plus tarief exclusief BTW’, bedoeld in de Handleiding Overheidstarieven van het Ministerie van Financiën.

E

Aan artikel 4a:10 wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: en ten hoogste € 120.000 per jaar.

ARTIKEL II

In hoofdstuk 2 van de Tijdelijke regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2014 wordt na paragraaf 3i een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3j. Groene-plus lectoraten

Artikel 8rr

Aanvragen tot verlening van subsidie voor een lectoraat als bedoeld in artikel 4a:3 van de Regeling LNV-subsidies, kunnen worden ingediend in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 15 september 2014.

Artikel 8ss

Het subsidieplafond bedraagt € 2.700.000.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel I, onderdeel D, terugwerkt tot en met 25 mei 2012.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 juli 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

Openstelling groene-plus lectoraten

Op grond van de artikelen 4a:2 tot en met 4a:10 van de Regeling LNV-subsidies wordt subsidie beschikbaar gesteld voor het instellen van groene-plus lectoraten aan agrarische hbo-instellingen. De doelstelling van groene-plus lectoraten is het vergroten van kennisinnovatie en daarmee samenhangend de kwaliteitsverbetering van het onderwijs en de realisatie van de externe oriëntatie naar het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties.

Artikel II van de regeling voorziet in een openstelling van de subsidiemogelijkheid voor groene-plus lectoraten. Tot 15 september 2014 kunnen aanvragen tot subsidieverlening worden ingediend, waarbij het totaal te verdelen bedrag € 2.700.000,–, over een periode van maximaal 4 jaar, bedraagt.

Bij de beoordeling van de aanvragen tot subsidieverlening voor groene-plus lectoraten worden de criteria, genoemd in artikel 4a:4, gehanteerd. In de rangschikking wordt allereerst bezien of het thema aansluit bij de agenda’s van de topsectoren Agro & Food en Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, en de beleidsagenda’s in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken op het gebied van Landbouw en Natuurlijke Omgeving.

In 2014 kunnen de aanvragen aansluiten bij de Roadmap Biomimicry NL 2020, actieprogramma Bijengezondheid (bijenmakelaar) en de doorbraakagenda op gebied van integrale duurzaamheidontwikkeling en daarbij horende ondernemerschap. De lijst met thema’s en onderwerpen worden opgenomen in de handleiding die hoort bij het aanvraagformulier.

De formulieren voor de aanvragen van subsidie, rapportages en de vaststelling van de subsidie zijn verkrijgbaar bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.RVO.nl) van het Ministerie van Economische Zaken.

Regeling LNV-subsidies

Daarnaast wordt door artikel I ook de Regeling LNV-subsidies gewijzigd, waardoor andere eisen worden gesteld aan de vormgeving van het groene-plus lectoraat.

Het is van belang dat de resultaten van de groene-plus lectoraten leiden tot structurele vernieuwingen en verbeteringen in het groene onderwijs. Om de impact van het praktijkgericht onderzoek dat uitgevoerd wordt door de lectoraten in samenwerking met partners (bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en lagere overheden) te vergroten en de resultaten ervan beter te benutten, is het essentieel dat kennisverspreiding ook richting het groene mbo wordt gewaarborgd. Als voorwaarde voor de toekenning van groene-plus lectoraten geldt dat minimaal één docent uit het mbo deelneemt aan de kenniskring van bovenstaande groene-plus lectoraten.

Daarnaast vindt er ook een wijziging plaats van de in aanmerking komende loonkosten. Op 1 juli 2012 trad een wijziging van artikel 1:15 van de regeling LNV-subsidies in werking die tot doel had de subsidiabele kosten voor eigen arbeid te kunnen bepalen. Hiervoor werden standaardtarieven gebruikt die ontleend werden aan de Handleiding Overheidstarieven. Deze tarieven waren exclusief overheadkosten. Tot de inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 1 juli 2012 was in deze maximumbedragen ook een element overhead meegenomen.

De genoemde wijziging was ten tijde van de openstelling van de subsidiemodule Groene-Plus Lectoraten in het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 niet bekend (Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 januari 2012, houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 (Stcrt. 2012, nr. 1859)), waardoor hier geen rekening mee gehouden is in de verleningsbeschikkingen van de openstelling 2012. Om in lijn met deze verleningsbeschikkingen te kunnen vaststellen, is in de onderhavige regeling een artikel opgenomen om met terugwerkende kracht uurtarieven te kunnen hanteren waar ook overheadkosten in meegenomen zijn. Op deze wijze wordt aangesloten bij de praktijk van onderwijsinstellingen waarin een deel van de subsidiabele kosten bestaat uit overheadkosten. Zo wordt tevens voorkomen dat aanvragers bedragen moeten terugbetalen.

Regeldruk

De onderhavige wijzigingsregeling brengt geen verandering in de administratieve lasten met zich mee. Ten opzichte van de vorige openstellingen worden geen nieuwe administratieve lasten geïntroduceerd. Voor een berekening van de administratieve lasten die deze module met zich brengt wordt verwezen naar paragraaf 6 van de toelichting van eerdere regelingen (Stcrt. 2007, nr. 33, Stcrt. 2010, nr. 7577 en Stcrt. 2010, nr. 19234).

Staatsteun

Staatsteun is niet aan de orde bij groene-plus lectoraten. Het geven van onderwijs wordt gezien als een niet-economische dienst van algemeen belang. Hierdoor zijn de Europese staatssteunregels niet van toepassing op de bedoelde activiteit, het geven van onderwijs.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op de datum waarop de regeling in de Staatscourant wordt geplaatst. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven