Bekendmaking model legitimatiebewijs Belastingdienst, Ministerie van Financiën

11 juni 2014

nr. BLKB2014/291

De directeur-generaal Belastingdienst maakt bekend dat ambtenaren van de Belastingdienst bij het uitoefenen van hun functie een legitimatiebewijs bij zich dragen volgens het volgende model:

Voorkant en achterkant legitimatiebewijs (voorbeeldtekst)

Voorkant en achterkant legitimatiebewijs (BOA)

Toelichting:

De algemeen directeur Belastingen, de algemeen directeur Douane en de directeuren Belastingdienst/Toeslagen en Belastingdienst/Centrale Administratie verstrekken aan ambtenaren van de Belastingdienst in voorkomende gevallen, meer in het bijzonder als dit bij de uitoefening van hun taken op grond van een wettelijke bepaling vereist is, een legitimatiebewijs. De afgifte van het legitimatiebewijs wordt geregistreerd in het kaartmanagementsysteem van Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening (B/CFD). De ambtenaar van de Belastingdienst draagt het legitimatiebewijs bij het uitoefenen van zijn taak bij zich. Hij is verplicht dit bewijs desgevraagd meteen te tonen. Bij het uitoefenen van bepaalde bevoegdheden moet hij zich volgens de regelgeving zelfs ongevraagd legitimeren tenzij de omstandigheden dit onmogelijk maken.

De Belastingdienst verstrekt in elk geval een legitimatiebewijs:

  • als de ambtenaar van de Belastingdienst belast is met het toezicht op de uitvoering van de belastingwetgeving en/of door hem bepaalde bevoegdheden worden uitgeoefend,

  • als de ambtenaar is aangewezen als belastingdeurwaarder, (buitengewoon) opsporingsambtenaar en/of hulpofficier van justitie, tenzij het legitimatiebewijs wordt afgegeven door de Minister van Justitie.

Gekozen is voor een model dat grotendeels overeenkomt met het bepaalde in de Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb (regeling van 4 juli 2000, Stcrt. 2000, 131, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 juli 2002, Stcrt. 2002, 125). Voor de onderscheidende Belastingdienstonderdelen kan gekozen worden voor een verschillende kleurstelling. De achterzijde van het legitimatiebewijs bevat:

  • een (variabele) tekst met een omschrijving van de regelgeving die van toepassing is en/of

  • een omschrijving van de bevoegdheden die de betrokken belastingambtenaar (in mandaat of als gevolg van een aanwijzing) mag uitoefenen.

Legitimatiebewijzen, afgegeven op basis van een oud model blijven uiterlijk geldig tot de daarop vermelde geldigheidsdatum.

Met deze bekendmaking vervalt de Bekendmaking model legitimatiebewijs Belastingdienst van 20 januari 2009, Nr. CPP2008-2845, Stcrt. 2009, 23. Waar in beleid verwezen wordt naar oude regelingen of vaststellingen waar deze bekendmaking voor in de plaats treedt, worden deze geacht verwijzingen te zijn naar deze nieuwe bekendmaking.

De directeur-generaal Belastingdienst, P.W.A. Veld

Naar boven