De directeur-generaal Belastingdienst maakt bekend dat ambtenaren van de Belastingdienst bij het uitoefenen van hun functie
een legitimatiebewijs bij zich dragen volgens het volgende model:
Toelichting
Aan ambtenaren van de Belastingdienst wordt in voorkomende gevallen, meer in het bijzonder indien dit bij de uitoefening van
hun taken op grond van een wettelijke bepaling vereist is, een legitimatiebewijs verstrekt.
Een legitimatiebewijs wordt in elk geval verstrekt als de ambtenaar van de Belastingdienst belast is met het toezicht op de
uitvoering van de belastingwetgeving en/of door hem bepaalde bevoegdheden worden uitgeoefend, alsmede als de ambtenaar is
aangewezen als belastingdeurwaarder, (buitengewoon) opsporingsambtenaar en/of hulpofficier van justitie, tenzij het legitimatiebewijs
wordt afgegeven door de Minister van Justitie.
Gekozen is voor een uniform model dat is vormgegeven in overeenstemming met artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht
en met in achtneming van de hierop gebaseerde Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb (regeling van 4 juli 2000,
Stcrt. 2000, 131, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 juli 2002, Stcrt. 2002, 125). Op de achterzijde wordt een
(variabele) tekst afgedrukt met een omschrijving van de regelgeving die van toepassing is en/of een omschrijving van de bevoegdheden
die de betrokken belastingambtenaar (in mandaat of als gevolg van een aanwijzing) mag uitoefenen.
Een legitimatiebewijs kan worden verstrekt door het managementteam van de Belastingdienst of door de voorzitters van de managementteams
van de organisatieonderdelen van de Belastingdienst als genoemd in de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003. De afgifte
van het legitimatiebewijs wordt geregistreerd in het kaartmanagementsysteem van Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening
(B/CFD).
Bij het uitoefenen van zijn taak draagt de ambtenaar van de Belastingdienst het legitimatiebewijs bij zich. Hij is verplicht
het legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds te tonen. Bij het uitoefenen van bepaalde bevoegdheden dient hij zich volgens
de regelgeving zelfs ongevraagd te legitimeren tenzij bijzondere omstandigheden dit onmogelijk maken.