Mededeling van DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2013

Mededeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 2 april 2014 op grond van artikel 49, vijfde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft betreffende de aanpassing aan de inflatie in 2013 van het minimumbedrag van het garantiefonds voor herverzekeraars (Mededeling van DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2013)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op artikel 49, vierde en vijfde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft;

Gelet op de Bekendmaking van de Europese Commissie van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (2013/C 208/06) (PbEU C 208 van 23.07.2013, blz. 4);

DOET DE VOLGENDE MEDEDELING:

Artikel 1

In deze mededeling wordt verstaan onder:

a. DNB:

De Nederlandsche Bank N.V.;

b. Wet:

de Wet op het financieel toezicht;

c. Besluit:

het Besluit prudentiële regels Wft.

Artikel 2

  • 1. DNB doet mededeling van de Bekendmaking van de Europese Commissie van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (2013/C 208/06) (PbEU C 208 van 23.07.2013, blz. 4), zoals opgenomen in de bijlage.

  • 2. DNB doet mededeling van de gewijzigde bedragen, genoemd in artikel 3, alsmede van het tijdstip waarop de gewijzigde bedragen voor het eerst worden toegepast, genoemd in artikel 4.

Artikel 3

  • 1. Het in artikel 49, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van het Besluit genoemde minimumbedrag van het garantiefonds, bedoeld in artikel 3:53, vierde lid, van de wet, voor een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:55a, eerste lid, van de wet, niet zijnde een herverzekeraar als bedoeld in artikel 49, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit is verhoogd van € 3,4 miljoen tot € 3,6 miljoen.

  • 2. Het in artikel 49, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van het Besluit genoemde minimumbedrag van het garantiefonds, bedoeld in artikel 3:54, derde lid, 3:55, tweede lid, of 3:55a, tweede lid, van de wet, voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:55a, eerste lid, van de wet, niet zijnde een bijkantoor als bedoeld in artikel 49, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit, is verhoogd van € 1,7 miljoen tot € 1,8 miljoen.

Artikel 4

  • 1. Een herverzekeraar voldoet uiterlijk op 31 december 2014 aan het op hem van toepassing zijnde, verhoogde minimumbedrag van het garantiefonds, als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2. Een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar voldoet uiterlijk op 31 december 2014 aan het op hem van toepassing zijnde, verhoogde minimumbedrag van het garantiefonds, als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel 5

Deze mededeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze mededeling wordt aangehaald als: Mededeling van DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2013.

Deze mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 2 april 2014

De Nederlandsche Bank N.V. A.J. Kellermann, Directeur

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN DE MEDEDELING VAN DNB VAN DE AANPASSING VAN BEPAALDE BEDRAGEN IN HET BESLUIT PRUDENTIËLE REGELS WFT AAN DE INFLATIE IN 2013

BEKENDMAKING VAN DE EUROPESE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie C 208 van 23.7.2013, blz. 4

Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie

(2013/C 208/06)

Overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 2005/68/EG(1) betreffende herverzekering en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van de Raad en van Richtlijnen 98/78/EG en 2002/83/EG werden de in euro luidende bedragen genoemd in artikel 40, lid 2, in 2013 aangepast aan de veranderingen in het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen dat alle lidstaten bestrijkt. Als gevolg van de actualisering wordt het in euro luidende bedrag van 3 400 000 EUR verhoogd tot 3 600 000 EUR en blijft het in euro luidende bedrag van 1 200 000 EUR ongewijzigd. De diensten van de Commissie hebben het Europees Parlement en de Raad van de actualisering en van het aangepaste bedrag in kennis gesteld.

(1) PB L 323 van 9.12.2005, blz. 1.

TOELICHTING

Uit artikel 41 van de herverzekeringsrichtlijn1 volgt dat de minimumbedragen van het garantiefonds van herverzekeraars en van ondernemingsgebonden herverzekeraars (‘captives’) jaarlijks en van rechtswege overeenkomstig de kennisgevingen van de Europese Commissie worden aangepast aan de inflatie, dat wil zeggen aan de veranderingen van het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen, mits deze inflatie een bepaalde grens overschrijdt. Deze richtlijnbepaling is in Nederland geïmplementeerd in artikel 49, vierde en vijfde lid, van het Besluit prudentiële regels Wft (hierna: het Besluit).

In het Publicatieblad van de Europese Unie van 23 juli 2013 heeft de Europese Commissie de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (2013/C 208/06) (PbEU C 208 van 23.07.2013, blz. 4) geplaatst (zie de bijlage). Met deze mededeling geeft De Nederlandsche Bank N.V. (hierna: DNB) gevolg aan artikel 49, vijfde lid, van het Besluit door mededeling te doen in de Staatscourant van deze kennisgeving van de Europese Commissie en van de gewijzigde, dus de aan de inflatie in 2013 aangepaste, bedragen, alsmede van het tijdstip waarop deze gewijzigde bedragen voor het eerst worden toegepast.

De onderhavige mededeling ziet op de aanpassing van het minimumbedrag van het garantiefonds voor een herverzekeraar, als genoemd in artikel 49, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit: dit minimumbedrag wordt verhoogd van € 3,4 miljoen tot € 3,6 miljoen. In de tweede plaats ziet deze mededeling op de aanpassing van het minimumbedrag van het garantiefonds voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar, als bedoeld in artikel 49, tweede lid, onderdeel c, van het Besluit: dit minimumbedrag wordt verhoogd van € 1,7 miljoen tot € 1,8 miljoen. Deze verhogingen zijn in artikel 3 van deze regeling opgenomen.

Uit de mededeling van de Europese Commissie van 23 juli 2013 volgt dat het minimumbedrag van het garantiefonds voor een ondernemingsgebonden herverzekeraar of een in Nederland gelegen bijkantoor van een ondernemingsgebonden herverzekeraar ongewijzigd blijven. Dit betekent dat het bedrag genoemd in artikel 49, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit ongewijzigd blijft op € 1,2 miljoen en dat het bedrag genoemd in artikel 49, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit ongewijzigd blijft op € 0,6 miljoen.

De genoemde minimumbedragen zijn aangepast op basis van de inflatie per 10 december 2012. De gewijzigde bedragen worden – gelet op artikel 49, vierde en vijfde lid, van het Besluit – voor het eerst toegepast vanaf het thans lopende boekjaar 2014. Dit betekent dat de betrokken (in Nederland gelegen bijkantoren van) herverzekeraars uiterlijk op 31 december 2014 moeten voldoen aan de op hen van toepassing zijnde, verhoogde minimumbedragen van het garantiefonds. Deze toepassingsdatum is opgenomen in artikel 4.

Voor de voorheen geldende minimumbedragen wordt kortheidshalve verwezen naar de Mededeling DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2008 (Stcrt. 2009, 11632), die in werking trad met ingang van 6 augustus 2009, en naar de Mededeling van DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2010 en 2011 (Stcrt. 2012, 1671), die in werking trad met ingang van 1 februari 2012.

De Nederlandsche Bank N.V. A.J. Kellermann, Directeur


X Noot
1

Richtlijn nr. 2005/68/EG betreffende herverzekering en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van de Raad en van Richtlijnen 98/78/EG en 2002/83/EG (PB L 323 van 9.12.2005, blz. 1).

Naar boven