Mededeling DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2008

Mededeling van De Nederlandsche Bank N.V. ingevolge de artikelen 49, 64c en 67 van het Besluit prudentiële regels Wft betreffende de aanpassing aan de inflatie in 2008 van de minimumbedragen van het garantiefonds voor herverzekeraars, levensverzekeraars en schadeverzekeraars en van bepaalde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge voor schadeherverzekeraars en schadeverzekeraars (Mededeling DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2008)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op de artikelen 49, vierde en vijfde lid, 64c, achtste lid, en 67, negende lid, van het Besluit prudentiële regels Wft (Stb. 2006, 519, zoals nadien gewijzigd);

Doet mededeling van de Bekendmaking van de Europese Commissie van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen aan de inflatie, alsmede van de Bekendmaking van de Europese Commissie van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie;

Doet mededeling van de aanpassing van de bedragen, genoemd in artikel 49, eerste lid, onderdelen b, c, d, f en g, en tweede lid, onderdelen b, c, d, f en g, artikel 64c, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 67, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie.

Artikel 1

In deze mededeling wordt verstaan onder:

a. DNB:

De Nederlandsche Bank N.V.;

b. Wet:

Wet op het financieel toezicht; en

c. Besluit:

Besluit prudentiële regels Wft.

Artikel 2

  • 1. DNB doet mededeling van de volgende bekendmakingen van de Europese Commissie, zoals opgenomen in de bijlage:

    • a. de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen aan de inflatie (PbEU C 41 van 19.2.2009, blz. 1); en

    • b. de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (PbEU C 63 van 18.3.2009, blz. 11).

  • 2. DNB doet mededeling van de gewijzigde bedragen, genoemd in artikel 3 tot en met artikel 5.

Artikel 3

  • 1. De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 49, eerste lid, van het Besluit genoemde minimumbedragen van het garantiefonds, bedoeld in artikel 3:53, vierde lid, van de wet, zijn als volgt aangepast:

    • A. het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde minimumbedrag voor een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:55a, eerste lid, van de wet die ondernemingsgebonden herverzekeraar is, is verhoogd van € 1,0 miljoen tot € 1,1 miljoen;

    • B. het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde minimumbedrag voor een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:55a, eerste lid, van de wet, niet zijnde een herverzekeraar als bedoeld in onderdeel b, is verhoogd van € 3,0 miljoen tot € 3,2 miljoen;

    • C. het in het eerste lid, onderdeel d, genoemde minimumbedrag voor een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:54, eerste lid, van de wet, is verhoogd van € 3,2 miljoen tot € 3,5 miljoen;

    • D. het in het eerste lid, onderdeel f, genoemde minimumbedrag voor een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:54, eerste lid, van de wet, die geen schadeverzekeraar als bedoeld in onderdeel d1 is, is verhoogd van € 2,2 miljoen tot € 2,3 miljoen; en

    • E. het in het eerste lid, onderdeel g, genoemde minimumbedrag voor een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:54, eerste lid, van de wet die zijn bedrijf uitoefent in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid wegvervoer, Aansprakelijkheid luchtvaartuigen, Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen, Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht, is verhoogd van € 3,2 miljoen tot € 3,5 miljoen.

  • 2. De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 49, tweede lid, van het Besluit genoemde minimumbedragen van het garantiefonds, bedoeld in artikel 3:54, derde lid, 3:55, tweede lid, of 3:55a, tweede lid, van de wet, zijn als volgt aangepast:

    • A. het in het tweede lid, onderdeel b, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:55a, eerste lid, van de wet die ondernemingsgebonden herverzekeraar is, is verhoogd van € 0,5 miljoen tot € 0,6 miljoen;

    • B. het in het tweede lid, onderdeel c, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:55a, eerste lid, van de wet, niet zijnde een bijkantoor als bedoeld in onderdeel b, is verhoogd van € 1,5 miljoen tot € 1,6 miljoen;

    • C. het in het tweede lid, onderdeel d, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 3:54, derde lid, van de wet, is verhoogd van € 1,6 miljoen tot € 1,8 miljoen;

    • D. het in het tweede lid, onderdeel f, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:54, derde lid, van de wet die geen schadeverzekeraar als bedoeld in onderdeel d2 is, is verhoogd van € 1,1 miljoen tot € 1,2 miljoen; en

    • E. het in het tweede lid, onderdeel g, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:54, derde lid, van de wet die zijn bedrijf uitoefent in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid wegvervoer, Aansprakelijkheid luchtvaartuigen, Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen, Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht, is verhoogd van € 1,6 miljoen tot € 1,8 miljoen.

Artikel 4

De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 64c, eerste lid, van het Besluit genoemde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, 3:61, eerste lid, of 3:62, eerste lid, van de wet die zijn bedrijf uitoefent in de activiteit schadeherverzekering, zijn als volgt aangepast:

  • A. het in het eerste lid, onderdeel a, genoemde grensbedrag van de in het voorafgaande boekjaar geboekte dan wel verdiende premies, is verhoogd van € 53,1 miljoen tot € 57,5 miljoen; en

  • B. het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde grensbedrag van de gemiddeld geboekte bruto schaden in de voorafgaande drie boekjaren en van de gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren, is verhoogd van € 37,2 miljoen tot € 40,3 miljoen.

Artikel 5

De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 67, eerste lid, van het Besluit genoemde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, of 3:58, eerste of tweede lid, van de wet, zijn als volgt aangepast:

  • A. het in het eerste lid, onderdeel a, genoemde grensbedrag van de in het afgelopen boekjaar geboekte dan wel verdiende premies, is verhoogd van € 53,1 miljoen tot € 57,5 miljoen; en

  • B. het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde grensbedrag van de gemiddeld geboekte bruto schaden in de afgelopen drie boekjaren en van de gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren, is verhoogd van € 37,2 miljoen tot € 40,3 miljoen.

Artikel 6

  • 1. Deze mededeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar voldoet uiterlijk op 31 december 2009 aan het op hem van toepassing zijnde, in artikel 3, eerste lid, artikel 4 en artikel 5 bedoelde, verhoogde minimumbedrag van het garantiefonds onderscheidenlijk de verhoogde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge.

  • 3. Een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar voldoet uiterlijk op 31 december 2009 aan het op hem van toepassing zijnde, in artikel 3, tweede lid, bedoelde, verhoogde minimumbedrag van het garantiefonds.

Artikel 7

Deze mededeling wordt aangehaald als: Mededeling DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2008.

De mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 27 juli 2009

Directeur,

A.J. Kellermann.

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN DE MEDEDELING VAN DE AANPASSING VAN BEPAALDE BEDRAGEN IN HET BESLUIT PRUDENTIËLE REGELS WFT AAN DE INFLATIE IN 2008

Bekendmakingen van de Europese Commissie

19.2.2009 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 41/1

Commissie
Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen aan de inflatie
(2009/C 41/01)

Overeenkomstig artikel 30 van Richtlijn 2002/83/EG1 betreffende levensverzekering werd het in euro luidende bedrag genoemd in artikel 29, lid 2, in 2008 aangepast aan de veranderingen in het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen dat alle lidstaten bestrijkt. Als gevolg van deze aanpassing is het in euro luidende bedrag verhoogd van 3 200 000 EUR tot 3 500 000 EUR. De diensten van de Commissie hebben het Europees Parlement en de Raad van de actualisering en van het aangepaste bedrag in kennis gesteld.

Overeenkomstig artikel 17 bis van Richtlijn 73/239/EEG2 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan, gewijzigd bij Richtlijn 2002/13/EG3, werden de in euro luidende bedragen genoemd in artikel 16 bis, leden 3 en 4, en in artikel 17, lid 2, in 2008 aangepast aan de veranderingen in het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen dat alle lidstaten bestrijkt. Als gevolg van deze aanpassing is het in euro luidende bedrag genoemd in artikel 16 bis, lid 3, verhoogd van 53 100 000 EUR tot 57 500 000 EUR. Het in euro luidende bedrag genoemd in artikel 16 bis, lid 4, is verhoogd van 37 200 000 EUR tot 40 300 000 EUR. De in euro luidende bedragen genoemd in artikel 17, lid 2, zijn verhoogd van respectievelijk 2 200 000 EUR tot 2 300 000 EUR en 3 200 000 EUR tot 3 500 000 EUR. De diensten van de Commissie hebben het Europees Parlement en de Raad van de actualisering en van de aangepaste bedragen in kennis gesteld.

18.3.2009 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 63/11

Commissie
Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie
(2009/C 63/03)

Overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 2005/68/EG4 betreffende herverzekering en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van de Raad en van Richtlijnen 98/78/EG en 2002/83/EG werden de in euro luidende bedragen genoemd in artikel 40, lid 2, in 2008 aangepast aan de veranderingen in het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen dat alle lidstaten bestrijkt. Als gevolg van deze aanpassing zijn de in euro luidende bedragen verhoogd van 3 000 000 EUR tot 3 200 000 EUR en van 1 000 000 EUR tot 1 100 000 EUR. De diensten van de Commissie hebben het Europees Parlement en de Raad van de actualisering en van de aangepaste bedragen in kennis gesteld.

TOELICHTING

Uit de herverzekerings-1, de levens-2 en de eerste schadeverzekeringsrichtlijn3 volgt dat de minimumbedragen van het garantiefonds en bepaalde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van herverzekeraars en levens- en schadeverzekeraars jaarlijks en van rechtswege overeenkomstig de kennisgevingen van de Europese Commissie worden aangepast aan de inflatie, dat wil zeggen aan de veranderingen van het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen, mits deze inflatie een bepaalde grens overschrijdt. Deze richtlijnbepalingen zijn in Nederland geïmplementeerd in artikel 49, vierde en vijfde lid, artikel 64c, achtste lid, en artikel 67, negende lid, van het Besluit prudentiële regels Wft (hierna: het Besluit).

In het bijzonder artikel 49, vijfde lid, van het Besluit bepaalt dat De Nederlandsche Bank N.V. (hierna: DNB) mededeling doet in de Staatscourant van de bij kennisgeving van de Europese Commissie van rechtswege gewijzigde bedragen van het minimum bedrag van het garantiefonds en van bepaalde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van levens- en schadeverzekeraars onderscheidenlijk van herverzekeraars.

In het Publicatieblad van de Europese Unie van 19 februari 2009 en van 18 maart 2009 heeft de Europese Commissie de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen aan de inflatie (Pb EU C 41, blz. 1) respectievelijk de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (Pb EU C 63, blz. 11) geplaatst (zie de bijlagen). Met deze mededeling geeft DNB gevolg aan artikel 49, vijfde lid, van het Besluit door mededeling te doen in de Staatscourant van de kennisgevingen van de Europese Commissie en tevens van de gewijzigde, dus de aan de inflatie in 2008 aangepaste, bedragen. De onderhavige mededeling ziet op de aanpassing van de bedragen die zijn genoemd in artikel 49, eerste lid, onderdelen b, c, d, f en g, en tweede lid, onderdelen b, c, d, f en g, artikel 64c, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 67, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit. De aanpassingen zijn schematisch weergegeven in de onderstaande tabel.

De genoemde minimumbedragen zijn aangepast op basis van de inflatie per 20 maart 2008. De gewijzigde bedragen worden – overeenkomstig op artikel 49, vierde lid, laatste volzin, van het Besluit – voor het eerst toegepast in het boekjaar dat begint gedurende het kalenderjaar waarin de kennisgeving van de Europese Commissie wordt gedaan, dat wil zeggen vanaf het boekjaar 2009. Op grond van de overgangsregeling van artikel 6 dienen de betrokken (Nederlandse bijkantoren van) herverzekeraars en levens- en schadeverzekeraars het voor hen geldende minimumbedrag van het garantiefonds onderscheidenlijk de geldende grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge derhalve uiterlijk op 31 december 2009 toe te passen.

De in artikel 3, tweede lid, van deze Mededeling opgenomen, gewijzigde minimumbedragen van het garantiefonds voor Nederlandse bijkantoren van verzekeraars met zetel in een staat die geen EER-lidstaat is, vloeien voort uit artikel 55, tweede lid, van de levensverzekeringsrichtlijn en artikel 23, eerste lid, van de eerste schadeverzekeringsrichtlijn. Deze minimumbedragen voor Nederlandse bijkantoren zijn ten minste de helft van de corresponderende bedragen voor vergunninghoudende verzekeraars, afgerond op een veelvoud van € 100.000.

Tabel – Overzicht van de gewijzigde bedragen
 

Besluit prudentiële regels Wft (Besluit)

Bedragen

Oud

NIEUW

Art. 3, eerste lid → minimumbedrag van garantiefonds voor een

• ondernemingsgebonden herverzekeraar

Art. 49 lid 1 onder b

€ 1,0 mln

€ 1,1 mln.

• niet-ondernemingsgebonden herverzekeraar

Art. 49 lid 1 onder c

€ 3,0 mln.

€ 3,2 mln.

• levensverzekeraar

Art. 49 lid 1 onder d

€ 3,2 mln.

€ 3,5 mln.

• schadeverzekeraar in andere branche dan genoemd in art. 49 lid 1 onder g Besluit

Art. 49 lid 1 onder f

€ 2,2 mln.

€ 2,3 mln.

• schadeverzekeraar in branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen/wegvervoer/luchtvaartuigen/zee- en binnenschepen, Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht

Art. 49 lid 1 onder g

€ 3,2 mln.

€ 3,5 mln.

Art. 3, eerste lid → minimumbedrag van garantiefonds voor Nederlands bijkantoor van een

• ondernemingsgebonden herverzekeraar

Art. 49 lid 2 onder b

€ 1,0 mln

€ 1,1 mln.

• niet-ondernemingsgebonden herverzekeraar

Art. 49 lid 2 onder c

€ 3,0 mln.

€ 3,2 mln.

• levensverzekeraar

Art. 49 lid 2 onder d

€ 3,2 mln.

€ 3,5 mln.

• schadeverzekeraar in andere branche dan genoemd in art. 49 lid 1 onder g Besluit

Art. 49 lid 2 onder f

€ 2,2 mln.

€ 2,3 mln.

• schadeverzekeraar in branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen/wegvervoer/luchtvaartuigen/zee- en binnenschepen, Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht

Art. 49 lid 2 onder g

€ 3,2 mln.

€ 3,5 mln.

Art. 4 → grensbedragen voor berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van schadeherverzekeraar

• de in het voorafgaande boekjaar geboekte dan wel verdiende premies

Art. 64c lid 1 onder a

€ 53,1 mln.

€ 57,5 mln.

• gemiddeld geboekte bruto schaden in voorafgaande drie boekjaren en gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren

Art. 64c lid 1 onder b

€ 37,2 mln.

€ 40,3 mln.

Art. 5 → grensbedragen voor berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van schadeverzekeraar

• de in het voorafgaande boekjaar geboekte dan wel verdiende premies

Art. 67 lid 1 onder a

€ 53,1 mln.

€ 57,5 mln.

• gemiddeld geboekte bruto schaden in voorafgaande drie boekjaren en gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren

Art. 67 lid 1 onder b

€ 37,2 mln.

€ 40,3 mln.

Directeur,

A.J. Kellermann.


XNoot
1

Bij het Besluit implementatie richtlijn herverzekering (Stb. 2008, 334) zijn onder meer in artikel 49, eerste lid, van het Besluit prudentiële regels Wft de onderdelen a tot en met d geletterd d tot en met g. In verband hiermee moet deze verwijzing naar onderdeel d van dit eerste lid worden gelezen als een verwijzing naar onderdeel g.

XNoot
2

Bij het Besluit implementatie richtlijn herverzekering (Stb. 2008, 334) zijn onder meer in artikel 49, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft de onderdelen a tot en met d geletterd d tot en met g. In verband hiermee moet deze verwijzing naar onderdeel d van dit tweede lid worden gelezen als een verwijzing naar onderdeel g.

XNoot
1

PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1.

XNoot
2

PB L 228 van 16.8.1973, blz. 3.

XNoot
3

PB L 77 van 20.3.2002, blz. 17.

XNoot
4

PB L 323 van 9.12.2005, blz. 1.

XNoot
1

Zie artikel 41 van richtlijn nr. 2005/68/EG betreffende herverzekering en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van de Raad en van Richtlijnen 98/78/EG en 2002/83/EG (PB L 323 van 9.12.2005, blz. 1).

XNoot
2

Zie artikel 30 van richtlijn nr. 2002/83/EG betreffende levensverzekering (PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1).

XNoot
3

Zie artikel 17 bis van richtlijn nr. 73/239/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan, gewijzigd bij richtlijn nr. 2002/13/EG (PB L 228 van 16.8.1973, blz. 3; gewijzigd bij PB L 77 van 20.3.2002, blz. 17).

Naar boven