Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
De Nederlandsche Bank | Staatscourant 2012, 1671 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
De Nederlandsche Bank | Staatscourant 2012, 1671 | Besluiten van algemene strekking |
Mededeling van De Nederlandsche Bank ingevolge de artikelen 49, 64c en 67 van het Besluit prudentiële regels Wft betreffende de aanpassing aan de inflatie in 2010 en in 2011 van de minimumbedragen van het garantiefonds en van bepaalde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge voor verzekeraars en herverzekeraars (Mededeling van DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2010 en 2011)
De Nederlandsche Bank N.V.,
Gelet op de artikelen 49, vierde en vijfde lid, 64c, achtste lid, en 67, negende lid, van het Besluit prudentiële regels Wft (Stb. 2006, 519, zoals nadien gewijzigd);
Doet mededeling van de Bekendmaking van de Europese Commissie van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (2011/C 365/05) (PbEU C 365), alsmede van de Bekendmaking van de Europese Commissie van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen aan de inflatie (2011/C 365/06) (PbEU C 365);
Doet mededeling van de aanpassing van de bedragen, genoemd in artikel 49, eerste lid, onderdelen b, c, d, f en g, en tweede lid, onderdelen b, c, d, f en g, artikel 64c, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 67, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie;
Deelt het volgende mede:
In deze mededeling wordt verstaan onder:
De Nederlandsche Bank N.V.;
de Wet op het financieel toezicht; en
het Besluit prudentiële regels Wft.
1. DNB doet mededeling van de volgende bekendmakingen van de Europese Commissie, zoals opgenomen in de bijlage:
a. de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen aan de inflatie (2011/C 365/05) (PbEU C 365 van 15.12.2011, blz. 5); en
b. de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (2011/C 365/06) (PbEU C 365 van 15.12.2011, blz. 4).
2. DNB doet mededeling van de gewijzigde bedragen, genoemd in artikel 3 tot en met artikel 5.
1. De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 49, eerste lid, van het Besluit genoemde minimumbedragen van het garantiefonds, bedoeld in artikel 3:53, vierde lid, van de wet, zijn als volgt aangepast:
a. het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde minimumbedrag voor een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:55a, eerste lid, van de wet die ondernemingsgebonden herverzekeraar is, is verhoogd van € 1,1 miljoen tot € 1,2 miljoen;
b. het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde minimumbedrag voor een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:55a, eerste lid, van de wet, niet zijnde een herverzekeraar als bedoeld in onderdeel b, is verhoogd van € 3,2 miljoen tot € 3,4 miljoen;
c. het in het eerste lid, onderdeel d, genoemde minimumbedrag voor een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:54, eerste lid, van de wet, is verhoogd van € 3,5 miljoen tot € 3,7 miljoen;
d. het in het eerste lid, onderdeel f, genoemde minimumbedrag voor een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:54, eerste lid, van de wet, die geen schadeverzekeraar als bedoeld in onderdeel g is, is verhoogd van € 2,3 miljoen tot € 2,5 miljoen; en
e. het in het eerste lid, onderdeel g, genoemde minimumbedrag voor een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, of 3:54, eerste lid, van de wet die zijn bedrijf uitoefent in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid wegvervoer, Aansprakelijkheid luchtvaartuigen, Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen, Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht, is verhoogd van € 3,5 miljoen tot € 3,7 miljoen.
2. De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 49, tweede lid, van het Besluit genoemde minimumbedragen van het garantiefonds, bedoeld in artikel 3:54, derde lid, 3:55, tweede lid, of 3:55a, tweede lid, van de wet, zijn als volgt aangepast:
a. het in het tweede lid, onderdeel b, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:55a, eerste lid, van de wet die ondernemingsgebonden herverzekeraar is, blijft ongewijzigd op € 0,6 miljoen;
b. het in het tweede lid, onderdeel c, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:55a, eerste lid, van de wet, niet zijnde een bijkantoor als bedoeld in onderdeel b, is verhoogd van € 1,6 miljoen tot € 1,7 miljoen;
c. het in het tweede lid, onderdeel d, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 3:54, derde lid, van de wet, is verhoogd van € 1,8 miljoen tot € 1,9 miljoen;
d. het in het tweede lid, onderdeel f, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:54, derde lid, van de wet die geen schadeverzekeraar als bedoeld in onderdeel g is, is verhoogd van € 1,2 miljoen tot € 1,3 miljoen; en
e. het in het tweede lid, onderdeel g, genoemde minimumbedrag voor een in Nederland gelegen bijkantoor van een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:54, derde lid, van de wet die zijn bedrijf uitoefent in de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid wegvervoer, Aansprakelijkheid luchtvaartuigen, Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen, Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht, is verhoogd van € 1,8 miljoen tot € 1,9 miljoen.
De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 64c, eerste lid, van het Besluit genoemde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van een herverzekeraar als bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, 3:61, eerste lid, of 3:62, eerste lid, van de wet die zijn bedrijf uitoefent in de activiteit schadeherverzekering, zijn als volgt aangepast:
a. de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde grensbedragen van de in het voorafgaande boekjaar geboekte dan wel verdiende premies, is telkens verhoogd van € 57,5 miljoen tot € 61,3 miljoen; en
b. de in het eerste lid, onderdeel b, genoemde grensbedragen van de gemiddeld geboekte bruto schaden in de voorafgaande drie boekjaren en van de gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren, is telkens verhoogd van € 40,3 miljoen tot € 42,9 miljoen.
De in de hierna genoemde onderdelen van artikel 67, eerste lid, van het Besluit genoemde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:57, eerste lid, of 3:58, eerste of tweede lid, van de wet, zijn als volgt aangepast:
a. de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde grensbedragen van de in het afgelopen boekjaar geboekte dan wel verdiende premies, is telkens verhoogd van € 57,5 miljoen tot € 61,3 miljoen; en
b. de in het eerste lid, onderdeel b, genoemde grensbedragen van de gemiddeld geboekte bruto schaden in de afgelopen drie boekjaren en van de gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren, is telkens verhoogd van € 40,3 miljoen tot € 42,9 miljoen.
1. Deze mededeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2. Een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar voldoet uiterlijk op 31 december 2012 aan het op hem van toepassing zijnde, in artikel 3, eerste lid, artikel 4 en artikel 5 bedoelde, verhoogde minimumbedrag van het garantiefonds onderscheidenlijk de verhoogde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge.
3. Een in Nederland gelegen bijkantoor van een herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar voldoet uiterlijk op 31 december 2012 aan het op hem van toepassing zijnde, in artikel 3, tweede lid, bedoelde, verhoogde minimumbedrag van het garantiefonds.
Deze mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Amsterdam, 19 januari 2012
De Nederlandsche Bank N.V., A.J. Kellermann, directeur.
Uit de herverzekerings- 1, de levens- 2 en de eerste schadeverzekeringsrichtlijn 3 volgt dat de minimumbedragen van het garantiefonds en bepaalde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van herverzekeraars en levens- en schadeverzekeraars jaarlijks en van rechtswege overeenkomstig de kennisgevingen van de Europese Commissie worden aangepast aan de inflatie, dat wil zeggen aan de veranderingen van het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen, mits deze inflatie een bepaalde grens overschrijdt. Deze richtlijnbepalingen zijn in Nederland geïmplementeerd in artikel 49, vierde en vijfde lid, artikel 64c, achtste lid, en artikel 67, negende lid, van het Besluit prudentiële regels Wft (hierna: het Besluit).
In het Publicatieblad van de Europese Unie van 15 december 2011 heeft de Europese Commissie de Bekendmaking van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de Herverzekeringsrichtlijn aan de inflatie (2011/C 365/05) (PbEU C 365 van 15.12.2011, blz. 4), respectievelijk de Bekendmaking van de Europese Commissie van de aanpassing van bepaalde bedragen genoemd in de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen aan de inflatie (2011/C 365/06) (PbEU C 365 van 15.12.2011, blz. 5) geplaatst (zie de bijlagen). Met deze mededeling geeft De Nederlandsche Bank N.V. (hierna: DNB) gevolg aan artikel 49, vijfde lid, van het Besluit door mededeling te doen in de Staatscourant van de kennisgevingen van deze Europese Commissie en tevens van de gewijzigde, dus de aan de inflatie in 2010 en in 2011 aangepaste, bedragen. De onderhavige mededeling ziet op de aanpassing van de bedragen die zijn genoemd in artikel 49, eerste lid, onderdelen b, c, d, f en g, en tweede lid, onderdelen b, c, d, f en g, artikel 64c, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 67, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit. De aanpassingen zijn schematisch weergegeven in de onderstaande tabel.
De genoemde minimumbedragen zijn aangepast op basis van de inflatie per 10 december 2010 (voor zover het de herverzekeringsrichtlijn betreft) respectievelijk 20 maart 2011 (voor zover het de levens- en schadeverzekeringsrichtlijnen betreft). De gewijzigde bedragen worden – gelet op artikel 49, vierde en vijfde lid, van het Besluit – voor het eerst toegepast vanaf het thans lopende boekjaar 2012. Dit betekent dat de betrokken (in Nederland gelegen bijkantoren van) herverzekeraars en levens- en schadeverzekeraars uiterlijk op 31 december 2012 moeten voldoen aan het op hem van toepassing zijnde, verhoogde minimumbedrag van het garantiefonds onderscheidenlijk de voor hem geldende, verhoogde grensbedragen voor de berekening van de minimum solvabiliteitsmarge. Dit is expliciet opgenomen in artikel 6.
In artikel 3, tweede lid, van deze Mededeling is een aantal minimumbedragen opgenomen die van toepassing zijn op in Nederland gelegen bijkantoren van verzekeraars met zetel in een staat die geen EER-lidstaat is. Gelet op artikel 55, tweede lid, van de levensverzekeringsrichtlijn en op artikel 23, eerste lid, van de eerste schadeverzekeringsrichtlijn zijn deze minimumbedragen voor Nederlandse bijkantoren telkens ten minste de helft van de corresponderende bedragen voor vergunninghoudende verzekeraars met zetel in Nederland, afgerond op een veelvoud van € 100.000.
Besluit prudentiële regels Wft (Besluit) |
Minimumbedragen en grensbedragen |
||
---|---|---|---|
Oud 4 |
NIEUW |
||
Art. 3, eerste lid → minimumbedrag van garantiefonds van een |
|||
• ondernemingsgebonden herverzekeraar |
Art. 49 lid 1 onder b |
€ 1,1 mln |
€ 1,2 mln. |
• niet-ondernemingsgebonden herverzekeraar |
Art. 49 lid 1 onder c |
€ 3,2 mln. |
€ 3,4 mln. |
• levensverzekeraar |
Art. 49 lid 1 onder d |
€ 3,5 mln. |
€ 3,7 mln. |
• schadeverzekeraar in andere branche dan genoemd in art. 49 lid 1 onderdeel g Besluit |
Art. 49 lid 1 onder f |
€ 2,3 mln. |
€ 2,5 mln. |
• schadeverzekeraar in branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen / – wegvervoer / – luchtvaartuigen / – zee- en binnenschepen / Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht |
Art. 49 lid 1 onder g |
€ 3,5 mln. |
€ 3,7 mln. |
Art. 3, eerste lid → minimumbedrag van garantiefonds van een Nederlands bijkantoor van een |
|||
• ondernemingsgebonden herverzekeraar |
Art. 49 lid 2 onder b |
€ 0,6 mln |
€ 0,6 mln. |
• niet-ondernemingsgebonden herverzekeraar |
Art. 49 lid 2 onder c |
€ 1,6 mln. |
€ 1,7 mln. |
• levensverzekeraar |
Art. 49 lid 2 onder d |
€ 1,8 mln. |
€ 1,9 mln. |
• schadeverzekeraar in andere branche dan genoemd in art. 49 lid 1 onderdeel g Besluit |
Art. 49 lid 2 onder f |
€ 1,2 mln. |
€ 1,3 mln. |
• schadeverzekeraar in branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen / wegvervoer / luchtvaartuigen / zee- en binnenschepen, Algemene aansprakelijkheid of Krediet en Borgtocht |
Art. 49 lid 2 onder g |
€ 1,8 mln. |
€ 1,9 mln. |
Art. 4 → grensbedragen voor berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van een schadeherverzekeraar |
|||
• de in het voorafgaande boekjaar geboekte dan wel verdiende premies |
Art. 64c lid 1 onder a |
€ 57,5 mln. |
€ 61,3 mln. |
• gemiddeld geboekte bruto schaden in voorafgaande drie boekjaren en gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren |
Art. 64c lid 1 onder b |
€ 40,3 mln. |
€ 42,9 mln. |
Art. 5 → grensbedragen voor berekening van de minimum solvabiliteitsmarge van een schadeverzekeraar |
|||
• de in het voorafgaande boekjaar geboekte dan wel verdiende premies |
Art. 67 lid 1 onder a |
€ 57,5 mln. |
€ 61,3 mln. |
• gemiddeld geboekte bruto schaden in voorafgaande drie boekjaren en gemiddelde toevoeging aan de schadevoorziening in deze jaren |
Art. 67 lid 1 onder b |
€ 40,3 mln. |
€ 42,9 mln. |
Zie voor de oude bedragen: Mededeling DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft aan de inflatie in 2008 (Stcrt. 2009, 11632).
De Nederlandsche Bank N.V., A.J. Kellermann, Directeur.
Overeenkomstig artikel 30 van Richtlijn 2002/83/EG5 betreffende levensverzekering werd het in euro luidende bedrag genoemd in artikel 29, lid 2, in 2011 aangepast aan de veranderingen in het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen dat alle lidstaten bestrijkt. Als gevolg van deze aanpassing is het in euro luidende bedrag verhoogd van 3 500 000 EUR tot 3 700 000 EUR. De diensten van de Commissie hebben het Europees Parlement en de Raad van de actualisering en van het aangepaste bedrag in kennis gesteld.
Overeenkomstig artikel 17 bis van Richtlijn 73/239/EEG6 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan, gewijzigd bij Richtlijn 2002/13/EG7, werden de in euro luidende bedragen genoemd in artikel 16 bis, leden 3 en 4, en in artikel 17, lid 2, in 2011 aangepast aan de veranderingen in het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen dat alle lidstaten bestrijkt. Als gevolg van deze aanpassing is het in euro luidende bedrag genoemd in artikel 16 bis, lid 3, verhoogd van 57 500 000 EUR tot 61 300 000 EUR. Het in euro luidende bedrag genoemd in artikel 16 bis, lid 4, is verhoogd van 40 300 000 EUR tot 42 900 000 EUR. De in euro luidende bedragen genoemd in artikel 17, lid 2, zijn verhoogd van respectievelijk 2 300 000 EUR tot 2 500 000 EUR en 3 500 000 EUR tot 3 700 000 EUR. De diensten van de Commissie hebben het Europees Parlement en de Raad van de actualisering en van de aangepaste bedragen in kennis gesteld.
Overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 2005/68/EG8 betreffende herverzekering en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van de Raad en van Richtlijnen 98/78/EG en 2002/83/EG werden de in euro luidende bedragen genoemd in artikel 40, lid 2, in 2011 aangepast aan de veranderingen in het door Eurostat bekendgemaakte Europese indexcijfer van de consumentenprijzen dat alle lidstaten bestrijkt.
Als gevolg van deze aanpassing zijn de in euro luidende bedragen verhoogd van 3 200 000 EUR tot 3 400 000 EUR en van 1 100 000 EUR tot 1 200 000 EUR.
De diensten van de Commissie hebben het Europees Parlement en de Raad van de actualisering en van de aangepaste bedragen in kennis gesteld.
Zie artikel 41 van richtlijn nr. 2005/68/EG betreffende herverzekering en houdende wijziging van Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van de Raad en van Richtlijnen 98/78/EG en 2002/83/EG (PB L 323 van 9.12.2005, blz. 1).
Zie artikel 30 van richtlijn nr. 2002/83/EG betreffende levensverzekering (PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1).
Zie artikel 17 bis van richtlijn nr. 73/239/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan, gewijzigd bij richtlijn nr. 2002/13/EG (PB L 228 van 16.8.1973, blz. 3; gewijzigd bij PB L 77 van 20.3.2002, blz. 17).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-1671.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.