Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken van 15 maart 2013, nr. WJZ/12354562, tot wijziging van enkele beleidsregels van de Minister van Economische Zaken vanwege de instelling van de Autoriteit Consument en Markt

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 21 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, artikel 6 van de Mededingingswet, hoofdstuk 6a van de Telecommunicatiewet en artikel 3.2 van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel concentraties van zorgaanbieders wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. ACM:

de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2 van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;.

2. In onderdeel b wordt ‘de raad’ vervangen door: de ACM.

B

In artikel 2, aanhef en tweede lid, wordt ‘de raad’ telkens vervangen door: de ACM.

ARTIKEL II

De Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken over door het college uit te oefenen taken in de elektronische communicatiesector worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel b komt te luiden:

  • b. prijsmaatregel: een verplichting als bedoeld in artikel 6a.7, eerste lid, van de wet betreffende het beheersen van tarieven of een verplichting als bedoeld in artikel 6a.13, eerste lid, van de wet;.

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd luidende:

c. ACM:

de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2 van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

B

Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘Het college’ wordt vervangen door: De ACM.

2. ‘hem’ wordt vervangen door: haar.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef en onderdeel b wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de ACM.

2. In onderdeel a wordt ‘hem’vervangen door: haar.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘oefent het college zijn bij of krachtens hoofdstuk 6a verleende bevoegdheden’ vervangen door: oefent de ACM haar bij of krachtens hoofdstuk 6a verleende bevoegdheden.

2. In het derde lid wordt ‘Het college’ vervangen door: De ACM.

E

Na artikel 5 wordt in § 6 een nieuwe bepaling ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Deze beleidsregels berusten op artikel 21 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, hoofdstuk 6a van de Telecommunicatiewet en artikel 3.2 van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.

F

In artikel 7 wordt ‘het college’ vervangen door: de ACM.

ARTIKEL III

De Beleidsregels vaststellen voorwaarden bedoeld in artikel 31 Elektriciteitswet 1998 (Stcrt. 2000,134) worden ingetrokken.

ARTIKEL IV

Deze beleidsregels treden in werking in werking met ingang van 1 april 2013.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 maart 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Deze beleidsregels bevatten enkele technische wijzigingen van beleidsregels van de Minister van Economische Zaken die van belang waren voor de taakuitoefening door de Nederlandse Mededingingsautoriteit en de Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit.

Aanleiding hiervoor is de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt die zorgt voor de instelling van de Autoriteit Consument en Markt, waarin de Nederlandse Mededingingsautoriteit, de Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit en de Consumentenautoriteit zijn samengevoegd.

De Beleidsregels concentraties van zorgaanbieders berusten op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Deze grondslag hoeft echter niet expliciet opgenomen te worden omdat al uit artikel VII, onderdeel C, eerste lid, van de wet van 29 april 2010 tot aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Stb. 2010, 208) blijkt dat krachtens artikel 5d van de Mededingingswet genomen besluiten op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen berusten.

De Beleidsregels vaststellen voorwaarden bedoeld in artikel 31 Elektriciteitswet 1998 (Stcrt. 2000, 134) worden ingetrokken omdat deze niet meer worden toegepast.

Een ontwerp van deze beleidsregels is voorgelegd aan de NMa, OPTA en de CA voor een uitvoeringstoets. Zij achten de beleidsregels uitvoerbaar. Er zijn geen nadere opmerkingen gemaakt. Gezien het karakter van de beleidsregels is niet getoetst op handhaafbaarheid.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

Naar boven