Regeling van de plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 7 maart 2013, nr. 354828/13/DP&O, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de plaatsvervangend secretaris-generaal ressorterende ambtenaren (Mandaatregeling pSG Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013)

De plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 22, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de plaatsvervangend secretaris-generaal verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. de directeur Financieel-Economische Zaken;

    • b. de directeur Personeel en Organisatie;

    • c. de directeur Informatisering en Inkoop;

    • d. de directeur van de Departementale Auditdienst, tevens de accountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e. de directeur van de directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement;

    • f. de directeur van het Dienstencentrum i.o.;

    • g. de directeur van de baten-lastendienst Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT;

    • h. de directeur Projectendirectie Huisvesting;

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de plaatsvervangend secretaris-generaal verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

  • 3. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 verleende ondermandaat aan de plaatsvervangend secretaris-generaal wordt ondermandaat gegeven aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken inzake verzoeken op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens, verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, klachten, subsidiebesluiten, beleidsregels en Nationale ombudsmanprocedures.

Artikel 2

Als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hun dienstonderdeel ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij deze regeling, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de plaatsvervangend secretaris-generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie, de dienst, het bureau of het programma;

  • b. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onder a, c tot en met f en h, genoemde ambtenaren betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

  • c. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onder b, genoemde ambtenaar betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, communicatieadvies en beleidsadvies;

  • d. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onder h, genoemde ambtenaar betreft, de bevoegdheid tot het nemen van personele beslissingen ten aanzien van ambtenaren werkzaam in de programma’s en projecten.

Artikel 5

  • 1. De in artikel 1, onder b, genoemde ambtenaar kan geen ondermandaat verlenen ten aanzien van de inhuur van organisatie- en formatieadvies.

  • 2. De in artikel 1, onder g, genoemde ambtenaar kan geen ondermandaat verlenen van de in artikel 4 onder b, genoemde bevoegdheid.

Artikel 6

De in artikel 1, onder g, genoemde ambtenaar wordt aangewezen om de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake financieel beheer en het nemen van rechtspositionele besluiten verder dan één hiërarchisch niveau door te geven.

Artikel 7

De Mandaatregeling stafdirecties, cluster pSG, Justitie 2005 en de Ondermandaatregeling pSG aan DWJZ worden ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt, met uitzondering van artikel 1, tweede lid en derde lid, terug tot en met 1 juli 2011.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling pSG-cluster Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 en 2 bij dit besluit liggen bij het ministerie ter inzage.

De plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, N.C. Stolk-Luyten.

TOELICHTING

In deze regeling wordt door de plaatsvervangend secretaris-generaal (pSG) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de directeuren en hoofden van de onder de plaatsvervangend secretaris-generaal ressorterende directies en diensten de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen (ondermandaat) voor aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen.

Tevens wordt ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken wat betreft de aangelegenheden genoemd in artikel 5, tweede lid, onder a, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 (de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken om voorlopige voorziening, aansprakelijkstellingen, verzoeken om schadevergoeding en civielrechtelijke procedures). Daarnaast wordt ondermandaat verleend inzake verzoeken op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens, verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, klachten, subsidiebesluiten, beleidsregels en Nationale ombudsmanprocedures. Bij verstrekking van ondermandaat inzake verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en procedures bij de Nationale ombudsman gelden de mandaatvoorbehouden, genoemd in artikel 2, onder f, van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 en artikel 2, aanhef en onder a, sub 1°, en onder b van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012. In de Algemene mandaatinstructie VenJ 2012 zijn de samenwerkingsafspraken opgenomen tussen de pSG en de Directie Wetgeving en Juridische Zaken.

Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het F-mandaat en P-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 (Stcrt. 2011, nr. 22850).

De plaatsvervangend secretaris-generaal kan nadere instructies geven ten aanzien van de wijze waarop rechtspositionele besluiten worden genomen en de besteding van de budgetten waaraan een gemandateerde zich moet houden in de uitoefening van bevoegdheden.

Ingevolge artikel 4 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012, worden besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger ter instemming voorgelegd aan het Centraal Loopbaanberaad (CLB) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Dergelijke besluiten worden door tussenkomst van de plaatsvervangend secretaris-generaal aan het CLB voorgelegd.

Aan de mandaatregeling is tot en met 1 juli 2011 terugwerkende kracht gegeven om met de werkingskracht/inwerkingtreding aan te sluiten op de datum van het verleende mandaat van de secretaris-generaal aan de hoofden van de clusters (Staatscourant 2012, nr. 694).

De plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, N.C. Stolk-Luyten.

Naar boven