Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Veiligheid en Justitie | Staatscourant 2012, 694 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Veiligheid en Justitie | Staatscourant 2012, 694 | Interne regelingen |
De secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,
Gelet op artikel 3, eerste lid, onder a, van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 en artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Besluit:
Van het ingevolge artikel 2 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 aan de secretaris-generaal verleende mandaat wordt ondermandaat verleend aan de hoofden van de clusters, genoemd in artikel 2, onder b tot en met g, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 ten aanzien van de aangelegenheden die hun cluster betreffen.
Aan de secretaris-generaal blijft voorbehouden de bevoegdheid om besluiten te nemen, indien deze:
a. zijn neergelegd in een document, gericht tot:
1°. de Nationale ombudsman, behoudens de afdoening van:
– ontvangstbevestigingen,
– tussenberichten, waaronder uitstelberichten,en
– stukken naar aanleiding van verzoeken van de Nationale ombudsman om, ter vermijding van een volledig onderzoek, te bevorderen dat alsnog aan de klacht tegemoet wordt gekomen (interventies);
2°. de president van en de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden;
b. zijn neergelegd in een document dat betrekking heeft op een verzoek in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur, indien inwilliging of afwijzing daarvan belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijke gevolgen kan hebben;
c. uitleveringsbeschikkingen inhouden;
d. beschikkingen inhouden waarin in het kader van de Wet overdracht ten uitvoerlegging strafvonnissen de in het buitenland opgelegde straf wordt aangepast aan het in Nederland wettelijk toegestane maximum;
e. worden genomen op grond van:
1°. artikel 69 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel 46 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 69 van het Besluit algemene rechtspositie politie of artikel 22 van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie, voor zover de schadeloosstelling betrekking heeft op:
– immateriële schade, of
– materiële schade boven een bedrag van € 10.000;
2º. artikel 96b van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel 92, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie of artikel 39 van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie;
3º. artikel 99 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel 36b van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren of artikel 95 van het Besluit algemene rechtspositie politie, indien de meerkosten aangaande de minimale uitkering meer bedragen dan drie bruto maandsalarissen;
f. betreffen het verstrekken van reisopdrachten aan ambtenaren naar landen buiten Europa alsmede Turkije.
De hoofden van de clusters, genoemd in artikel 2, onder b tot en met g, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 worden aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hun cluster ressorterende ambtenaren.
Besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger behoeven de instemming van het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
De Mandaatregeling DG’s, NCTb en plv. SG Justitie 2005 en het Taak- en bevoegdheidsbesluit pSG Justitie worden ingetrokken.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, J. Demmink.
In deze regeling wordt door de secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de (overige) hoofden van de clusters van het ministerie (de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, de NCTV en het hoofd van de Inspectie Veiligheid en Justitie) de bevoegdheid doorverleend om namens de minister of de staatssecretaris besluiten te nemen (ondermandaat). Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 heeft deze regeling ook betrekking op de doorgifte van de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen te verrichten (volmacht en machtiging).
Hiermee geeft deze regeling uitwerking aan de bevoegdheid tot doorverlening die door de minister aan de secretaris-generaal is toegekend in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2011.
Deze regeling treedt in de plaats van de Mandaatregeling DG’s, NCTb en plv. SG Justitie 2005. Qua systematiek en grotendeels ook wat de inhoud betreft, sluit deze regeling aan op de vorige. Vaststelling van een nieuwe regeling is wenselijk in verband met de nieuwe organisatorische vormgeving van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, die zijn beslag heeft gekregen in de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011. In verband daarmee is ook de nieuwe Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2011 vastgesteld.
Omdat de nieuwe organisatiestructuur voorziet in een afzonderlijk cluster plaatsvervangend secretaris-generaal, bestaat niet langer de noodzaak voor een specifiek door de secretaris-generaal vastgestelde regeling voor de taken en bevoegdheden van de plaatsvervangend secretaris-generaal. Het Taak- en bevoegdheidsbesluit pSG wordt derhalve ingetrokken.
De secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, J. Demmink.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-694.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.