Besluit basisopleiding bewindvoerder Wsnp II

De Raad voor Rechtsbijstand (hierna de raad), namens de Minister van Veiligheid en Justitie,

gezien:

stelt het navolgende beleid vast met betrekking tot de basisopleiding bewindvoerder Wsnp voor niet-advocaten.

Artikel 1.

De raad kan opleidingen erkennen als basisopleiding bewindvoerder Wsnp. Met het succesvol afronden van een dergelijk opleidingstraject voldoet een kandidaat aan art 1, lid 2 van het Reglement register bewindvoerders Wsnp II van 1 oktober 2013.

Artikel 2.

Een opleidingsinstituut kan de raad schriftelijk om erkenning van de opleiding verzoeken. Het verzoek dient vergezeld te gaan van documentatie waarmee de raad het verzoek kan beoordelen.

Artikel 3.

De raad toetst het verzoek en de bijlagen aan de criteria die in dit besluit zijn vastgelegd. Mits het verzoek compleet is, neemt de raad binnen zes weken na ontvangst een besluit. Tegen dit besluit is bezwaar mogelijk volgens de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4.

De erkenning geldt zolang de inhoud van een opleiding of de criteria voor erkenning niet wijzigen. Indien hier wel een wijziging in optreedt, vervalt de erkenning automatisch en dient de opleiding een nieuwe erkenningsprocedure te starten.

De raad dient het opleidingsinstituut in de gelegenheid te stellen in een vooraf gestelde termijn de inhoud van de opleiding aan te passen. Na verloop van deze termijn zal de raad de opleiding aan de gewijzigde criteria toetsen en opnieuw beslissen over erkenning.

Artikel 5.

De raad kan, indien hij daartoe aanleiding ziet, ook bij een ongewijzigde inhoud, een opleiding opnieuw aan de criteria toetsen.

Artikel 6.

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit basisopleiding bewindvoerder Wsnp II’ en treedt twee dagen na publicatie in de Staatscourant in werking.

Utrecht, 8 oktober 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, voor deze, De Raad voor Rechtsbijstand, J. Wijkstra, Directeur Bedrijfsvoering.

P.J.M van den Biggelaar, Directeur Stelsel.

TOELICHTING

Op 1 oktober 2013 treedt het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering in werking. Dit besluit behelst een nieuw vergoedingensysteem voor Wsnp-bewindvoerders.

Waar voorheen de vergoeding voor de Wsnp-bewindvoerders bestond uit een deel salaris uit de boedel en een deel bewindvoerdersubsidie van de raad, wordt vanaf 1 oktober 2013 de gehele vergoeding in de vorm van bewindvoerdersalaris uit de boedel aan de bewindvoerder toegekend. Slechts wanneer de boedel niet toereikend is, kan de bewindvoerder het deel van de vergoeding, dat hij niet ten laste van de boedel kan brengen, in de vorm van subsidie bij de raad declareren.

De rechtbank berekent de totale aan de bewindvoerder toekomende vergoeding en stelt het salaris (dat uit de boedel voldaan moet worden) vast. De berekening wordt uitgevoerd op basis van de systematiek als omschreven in het hiervoor vermelde besluit. Het negatieve verschil tussen de vergoeding en het salaris kan door de raad in de vorm van subsidie aan de bewindvoerder worden uitgekeerd. Om deze subsidie te kunnen verkrijgen moet de bewindvoerder, net als onder de subsidiesystematiek van vóór 1 oktober 2013, aan een aantal voorwaarden voldoen.

Deze voorwaarden staan, verspreid over diverse beleidsdocumenten, vermeld op de website van bureau Wsnp (www.wsnp.rvr.org ) en zijn daar ook op te vragen.

De nieuwe systematiek geldt alleen voor schuldsaneringen die op of na 1 oktober 2013 zijn uitgesproken. Voor schuldsaneringen die vóór die datum zijn uitgesproken blijft het oude beleid van toepassing.

Naar boven