Gedragscode bewindvoerder Wsnp II

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze de Raad voor Rechtsbijstand, stelt vast de Gedragscode bewindvoerders Wsnp II:

  • 1) De bewindvoerder waarop deze gedragscode van toepassing is, is een natuurlijk persoon die in het Register Bewindvoerders Wsnp van de Raad voor Rechtsbijstand staat ingeschreven. Op advocaten die tot bewindvoerder worden benoemd, is deze Gedragscode niet van toepassing.

  • 2) De regels in deze gedragscode gelden ook voor Wsnp-bewindvoerders als vermeld onder -1- die in een andere hoedanigheid optreden.

  • 3) De bewindvoerder vervult geen functies die strijdig (kunnen) zijn met de belangen van zijn functie als bewindvoerder Wsnp.

  • 4) De bewindvoerder draagt zorg voor een onafhankelijke uitvoering van de werkzaamheden en voorkomt gedragingen of handelingen die de schijn van partijdigheid kunnen opwekken.

  • 5) De bewindvoerder gedraagt zich objectief, fatsoenlijk en respectvol jegens een ieder met wie hij, in de uitvoering van de aan hem opgedragen taak, handelt. Daarbij voorkomt hij ook nadrukkelijk gedragingen of handelingen die de indruk (kunnen) wekken misbruik te maken van zijn positie.

  • 6) De bewindvoerder voert de werkzaamheden die voortvloeien uit zijn functie, zorgvuldig, vakkundig en doelmatig uit met inachtneming van de professionele deskundigheid die van hem mag worden verwacht.

  • 7) De bewindvoerder heeft naast de taken die voortvloeien uit wet- en regelgeving, oog voor de oorzaken van schulden en het opheffen van deze oorzaken gedurende de schuldsanering. Hij is daar echter in beginsel niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor, tenzij deze aan hem zijn toe te rekenen.

  • 8) De bewindvoerder zal voor de uitvoering van de werkzaamheden als bewindvoerder geen andere beloning of tegenprestatie bedingen en in ontvangst nemen dan het salaris en de subsidie conform het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2013, 308).

  • 9) De bewindvoerder gaat zorgvuldig en integer om met de bepalingen in het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering en het Besluit aanpassing zaaksoort II van 1 oktober 2013, waar het gaat om het vaststellen van de zaaksoort en de bijbehorende vergoeding.

  • 10) Indien de rechtbank een bewindvoerder in een Wsnp-dossier ontslaat, werkt deze volledig en onvoorwaardelijk mee aan de overdracht van de zaak aan de opvolgend bewindvoerder.

  • 11) De bewindvoerder betracht geheimhouding ten aanzien van vertrouwelijke informatie waarover hij bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden de beschikking krijgt. De geheimhoudingsplicht vervalt niet als een schuldsanering eindigt of als de bewindvoerder niet meer als zodanig actief is.

  • 12) De bewindvoerder verleent in alle redelijkheid medewerking aan de behandeling van klachten tegen zijn persoon of medewerkers die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden in schuldsaneringzaken verrichten.

  • 13) Deze code kan worden aangehaald als de ‘Gedragscode bewindvoerders Wsnp II’ en treedt twee dagen na publicatie in de Staatscourant in werking.

Utrecht, 8 oktober 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze de Raad voor Rechtsbijstand, P.J.M. van den Biggelaar, Directeur stelsel.

J. Wijkstra, Directeur bedrijfsvoering.

TOELICHTING

Zoals beschreven in het Reglement Register Bewindvoerders dient elke bewindvoerder Wsnp zich te gedragen volgens de Gedragscode voor bewindvoerders Wsnp, die is vastgesteld door de Raad voor Rechtsbijstand.

Artikel 1) Met de bewindvoerder is in beginsel een persoon benoemd die door de Raad voor Rechtsbijstand is ingeschreven in het bewindvoerderregister Wsnp. In een aantal gevallen benoemt de rechtbank een organisatie formeel tot bewindvoerder. De feitelijke behandeling van het dossier vindt dan plaats door een bewindvoerder (soms betiteld als behandelaar). De gedragscode is dan van toepassing op de behandelaar.

Wanneer de bewindvoerder ondersteund wordt door administratieve en financiële medewerkers, postbehandelaren of externe partijen die worden ingehuurd als tijdelijke medewerker of voor specifieke (bijvoorbeeld. financiële) diensten, ligt de eindverantwoordelijkheid van de werkzaamheden die deze ondersteuners uitvoeren in het kader van de schuldsaneringzaken te allen tijde bij de bewindvoerder. De gedragscode is daarmee ook van toepassing op deze werkzaamheden.

Artikel 2) De Wsnp-bewindvoerders kunnen naast hun werkzaamheden ook andere taken uitvoeren, zoals optreden als beschermingsbewindvoerder, als budgetbeheerder, als schuldhulpverlener, rechtsbijstandverlener of als juridisch casemanager. Ook in die hoedanigheid moeten zij zich houden aan de regels van deze gedragscode, ongeacht of zij voor hun andere werkzaamheden verbonden zijn aan regels of codes van de desbetreffende beroepsgroep. Dit is te rechtvaardigen omdat een groot deel van deze activiteiten door deze personen mag worden uitgevoerd, juist omdat zij bewindvoerder Wsnp zijn.

Artikel 3) De bewindvoerder behoedt zich, ook in de privésfeer of anderszins buiten zijn functie als bewindvoerder om, voor het uitvoeren van andere werkzaamheden die de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan incasso-gerelateerde activiteiten of het optreden in een andere hoedanigheid (en procedure) namens een der schuldeisers.

Tegen werkzaamheden als rechtsbijstandverlener in het kader van de Wrb (dus namens een burger) bestaat geen bezwaar. Daarbij valt te denken aan bijstand bij het opstellen en verdedigen van verzoekschriften uit artikel 287a, b en lid 4 Fw, of de aanpak van multiproblemen. Optreden in deze procedures namens een schuldeiser is niet toegestaan.

Aanvaarding van een benoeming als bewindvoerder in een zaak waarin eerder is opgetreden als rechtsbijstandverlener ligt niet voor de hand.

Artikel 4) De bewindvoerder stelt zich onafhankelijk op. Dit houdt in dat hij alle schuldeisers gelijk behandelt en er geen belangenbehartiging of hulpverlening aan de schuldenaar plaatsvindt. Deze voorbeelden zijn niet uitputtend, maar geven slechts een beeld van de bedoelde onafhankelijkheid.

Artikel 5) Hier wordt met nadruk bedoeld dat de bewindvoerder geen ongewenste verbale of fysieke intimiteiten jegens schuldenaren uit. Deze gedragsregel geldt uiteraard ook voor contacten met andere partijen waar de bewindvoerder mee te maken krijgt.

Artikel 6) Iedere bewindvoerder heeft de inspanningsverplichting het maken van fouten tot een absoluut minimum te beperken. Hij moet permanent proberen zijn eigen werk zo optimaal mogelijk te organiseren.

  • Hij neemt de verantwoordelijkheid voor het betrouwbaar beheren van de boedelrekening en daarmee ook de betalingen.

  • Wanneer een bewindvoerder constateert dat voor de uitoefening van de wettelijke taken in een Wsnp-zaak specifieke kennis/vaardigheden benodigd zijn waarover hij niet beschikt, geeft de bewindvoerder dit direct aan bij de rechter-commissaris. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan een benoeming in een complexe zaak met betrekking tot een voormalige onderneming terwijl de bewindvoerder in kwestie enkel bekend is met en beschikt over de kennis van een zaak met betrekking tot particuliere schuldenaren.

  • De bewindvoerder informeert de rechter-commissaris ook indien diens onafhankelijkheid ter discussie komt te staan, bijvoorbeeld wanneer de schuldenaar een bekende van de bewindvoerder is of wanneer de bewindvoerder ook in een andere hoedanigheid (denk hierbij bijvoorbeeld aan onderbewindstelling meerderjarigen/ schuldhulpverlening) met de schuldenaar te maken heeft (gehad).

    Uiteindelijk is alleen de rechtbank bevoegd een bewindvoerder te ontslaan en te benoemen.

  • De bewindvoerder zorgt ervoor op de hoogte te zijn van relevante maatschappelijke en juridische ontwikkelingen en van voorschriften die voor de uitoefening van de schuldsanering in het algemeen van belang zijn en handelt hier ook naar. Daarbij valt onder andere te denken aan wetten die direct en indirect gerelateerd zijn aan de schuldsanering, maar ook het beleid zoals opgesteld door de Raad voor Rechtsbijstand Bureau Wsnp, de Recofa-Richtlijnen en het actuele rapport Vrij te laten bedrag.

  • De bewindvoerder zorgt ervoor voldoende (bij)geschoold te zijn in de materie waar hij bij het uitoefenen van zijn vak mee te maken krijgt. Wanneer kennis ontbreekt, zorgt hij dat hij deze kennis opdoet via bijscholing of andere vormen van competentieontwikkeling. Elke bewindvoerder moet jaarlijks een aantal punten in het kader van permanente educatie behalen. De bewindvoerder komt gemaakte afspraken consequent na. Is dat door onvoorziene omstandigheden niet mogelijk, dan brengt hij de belanghebbenden daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte.

Artikel 7) De bewindvoerder heeft aandacht voor eventuele onderliggende oorzaken van de schulden. Hij kan de schuldenaar en/of de rechter-commissaris adviseren over aanvullende begeleiding. De bewindvoerder is nadrukkelijk niet verantwoordelijk voor concrete begeleiding en de resultaten daarvan.

Artikel 8) Om schijn van partijdigheid te voorkomen zal een bewindvoerder geen beloningen aanvaarden anders dan het vastgestelde bewindvoerdersalaris en bewindvoerdersubsidie. Na de in werking treding van de nieuwe vergoedingensystematiek vervalt de mogelijk om subsidie te ontvangen, daarvoor in de plaats wordt in voorkomende gevallen een aanvullende vergoeding aan de bewindvoerder uitbetaald. Wanneer een bewindvoerder van een schuldenaar of cliënt toch een beloning ontvangt buiten het salaris en een aanvulling daarop, dan dient de bewindvoerder deze beloning aan de verstrekker te retourneren.

Artikel 9) De hoogte van het salaris en de subsidie (in de toekomst de vergoeding) zijn deels afhankelijk van de zaaksoort. De bewindvoerder is verantwoordelijk voor de controle van de vastgestelde zaaksoort die staat vermeld op de rekening-courantoverzichten van de Raad voor Rechtsbijstand, die worden aangemerkt als beschikking.

Hij hanteert de juiste zaaksoort als basis voor de declaratie van het bewindvoerdersalaris en informeert de Raad voor Rechtsbijstand indien sprake is van een andere zaaksoort. De procedure is vastgelegd in het beleid Aanpassing zaaksoort (Staatscourant 2011, 20379).

Artikel 10) De rechtbank kan een bewindvoerder tijdens de looptijd van een schuldsanering ontslaan en een opvolgend bewindvoerder benoemen. In dat geval zorgt de bewindvoerder voor adequate overdracht van alle benodigde gegevens, het boedelsaldo en/of de toegang tot de boedelrekening, werkt hij mee aan de mutatie van de postblokkade en zorgt hij dat de opvolgend bewindvoerder de post uit het betreffende dossier krijgt die alsnog bij hem wordt bezorgd. Indien nodig, legt hij ook rekening en verantwoording af.

Artikel 11) Op de bewindvoerder is geen wettelijke geheimhoudingsplicht van kracht. Die plicht wordt de bewindvoerder in deze gedragscode opgelegd. De geheimhouding omvat alle vertrouwelijke informatie over schuldenaren die de bewindvoerder (in het kader van zijn werkzaamheden) verneemt.

Ook na beëindiging van de schuldsaneringsregeling, blijft de bewindvoerder gehouden aan zijn geheimhoudingsplicht. Dat geldt ook als hij niet langer functioneert als bewindvoerder.

Artikel 12) De klachten waarover in dit artikel gesproken wordt kunnen betrekking hebben op de bepalingen uit deze gedragscode, maar ook uit de Faillissementswet, het subsidiebesluit, de kwaliteitsstandaard voor Wsnp-organisaties van de Raad voor Rechtsbijstand, het Reglement van het bewindvoerderregister Wsnp en de Recofa-richtlijnen.

Deze klachten kunnen conform artikel 317 Fw worden behandeld door de rechter-commissaris en in andere gevallen door een onafhankelijke Klachtenadviescommissie die door de Raad voor Rechtsbijstand wordt ingesteld.

Naar boven