Instellingsbesluit Commissie Streefbeeld Paling

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. commissie:

de Commissie Streefbeeld Paling.

Artikel 2

  • 1. Er is een Commissie Streefbeeld Paling.

  • 2. De commissie heeft tot taak de minister te adviseren over het herberekenen van het streefbeeld van paling conform de motie Bosman (TK 32 201, nr. 59) en conform de richtlijnen voor het berekenen van het streefbeeld uit verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad van de Europese Unie van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal (PbEU L 248).

  • 3. De commissie houdt bij de uitvoering van haar taak rekening met de rekenmethodieken van Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk.

Artikel 3

De commissie brengt voor 1 november 2013 haar advies uit aan de minister.

Artikel 4

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vijf andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

Artikel 5

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De commissie voorziet zelf in een secretariaat.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4. De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de invulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden tot en met 1 november 2013 tot lid van de commissie benoemd:

  • a. prof. dr. ir. R. Rabbinge, te Zuidwolde, tevens voorzitter;

  • b. prof. dr. J. van der Meer, te Den Burg;

  • c. dr. ir. L.A.J. Nagelkerke, te Teteringen;

  • d. dhr. J. Quak, te Baarn;

  • e. prof. dr. J.A.J. Verreth, te Rhenen;

  • f. dhr. L. van der Waal, te Numansdorp.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 november 2013.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Streefbeeld Paling.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

‘s-Gravenhage, 18 juni 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

TOELICHTING

Met onderhavig besluit wordt de Commissie Streefbeeld Paling ingesteld, zoals aangekondigd in mijn brief aan de Tweede Kamer van 8 mei jongstleden (Kamerstukken II 2013–2013, 32 201, nr. 62). De aanleiding hiervoor is de aangenomen motie Bosman ‘Herberekening streefbeeld paling’ (Kamerstukken II 2013–2013, 32 201, nr. 54). In de motie wordt verzocht het streefbeeld paling uit het Nederlandse aalbeheerplan te laten herberekenen. Deze motie is het uitgangspunt van de herberekening, evenals de richtlijnen voor het berekenen van het streefbeeld uit de Europese Aalverordening.

Verder wordt rekening gehouden met de in de motie genoemde factoren als afnemende voedselrijkdom, migratiebeperkende knelpunten en de voorheen massale uitzet van glas- en pootaal. De commissie zal onder andere gebruik maken van de resultaten van een quick scan over de buurlanden, die Imares uitvoert. Imares onderzoekt de vraag van de Tweede Kamer of er wezenlijke verschillen zijn in uitgangspunten voor het berekenen van het streefbeeld en de gebruikte rekensystematiek bij de buurlanden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven