De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de artikelen 6, vierde lid, 9, 13, vierde lid, en 14, derde lid, van het
Besluit uniforme saneringen, artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit Wet kenbaarheid
publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, en artikel 55, tweede lid, van de
Wet bodembescherming;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 3, eerste lid, van de Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming
wordt ‘als bedoeld in artikel 39d, derde lid, van de wet’ vervangen door: als bedoeld
in artikel 39c, tweede lid, en artikel 39d, derde lid, van de wet.
ARTIKEL II
De Regeling uniforme saneringen wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 4.2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.3
De categorie tijdelijk uitplaatsen, bedoeld in artikel 1.2, onder c, wordt aangewezen
als categorie van saneringen die geen instemming behoeft, als bedoeld in artikel 14,
derde lid, van het Besluit uniforme saneringen.
B
In bijlage 4 wordt het formulier met als opschrift ‘Regeling uniforme saneringen,
melding sanering, categorie mobiel (art. 1.2.b)’ vervangen door het formulier, opgenomen
in bijlage A bij deze regeling.
C
In bijlage 5 wordt het formulier met als opschrift ‘Regeling uniforme saneringen,
evaluatieverslag sanering, categorie mobiel (art. 1.2.b)’ vervangen door het formulier,
opgenomen in bijlage B bij deze regeling.
ARTIKEL III
In bijlage 1 bij de Uitvoeringsregeling Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
onroerende zaken, in de tabel onder het opschrift ‘2.3 Entiteit 04 Type publiekrechtelijke
beperking’, komt de rij die begint met de code KW te luiden:
KW
|
Wet bodembescherming
|
Melding, bevel, beschikking of vordering Wet bodembescherming
|
28, 29, 30, 31, 35 (oud), 37, 39b, 39c, 39d, 43, 49, 50, 63a (oud), 63d (oud), 88
|
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013. Indien de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2013, treedt zij
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 juli 2013.
TOELICHTING
I Algemeen
1. Aanleiding en achtergrond
Deze regeling bevat voornamelijk wetstechnische aanpassingen (zoals het schrappen
van overbodige bepalingen), die rechtstreeks voortvloeien uit:
-
1. de wijziging van de Wet bodembescherming (hierna: Wbb) met het oog op het terugbrengen
van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering
(Stb. 2012, 621), en
-
2. de daarmee samenhangende wijziging van (onder andere) het Besluit uniforme saneringen
en Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken
(Stb. 2013, 199).
Inwerkingtreding van deze wijzigingen heeft plaatsgevonden per 1 februari 2013 respectievelijk
zal plaatsvinden per 1 juli 2013.
2. Uitvoering en handhaving
Deze regeling bevat technische aanpassingen die voortvloeien uit een totaalpakket
maatregelen ter vereenvoudiging van bodemsanering met positieve gevolgen voor de uitvoering
en handhaving, zoals beschreven in de memorie van toelichting bij de hiervoor genoemde
wetswijziging.1
Communicatie over het totaalpakket aan wijzigingen met gevolgen voor de uitvoeringspraktijk
verloopt via uitvoeringsorganisatie Rijkswaterstaat/Bodem+ en voor zover het de uitvoering
van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (hierna: Wkpb)
betreft tevens via het Kadaster. Aangezien de wetswijziging voor het overgrote deel
reeds per 1 februari in werking is getreden en daarover destijds al veel informatie
is verstrekt, is de uitvoeringspraktijk al bekend met die wijzigingen.
3. Gevolgen
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de rijksbegroting. De financiële gevolgen voor
burgers, bedrijven en andere overheden zijn reeds verdisconteerd in de informatie
in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel waaruit deze wijzigingen voortvloeien
en de nota van toelichting bij de eerder genoemde wijziging van diverse besluiten.2 Hetzelfde geldt voor de overige gevolgen. De gevolgen voor administratieve en bestuurslasten
zijn overigens overwegend positief. De reparatie van de formulieren (artikel II, onderdeel
B en C) is geen inhoudelijke wijziging en heeft dan ook geen financiële of andere
gevolgen.
4. Advisering en consultatie
In het kader van de voorbereiding van de wijziging van de Wbb is de aanwijzing van
de categorie ‘tijdelijk uitplaatsen’ als categorie saneringen waarvoor geen instemming
meer is vereist (artikel II, onderdeel A), reeds afgestemd met het betrokken bevoegd
gezag, het bedrijfsleven en de uitvoeringsorganisatie Bodem+.
De overige aanpassingen zijn niet inhoudelijk van aard en vergden geen beleidsmatige
of inhoudelijke afstemming met betrokken partijen (dan wel die afstemming vond reeds
plaats in de voorbereiding van het wetsvoorstel).
II Artikelsgewijs
Artikel I
De Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming, over de wijze van registreren
van publiekrechtelijke beperkingen onder de Wkpb, dient te worden aangevuld met artikel
39c, tweede lid, van de Wbb naar aanleiding van de wijziging van dat artikel per 1 februari
2013.
Artikel II, onderdeel A
Uit de wijziging van artikel 39b, zevende lid, van de Wbb per 1 februari 2013 vloeit
voort dat voor bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën
van saneringen geen instemming van het bevoegd meer is voorgeschreven. Hiertoe is
per 1 juli 2013 het Besluit uniforme saneringen gewijzigd, met een grondslag om bij
ministeriële regeling een categorie aan te wijzen. Omdat de Regeling uniforme saneringen
reeds een bestaande categorie-indeling bevat, is dit in die regeling opgenomen en
een van de daarin genoemde bestaande categorieën aangewezen.
Al in de memorie van toelichting bij de wetswijziging3 werd aangegeven dat de wetgever daarvan de categorie ‘tijdelijk uitplaatsen’ voor
ogen had als categorie waarvoor verplichte instemming niet meer noodzakelijk is geacht.
Dit onderdeel van de regeling dient ter uitvoering van die aangekondigde aanwijzing.
Artikel II, onderdeel B en C
De bijlagen bij de Regeling uniforme saneringen bevatten standaardformulieren. Bij
het omzetten van de formulieren naar de Rijkshuisstijl in 2012 zijn per abuis twee
formulieren vergeten. Dit wordt nu gecorrigeerd (‘Melding mobiel, BUS sanering’ in
bijlage A bij deze regeling en ‘Evaluatie mobiel, BUS sanering’ in bijlage B). De
formulieren zijn niet inhoudelijk gewijzigd.
Artikel III
De Uitvoeringsregeling Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken
regelt een uniforme wijze van registreren van publiekrechtelijke beperkingen.4 Artikel III is een gevolg van de wijziging van de Wbb per 1 februari 2013.
Artikel IV
Deze regeling treedt in werking per 1 juli 2013, omdat de eerder genoemde wetswijziging
en het bijbehorende aanpassingsbesluit op dat tijdstip in werking treden. Aangezien
de meeste wijzigingen in deze regeling daar rechtstreeks uit voortvloeien, wordt overgangsrecht
niet noodzakelijk geacht. Er zijn geen negatieve gevolgen voor burgers of bedrijven.
Voor wat betreft de wijziging van de Regeling uniforme sanering zij nog opgemerkt
dat het vervallen van een verplichte beschikking bij een evaluatieverslag per 1 juli
onmiddellijke werking heeft. Het tijdstip waarop de melding is ontvangen is daarvoor
niet van belang. Daarom stuit onmiddellijke werking niet op bezwaren en is overgangsrecht
voor reeds ingediende meldingen niet noodzakelijk.
Tot slot is de verwachting, dat de publicatie van deze regeling vlak voor 1 juli plaatsvindt.
Indien de regeling onverhoopt enkele dagen na 1 juli wordt gepubliceerd, is het voor
een soepele invoering in de uitvoeringspraktijk van belang dat er geen discussie kan
ontstaan over technische of administratieve details; in dat geval voorziet terugwerkende
kracht in duidelijkheid voor de uitvoeringspraktijk dat deze wijzigingen per 1 juli
ingaan, mede met het oog op de communicatie richting bevoegd gezag en bedrijven.
Het betekent concreet dat hiermee de zekerheid wordt geschapen dat het bevoegd gezag
vanaf 1 juli geen instemming meer hoeft te geven naar aanleiding van een melding voor
de BUS-categorie ‘tijdelijk uitplaatsen’; dat de juiste codes kunnen worden gehanteerd
in de beperkingenregistratie (Wkpb), en dat de gecorrigeerde standaard formulieren
in Rijkshuisstijl de juiste versie zijn (deze versie wordt reeds digitaal beschikbaar
gesteld door de verantwoordelijke uitvoeringsorganisatie Rijkswaterstaat/Bodem+).
Het vangnet van eventuele terugwerkende kracht tot 1 juli acht ik gerechtvaardigd
vanwege de kleine kans dat terugwerkende kracht nodig zal zijn, in combinatie met
de zeer beperkte periode (hooguit enkele dagen) en gelet op het feit dat burgers of
bedrijven hierdoor niet in hun belangen worden geschaad.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld.