Besluit tot verlening van mandaat en machtiging met betrekking tot het Rijnvaartpolitiereglement 1995 Rijkswaterstaat Oost-Nederland 2013

3 juni 2013

Nr: RWS-2013/28536

De Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland,

Gelet op artikel 5, vierde lid, van de Aanwijzing bevoegde autoriteiten reglementen CCR¹;

Besluit:

Artikel 1

• 1. Ten aanzien van de in het tweede lid genoemde artikelen van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 wordt mandaat en machtiging verleend aan de volgende functionarissen werkzaam bij Rijkswaterstaat Oost-Nederland:

  • a. de directeur Netwerkontwikkeling;

  • b. het hoofd van de afdeling Vergunningen.

• 2. De in het eerste lid bedoelde artikelen van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 zijn:

  1.01, onderdeel l;

  1.10, derde en vierde lid;

  1.18, vierde lid;

  1.19;

  1.20;

  1.22, eerste lid, alleen voor wat betreft de in het tweede lid bedoelde aangelegenheden;

  1.23;

  1.25;

  3.17;

  3.20, vierde lid;

  3.25, derde lid;

  3.28;

  3.29, tweede lid, onderdeel b;

  3.33, eerste lid;

  4.05, zesde lid;

  5.01, eerste lid;

  6.08, tweede lid;

  6.18, tweede lid;

  6.19, eerste lid;

  6.22, eerste lid;

  6.23, tweede lid, onderdeel a;

  6.29, onderdeel b;

  6.30, vierde lid;

  7.01, derde lid;

  7.02, eerste lid, onderdeel b;

  7.07, derde lid;

  7.08, eerste en derde lid;

  8.04, onderdeel b;

  9.12;

  9.13;

  11.01, vijfde lid;

  11.02, tweede lid;

  12.01, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid;

  14.01, derde lid;

• 3. Het mandaat verleend aan de directeur Netwerkontwikkeling omvat mede de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar, mits het besluit waartegen bezwaar is gemaakt niet door hem in mandaat is genomen. Het mandaat verleend aan het hoofd van de afdeling Vergunningen heeft geen betrekking op de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar.

Artikel 2

Het Besluit tot verlening van mandaat en machtiging met betrekking tot het Rijnvaartpolitiereglement 1995 Rijkswaterstaat Oost-Nederland² wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2013.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot verlening van mandaat en machtiging met betrekking tot het Rijnvaartpolitiereglement 1995 Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Arnhem, 3 juni 2013

De Hoofdingenieur-Directeur, J.L. Cuperus.

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen bij de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland, ter attentie van de afdeling Werkenpakket, Postbus 9070, 6800 ED Arnhem.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

• a. de naam en het adres van de indiener;

• b. de dagtekening;

• c. de datum en het nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, en

• d. de opgave van de redenen waarom de indiener zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Aanleiding nieuw mandaatbesluit

Als gevolg van de uitvoering van het ondernemingsplan 2015 door Rijkswaterstaat ontstaan nieuwe organisatieonderdelen, verdwijnen bestaande diensten, veranderen de hoofdtaken van de (nieuwe) organisatieonderdelen en krijgen organisatieonderdelen en functies nieuwe naamgeving. In verband hiermee dient het Besluit tot verlening van mandaat en machtiging met betrekking tot het Rijnvaartpolitiereglement Rijkswaterstaat 1995 Oost-Nederland gewijzigd te worden. Omwille van de overzichtelijkheid is ervoor gekozen een nieuw mandaatbesluit vast te stellen.

Verlening mandaat en machtiging

In het Rijnvaartpolitiereglement 1995 wordt in meerdere artikelen de bevoegde autoriteit genoemd aan wie het uitoefenen van bepaalde bevoegdheden is opgedragen. Ingevolge artikel 5, vierde lid, van de Aanwijzing bevoegde autoriteiten reglementen CCR is de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland de bevoegde autoriteit ten aanzien van de in dat artikellid genoemde artikelen uit het Rijnvaartpolitiereglement 1995. In de praktijk is het wenselijk gebleken dat de bevoegdheden in mandaat dan wel bij machtiging kunnen worden uitgeoefend door de directeur Netwerkontwikkeling en het hoofd van de afdeling Vergunningen.

De Hoofdingenieur-Directeur, J.L. Cuperus.

---

1 Stcrt. 2005, nr. 238; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2012 (Stcrt. 2012, nr. 26110).

2 Stcrt. 2007, nr. 146.