Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 april 2013, nr. WJZ/494482 (10347), houdende de wijziging van een aantal regelingen in verband met het aantreden van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje als Koning der Nederlanden op 30 april 2013, de implementatie van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht alsmede de intrekking van een tweetal verouderde regelingen (Regeling troonswisseling OCW)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 16, tweede lid, van Leerplichtwet 1969, artikel 28, tweede lid, van de Leerplichtwet BES en artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

A

De Leerplichtregeling 1995 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid van artikel 9 wordt ‘Koningin’ vervangen door: Koning.

2. In het tweede lid van artikel 9 wordt ‘Keninginne’ vervangen door: Kening.

B

In artikel 8 van de Leerplichtregeling BES wordt ‘Koningin’ vervangen door: Koning.

C

Het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid van artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘Koningin’ vervangen door: Koning.

b. Onderdeel h vervalt, onder verlettering van de onderdelen i, j en k tot h, i en j.

2. In het tweede lid van artikel 13 wordt ‘bezwaarschriften’ vervangen door: bezwaar- en beroepschriften.

ARTIKEL II

De Regeling vakantiedagen funderend onderwijs BES en de Regeling vakantiedagen voortgezet onderwijs BES worden ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op 30 april 2013. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 29 april 2013, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 30 april 2013.

ARTIKEL IV

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling troonswisseling OCW.

Deze regeling zal met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

TOELICHTING

Algemeen

Op 30 april 2013 zal Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje aantreden als Koning der Nederlanden. Hierdoor zal Nederland voor het eerst sinds het overlijden van Koning Willem III in 1890 weer een koning – d.w.z. een mannelijk staatshoofd – krijgen.

Op grond van de Wet van 22 juni 1891, betreffende de wettelijk vastgestelde formulieren en titels in verband met het overgaan van de Kroon op eene Koningin (Stb. 1891, 125) brengt deze troonswisseling dan ook met zich mee dat overal waar in de Nederlandse wet- en regelgeving van (Hare Majesteit de) Koningin wordt gesproken, vanaf dat moment (Zijne Majesteit de) Koning moet worden gelezen. Hetzelfde geldt voor begrippen als ‘Koninginnedag’ (dit wordt ‘Koningsdag’) enzovoorts. Zie in dat verband ook het Besluit van 30 januari 2013, nr. 13.000173, houdende vaststelling en aanduiding van de zevenentwintigste april als Koningsdag (Stcrt. 2013, 4075, van 19 februari 2013).

Met deze regeling wordt hier voor wat betreft de regelingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitvoering aan gegeven. Voorts wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt een onderdeel van de op 1 januari 2013 in werking getreden Wet aanpassing bestuursprocesrecht te implementeren en een tweetal verouderde regelingen in te trekken.

Artikelsgewijs

Artikel I

In artikel 9 van de Leerplichtregeling 1995 en artikel 8 van de Leerplichtregeling BES is een eedsformulier opgenomen, namelijk de eed of verklaring die een leerplichtambtenaar dient af te leggen alvorens zijn ambt te aanvaarden. In dit formulier wordt onder meer trouw gezworen aan de Koningin. Met de hier opgenomen wijziging wordt ‘Koningin’ in ‘Koning’ veranderd. Dit geldt ook voor het in hetzelfde artikel van de Leerplichtregeling 1995 opgenomen eedsformulier in de Friese taal.

In artikel 4 van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 zijn de onderwerpen benoemd die zijn voorbehouden aan de bewindslieden van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en dus niet gemandateerd kunnen worden. Één van die voorbehouden is het ondertekenen van alle stukken aan de Koningin (onderdeel a). Met deze regeling wordt dit gewijzigd in ‘Koning’.

In onderdeel h van diezelfde bepaling worden ook de besluiten op beroepschriften aan de bewindslieden voorbehouden aan de bewindslieden. Dit volgde uit het bepaalde in artikel 10:3, tweede lid, onder c, Awb (oud), waardoor het verlenen van mandaat in administratief beroep niet was toegestaan. Met de inwerkingtreding van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Stb. 2012, 282 en 284) is dit mandaatverbod opgegeven. Het organisatie- en mandaatbesluit wordt hier nu mee in overeenstemming gebracht. Het mandaat voor de afdoening van administratieve beroepen volgt voortaan het bestaande mandaat voor de afdoening van bezwaarschriften, welke is belegd bij de Dienst uitvoering onderwijs te Zoetermeer.

Artikel II

De Regeling vakantiedagen funderend onderwijs BES en de Regeling vakantiedagen voortgezet onderwijs BES vonden hun grondslag in respectievelijk artikel 9 van de Wet primair onderwijs BES (Stb. 2010, 575) en artikel 24 van de Wet voortgezet onderwijs BES (Stb. 2010, 578) zoals die golden vanaf het moment van inwerkingtreding van de wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden op 10 oktober 2010 – de totstandkoming van Caribisch Nederland – tot 1 januari 2011 toen de thans geldende WPO BES en VWO BES daarvoor in de plaats kwamen (Stb. 2011, 33 en 34).

Met het vervallen van de eerdergenoemde oude wetten (feitelijk de op basis van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba omgezette Landsverordeningen van het voormalige Land de Nederlandse Antillen) per 1 januari 2011 is de grondslag aan beide regelingen (ook van oorsprong Nederlands Antilliaanse regelingen) komen te ontvallen. De thans geldende WPO BES en VWO BES kennen een ander systeem van het vaststellen van vakanties en feestdagen, onder andere via het Inrichtingsbesluit WVO BES.

Gebleken is dat de Regeling vakantiedagen funderend onderwijs BES en de Regeling vakantiedagen voortgezet onderwijs BES nog altijd in het wettenbestand zijn opgenomen. Om alle verwarring te voorkomen worden beide regelingen – waarin overigens ook ‘Koninginnedag’ als feestdag werd aangewezen – met nu voorliggende regeling ten overvloede per 30 april 2013 expliciet ingetrokken.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking op 30 april 2013, de dag waarop de nieuwe koning aantreedt. Strikt formeel genomen treedt de nieuwe koning aan op het moment dat Hare Majesteit de Koningin haar abdicatie tekent. Dit zal op 30 april om 10:00 uur (Nederlandse tijd) gebeuren. Overwogen is om deze regeling ook op dat precieze tijdstip in werking te laten treden. Gelet echter op het beperkte karakter van de hierbij gewijzigde regelingen, het feit dat 30 april een nationale feestdag zal zijn en de praktische bezwaren die kleven aan een dergelijk exacte inwerkingtreding – ook in verband met het tijdsverschil met Caribisch Nederland – is daar van afgezien.

Artikel IV

Ter markering van de bijzondere aanleiding van deze regeling, alsmede ter onderscheiding van vergelijkbare regelingen van de andere ministers en verordenende lichamen is deze regeling voorzien van een eigen citeertitel.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

Naar boven