ARTIKEL I
De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, onderdeel i, komt te luiden:
- i. NVWA:
-
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
B
In artikel 2.5, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, artikel 2.6, eerste lid, en
artikel 3.3 wordt ‘VWA’ vervangen door: NVWA.
C
De artikelen 3.1, 3.4, en 3.2.5 vervallen.
E
Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. In het vijfde lid, wordt ‘30 juni 2011’ vervangen door: de datum genoemd in artikel
9 bis, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1266/2007.
F
In artikel 3.2.2, tweede lid, wordt de zinsnede ‘het bepaalde in de artikelen 3.2.4
en 3.2.5.’ vervangen door: het bepaalde in artikel 3.2.4.
G
Artikel 3.2.3 komt te luiden:
Artikel 3.2.3
-
1. Tegen bluetongue gevaccineerde herkauwers, die bestemd zijn voor export overeenkomstig
de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007,
gaan vergezeld van een door de Minister verstrekt exportformulier.
-
2. Het exportformulier, bedoeld in het eerste lid, is terstond na vaccinatie ondertekend
door de houder en de dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd en bevat in elk geval:
H
Artikel 3.2.4 komt te luiden:
Artikel 3.2.4
-
1. Tegen bluetongue gevaccineerde runderen, die bestemd zijn voor export overeenkomstig
de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007,
gaan vergezeld van een vaccinatieverklaring.
-
2. De GD geeft onverwijld op aanvraag aan de houder van runderen een vaccinatieverklaring
af voor gevaccineerde runderen, die op een ter identificatie van zijn bedrijf toegekend
UBN als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie
van dieren, zijn geregistreerd.
ARTIKEL II
De Regeling diervoeders wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 20, derde lid, wordt ‘bedoeld in artikel 97’ vervangen door: bedoeld in
artikel 53.
B
In artikel 57, onderdeel b, wordt ‘vastgesteld in artikel 2’ vervangen door: vastgesteld
in artikel 3.
ARTIKEL III
De Regeling vleeskeuring wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, eerste lid, wordt ‘artikelen 3 en 4, tweede en derde lid’ vervangen
door: artikelen 3 en 4, eerste, tweede en derde lid.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 februari 2012.
TOELICHTING
§ 1. Inleiding
In 2006 werd Nederland voor het eerst geconfronteerd met de ziekte bluetongue serotype 8
(BTV8). Deze ziekte verspreidde zich snel en besmette in de daarop volgende jaren
vrijwel alle lidstaten van de Europese Unie. Na een Europees afgestemde bestrijding,
met vaccinatie als belangrijkste instrument, heeft Nederland, samen met Duitsland,
België en Luxemburg, bij de Europese Commissie verklaard vrij te zijn van de ziekte
bluetongue serotype 8. Op grond van die verklaring kan de kwalificatie van Nederland
als zogenaamd beperkingsgebied worden opgeheven, waarmee Nederland een vrijstatus
voor bluetongue serotype 8 verkrijgt. Deze wijzigingsregeling voorziet in de opheffing
van de kwalificatie van Nederland als beperkingsgebied.
Met onderhavige regeling wordt ook een technische wijziging aangebracht in de Regeling
diervoeders en een omissie in de Regeling vleeskeuring hersteld. Deze wijzigingen
worden toegelicht in paragraaf 4.
§ 2. Vrijstatus voor bluetongue serotype 8
Nederland is op grond van artikel 3.1 van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten
beperkingsgebied voor bluetongue serotype 8. In een beperkingsgebied, gebaseerd op
artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van
20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding
en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327) (hierna: richtlijn 2000/75/EG), worden de
nodige monitorings- en bestrijdingsmaatregelen genomen. In dat kader zijn de voor
bluetongue vatbare dieren (herkauwers) in Nederland gevaccineerd tegen bluetongue.
Nederland heeft door middel van een intensief monitoringsprogramma aangetoond dat
het drie jaar vrij is van bluetongue serotype 8. Deze monitoringsresultaten zijn met
de Europese Commissie en de Europese lidstaten gedeeld. Op grond van artikel 6 van
Verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding,
monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van
vatbare soorten in verband met bluetongue (PbEU L 283) (hierna: verordening (EG) nr. 1266/2007)
kan in deze situatie de indeling van beperkingsgebieden in een lidstaat gewijzigd
worden. Omdat het monitoringsprogramma aantoont dat heel Nederland vrij is van bluetongue
serotype 8, kan voor heel Nederland de indeling als beperkingsgebied komen te vervallen.
Het verplaatsen van herkauwers van een beperkingsgebied naar een niet-beperkingsgebied
is aan voorwaarden onderworpen. Datzelfde geldt voor de doorvoer van herkauwers door
een niet-beperkingsgebied. De voorwaarden worden genoemd in artikel 7, tweede lid,
artikel 8 en artikel 9 van verordening (EG) nr. 1266/2007. Dit leidt er toe dat het
wijzigen van de status van Nederland van beperkingsgebied naar niet-beperkingsgebied
gevolgen heeft voor de mogelijkheden voor de import en export van herkauwers. In principe
wordt het gemakkelijker om herkauwers uit Nederland te exporteren. Dieren hoeven niet
langer te worden gevaccineerd en minder getest te worden. De eisen aan herkauwers
afkomstig uit bluetongue serotype 8-risicogebieden worden echter strenger als Nederland
zelf geen beperkings-gebied meer is, zodat de Nederlandse veestapel wordt beschermd.
Import uit de beperkingsgebieden wordt daarmee moeilijker.
Om die reden heeft Nederland besloten om bij het opheffen van het beperkingsgebied
gezamenlijk op te trekken met haar buurlanden: België, Luxemburg en Duitsland. Het
grootste deel van de import van herkauwers in Nederland is afkomstig uit deze landen.
Door het gelijktijdig opheffen van de beperkingsgebieden in deze landen worden negatieve
effecten voor de import uit genoemde landen voorkomen.
§ 3. Verbod op vaccinatie tegen bluetongue serotype 8
Opheffing van het beperkingsgebied voor bluetongue serotype 8 leidt er toe dat vaccinatie
tegen deze ziekte niet langer is toegestaan. Op grond van artikel 5 van richtlijn
2000/75/EG mogen dieren alleen overeenkomstig de richtlijn worden ingeënt tegen bluetongue.
De richtlijn 2000/75/EG staat in artikel 9, tweede lid, toe dat dieren in een beschermingsgebied
worden gevaccineerd. Buiten een beschermingsgebied is vaccinatie niet toegestaan.
Nederland is geheel gekwalificeerd als beschermingsgebied, zodat voor Nederland gezien
de definitie in artikel 2, onderdeel d, van verordening (EG) nr. 1266/2007 het beschermingsgebied
en beperkingsgebied samenvallen. Nu de kwalificatie van Nederland als beperkingsgebied,
en daarmee als beschermingsgebied, wordt opgeheven, is vaccinatie tegen bluetongue
op grond van artikel 5 van richtlijn 2000/75/EG niet meer toegestaan.
Dit verbod krijgt zijn beslag doordat artikel 3.1.3 van de Regeling komt te vervallen.
Artikel 3.1.3 van de Regeling betrof een vrijstelling van het verbod op vaccinatie,
dat is neergelegd in artikel 3 van het Besluit gebruik sera en entstoffen. Vanaf de
inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling geldt er zodoende op grond van artikel 3
van het Besluit gebruik sera en entstoffen een verbod op het behandelen van vee (en
andere in artikel 3 van het Besluit genoemde dieren) met niet levende entstoffen en
met sera tegen bluetongue. Ook artikel 3.1.4 komt te vervallen.
§ 4. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel A en B
Vanaf 1 januari 2012 vormen de drie inspectiediensten van het ministerie van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) een nieuwe organisatie onder de naam Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA is het resultaat van de fusie van de Algemene
Inspectiedienst, de Plantenziektenkundige Dienst en de Voedsel en Waren Autoriteit.
Deze drie organisaties hebben de afgelopen 2 jaar onder de werknaam nieuwe Voedsel
en Waren Autoriteit samengewerkt. Op 1 januari 2012 is het fusieproces afgerond en
vormen zij samen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Met het oog hierop wordt
met onderhavige wijziging in de regeling de aanduiding ‘VWA’ veranderd in ‘NVWA’.
Onderdeel C en D
Het in paragraaf 2 beschreven proces leidt er toe dat artikel 3.1 van de Regeling
tijdelijke maatregelen dierziekten, waarin Nederland is aangemerkt als beperkingsgebied,
vervalt. Daarmee komt het verbod om herkauwers te verplaatsen in artikel 3.4 ook te
vervallen.
Zoals blijkt uit paragraaf 3 leidt het opheffen van het beperkingsgebied tot een verbod
op vaccinatie tegen bluetongue. Paragraaf 3.1 van de Regeling (artikelen 3.1.3 en
3.1.4 ) komt te vervallen.
Onderdeel E
De eisen die op grond van artikel 3.5, tweede, derde en vierde lid aan de import van
herkauwers oorspronkelijk afkomstig uit gebieden waar een ander bluetongue serotype
voorkomt dan serotype 8 worden gesteld zijn gebaseerd op artikel 9 bis van verordening
(EG) nr. 1266/2007. Bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 648/2011 van de Commissie
van 4 juli 2011 is de termijn tot wanneer lidstaten bij import van de desbetreffende
herkauwers de in artikel 9 bis van verordening (EG) nr. 1266/2007 gestelde eisen kunnen
stellen, verlengd tot 30 juni 2012. Met onderhavige wijziging van de regeling wordt
rechtstreeks verwezen naar artikel 9 bis van verordening (EG) nr. 1266/2007.
Onderdeel G
Aangezien er na de jaren met vaccinatieprogramma’s nog enige tijd gevaccineerde herkauwers
in Nederland zullen zijn, zal er nog export van gevaccineerde herkauwers plaatsvinden.
De eis dat gevaccineerde herkauwers bestemd voor export overeenkomstig de voorwaarden,
bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007 worden voorzien
van een exportformulier blijft derhalve van kracht. Met onderhavige wijziging wordt
artikel 3.2.3 aangepast aan de situatie dat herkauwers niet meer gevaccineerd worden,
maar dat er nog wel gevaccineerde herkauwers worden geëxporteerd.
Onderdeel F en H
Ten aanzien van artikel 3.2.4 geldt dat ten tijde van het vaccinatieprogramma dierenartsen
terstond na de vaccinatie van runderen vaccinatielijsten invulden en instuurden naar
de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). Deze vaccinatielijsten werden door de GD gebruikt
om de vaccinatieverklaring op te stellen voor gevaccineerde runderen die voor export
op een verzamelcentrum bijeen werden gebracht (artikel 3.2.5). Nu door onderhavige
wijziging het verboden is om nog runderen te vaccineren, zullen er geen vaccinatielijsten
meer worden opgesteld. De GD kan op grond van haar huidige administratie de vaccinatieverklaringen
afgeven. Om die reden wordt bij onderhavige wijziging artikel 3.2.4 herschreven en
komt artikel 3.2.5 te vervallen. Tevens wordt artikel 3.2.2, tweede lid, aangepast
door de verwijzing naar artikel 3.2.5 te verwijderen.
Artikel II, onderdeel A en B
Dit artikel wijzigt de Regeling diervoeders. Deze wijziging ziet op het herstel van
een tweetal onjuiste verwijzingen in de regeling.
Artikel III, onderdeel A
Met deze wijziging wordt een omissie in de Regeling vleeskeuring hersteld. De verbodsbepaling
in artikel 3, eerste lid, van de Regeling vleeskeuring dient ook te zien op de voorschriften
gesteld in artikel 4, eerste lid, van de verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees
Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139).
§ 5. Regeldrukeffecten
Onderhavige wijziging leidt tot een vermindering van administratieve lasten en nalevingskosten.
Bij de berekening van de administratieve lasten ten gevolge van de verplichting tot
het invullen van een vaccinatieformulier bij het vaccineren van herkauwers en kameelachtigen
is ervan uitgegaan dat 40.000 houders hun herkauwers of kameelachtigen zouden laten
vaccineren (Stcrt. 2008, nr. 84). Daarbij zouden 5000 houders hun gevaccineerde runderen, schapen en geiten exporteren
vanaf het bedrijf waar de dieren gevaccineerd zijn of vanaf een exportverzamelcentrum.
De berekening van de administratieve lasten leidde op grond van deze aantallen tot
een toename van de administratieve lasten van € 575.000. Bij wijziging van de regeling
op 14 juli 2009 leidde de introductie van een nieuw registratiesysteem bij de GD voor
vaccinatie bij runderen die vanaf een exportverzamelcentrum worden geëxporteerd tot
een aanvullende toename van de administratieve lasten van € 7.500 (Stcrt. 2009, 10969). In totaal bedroeg de verzwaring van de administratieve lasten vanwege de vaccinatie-registraties
aldus € 582.500.
Met onderhavige wijziging van de regeling vervallen de administratieve verplichtingen,
omdat de vaccinatie van herkauwers en kameelachtigen tegen bluetongue verboden is.
Er zullen nog enige tijd gevaccineerde dieren worden geëxporteerd, maar daarbij zijn
de vereiste formulieren al ingevuld ten tijde van de vaccinatie. Derhalve leidt onderhavige
regeling tot een verlichting van de administratieve lasten ten grootte van de in 2008
en 2009 berekende verzwaring, in totaal € 582.500.
Naast een verlichting van de administratieve lasten betekent onderhavige wijziging
ook een vermindering van de nalevingskosten. Voor de veehouderijsector verminderen
de kosten voor diergeneesmiddelen (vaccins) en de bijbehorende dierenartsenkosten.
Uitgaande van de aantallen uit 2010 zijn er jaarlijks circa 50.000 dieren (voornamelijk
fokrunderen) gevaccineerd, tegen een gemiddelde prijs van € 2 per vaccin. De dieren
worden tweemaal gevaccineerd, derhalve kost vaccinatie gemiddeld € 4 per dier. Dit
betekent een afname van de nalevingskosten met € 200.000.
De NVWA ondervindt door onderhavige wijziging ook een lastenverlichting, omdat er
geen controle meer hoeft plaats te vinden van de vaccinatiegegevens in het intraverkeer
bij export. De NVWA zal nog wel standaard controles blijven uitvoeren bij de export
van gevaccineerde runderen naar derde landen op basis van vaccinatie.
§ 6. Vaste verandermomenten (VVM)
Het beleid van vaste verandermomenten voor regelgeving houdt in dat nieuwe regelingen
slechts op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober in werking treden en publicatie
minimaal twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling plaatsvindt.
Met onderhavige wijziging wordt afgeweken van het beleid van vaste verandermomenten.
Vanwege de effecten van het aanvragen van de vrijstatus voor de import en export van
herkauwers is afstemming met de buurlanden van het moment van inwerkingtreding van
de vrijstatus van groot economisch belang. Om hinder voor de handel en nadelige gevolgen
hebben voor de Nederlandse veehouderijsector te voorkomen is het daarom gewenst het
beperkingsgebied in Nederland tegelijkertijd op te heffen met het opheffen van de
beperkingsgebieden in Duitsland, België en Luxemburg. Aldus is het ter voorkoming
van aanmerkelijke ongewenste private en publieke nadelen gewenst in dit geval af te
wijken van het beleid omtrent de vaste verandermomenten.
Alle betrokkenen bij de regelgeving, zoals de veehouderijsectoren, de dierenartsen
en de houders van hobbymatig gehouden dieren, zijn steeds op de hoogte gehouden over
het proces van het verkrijgen van de bluetongue-vrijstatus en de gevolgen hiervan
voor de Nederlandse dierhouderij. Om die reden kan er bij de invoering van onderhavige
wijziging van de regelgeving ook worden afgeweken van de minimale invoeringstermijn
en de standaard publicatietermijn.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.