Wijziging Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten en wijziging mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen in verband met vaccinatie van bluetongue gevoelige dieren en subsidieverlening

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 april 2008, nr. TRCJZ/2008/1224, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten en van het mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen in verband met vaccinatie van bluetongue gevoelige dieren en subsidieverlening

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op richtlijn nr. 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEG L 327) en verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue (PbEU L 283);

Gelet op de artikelen 29, eerste lid, 30, vierde lid, en 45, eerste en derde lid, van de Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 17, 77, 81, 94 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 2, 3 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies, artikel 2, tweede lid, van het Besluit identificatie en registratie van dieren en artikel 3 van het Besluit gebruik sera en entstoffen;

Besluit:

Artikel I

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1.1, onderdeel i, door een puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd:

j. Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

k. DR: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B

Na paragraaf 3 worden de volgende paragrafen ingevoegd, luidende:

§ 3.1

Vaccinatie bluetongue

Artikel 3.1.1

1. Van het verbod, gesteld in artikel 2, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet, wordt vrijstelling verleend voor het toepassen van het diergeneesmiddel “Bovilis BTV8” van de firma Intervet International BV te Boxmeer voor het vaccineren van herkauwers of kameelachtigen, en met het oog daarop het bereiden, het voorhanden of in voorraad hebben en het afleveren van dit middel onder de voorwaarden, gesteld in artikel 3.1.4.

2. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend tot 15 september 2008.

Artikel 3.1.2

Het diergeneesmiddel, bedoeld in artikel 3.1.1, wordt voor de toepassing van deze regeling aangewezen als:

a. een middel als bedoeld in artikel 29, eerste lid, Diergeneesmiddelenwet;

b. een middel als bedoeld in artikel 30, vierde lid, Diergeneesmiddelenwet.

Artikel 3.1.3

Van het verbod in artikel 3 van het Besluit gebruik sera en entstoffen wordt vrijstelling verleend tot 15 september 2008 voor het overeenkomstig deze regeling vaccineren van herkauwers of kameelachtigen.

Artikel 3.1.4

1. De dierenarts past het middel, bedoeld in artikel 3.1.1, toe overeenkomstig de gebruiksvoorschriften en de instructies van de fabrikant van het middel.

2. Indien runderen op grond van deze regeling worden gevaccineerd, draagt de houder van de runderen ervoor zorg dat zijn dieren tweemaal worden gevaccineerd, waarbij de tweede vaccinatie minimaal drie weken nadat de eerste vaccinatie is verricht, wordt uitgevoerd.

§ 3.2

Export

Artikel 3.2.1

1. De houder van gevaccineerde herkauwers die bestemd zijn voor export overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007, ondertekent terstond na de vaccinatie van deze dieren een volledig en naar waarheid ingevuld door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verstrekt exportformulier en laat dit formulier mede ondertekenen door de dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd.

2. De houder vermeldt op het formulier, bedoeld in het eerste lid, tenminste de locatie waar de dieren zijn gevaccineerd en gegevens over de identificatie van de gevaccineerde herkauwers.

Artikel 3.2.2

1. Export van gevaccineerde runderen overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007 vindt plaats:

a. vanaf de locatie waar de dieren zijn gevaccineerd rechtstreeks naar een buiten Nederland gelegen locatie, of

b. vanaf een exportverzamelcentrum.

2. Ingeval van export, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, stuurt de houder van de gevaccineerde runderen het exportformulier, bedoeld in artikel 3.2.1, naar DR ten behoeve van registratie van de vaccinatie in het I&R-systeem rund, bedoeld in artikel 14, onderdeel a, van de Regeling identificatie en registratie van dieren, met dien verstande dat het formulier niet eerder wordt verstuurd dan nadat de tweede vaccinatie is verricht en niet later dan twee weken na de tweede vaccinatie.

Artikel 3.2.3

1. Voor de registratie, bedoeld in artikel 3.2.2, tweede lid, is de houder van de gevaccineerde runderen aan de Minister een tarief verschuldigd van € 4,75 per exportformulier als bedoeld in artikel 3.2.1, en € 0,75 per rund.

2. De hoogte van het totaal verschuldigde bedrag wordt vastgesteld door de Minister.

Artikel 3.2.4

Gevaccineerde schapen en geiten die bestemd zijn voor export overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007 worden rechtstreeks vervoerd van het bedrijf waar deze dieren zijn gevaccineerd naar een buiten Nederland gelegen locatie.

§ 3.3

Subsidie vaccinatie bluetongue

Artikel 3.3.1

1. De Minister stelt op aanvraag een subsidie vast voor de kosten die door de houder van herkauwers of kameelachtigen zijn gemaakt voor het door een dierenarts overeenkomstig deze regeling laten vaccineren van zijn dieren tegen bluetongue.

2. De subsidie wordt niet verleend:

a. indien een houder van herkauwers of kameelachtigen zich niet heeft aangemeld overeenkomstig artikel 2 van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

b. indien de houder niet heeft voldaan aan artikel 3.1.4, tweede lid, of artikel 3.3.2.

Artikel 3.3.2

1. De houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen ondertekent de volledige en naar waarheid ingevulde door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verstrekte vaccinatieverklaring terstond na de laatste vaccinatie op zijn bedrijf en laat deze verklaring mede ondertekenen door de dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd.

2. De houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen vermeldt tenminste de volgende gegevens op de verklaring, bedoeld in het eerste lid:

a. naam, adres, woonplaats en bankrekeningnummer van de houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen;

b. het door de Minister toegewezen uniek bedrijfsnummer, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

c. gegevens over de locatie, waar de dieren zijn gevaccineerd;

d. gegevens over de dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd;

e. de datum van de vaccinatie;

f. het aantal gevaccineerde dieren en de diersoort;

g. het totaal bedrag van de factuur van de dierenarts, die de dieren heeft gevaccineerd, exclusief BTW.

Artikel 3.3.3

1. De aanvraag, bedoeld in artikel 3.3.1, eerste lid, vindt plaats door de vaccinatieverklaring, bedoeld in artikel 3.3.2, te versturen naar DR.

2. De houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen dient slechts één aanvraag in per door de Minister toegewezen uniek bedrijfsnummer, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren.

3. De aanvraag is op uiterlijk 1 november 2008 in het bezit van DR.

Artikel 3.3.4

De houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen bewaart de factuur van de dierenarts, die betrekking heeft op de vaccinatie overeenkomstig deze regeling, gedurende drie jaren vanaf dagtekening.

Artikel 3.3.5

1. De subsidie, bedoeld in artikel 3.3.1, eerste lid, bedraagt:

a. per gevaccineerd rund: € 4,00;

b. per gevaccineerd(e) schaap of geit: € 1,50;

c. per gevaccineerde overige herkauwer of kameelachtige: € 4,00.

2. De in het eerste lid genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

Artikel 3.3.6

Het subsidieplafond bedraagt € 11 miljoen.

Artikel II

Het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen2 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 19a

1. De teammanagers uitvoering van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het besluit, bedoeld in artikel 3.2.3, tweede lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten

2. De teammanagers uitvoering van de Dienst Regelingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 3.3.1, eerste lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.

Artikel III

Deze regeling treedt inwerking met ingang van 6 mei 2008.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

§ 1. Inleiding

Onderhavige wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten maakt het mogelijk herkauwers en kameelachtigen te vaccineren tegen het bluetongue virus en geeft de voorwaarden waaronder de dieren worden gevaccineerd. Deze regeling strekt ter uitvoering van het Nederlandse vaccinatieprogramma dat overeenkomstig richtlijn (EG) nr. 2000/75 van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEG L 327) door de Europese Commissie is goedgekeurd. Ook onder meer België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg hebben vaccinatieprogramma’s ingediend die eveneens door de Europese Commissie zijn goedgekeurd.

In augustus 2006 is bluetongue voor het eerst in Nederland en omliggende landen vastgesteld. Sindsdien gelden er op basis van voornoemde Europese richtlijn en verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue (PbEU L 283) maatregelen onder meer met het oog op het voorkomen van verdere verspreiding van bluetongue. Aan de Europese regelgeving is nationaal uitvoering gegeven in de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.

Het doel van het vaccinatieprogramma is zoveel mogelijk herkauwers en kameelachtigen te vaccineren met het oog op het beperken van het aantal klinisch zieke dieren en het inperken van de geografische verspreiding van blauwtong. Een houder van deze dieren is niet verplicht de dieren te vaccineren, maar dit wordt gelet op het doel van de vaccinatieprogramma sterk aangeraden. Het vaccin tegen bluetongue wordt – zonder dat daar een vergoeding voor wordt gevraagd – vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verstrekt aan de praktiserende dierenartsen die de vaccinatie uitvoeren. Daarnaast komt de houder van overeenkomstig de onderhavige regeling gevaccineerde dieren onder voorwaarden in aanmerking voor subsidie voor de kosten van de toediening van het vaccin door een dierenarts.

§ 2. Administratieve lasten

Vaccinatieverklaring invullen en opsturen

Naar verwachting zijn er 40.000 houders die hun herkauwers of kameelachtigen zullen laten vaccineren en hiervoor subsidie zullen aanvragen. Hiertoe moet een vaccinatieverklaring worden ingevuld en ondertekend door de houder van de gevaccineerde dieren. De dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd moet de verklaring ook ondertekenen. Vervolgens stuurt de veehouder deze verklaring toe, nadat de laatste dieren op zijn bedrijf zijn gevaccineerd. Dit neemt voor de houder van de gevaccineerde dieren circa 15 minuten in beslag en voor de dierenarts circa 5 minuten. Voor de houder van de gevaccineerde dieren wordt hierbij uitgegaan van een tarief van € 30 per uur en voor dierenarts € 60 per uur. Voor de houder betekent dit een administratieve last van € 7,50 per vaccinatieverklaring en voor de dierenarts € 5. De administratieve lastendruk voor het invullen, ondertekenen en insturen van de verklaring bedraagt naar schatting in totaal € 500.000.

Exportformulier invullen en toesturen

Naar schatting zullen 5000 veehouders hun gevaccineerde dieren volgens het regime van verordening (EG) nr. 1266/2007 exporteren. Hiertoe dient een exportformulier te worden ingevuld en ondertekend door de houder van de gevaccineerde dieren. De houder laat het exportformulier ook ondertekenen door de dierenarts. Dit proces neemt zowel voor de houder van de gevaccineerde dieren als voor de dierenarts 10 minuten in beslag. Voor de houder van de gevaccineerde dieren wordt hierbij uitgegaan van een tarief van € 30 per uur en voor dierenarts € 60 per uur. Voor de houder betekent dit een administratieve last van € 5 per exportformulier en voor de dierenarts € 10. De administratieve lastendruk ten gevolge van het exportformulier bedraagt € 75.000.

De onderhavige regeling leidt derhalve tot een eenmalige toename van de administratieve lasten van € 575.000.

§ 3. Artikelsgewijs

Artikel I

Artikelen 3.1.1, 3.1.2 en 3.1.3

Op basis van deze artikelen wordt het mogelijk gemaakt overeenkomstig het bepaalde in deze regeling tegen bluetongue te vaccineren met het in artikel 3.1.1 genoemde vaccin.

Omdat het vaccin niet als diergeneesmiddel is geregistreerd in de zin van de Diergeneesmiddelenwet wordt er in artikel 3.1.2 vrijstelling verleend voor het toepassen, bereiden, voor handen of in voorraad te hebben, en afleveren aan een dierenarts van het middel. De vrijstelling geldt slechts met het oog op de vaccinatie van herkauwers en kameelachtigen, en voor zover dit gebeurt door een op basis van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde bij de VWA geregistreerde dierenarts. In artikel 3.1.3 wordt vervolgens de vrijstelling verleend van het Besluit sera en entstoffen zodat het gebruik van entstoffen tegen bluetongue is toegestaan.

Voornoemde vrijstellingen worden verleend voor de duur van de vaccinatiecampagne, te weten tot en met 15 september 2008.

Artikel 3.1.4

In artikel 3.1.4, eerste lid, zijn de voorschriften opgenomen die gelden voor de dierenartsen die de dieren vaccineren. Deze zijn gehouden te handelen overeenkomstig de gebruiksvoorschriften en de instructies van de fabrikant van het in artikel 3.1.1 genoemde vaccin. Dit betekent bij de vaccinatie van runderen in elk geval dat het vaccin twee maal dient te worden toegediend. Voor de onderhavige vaccinatiecampagne zijn 6 miljoen doses van het middel geproduceerd. Deze doses zullen gefaseerd beschikbaar komen en evenredig over de dierenartsenpraktijken worden verdeeld.

Artikelen 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3 en 3.2.4

Verordening (EG) nr. 1266/2007 (punt 5 van bijlage III, van de verordening) maakt het mogelijk gevaccineerde herkauwers te exporteren onder andere (lichtere) voorwaarden dan niet gevaccineerde herkauwers. Via het door de VWA afgegeven exportcertificaat wordt gegarandeerd dat het om gevaccineerde herkauwers gaat. Om deze garantie af te kunnen geven zijn in de artikelen 3.2.1 tot en met 3.2.4 voorschriften opgenomen voor gevaccineerde herkauwers die via het lichtere regime worden geëxporteerd.

De houder van de gevaccineerde dieren dient een exportformulier (artikel 3.2.1) in te vullen ten aanzien van zijn gevaccineerde dieren die bestemd zijn voor de export. Dit formulier wordt verspreid via de dierenartsen coöperatie AUV.

Voor runderen geldt dat zij onder de voorwaarden van punt 5 van bijlage III van verordening (EG) 1266/2007 geëxporteerd mogen worden ofwel rechtstreeks vanaf het bedrijf waar de vaccinatie heeft plaatsgevonden ofwel via een exportverzamelcentrum. In het laatste geval dient het exportformulier naar DR te worden verzonden zodra de tweede vaccinatie heeft plaatsgevonden (artikel 3.2.2). De te exporteren runderen worden aan de hand van dit formulier in het elektronische I&R systeem voor runderen opgenomen. Hiervoor is een tarief van € 4,75 per exportformulier en € 0,75 per rund verschuldigd (artikel 3.2.3). Op basis van deze gegevens wordt in het paspoort van de desbetreffende dieren opgenomen dat en wanneer deze zijn gevaccineerd en kan exportcertificering door de VWA plaatsvinden. De VWA kan de op basis van verordening (EG) 1266/2007 vereiste aantekening op het certificaat plaatsen.

De exportformulieren kunnen worden verstuurd naar:

Dienst Regelingen

Postbus 460

9400 AH ASSEN

Wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de runderen rechtstreeks vanaf het bedrijf waar zij gevaccineerd zijn te exporteren, dan vindt de exportcertificering door de VWA plaats op dat bedrijf op basis van het exportformulier dat op het bedrijf aanwezig moet zijn.

Voor de export van gevaccineerde schapen en geiten geldt dat de vereiste exportcertificering door de VWA op het bedrijf gebeurt waar de dieren zijn gevaccineerd volgens dezelfde procedure als bij export vanaf een rundveebedrijf. Het is slechts toegestaan gevaccineerde schapen onder de voorwaarden van punt 5 van bijlage III bij verordening (EG) nr. 1266/2007 te exporteren wanneer dit rechtstreeks van het bedrijf waar de vaccinatie heeft plaatsgevonden geschiedt (artikel 3.2.4). Bij export van schapen en geiten vanaf een exportverzamelplaats kan de VWA niet garanderen dat het daadwerkelijk gevaccineerde schapen of geiten betreft. Dit staat afgifte van een certificaat in de weg.

Artikel 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.6

De Minister stelt de subsidie op aanvraag vast. Alleen houders die zich overeenkomstig artikel 2 van de Regeling identificatie en registratie van dieren als houder hebben aangemeld komen voor subsidie in aanmerking.

Voorts moet een houder van gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen om voor subsidie in aanmerking te komen een zogenoemde vaccinatieverklaring invullen en door de dierenarts laten ondertekenen (artikel 3.3.2). Deze verklaring wordt verspreid via de dierenartsen coöperatie AUV.

Het insturen van de vaccinatieverklaring wordt beschouwd als het doen van een aanvraag (artikel 3.3.3). De aanvragen worden verstuurd naar DR en moeten uiterlijk op 1 november 2008 in het bezit van deze dienst zijn. De aanvragen worden verstuurd naar:

Dienst Regelingen

Gegevensverwerking vaccinatieverklaringen Bluetongue

Postbus 9

7400 AA DEVENTER

Het subsidieplafond is vastgesteld op € 11 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op de verwachting dat er twee miljoen runderen en twee miljoen schapen en geiten zullen worden gevaccineerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

  • 1

    Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 december 2007, Stcrt. 2007, 237; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 28 januari 2008, Stcrt. 2008, 22.

  • 2

    Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 december 2005, Stcrt. 2005, 247; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 2007, Stcrt. 2007, 246.

Naar boven