Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten verbindingskantoren AWBZ 2012

23 januari 2012

Het College voor zorgverzekeringen,

Gelet op artikel 91, eerste lid, Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.5, van het Besluit Wfsv en de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten AWBZ 2012;

Heeft in zijn vergadering van 23 januari 2012 besloten:

§ 1 Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

  • a. regio: regio zoals genoemd in de Beschikking van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 september 2011, nr. Z/M-3074617, houdende de aanwijzing van administratie-instellingen bijzondere ziektekosten, Staatscourant nr. 16602, 16 september 2011;

  • b. budgethouder: verzekerde aan wie een persoonsgebonden budget is verleend krachtens paragraaf 2.6 van de Regeling subsidies AWBZ;

  • c. verbindingskantoor: een verbindingskantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering.

Artikel 2

Het college keert het voorlopig vastgestelde, het nader vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ 2010.

§ 2 Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2012

Artikel 3

  • 1. Het college verdeelt in het jaar 2012 een totaalbedrag van 164,331 miljoen euro aan besteedbare middelen beheerskosten over de verbindingskantoren.

  • 2. Het college stelt in januari 2012 voor ieder verbindingskantoor een voorlopig beheerskostenbudget vast ter bepaling van de besteedbare middelen voor de beheerskosten ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.

Artikel 4

Het college verdeelt het in artikel 3, eerste lid, genoemde totaalbedrag, verminderd met een bedrag van 9,000 miljoen euro, als volgt:

  • a. een bedrag van 25,428 miljoen euro op basis van een bedrag van € 183,63 per budgethouder uitgaande van 138.474 budgethouders op grond van het aantal budgethouders per verbindingskantoor;

  • b. een bedrag van 4,966 miljoen euro op basis van een gelijk bedrag per verbindingskantoor;

  • c. een bedrag van 1,806 miljoen euro voor vier verbindingskantoren die in 2012 geen deel uitmaken van een concern;

  • d. een bedrag van 0,386 miljoen euro voor een verbindingskantoor dat, volgens opgave van Zorgverzekeraars Nederland, coördinerende activiteiten verricht voor doventolkvoorzieningen.

Artikel 5

  • 1. Het college verdeelt een bedrag van 9,000 miljoen euro op basis van:

    • a. de geïnventariseerde opgaven van de voorbereidingskosten die verbindingskantoren aan Zorgverzekeraars Nederland hebben verstrekt;

    • b. de verwachte standen van de wettelijke reserve uitvoering AWBZ ultimo 2011 van de verbindingskantoren.

  • 2. Ieder verbindingskantoor ontvangt het in het eerste lid, onderdeel a, genoemde bedrag verminderd met het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde bedrag. Indien de som van de geïnventariseerde voorbereidingskosten van alle verbindingskantoren tezamen verminderd met de som van de wettelijke reserve uitvoering AWBZ van alle verbindingskantoren tezamen het bedrag genoemd in het eerste lid overschrijdt, stelt het college het door het verbindingskantoor te ontvangen bedrag naar rato zodanig bij dat het bedrag genoemd in het eerste lid niet wordt overschreden.

  • 3. Het op basis van het eerste lid in combinatie met het tweede lid verdeelde bedrag wordt uitsluitend besteed ter dekking van de voorbereidingskosten die de verbindingskantoren in het kader van de uitvoering van de AWBZ voor eigen verzekerden in 2012 voor de aan hen gelieerde zorgverzekeraars zullen maken.

  • 4. De verbindingskantoren verantwoorden de op basis van het eerste lid aan hen verdeelde bedragen middels een separate accountantsverklaring.

  • 5. Het college zal het op basis van het eerste lid te verdelen bedrag in drie termijnen op de eerste werkdag van april, juli en oktober 2012 uitkeren.

Artikel 6

Het college verdeelt het na toepassing van artikel 4 en 5 resterende bedrag als volgt:

  • a. 15% op basis van een vast bedrag per verbindingskantoor, vermeerderd met een zelfde bedrag per regio waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen;

  • b. 85% op basis van het aantal inwoners per 1 januari 2011 in de regio’s, waarvoor het verbindingskantoor als zodanig is aangewezen, waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners, waaronder die van vijfenzestig jaar en ouder, gebruikt het college de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 7

  • 1. De resultaten van de berekeningen volgens de artikelen 4 en 6 herrekent het college per regio.

  • 2. Ter verkrijging van het voorlopige beheerskostenbudget AWBZ per verbindingskantoor sommeert het college het berekende bedrag per regio voor de regio’s waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen.

  • 3. Het college rondt het voorlopige beheerskostenbudget af op hele euro’s, waarbij het college bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

§ 3 Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2012

Artikel 8

  • 1. Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2013 stelt het college het beheerskostenbudget over het jaar 2012 met toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 nader vast. Het college doet dit op basis van:

    • a. de werkelijke inwoneraantallen per 1 januari 2012, waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners baseert het college zich op de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek; en

    • b. de werkelijke aantallen budgethouders per 1 juli 2012.

  • 2. De vaststelling bedoeld in het eerste lid geschiedt met inachtneming van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten AWBZ 2012 van de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 3. Het college brengt op het nader vastgestelde beheerskostenbudget de door het college uitgekeerde voorschotten voor het jaar 2012 in mindering en verrekent het saldo.

§ 4 Definitieve vaststelling

Artikel 9

  • 1. Uiterlijk in 2015 stelt het college het beheerskostenbudget AWBZ 2012 definitief vast, met inachtneming van de beoordeling en correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit.

  • 2. Het college controleert of het verbindingskantoor zich aan de voorwaarden genoemd in artikel 5, derde en vierde lid heeft gehouden. Het college vermindert het budget met het aan het verbindingskantoor op basis van artikel 5, eerste lid verdeelde bedrag voor zover dit niet is besteed aan voorbereidingskosten.

  • 3. Het college betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het nader vastgestelde beheerskostenbudget ingeval van een positief saldo voor het verbindingskantoor uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor het verbindingskantoor leidt vordert het college het verschil in.

§ 5 Slot

Artikel 10

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2012.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten verbindingskantoren AWBZ 2012.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter van de Raad van Bestuur, A. Moerkamp.

Goedgekeurd door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 26 januari 2012, kenmerk Z-3102430.

TOELICHTING

Jaarlijks stelt het College voor zorgverzekeringen (CVZ) de beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten vast naar aanleiding van de Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de Aanwijzing). In de onderhavige beleidsregels is de volledige budgetcyclus van de beheerskosten AWBZ opgenomen.

Elke cyclus begint in november t-1 met de Aanwijzing voor het kalenderjaar waarop de toegekende middelen betrekking hebben (jaar t). Vervolgens stelt het CVZ beleidsregels op waarin het vaststelt hoe het de besteedbare middelen verdeelt. In januari van jaar t stelt het CVZ het voorlopige beheerskostenbudget vast. In de Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ 2010 (Stcrt. 2010, 446) van het CVZ is bepaald op welke wijze de voorschotten worden uitgekeerd, dat de voorschotten worden verrekend met de nadere vaststelling en op welke wijze rente wordt berekend.

Als in het jaar t+1 de staatssecretaris een Nadere aanwijzing voor het jaar t heeft afgegeven en het CVZ daarop een wijziging van de beleidsregels voor het jaar t heeft vastgesteld, stelt het CVZ het beheerskostenbudget nader vast. In deze Nadere vaststelling wordt ook de rente over het beheerskostenbudget vastgesteld.

Tenslotte stelt het CVZ in het jaar t+3 het beheerskostenbudget definitief vast. Het CVZ houdt bij de definitieve vaststelling rekening met de correcties van de NZa en constateert of aan de voorwaarden is voldaan bij voorwaardelijk beschikbaar gestelde middelen.

De staatssecretaris heeft de besteedbare middelen beheerskosten AWBZ voor het jaar 2012 vastgesteld op 175,479 miljoen euro.

Dit bedrag is bestemd ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van de AWBZ door de zorgverzekeraars en de verbindingskantoren. In zijn beleidsregels heeft het CVZ een bedrag van 164,331 miljoen euro vastgesteld als totaalbudget voor de verbindingskantoren. Dit bedrag is als volgt berekend:

Omschrijving

Bedrag (1 = € 1mln)

Historisch bepaald basisbedrag

152,083

1,50 % loon- en prijsbijstelling (voorcalculatorisch)

2.281

Extra budget voor de uitvoering van de PGB subsidieregeling i.v.m. de groei van het aantal budgethouders

0,967

Voorbereiding Uitvoering AWBZ door Zorgverzekeraars (UAZ)

9,000

Totaal

164,331

Het percentage voor loon- en prijsbijstelling wordt nagecalculeerd als daartoe te zijner tijd een Nadere aanwijzing van de staatssecretaris verschijnt.

In deze beleidsregels geeft het CVZ aan hoe de middelen, die voor 2012 voor de verbindingskantoren besteedbaar zijn, worden verdeeld.

Persoonsgebonden Budget (PGB)

In 2012 gaat het CVZ uit van een vast bedrag van € 183,63 per verzekerde aan wie een PGB is verleend.

Naar verwachting zal het aantal PGB dossiers op 1 juli 2012 met 5.266 gestegen zijn ten opzichte van de stand op 1 juli 2011. Hierdoor groeit het PGB uitvoeringsbudget met 0,967 miljoen euro. Wanneer de werkelijke stijging afwijkt van de geraamde stijging, zal het PGB uitvoeringsbudget daarop worden aangepast.

Dubbel bedrag voor verbindingskantoren die geen deel uitmaken van een concern

Uit de monitors beheerskosten 2008 en 2009 van het CVZ en de ontwikkeling van de kosten in 2010 blijkt dat de verbindingskantoren die niet behoren tot een concern een relatief slechte financiële positie laten zien. Het gaat om verbindingskantoren die geen enkele juridische relatie met een ander verbindingskantoor of andere zorgverzekeraar hebben. Dit wordt ondermeer veroorzaakt doordat de verbindingskantoren de afgelopen jaren activiteiten hebben moeten ontplooien die niet of in beperkte mate zijn gerelateerd aan de omvang van hun werkgebied. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de modernisering van de administratieve organisatie in termen van (gewogen) verzekerden. De verdeelsystematiek is hiervoor in de afgelopen jaren niet aangepast. Om de desbetreffende verbindingskantoren hiervoor te compenseren wordt, evenals in 2011, het vaste bedrag per verbindingskantoor verdubbeld. De verdubbeling van het vaste bedrag leidt ook in 2012 niet tot een verhoging van het macrobudget, maar leidt wel tot een andere verdeling.

Voorbereiding UAZ (Uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraars)

Voor de voorbereiding van de uitvoering van de AWBZ door de zorgverzekeraars is voor 2012 eenmalig een bedrag van 9,000 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit bedrag is bestemd voor de dekking van de voorbereidingskosten die de verbindingskantoren in 2012 nog zullen maken. Het betreft hier de uitvoering van de AWBZ voor de eigen verzekerden van de aan hen gelieerde zorgverzekeraars. Onder de voorbereidingskosten vallen projectkosten, transitiekosten (aanpassing van de systemen bij de zorgverzekeraars), HRM-kosten, communicatiekosten en representatiekosten bij het inkoopproces.

Deze eenmalige toevoeging betreft aanvullende middelen en bedraagt minder dan de totale voorbereidingskosten. Bij de vaststelling van deze toevoeging is rekening gehouden met de hoogte van de bestaande wettelijke reserve uitvoering AWBZ die door de verbindingskantoren dient te worden aangewend om de voorbereidingskosten te financieren.

Het aanvullend beschikbaar gestelde bedrag is gebaseerd op een inventarisatie van de totale voorbereidingskosten op concernniveau door Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Deze inventarisatie geldt als een maximum en zal door het CVZ worden getoetst. Het CVZ zal de inventarisatie per verbindingskantoor nader uitvragen, zodat het CVZ per verbindingskantoor een beschikking kan afgeven.

Het CVZ zal op korte termijn de verbindingskantoren vragen de verwachte stand van de wettelijke reserve van de uitvoering AWBZ per ultimo 2011 op te geven en ook deze stand zal door het CVZ worden getoetst.

Het saldo van beide opgaven zal worden gebruikt om het aanvullend beschikbaar gestelde bedrag van 9,000 miljoen euro te verdelen. Indien het totaal van de benodigde middelen het totaal van 9,000 miljoen euro overschrijdt, zal het budget per verbindingskantoor naar rato worden bijgesteld zodat het beschikbaar gestelde bedrag niet zal worden overschreden.

Deze middelen worden beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat zij alleen worden besteed voor het gereed maken van de organisatie voor de uitvoering van de AWBZ voor eigen verzekerden.

De verbindingskantoren dienen in een apart dossier aan te tonen dat deze extra middelen daadwerkelijk zijn besteed ten behoeve van het gereed maken van de organisatie voor de uitvoering van de AWBZ voor eigen verzekerden.

Bij de controle over 2012 zal de NZa naast de controle op het bestedingsdoel van de extra middelen ook de volledigheid van de besteding controleren. Indien zal blijken dat de middelen aan een ander dan het hierboven beschreven doel zijn besteed, zal het CVZ deze middelen van de verbindingskantoren terugvorderen. Ook wanneer de extra middelen niet volledig zijn benut, zal het CVZ het restant terugvorderen.

Bij de definitieve vaststelling van de beheerskostenbudgetten 2012 zal het CVZ uitgaan van de definitief goedgekeurde voorbereidingskosten en de definitief door het CVZ vastgestelde wettelijke reserves uitvoering AWBZ ultimo 2011.

Ten slotte

Verbindingskantoren voeren voor één of meerdere regio’s de AWBZ werkzaamheden uit. Om de berekening van de budgetten meer inzichtelijk te maken voor de verbindingskantoren heeft het CVZ de berekening verbijzonderd op het niveau van de regio (artikel 7). Als onderdeel daarvan verbijzondert het CVZ de in artikel 4, onderdeel c, en in artikel 6, onderdeel a, bedoelde bedragen per verbindingskantoor eveneens per regio door deze bedragen te delen door het aantal regio’s waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen.

Als laatste stap in de berekening sommeert het CVZ de bedragen per regio tot het budget per verbindingskantoor (artikel 7, tweede lid).

Voorzitter van de Raad van Bestuur, A. Moerkamp.

Naar boven