TOELICHTING
1. Doel
Deze ministeriële regeling is een nadere uitwerking van het Besluit stimulering duurzame
energieproductie (hierna: Besluit SDE). In deze regeling staan voor de verschillende
categorieën productie-installaties hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en
hernieuwbare warmte en gecombineerde opwekking de correctiebedragen ten behoeve van
de bevoorschotting voor 2013. Deze regeling geeft daarmee invulling aan de artikelen 14,
zesde lid, 22, zesde lid, 31, vijfde lid, en 47, vijfde lid, van het Besluit SDE.
De jaarlijks vast te stellen correctiebedragen zijn van belang voor de berekening
van de jaarlijkse subsidietarieven voor de verschillende categorieën productie-installaties
die als voorschot worden uitbetaald.
In de artikelen 14, eerste lid, en 22, eerste lid, van het Besluit SDE, staan drie
correcties waarmee het basisbedrag kan worden gecorrigeerd; in artikel 31, eerste
lid, staan twee correcties; in artikel 47, eerste lid, staan drie correcties. Voor
de bevoorschotting van 2013 wordt uitsluitend gecorrigeerd voor de jaargemiddelde
marktwaarde van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas opgewekt met een productie-installatie
of hernieuwbare warmte en gecombineerde opwekking die valt onder een aangewezen categorie
productie-installaties. Deze correctiebedragen verschillen per categorie productie-installaties.
In deze regeling worden de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting in
2013 vastgesteld voor producenten aan wie subsidie is verleend op grond van de Regelingen
aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012 en
de Regeling windenergie op zee 2009.
2. Opzet van deze regeling
Sinds 2008 is jaarlijks een Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie
vastgesteld, welke steeds leidde tot het toevoegen van een nieuwe paragraaf aan de
voorgangers van de voorliggende regeling. De almaar groter wordende regeling noopte
tot een eenvoudiger weergave van de correctiebedragen.
Voor de overzichtelijkheid is nu gekozen voor een splitsing tussen elektriciteit,
gas en warmte (paragraaf 2, 3 en 4 van de regeling). Elk van deze paragrafen bevat
één of twee artikelen met bijbehorende tabellen. Het eerste artikel van iedere paragraaf
geeft de correctiebedragen weer voor de subsidies op volgorde van binnenkomst; het
tweede artikel – voor zover aanwezig – geeft de correctiebedragen weer voor de subsidies
op volgorde van rangschikking. De eerste, derde en vierde kolommen van deze tabellen
geven dezelfde informatie als de voorgaande regelingen. Het gaat hierbij telkens om
het artikel uit een van de Regelingen aanwijzing categorieën duurzame energieproductie,
waarin een bepaalde categorie van subsidie-ontvangers wordt aangewezen, en de bijbehorende
correctiebedragen. De tweede kolom geeft een verkorte omschrijving van de categorie
zoals deze in het betreffende artikel wordt genoemd. Deze kolom is een hulpmiddel,
voor de volledige omschrijving dient men het artikel zelf erop na te slaan.
3. Rekenwijze en uitgangspunten
Voor een toelichting op de berekeningssystematiek van de subsidiehoogte en het gebruik
van correctiebedragen hierbij wordt verwezen naar paragraaf 2.5 van de toelichting
op het Besluit SDE (Stb. 2007, 410 en Stb. 2011, 548). De definitieve correctiebedragen worden na afloop van ieder kalenderjaar vastgesteld
(voor 1 april).
Bij de rekenwijze voor het bepalen van de correctiebedragen zijn de volgende uitgangspunten
meegenomen:
-
1. Gemiddelde waarde van relevante index, niet volumegewogen. De relevante indices zijn:
-
– Elektriciteit, zon-pv (<15 kWp): kleinverbruikerstarief inclusief alle kWh-afhankelijke
kosten bij marginale levering van 3500 kWh.
-
– Elektriciteit, zon-pv (15–100 kWp): uurgemiddelde prijs van de APX-day ahead peak
load. Dit is de gemiddelde prijs voor de elektriciteit die is verhandeld op de APX
tussen 8 en 23 uur, inclusief weekeinddagen.
-
– Elektriciteit, overige opties: uurgemiddelde prijs van de APX-day ahead base load.
-
– Groen gas: gemiddelde year ahead TTF-prijs op de ENDEX. Dit is de gemiddelde prijs
voor ENDEX Cal-13.
-
2. Onbalansfactor 0,94 voor zon-pv (15–100 kWp).
-
3. Onbalansfactor 0,89 voor wind op land.
-
4. Onbalansfactor 0,915 voor wind op land groot en wind in meer.
-
5. Onbalansfactor 0,93 voor wind op zee.
-
6. Profielfactor 1,0 voor windenergie.
-
7. Warmtekrachtverhouding conform de referentie-WKK-installatie die ten behoeve van de
basisbedragen gebruikt is.
4. Hernieuwbare warmte en gecombineerde opwekking
Vanaf 2012 is het op basis van het Besluit SDE ook mogelijk om duurzame warmte te
subsidiëren in de SDE+. Het correctiebedrag voor hernieuwbare warmte wordt afgeleid
van de gasprijs. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten van toepassingen
van warmte:
-
1. Toepassingen op kleine schaal. Hierbij zou warmte normaliter in een gasketel worden
opgewekt. Daarom is de basisprijs gebaseerd op een gasketel met 90 procent rendement.
Voor kleinschalige toepassingen wordt gerekend met het tarief van de tweede schijf
van de energiebelasting, behorend bij een j jaarlijks gebruik van 5.001 t/m 170.000
kubieke meter gas. Het betreft de categorieën:
-
2. Toepassingen op middelgrote schaal. Hierbij zou warmte normaliter eveneens in een
gasketel worden opgewekt. Daarom is de basisprijs gebaseerd op een gasketel met 90
procent rendement. Voor middelgrote toepassingen wordt gerekend met het tarief van
de vierde schijf van de energiebelasting, behorend bij een jaarlijks gebruik van meer
dan 1 miljoen t/m 10 miljoen kubieke meter gas. Het betreft de categorieën:
-
3. Toepassingen op grote schaal. Hierbij zou warmte normaliter in een gasgestookte warmtekrachtinstallatie
worden opgewekt. Voor deze toepassingen is het uitgangspunt dat het prijsniveau van
de warmte 70 procent bedraagt van de gasprijs, omgerekend naar euro per GJ. Voor grootschalige
toepassingen wordt gerekend met een energiebelastingtarief van 0, omdat gasverbruik
voor installatie met een elektrisch rendement van tenminste 30% is vrijgesteld van
energiebelasting als gevolg van artikel 64 van de Wet belastingen op milieugrondslag.
Het betreft de categorieën:
-
a. Geothermie warmte
-
b. Uitbreiding bestaande afvalverbranding met warmte
-
c. Bestaande toepassing biomassa uitbreiding allesvergisting en thermische conversie
-
d. Biomassavergisting hub allesvergisting
-
e. Biomassavergisting hub covergisting
In 2012 werd het ook mogelijk om voor gecombineerde opwekking één basisbedrag en één
correctiebedrag vast te stellen, voor zowel de hernieuwbare elektriciteit als de hernieuwbare
warmte.
Het correctiebedrag voor gecombineerde opwekking is het gewogen gemiddelde van de
elektriciteitsprijs en de gasprijs. De correctiebedragen worden gewogen naar de warmte/kracht
verhouding die als referentie is gebruikt door ECN en KEMA voor de berekening van
de basisbedragen. Net als bij het bepalen van het subsidiabele aantal vollasturen
wordt hierbij rekening gehouden met eventuele elektriciteitsderving die optreedt bij
warmteuitkoppeling.
5. Berekende correctiebedragen
De gemiddelde day-ahead elektriciteitsprijs op de APX over de periode 1 oktober 2011 tot en met 30 september
2012 komt uit op 4,78 €ct/kWh voor basislast. De pieklastprijzen, van 8 tot 23 uur
(incl. zaterdag en zondag), waren gemiddeld 5,36 €ct/kWh voor deze periode. De gemiddelde
termijnprijs voor TTF-gas voor levering in 2013 (ongewogen gemiddelde van de end-of-day-prijzen
van cal-13 op ENDEX, in de periode 1-10-2011 tot en met 30-9-2012) was 25,9 €ct/Nm3. Voor de marktindex voor de categorie zon-pv (< 15 kWp) is gebruik gemaakt van de
gemiddelde tarieven voor huishoudelijk en kleinzakelijk verbruik zoals deze ieder
kwartaal gepubliceerd worden door het CBS. Het CBS publiceert de gemiddelde all-in
kleinverbruikerstarieven, dat wil zeggen inclusief vaste kosten (capaciteitstarief,
vastrecht, meetdiensten, systeemdiensten), bij een jaarlijks verbruik van 2000 kWh
en 3000 kWh (http://statline.cbs.nl). Voor deze marktindex zijn alleen de kosten die daadwerkelijk per kWh gerekend worden
van belang: leveringstarief en energiebelasting vermeerderd met BTW.
De warmteprijs wordt beschouwd als een vooraf gedefinieerde afgeleide van de aardgasprijs,
waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de warmteprijs uit een aardgasketel en de
prijs van warmte uit een gasgestookte WKK. De aardgasketelwarmteprijs wordt gesteld
op 1 1/9e van de gasprijs (wat een ketelrendement van 90% impliceert), ofwel € 9, €/GJ. De
WKK-warmteprijs wordt gesteld op 70% van de gasprijs, ofwel 5,7 €/GJ.
De berekeningswijze van de voorlopige correctiebedragen voor SDE 2013 zijn als volgt:
Wind op land
Correctiebedrag = marktindex*profielfactor*onbalansfactor*1,25
Correctiebedrag = 0,0478 €/kWh*1*0,89*1,25 = 0,053 €/kWh
Wind groot en in meer
Correctiebedrag = marktindex*profielfactor*onbalansfactor*1,25
Correctiebedrag = 0,0478 €/kWh*1*0,915*1,25 = 0,055 €/kWh
Wind op zee
Correctiebedrag = marktindex*profielfactor*onbalansfactor*1,25
Correctiebedrag = 0,047802 €/kWh*1*0,93*1,25 = 0,055570 €/kWh
Zon-pv (< 15 kWp)
Correctiebedrag = gemiddelde prijs kleingebruiker
Correctiebedrag = 0,224 €/kWh
Zon-pv (15 – 100 kWp)
Correctiebedrag = marktindex* onbalansfactor
Correctiebedrag = 0,0536 €/kWh* 0,94 = 0,050 €/kWh
Afvalverbranding
Correctiebedrag = marktindex/hernieuwbaar aandeel
Correctiebedrag = 0,0478 €/kWh / 0,54 = 0,090 €/kWh
Stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties, biomassa,
waterkracht en osmose
Correctiebedrag = marktindex
Correctiebedrag = 0,048 €/kWh
Hernieuwbaar gas
Correctiebedrag = marktindex
Correctiebedrag = 0,259 €/Nm3
Warmte op kleine schaal
Correctiebedrag = (marktindex gas + energiebelasting) / rendement gasketel * omrekenfactor
Correctiebedrag = (0,259 €/Nm3 + 0,1443 €/Nm3) / 90% * 0,03165 Nm3/GJ = 14,2 €/GJ
Warmte op middelgrote schaal
Correctiebedrag = (marktindex gas + energiebelasting) / rendement gasketel * omrekenfactor
Correctiebedrag = (0,259 €/Nm3 + 0,0127 €/Nm3) / 90% * 0,03165 Nm3/GJ = 9,5 €/GJ
Warmte op grote schaal
Correctiebedrag = (marktindex gas + energiebelasting) * 70% * omrekenfactor m3/GJ
Correctiebedrag = (0,259 €/Nm3 + 0,0000 €/Nm3) * 70% * 0,03165 Nm3/GJ = 5,7 €/GJ
Gecombineerde opwekking
Correctiebedrag = (warmteproductie * warmteprijs + elektriciteitsproductie * elektriciteitsprijs)
/ (warmteproductie + elektriciteitsproductie)
Voorbeeld: thermische conversie > 10 MW
Correctiebedrag = (1350000 GJ * 5,7 €/GJ + 256500 GJ * 13,3 €/GJ) / (1350000 GJ +
256500 GJ) = 6,9 €/GJ
6. Administratieve lasten
De administratieve lasten voor de openstelling zijn in een eerder stadium vastgesteld
op € 940.100,–. Het percentage administratieve lasten is daarmee ca. 0,06%. Deze regeling
is niet van invloed op de administratieve lasten, omdat het gaat over de hoogte van
de correctiebedragen en geen systeemwijziging omvat.
7. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt inwerking op 1 januari 2013. Bij de inwerkingtreding van de regeling
wordt afgeweken van de vaste verandermomenten voor wat betreft de publicatie van de
regeling. Dit is gerechtvaardigd omdat er een directe relatie is met andere jaarindelingen
(uitzonderingsgrond 1). Op grond van het Besluit SDE dienen de definitieve correcties
voor 1 november te worden vastgesteld. Inwerkingtreding per 1 januari 2013 zou betekenen
dat de regeling voor 1 november gepubliceerd zou moeten worden. Op dat moment waren
de cijfers omtrent de energieprijzen over de periode 1 oktober 2011 tot en met 30
september 2012 nog niet beschikbaar.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.