Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 27 september 2012, nr. 299607, houdende vaststelling van de administratiekosten bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 en artikel 9b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten, alsmede wijziging van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie (Regeling vaststelling administratiekosten 2012)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, artikel 257c, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 en artikel 9b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten;

Besluit:

Artikel 1

De administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, bedragen per administratieve sanctie € 7.

Artikel 2

De administratiekosten, bedoeld in artikel 9b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten, bedragen per geldboete € 7.

Artikel 3

De administratiekosten, bedoeld in de artikelen 1 en 2 kunnen met ingang van 1 januari 2015 tweejaarlijks worden geïndexeerd op basis van het consumentenprijsindexcijfer zoals vastgesteld door het Centraal Planbureau. Tevens kan een herijking van de administratiekosten plaatsvinden.

Artikel 4

De Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie (Stcrt. 2009, 10750) wordt als volgt gewijzigd:

De bijlage, bedoeld in artikel 1 van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde Bijlage.

Artikel 5

Tot 1 januari 2013 kunnen de vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling vervaardigde modellen en formulieren nog worden gebruikt. Dit betreft de combibonnen die zijn vervaardigd conform het vastgestelde model bij de laatste wijziging van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie (Stcrt. 2011, 10909).

Artikel 6

De Regeling vaststelling administratiekosten verkeersboetes wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling treedt op hetzelfde tijdstip in werking als artikel II, onderdelen B, C en D, en artikel VI van de wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (Stb. 2009, 245).

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling administratiekosten 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

BIJLAGE

TOELICHTING

Sinds 2 juli 2009 worden voor de administratieve sancties die op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) € 6 administratiekosten in rekening gebracht bij de overtredende burger. Vanaf 1 oktober 2012 zullen ook voor geldboeten opgelegd in een strafbeschikking en in een rechterlijk vonnis administratiekosten worden doorberekend. Deze regeling bepaalt de hoogte van de administratiekosten op € 7. De verhoging van € 6 naar € 7 volgt uit de opnieuw berekende integrale kostprijs. Hierna worden de uitgangspunten toegelicht welke bij de berekening van de hoogte van de administratiekosten zijn gehanteerd.

Alle directe en indirecte kosten die betrekking hebben op het proces van de inning van de geldelijke sancties zijn in aanmerking genomen. Het gaat met andere woorden om de integrale kostprijs. Hieruit vloeit voort dat er geen kosten worden doorbelast die betrekking hebben op andere processen van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), de met de inning belaste uitvoeringsdienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De hoogte van de administratiekosten wordt enerzijds bepaald door een prognose van het aantal te incasseren boetes in de periode tot twee jaar na de inwerkingtreding van deze regeling. De basis voor deze prognose is het volumeniveau zoals dat staat vermeld in het jaarplan 2012 van het CJIB. Anderzijds zijn de kosten van het inningsproces door het CJIB bepalend. Voor de berekening van de kosten van het inningsproces wordt het meest recent door het CJIB gebruikte kostprijsmodel gehanteerd. Dit model is met name van belang voor de wijze waarop de indirecte kosten worden doorbelast. De aldus berekende kostprijs is aangepast aan de verwachte loon- en prijsontwikkeling in de periode tot twee jaar na inwerkingtreding. De integrale kostprijs opgenomen in deze regeling is hiermee opgebouwd uit de resultante van de boeteaantallen en de directe en indirecte kosten die het CJIB maakt bij de inning van de verkeersboetes (Wahv) en de strafrechtelijke boetes (strafbeschikking, vonnis). Het met inachtneming van deze uitgangspunten berekende bedrag aan administratiekosten is ten slotte afgerond op hele euro’s, zodat het op € 7 is vastgesteld (artikel 1 en artikel 2). Net als bij de regeling die door deze nieuwe regeling komt te vervallen (artikel 5), kan tweejaarlijks een indexering en herijking van de administratiekosten plaatsvinden (artikel 3).

Vermeldenswaardig is dat het onderdeel van de Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (Stb. 2009, 245), dat ziet op de grondslag om administratiekosten in rekening te kunnen brengen bij de inning van transactievoorstellen, niet in werking zal treden. De reden hiervoor is dat de transactie binnen afzienbare termijn als sanctiemodaliteit vrijwel geheel zal zijn vervangen door de strafbeschikking (Wet OM-afdoening).

Tot slot wordt met de vaststelling van de administratieve kosten de gelegenheid aangegrepen om het model uit artikel 1 van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie, de zogeheten combibon, op een aantal punten te verbeteren. Hoofdzakelijk is in de combibon een wijziging aangebracht onder het kopje ‘toelichting S’ door na de zin ‘Met de strafbeschikking wordt een acceptgiro verzonden waarmee u de geldboete kunt voldoen.’ een zin in te voegen, namelijk: ‘Het CJIB brengt u eveneens administratiekosten in rekening.’ De overige wijzigingen in de combibon betreffen verbeteringen van taalkundige aard.

Gelet op de kosten en tijd die met het bestellen en vervaardigen van nieuwe combibonnen gepaard gaan, wordt de opsporingsinstanties tot 1 januari 2013 de mogelijkheid gegeven om gebruik te maken van de combibonnen welke vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling in gebruik waren. Volledigheidshalve zij hier erop gewezen dat tijdens deze overgangsperiode uitsluitend de combibonnen kunnen worden gebruikt die zijn vervaardigd conform het bij de laatste wijziging van de Regeling modellen en formulieren ten behoeve van de handhaving Justitie vastgestelde model (Stcrt. 2011, 10909). Vanaf 1 januari 2013 mogen uitsluitend de combibonnen worden gebruikt die conform het thans vastgestelde model zijn vervaardigd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven