Besluit van het Bestuur van het Faunafonds van 5 september 2012, nr. FF 2012.203, houdende wijziging van de Regeling vaststelling beleidsregels schadevergoeding Faunafonds

Het bestuur van het Faunafonds,

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vaststelling beleidsregels schadevergoeding Faunafonds1 ] wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 9, worden onder vernummering van de leden k tot en met n in m tot en met p, twee nieuwe leden toegevoegd luidende;

  • k. Indien de schade is aangericht aan blijvend grasland in de maand oktober.

  • l. Indien de schade is aangericht aan blijvend grasland in de periode 1 oktober tot en met 31 januari daaropvolgend en het grasgewas bestemd is voor beweiding met schapen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na plaatsing in de Staatscourant.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.

Dordrecht, 5 september 2012

Het Bestuur van het Faunafonds, De voorzitter, mr. G.J. Jansen,

De secretaris, mr ing H. Revoort.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij het Bestuur van het Faunafonds. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Faunafonds, Postbus 888, 3300 AW Dordrecht.

TOELICHTING

Tot de invoering van de provinciale subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer, de regeling waarin het beleid over de ganzenfoerageergebieden is vastgelegd (hierna: pSAN), werd de zomerperiode omschreven als de periode van 1 april tot en met 30 september. De winterperiode startte op 1 oktober. Na de invoering van de pSAN is bepaald dat de opvangperiode weliswaar vanaf 1 oktober aanvangt, maar is tevens bepaald dat de datum waarop een vergoeding voor grasopbrengst- en -kwaliteitsverlies wordt bepaald op 1 november. Sindsdien ontvangt het Faunafonds regelmatig verzoekschriften een tegemoetkoming te verlenen voor schade aan blijvend grasland dat in de maand oktober is aangericht. In de meeste gevallen worden landbouwhuisdieren voor de winterperiode vanaf begin oktober binnen in stallen gehuisvest. Omdat de veehouder er naar streeft zijn grasgewas kort de winter in te laten gaan, worden dergelijke percelen afhankelijk van de weersomstandigheden in oktober, nog wel eens gemaaid of beweid. De grasopbrengst van dergelijke percelen levert in de maand oktober geen substantiële bijdrage meer aan de ruwvoedervoorziening van het bedrijf. Het bestuur van het Faunafonds heeft daarom met ingang van 1 oktober 2012 besloten geen tegemoetkoming meer te verlenen voor schade aan blijvend grasland, welke is aangericht in de maand oktober. In de praktijk betekent dit dat er geen taxatieopdrachten meer zullen worden verstrekt nà 30 september.

Het Faunafonds kan een tegemoetkoming schapengras aan schapenhouders verstrekken, die eigen schapen in herfst-en wintermaanden tot 1 februari buiten op hun percelen laten grazen en die, doordat overwinterende ganzen ook op die percelen foerageren, onvoldoende ruwvoeder voor hun schapen beschikbaar hebben. Het bestuur gaat er daarbij vanuit dat de schapen uiterlijk vanaf 1 februari binnen worden gehouden vanwege de periode van aflammeren.

De tegemoetkoming wordt verstrekt indien de schapenhouder door de ganzenbegrazing onvoldoende gras heeft om tot 1 februari gemiddeld 3 eigen schapen per ha. op zijn percelen te laten grazen. Het betreft een zeer beperkte groep schapenhouders en de beoordeling van de verzoeken vergen relatief veel beoordelings- en controlewerkzaamheden. Bovendien zijn de bedragen, die op bedrijfsniveau worden verstrekt, zeer beperkt van omvang.

Het bestuur van het Faunafonds heeft daarom besloten geen tegemoetkoming meer te verlenen voor schade door overwinterende ganzen aan blijvend grasland, welke is aangericht tot 1 februari en waarvan het gras dient voor de beweiding met eigen schapen.

Met deze beleidsaanpassingen komt het Faunafonds tevens tegemoet aan de besparingen, die als gevolg van de afspraken tussen Rijk en IPO, moeten worden doorgevoerd.

Het Bestuur van het Faunafonds, De voorzitter, mr. G.J. Jansen,

De secretaris, mr ing H. Revoort.


X Noot
1

Stcrt. 2002, nr. 69; laatstelijk gewijzigd bij bestuursbesluit van 3 maart 2011 (Stcrt. 2011, nr 8278)

Naar boven