De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op de artikelen 31, 31b, tweede lid, en 100, eerste en tweede lid, van de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten, zoönosen
en TSE’s wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 10 vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel
h door een punt, onderdeel i.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.
TOELICHTING
Met deze regeling wordt de meldplicht in verband met het Schmallenbergvirus opgeheven.
Sedert 20 december 2011 gold een meldplicht voor misvormde geboren herkauwers. Deze
meldplicht was opgenomen in artikel 11c van de Regeling preventie, bestrijding en
monitoring van besmettelijke dierziekten, zoönosen en TSE’s. Deze meldplicht is op
2 februari 2012 uitgebreid bij regeling van 26 januari 2012 tot laboratoria of andere
onderzoeksinstellingen die monsters van bloed of ander lichaamsmateriaal van dieren,
in de praktijk herkauwers, onderzoeken en daarin de aanwezigheid van het virus vaststellen.
Bij brief van 2 april 2012 (Kamerstukken II 2011/12, 29 683, nr. 121) is vastgesteld dat op dat moment de piek in het aantal misvormd geboren lammeren
voorbij leek te zijn, maar dat dat nog niet het geval was wat betreft het aantal misvormd
geboren kalveren. Daarom is in die brief aangekondigd dat de meldplicht voor veehouders
en dierenartsen in ieder geval in stand zal worden gehouden totdat ook in de rundveesector
inzichtelijk is wat de impact van de huidige besmetting met het Schmallenbergvirus
is geweest.
Thans is vastgesteld dat het doel van de meldplicht grotendeels is bereikt. Er zijn
veel gegevens verzameld over de aard van de klinische en pathologische verschijnselen
bij kalveren en lammeren en via een serologisch onderzoek is duidelijk geworden dat
het virus zich over heel Nederland heeft verspreid.
Uit serologisch onderzoek van het RIVM is gebleken dat er geen aanwijzingen zijn dat
het Schmallenbergvirus zich naar mensen kan verspreiden. Op volwassen dieren is de
impact van het virus beperkt. Circa 70% van de Nederlandse rundveestapel heeft antistoffen
tegen het virus ontwikkeld. Er is gericht wetenschappelijk onderzoek gestart, uit
te voeren door het CVI en de GD waarin de epidemiologie en het ziekteverloop van het
Schmallenbergvirus nader wordt onderzocht.
Er is in Europees verband geen meldplicht ingesteld gedurende de afgelopen periode
waarin het Schmallenbergvirus zich voor het eerst manifesteerde.
Omdat het een nieuwe, opkomende ziekte betrof zijn bedrijven met positieve testresultaten
op het virus in eerste instantie wel door de door het virus getroffen landen in Europa
gemeld aan de OIE, de internationale organisatie voor diergezondheid. Nu de ziekte
echter wijd verspreid is in deze landen, is door betrokken landen in samenspraak met
de Europese Commissie besloten hiermee vanaf 1 juni j.l. te stoppen.
Er bestaat thans dan ook geen reden de ingestelde meldplicht te continueren.
Verdere ontwikkelingen van het virus zullen op basis van reguliere waarnemingen kunnen
worden gevolgd.
Bij de instelling van de meldplicht is gesteld dat de administratieve lasten ervan
beperkt zouden zijn omdat een melding zeer weinig tijd vergt. Deze regeling neemt
de administratieve last van het doen van de melding weg en is derhalve begunstigend.
Dit laatste is een toegestane uitzonderingsgrond om af te wijken van de beleidslijn,
opgenomen in de Aanwijzingen voor de regelgeving, om vaste verandermomenten toe te
passen voor de inwerkingtreding van regelingen. Deze regeling treedt derhalve inwerking
met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt
geplaatst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.